KNOFLOOK...! ! !
GEZOND voor MENS en DIER...
KNOFLOOK (allium sativum) Was reeds duizenden jaren voor Christus een zeer populair plantje. Ten tijde van de bouw der pirades in het oude Egypte kregen de slaven in hoofdzaak knoflook te eten om hen te vrijwaren van allerhande ziektes en om hun werkkracht te bevorderen. Door de eeuwen heen heeft knoflook overigens zijn geneeskundige krachten bewezen. Zo kan men knoflook veelvuldig terug vinden in de medische literatuur bij de Chinezen, de Oude Grieken, de Vikingers en de Oude Romeinen. In Rusland kennen ze knoflook beter onder de benaming van "Russische Penicilline" Bewijzen dat knoflook niet zo maar een plantje is, kan wetenschappelijk worden bewezen. Bij heel wat Oosterse bevolkingsgroepen, waar dagelijks knoflook verwerkt wordt in hun voeding, zal men zelden horen spreken over te hoge bloeddruk, hartkwalen, kanker of aderverkalking. Trouwens, in 1858 stelde prof Pasteur de anti bacteriële werking van knoflook, wetenschappelijk vast.
Al met al, redenen genoeg om hier alles (wat knoflook betreft) eens even op een rijtje te zetten:
De BELANGRIJKSTE inhoudstoffen van KNOFLOOK zijn:
0,1 tot 0,35 % etherische olie, deze kan men veelvuldig terugvinden in de literatuur over "Aromatherapie"
Verschillende (33) Zwavelverbindingen, waaronder "Alicine", de stof die de doordringende geur veroorzaakt.
Vitaminen A - B1 - B2 en C
Mineralen en sporenelementen, waaronder Kalium Zwavel, Jodium, Selenium, Gemanium, Cilicium, ijzer ,Koper, Zink, Pothassium, Magnesium en een 17-tal Aminozuren waaronder de meest essentiële.
Koolhydraten, (vooral fructosanen) saponinen en een weinig pro-vitaminen A
Stoffen met vrouwelijke en mannelijke hormonale eigenschappen.
Talrijke enzymen o.a. Alinase, Myrosinase, Peroscidase, deze laatste groep enzymen zorgt voor de bevordering van de zuurstofoverdracht.
Stoffen met antibiotische eigenschappen zoals Allicine.
In de jaren '70 heeft prof. J. Cornelisse, wetenschappelijk aangetoond dat de rauwe knoflook een bacteriële werking heeft op salmonella's in het spijsverteringskanaal (waar hebben wij dat nog gehoord )
Wat de toepassing van al deze uitleg betreft voor de gezondheid van onze vogels kunnen we samenvatten als volgt:
Een vogel, dewelke regelmatig knoflook op zijn menu zal terugvinden, zal veel beter bestand zijn tegen allerhande ziektes. Op welke manier we deze knoflook bij de vogels brengen moet ieder voor zich maar uitmaken. Ondervinding zal ook hier een positieve inbreng betekenen. Sedert jaren krijgen mijn vogels knoflook toegediend via het eivoer en/of in het drinkwater. De basisregel is steeds; maak er een gewoonte van om bij de aanmaak van vers opfokvoer er enkele teentjes gemalen knoflook aan toe te voegen en goed te vermengen met het geheel. Van een éénmalige toediening zullen de vogels natuurlijk wel geen resultaat ondervinden, dus maak er een gewoonte van om uw vogels enkele malen per week te voorzien van knoflook.
Knoflookvoorziening via het drinkwater is wel wat omslachtiger maar zeker even efficiënt als in het eivoer. Neem enkele teentjes knoflook en snij deze doormidden, deponeer deze in een tas (kom) en overgiet ze met heet water, laat een nachtje trekken en geef dit knoflooksapje aan de vogels. Door de uitgeloogde teentjes te pletten kan je ze gerust in het water laten. Zie je echter dat er sommige vogels hun snavel optrekken kan je de bekomen thee wat aanlengen met zuiver water.
Indien je de mogelijkheid hebt om knoflook zelf te telen kan je deze best planten op een onbemeste plaats waar de zon haar volle werking kan uitoefenen. Ga nu niet op zoek naar knoflookzaad want dit is nergens te vinden (bestaat zelfs niet). Om knoflook te kweken neem je een volledige ui en scheur de teentjes van mekaar. Deze afzonderlijke teentjes plant je dan op zo'n 15 cm van mekaar en zowat 5 cm diep. De beste plantperiode is het voorjaar (maart-april). In augustus-september kan je dan oogsten. Wanneer het bovengrondse kruid begint bruin te worden is het tijd om aan de oogst te beginnen. We hangen de uien dan (met kruid) samengebonden op een droge plaats om te drogen (onder een afdakje). Wanneer de uien volledig wit zijn geworden zijn ze klaar om op te slaan in een luchtige maar vooral droge ruimte.
Een andere manier van oogsten dewelke minder van toepassing is kan ook wel zijn nut hebben. We oogsten de uien nog vooraleer ze rijp zijn. De teentjes zijn dan nog papperig en bruin van kleur. Deze onvolgroeide teentjes wassen we goed proper en kunnen we gewoon met een vork pletten en zo aan de vogels geven of mengen in het eivoer. Het nadeel van deze methode is de beperkte houdbaarheid. In de koelkast kan je deze brij maximum 1 week bewaren vooraleer er schimmels komen op te zitten en het goedje meer kwaad dan goed zou betekenen voor ons vogelbestand. Bij een goed doordacht werkschema is deze methode wel aan te raden omdat er nog geen bestanddelen zijn verloren gegaan en bijgevolg alle ingrediënten er nog in aanwezig zijn. Nadeel is dan weer dat je dit maar zeer beperkt kan toepassen (in de periode van de teelt). Tot besluit zou ik de liefhebbers (zeker de kanariekwekers) toch op het hart willen drukken dat de toepassing van knoflook toch een onmisbaar voedingselement is om gezonde vogels te kweken en ze bovendien ook gezond te houden.
Bijzondere eigenschappen van KNOFLOOKSAP zijn o.m. dat het wateroplosbaar is en een grote hoeveelheid vitaminen B en C bevat en eveneens rijk is aan Kalium, Fosfor, Calcium en eiwitten. Het bevordert de conditie en verkort de recuperatieperiode na zware inspanningen (kweek en ruiperiode). Bovendien heeft het een zeer goede invloed op de nierwerking en de spijsvertering. In tegenstelling knoflookolie zal de vogel geen vuile bek overhouden bij deze oplossing.
|