Inhoud blog
  • Ulrich Beck The Brave New World of Work
  • Ulrich Beck en de toekomst van de arbeid
  • Retrospectieve Anselm Kiefer Burlington House Londen
  • Lectuurkroniek
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Startpagina !
    Omzien
    Lectuurkroniek
    04-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ulrich Beck en de toekomst van de arbeid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ulrich Beck en de toekomst van de arbeid.

    De Duitse socioloog Ulrich Beck is op 1 januari 2015 overleden. Om de betekenis van Ulrich Beck te onderlijnen onderstaande tekst. Deze tekst is geschreven in de zomer van 2000 , Het is de voorbereiding van de openingstoespraak voor de studenten van het derde jaar van de Sociale Hogeschool Heverlee bij  het begin van het academiejaar 2000-2001. De gedachtegang van Beck werkt ook vandaag nog altijd inspirerend in het maatschappelijk debat.

    Waarde collega's,
    Beste studenten,

    Bij de start van het derde jaar heet ik u van harte welkom. Je weet dat het derde jaar bijzondere uitdagingen bevat, de stage en ook een proefschrift maken waarin je praktijk en theorie met mekaar in verbinding moet brengen. Ik hoop dat je een fijn derde jaar beleeft en dat ook het academiejaar 2000-2001 een aangename tijd mag zijn voor u.

    Zoals gebruikelijk bij de opening van het derde jaar behandel ik een inhoudelijk onderwerp.

    De keuze van een onderwerp is geen eenvoudige kwestie. Het moet relevant zijn voor het sociaal werk. Er moet wat materiaal aanwezig zijn. Het is steeds een persoonlijke keuze uit onderwerpen die je hartstochtelijk lief hebt. In de mate in deze van hartstocht kan gesproken worden.
    Ik heb toch maar gekozen voor een vertrouwde liefde: bedenkingen over de toekomst van de arbeid. De aanleiding is het verschijnen van een paar boeken van de Duitse socioloog Ulrich Beck. Tijdens de vakantie in de Vlaamse Ardennen op stap met "The Brave New World of Work" (de vertaling van "Schöne neue Arbeitswelt. Vision Weltbürgergesellschaft") en "Die Zukunft von Arbeit und Demokratie", met wat literatuur daarrond.

    Over de toekomst van de arbeid wordt een bruisend internationaal debat gevoerd. Beck situeert dit debat in zijn analyse van de tweede moderniteit. Hij brengt orde in de complexiteit van stellingen door scenario's te onderscheiden die hij toespitst op de technologische revolutie, het proces van globalisering, de ecologische crisis en uiteraard individualisering. Elk van deze uitdagingen van de tweede moderniteit dient als kapstok voor een optimistisch scenario met hoopvolle verwachtingen inzake werkgelegenheid en een pessimistisch scenario met minder of meer grote zorgen. Op die manier brengt Beck orde in  de veelheid van stellingen en stromingen.

    De eerste uitdaging is de technologische revolutie. De hoopvolle verwachting is dat informatie- en communicatietechnologie zal stuwen in de richting van het scheppen van banen. We zitten volop in de evolutie naar een kennismaatschappij. Productiviteitsstijging in de kenniseconomie leidt tot economische expansie. We moeten niet depressief worden omtrent de vraag of we met de laptop, mobiel bellend aan het werk kunnen. Integendeel, alle hens aan dek. De nieuwe economie gedragen door de revolutie van de informatietechnologie schept een nieuwe massale vraag. Dat  is de start van een nieuwe lange golf van economische groei. Kontratieff is terug in het land.

    Er bestaat natuurlijk twijfel.Jean Gadrey- een specialist op het gebied van productiviteit van diensten- publiceerde pas een boek "Nouvelle économie, nouveau mythe?" (met verwijzing naar het eerste deel van de trilogie van Manuel Castells, The rise of the network society). De mythe van  de nieuwe economie bloeit vandaag ten volle. Alain Minc (www. Capitalisme.fr) vertolkt het scepticisme door te stellen dat in het magische vierkant productiviteit, volledige tewerkstelling, afwezigheid van inflatie, groei veel kan mislopen. Op- en neergaande conjunctuurbewegingen zijn niet uitgeschakeld, maar ook Alain Minc meent dat we aan het begin staan van een lange opgaande golfbeweging gesteund op de nieuwe technologie.

