M A R I A D I S T E L
Silybum marianum
Andere volksnamen:
De Bonte Distel
De Melkdistel
Onze-Lieve-Vrouwdistel
De legende van de Mariadistel leert ons de herkomst van deze benaming. Destijds was Maria met haar pas geboren kindje Jezus op de vlucht naar Bethlehem om koning Herodes te ontvluchten. Tijdens de vlucht kreeg kindje Jezus plots grote honger. Zo klein als hij was, toen was het al een doordrijver. "Vlucht of geen vlucht, ik heb honger en wil eten". Maria haastte zich om haar borstvoedingreservoir van onder haar lompen te foefelen en gaf zoontje lief het gevraagde voedsel. Tijdens het gulzig slabberen morste Jezus echter met het overvloedige witte goedje. Enkele druppels vielen op de bladeren van een distelsoort in hun nabije omgeving. Het onkruid was zeer vereerd dat het de druppels moedermelk over zich heen kreeg van de moeder van God. De witte vlekken op de bladeren zijn in ere gehouden en zijn nog steeds aanwezig op de bladeren van de Mariadistel. Van daar de naam Mariadistel. Tot zover de legende. Hoever legendes geloofwaardig mogen geacht worden zoekt uzelf maar uit. Bewezen is echter wel dat de Mariadistel heel wat krachten worden toegeschreven op velerlei vlak. Zo zou het aan te raden zijn voor personen die gemakkelijk reisziek worden in de wagen of vliegtuig. Een week voor je op reis vertrekt zou het raadzaam zijn om dagelijks wat zaadjes van de Mariadistel op te peuzelen. Volgens wetenschappers zou dit er toe bijdragen om de wagenziekte af te wentelen. Dit maar als een mee te nemen tipje om uw vakantie niet te bederven van bij het vertrek.
In hoofdzaak gaat het er bij ons, als vogelliefhebbers, in hoofdzaak om het nut te leren kennen van wat de Mariadistel teweeg brengt als voedingskracht bij onze vogels.
Een eerste tip, vooraleer we aan het toedienen ervan zijn, wil ik toch meegeven: Wanneer je deze kruiden gaat zoeken om ze te plukken (en dit is van toepassing voor alle kruiden), ga ze dan zoeken op plaatsen waar ze niet te veel in contact komen met uitlaatgassen (langs autosnelwegen) of in de omgeving van vervuilende industriezones.
In feite is Mariadistel een uitheemse plant, afkomstig uit het uiterste zuiden van Europa en Iran.
In onze contreien komt ze minder veelvuldig voor. Meestal vinden we deze distel in verwilderde vorm op braakliggende terreinen, langs wegbermen en sporadisch ook wel eens in onze moestuintjes. De Mariadistel kan uitgroeien tot zelfs 1,50 meter hoogte en staat in bloei tijdens de maanden juni tot september. Oorspronkelijk kende men deze plant enkel als voedselgewas. Zo kon men wel eens "Varkenshaasje op een bedje van Mariadistelblaadjes" tegenkomen op het menu als delicatesse.
Dat Mariadistel de aandacht reeds van in de pré-historie naar zich heeft getrokken bewijzen sommige uitspraken van de "medicijnmannen" en later van de geneeskundige experten.
Zo beweerde enen Plinius de Oudere, dat het kruid niet de moeite waard was om gekookt te worden maar dat het wel een uitstekend middel was om gal af te drijven. Culpeper is dan weer vol lof over deze plant waardoor hij het de Genezende Distel noemde. Volgens hem achtte hij het kruid zeer nuttig bij het voorkomen en genezen van de pest. Ook zou volgens hem deze distel ideaal zijn om verstoppingen in de lever en milt te voorkomen.
Westmacott schreef in 1694 over deze distel: "Het is de vriend van lever en bloed". Om de twijfelaars op het juiste pad te brengen : "Wees gerust, Mariadistel is wel degelijk geneeskrachtig", maak dus gebruik van dit wondermiddeltje van moeder de natuur.
In 1929 begon de Duitse arts H. Schulz met een uitputtend wetenschappelijk onderzoek van o.a. de Mariadistel en andere onkruiden. In de jaren '50 werd de inhoudstof Silymarine bij de Mariadistel geïsoleerd. Een ander bestanddeel is de "Silibinine", deze stof is heden ten dage in ieder antigif centrum van Europa, standaard aanwezig.