    Het scenario van de vrees legt vooral de nadruk op de technologische werkloosheid. De nieuwe informatie en communicatietechnologie is een jobkilller. Van de creatieve destructie- in het voetspoor van Schumpeter- blijft alleen de destructie van jobs over en volgt er geen creatie van banen. De nieuwe technologie produceert een onderklasse van economisch overbodigen. Dit leidt tot maatschappelijke uitsluiting, vergroten van maatschappelijke ongelijkheid als gevolg van een groeiende kloof tussen het brede maatschappelijke midden en de onderkant van de arbeidsmarkt.

    De globalisering  is de tweede uitdaging. De evolutie naar een wereldmarkt zal leiden tot een explosie van banen. De belangrijkste uitdaging van de economische politiek is het afbouwen van de chauvinistische eigenzinnigheden van de economieën van de natiestaten. De nationale economie moet aangepast worden aan de wereldmarkt. Dit geloof is sterk verbonden met het neo-liberalisme. Het scheppen van een paradijs voor internationale investeerders is de enige kans om "in the long run" de hemel van de volledige werkgelegenheid te bereiken. De dynamiek van de ondernemers mag niet gehinderd worden door allerlei complexe beschermende regels. Deregulering is de boodschap.
    In "False Down. The delusions of global capitalism" veegt de Britse hoogleraar John Gray de mantel met het discours van het vrije markt fundamentalisme. De pure vrije markt is een onwerkelijk verhaal Vrije markten zijn steeds maatschappelijk gereguleerd en vertonen de eigenzinnigheden van de natie in kwestie.

    Het scenario van de angst verbonden met globalisering is de vrees voor delocalisatie, verplaatsing van bedrijven. Kapitaal en financiën zijn mobiel. Ze speculeren op belastingsverschillen en zoeken de plaatsen op met de geringste arbeidskost. Ze speuren naar plaatsen waar de milieuverplichtingen niet of gebrekkig opgelegd worden. Ze laten streken achter met grote steenpuisten van verlaten fabrieksgebouwen, maar ze laten vooral oudere arbeidersgeneraties achter met de nostalgie van vergane welvaart, verlaten door hun kinderen en kleinkinderen.

    De ecologische crisis is niet alleen de moeder van een optimistisch verhaal, maar ook van een donker scenario.

    Eerst het verhaal van de hoopvolle verwachtingen.
    Door ecologische belastingscomponenten te introduceren kan arbeid goedkoper gemaakt worden. Sociale zekerheidsbijdragen kunnen verlaagd worden zonder de sociale zekerheid in het gedrang te brengen. De verlaging van de sociale zekerheidsbijdragen wordt gecompenseerd door het belasten van het milieubelastend verbruik. Twee kernproblemen worden in één beweging opgelost: arbeid wordt duurder. Het resultaat is meer tewerkstelling en meer milieubescherming. Een sociaal-ecologisch wonder kan tot bloei komen. Een groene economie is eveneens een vorm van creatieve destructie- om Schumpeter nog eens op te voeren. Er gaan jobs verloren, maar ecologische modernisering schept ook banen.

    Met dit positief verhaal hebben wij, rijke westerlingen, het evenwel bijzonder moeilijk. We leven in twee werelden. De nummer één waarin we protesteren tegen het gat in de ozonlaag, tegen de overconcentratie van CO², tegen de zure regen. De wereld nummer twee is de wereld van protest tegen het schandaal van de stijgende olieprijzen. Terugdringen van het energieverbruik is nochtans een veilig pad naar het vermijden van klimatologische rampen, waar we zo bezorgd om zijn. De wereld van een goed ecologisch geweten en de wereld van het comfort zijn de twee gezichten van de januskop van onze ene leefwereld.
    We staan met onze beide voeten midden in de actualiteit.Het debat over belastingsverlaging kan ook een  debat worden over belastingshervorming. Een belastingshervorming- in ecologisch perspectief- ontmoedigt het gebruik van de auto. Anderzijds kan het matigen van belastingsverlagingen investeringen in het openbaar vervoer mogelijk maken. Een dergelijk programma doorvoeren vraagt veel politieke moed

    Het kommer en kwel verhaal van de ecologische crisis noemt Beck "global apartheid". Deze term ontleent hij aan de Indiase ecologiste Vandana Shiva (The World on the Edge, in W.Hutton en A. Giddens, On the Edge. Living with global capitalism). Zij onderzoekt het verband tussen globalisering en ecologische problematiek. Global Apartheid vat zij goed samen met de stelling: de hulpbronnen verhuizen van het arme zuiden naar het rijke noorden, de pollutie volgt de omgekeerde weg. Afval voeren we uit naar het zuiden en economisten van mondiale instellingen produceren zelfs economische argumentatie voor deze uitvoer van pollutie. Het zuiden draagt buiten proportie de milieulasten van de globalisering.De concerns van het noorden controleren de internationale economie.Zij exploiteren de grondstoffen van de derde wereld.Ze vernietigen de ecosystemen in het zuiden. De assymetrische destructie van het milieu is hoofdzakelijk dienstbaar aan het in stand houden van de economische macht van het noorden.De verspillende levensstijlen van het rijke noorden worden betaald met een zeer ongelijke verdeling van de milieulast ten nadele van het zuiden.

    Tenslotte individualisering.

    De leer van Silicon Valley predikt het kleinschalig economisch initiatief. De bron van economisch dynamisme is niet te zoeken in de grote bedrijven met hun bureaucratische zekerheden. De vrijheid van de onzekerheid is bron van economisch initiatief. We evolueren naar virtuele bedrijven die als projecten de samenbundeling zijn van kleine units die gedragen worden door individuele creativiteit. Manager zijn van het eigen arbeidsleven en de eigen loopbaan is het ideaal. De kleine units van economische krachtpatserij mogen niet gehinderd worden door allerlei beschermende regels inzake arbeidstijden, loonvorming en door de garantie van de staat inzake sociale zekerheid. Het is het einde van de fordistische massaproductie, het begin van de flexibele specialisatie die op maat van de "niches in de markt" producten maakt. Rond deze "valleien van hooggeschoolden" zal zich laaggeschoolde arbeid van persoonlijke dienstverlening vestigen.
    Als grootschalige organisatie nog blijft  bestaan, dan is ze samengesteld uit units, niet van werknemers of medewerkers, maar van "entrepreneurs".
    Het cafetariaplan is toekomstgericht personeelsbeleid. De individuele werknemer moet kunnen kiezen uit een assortiment van arbeidsvoorwaarden. De clevere werknemer onderhandelt over arbeidsvoorwaarden in overeenstemming met de individuele biografische keuzen.De CAO zal een cafetaria CAO zijn of zal niet meer zijn. Het verhaal van uniforme gestandaardiseerde arbeidsvoorwaarden is "à la recherche du temps perdu".

    Zijn we op weg naar een periode van explosieve groei met verdelingsmechanismen beheerst door clevere individuen en kleine groepen? Zijn we op weg naar verdelingsmechanismen die de kenmerken dragen van een "anomische samenleving" (in de betekenis van Durkheim: zonder normen en regels)?
    In elke samenleving proberen individuen en kleine groepen het laken wat naar zich toe te trekken.Het kan evenwel geen ideaal zijn dat de anderen zonder laken in bed liggen, daar komen verkoudheden van en niesbuien en dan kan niemand meer slapen. De angst dat de individualisering de samenleving doet uit mekaar vallen omdat de samenbundelende sociale bewegingen en organisaties hun kracht verliezen is de pessimistische keerzijde van de individualisering.

    Deze scenario's gaan volgens Beck te veel uit van het streven naar/ het herstel van volledige werkgelegenheid.
    De omvang van de betaalde arbeid is evenwel zodanig geslonken dat volledige werkgelegenheid geen doel meer kan zijn. De fixatie op betaalde arbeid moeten we loslaten. Een paradigmawissel is noodzakelijk.