Andere inhoudstoffen van deze bijzondere plant zijn o.m.:
- - Flavonen (Sibybine, Silymarine - vet van de zaden, Silidiamine en Silychristine)
- Etherische olie - Bitterstoffen
- Slijmstoffen - Tyramine
- Histamine - Fumaarzuur
- Vette olie - Albumine
De voornaamste dezer stoffen is wel degelijk de Silymarine. Deze stof werkt rechtstreeks in op de lever en beschermt deze tegen allerlei gifstoffen. Silymarine zal er voor zorgen dat de lever de nodige enzymen en proteïnen aanmaakt om de lever te herstellen en om nieuwe weefsels aan te maken. We kunnen deze stof bestempelen als een antioxidant.
Even ter zake komende ten dienste van de vogelliefhebbers.
Hoe herkennen we deze plant in de natuur ?
Deze distel, die tot 1,50 m hoog kan uitgroeien is een reukloze plant en smaakt naar artisjok. Zoals reeds gezegd kan je hem sporadisch vinden langs bermen en op verschillende terreinen, tot zelfs in je eigen moestuintjes. Van juni tot september kan je hem het best erkennen aan zijn mooie purperen bloemen. De bladeren zijn glanzend groen met bonte, witte versieringen langs de nerven. Langs de randen van het blad merk je franjes met lange stekels. De vruchtjes zijn glanzend met zwart of geel gemarmerd en dragen een vruchtpluis die aan de voet voorzien is van een krans met tandjes.
Wanneer kunnen we best deze plant oogsten ? ? ?
In het voorjaar oogsten we de wortel, jawel....de wortel, want deze is zelfs zeer nuttig voor onze vogels. De bladeren plukken we in mei en juni. De vrucht is rijp in oktober, deze kan je echter ook reeds oogsten vanaf juni maar de vogels hebben er dan wel last mee om ze te pellen. De zaadjes zijn een echte lekkernij voor onze vogels. Hoe lichter van kleur (bruin) ze zijn hoe gemakkelijker om te pellen voor de vogels, de zwarte zaadjes zijn het hardst. Wil je ze echter toch reeds in zwarte toestand geven aan de vogels, plet ze dan vooraleer te veren. Aan te stippen valt in dit geval wel: Maal de zaden nooit fijn. Trouwens, gemalen pellen zijn waardeloos voor de vogels en ze zouden wel eens last kunnen krijgen van deze overbodige ballaststoffen. Zoals reeds aangegeven, de Mariadistel kan in zijn geheel aan de vogels gegeven worden (bladeren, bloem, vrucht en de wortels).
Roodfactorige vogels hebben zeker nood aan deze plant om hun lever te vrijwaren van overbelasting door de veelvuldige kleurstoffen. Bovendien moet je zeker weten dat de rode kleurstofpigmenten die b.v. de kanaries toegediend krijgen erg nadelig zijn voor het in stand houden van een gezonde van een gezonde lever. Mariadistel mag hier dan ook niet ontbreken .
Preventief kan men de vogels ook regelmatig een thee aanbieden van geplette zaden, om hun lever op peil te houden. We nemen hiervoor een koffielepel geplette zaadjes, deze overgieten we met een tas heet water en laten dit dan zo'n 15 minuutjes trekken. Na het afkoelen zeven we het geheel en voegen de thee toe aan het drinkwater. Wanneer je nu echter aan de luie kant bent kan je ook best in de handel terecht en kan je ook extracten kopen van de Mariadistel om deze in het drinkwater te doen.
De ware natuur- en vogelvriend zal zich zeker de moeite getroosten om eigenhandig te gaan zoeken, oogsten en klaarmaken van de Mariadistel voor zijn vogels.
Waarom uw lieve €urootjes naar de apotheek brengen als je het gratis aangeboden krijgt van de natuur. Denk maar eens aan het gezegde: "Alles wat je zelf maakt of doet is altijd beter", in ons geval kunnen we er nog aan toevoegen dat het ook nog gezonder is.
Persoonlijk ben ik nog geen enkele liefhebber, dewelke Mariadistel voert aan zijn vogels, tegengekomen die last heeft gehad van de "zwarte stip" of aanverwante leverziektes.
Dus....ik zou zeggen: Zeker uitproberen ! ! !
Gezondheid ermee
TJip
|