    De basishypothese van Beck is in overeenstemming met de opvatting van André Gorz: de maatschappelijk noodzakelijke arbeid is sterk gereduceerd door de technologische revolutie, volledige werkgelegenheid is een illusie. Het pleidooi van Gorz is: zet de technologie maximaal door in de sfeer van de betaalde arbeid- de heteronome arbeid- en geef mede door deze push de volle ruimte aan autonome arbeid. Het zal helpen de sprong te doen van het rijk van de noodzaak naar het rijk van de vrijheid.

    Volledige werkgelegenheid betekende voor 1974 de niet samendrukbare frictionele werkloosheid. 2 % (à 4 %) ten gevolge van het veranderen van baan en het niet aansluiten van de overstappen van de ene naar de andere baan. Vandaag zijn de werkloosheidscijfers in volle hoogconjunctuur veel hoger.
    De hedendaagse arbeidsmarkt wordt op hetzelfde ogenblik geconfronteerd met knelpuntberoepen en met werkloosheid. Ten dele is dit het resultaat van een veranderde arbeidsmarkt. De sterke stijging van de scholing brengt een meer gesegmenteerde arbeidsmarkt, met allerlei specialisaties, tot stand.De mobiliteit op de arbeidsmarkt wordt door deze evolutie op zijn minst afgeremd. Door demografische ontwikkelingen en door de arbeidsbesparende technologie wordt een grotere groep uitgesloten.De grotere geschooldheid van de bevolking maakt dat de laagst geschoolden verdrongen worden door de beter geschoolden. Het arbeidsbestel legt een stringentere discipline op. Het is veel onverdraagzamer geworden ten aanzien van arbeidende mensen die aan de rand staan. Ook dit is een factor van uitsluiting. Een meer gedisciplineerd arbeidsbestel betekent nog niet dat dat heel de bevolking op actieve leeftijd te disciplineren is. Door de striktere arbeidsdiscipline worden bevolkingsgroepen met kenmerken van een cultuur van het subproletariaat gemakkelijker in de marginaliteit gedreven. Het gaat om een complex vraagstuk, niet op te lossen met één maatregel. De specificiteit van het uitsluiten van bevolkingsgroepen uit het circuit  van betaalde arbeid analyseert Ulrich Beck niet. Zijn therapie is eerder een oplossing voor de problematiek van de middenklassen die sterk geïntegreerd zijn in het arbeidsbestel. Zijn visie op de toekomst van de arbeid kan wel indirect bijdragen tot het oplossen van de werkverlegenheid ten behoeve van de mensen die werkloos blijven, ondanks knelpunten op de arbeidsmarkt. De indirecte maatregelen zullen evenwel moeten aangevuld worden met meer directe maatregelen.

    In de tweeverdienersmaatschappij wordt de leefwereld gekoloniseerd door de betaalde arbeid. Voor dit imperialisme van de betaalde arbeid moeten oplossingen gevonden worden. Beck stelt de kwestie van de kwaliteit van het leven en de combinatie betaald werk, privé-leven en maatschappelijk en politiek engagement. Betaalde arbeid legt als gulzige institutie totaal beslag op leven en levensloop. Dat is de onuitgesproken angst die het ideaal van de multi-actieve samenleving vertolkt. Het positief scenario van de multi-actieve samenleving verdient de voorkeur van Beck. Betaalde arbeid is één component van het bestaan en één component van de levensloop. Beck bepleit dit als een Europees sociaal model. Het is een pleidooi voor een "active society",een "actieve maatschappij" die behoudens betaald werk, ook huishoudelijke arbeid, opvoeding van kinderen, "work for oneself"- zelfzorg of tijd voor uzelf- vrijwilligerswerk en politiek werk insluit. Het is een gedachtegang in het voetspoor van Hannah Arendt en André Gorz.

    Betaalde arbeid is een essentiële component van integratie in de samenleving, maar de kwaliteit van het leven is meer dan opgeslorpt worden door het circuit van de betaalde arbeid. De socioloog van de tweede moderniteit bepleit een meer partiële plaats voor de betaalde arbeid. Dit pleidooi is niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats ingegeven vanuit het zelfontplooiïngsethos. Streven naar een arbeidsbestel dat niet allesoverheersend is, verdient aandacht omwille van het ethos van de democratie.
    Met deze visie zet hij zich af tegen een evolutie naar een hyperactieve bevolking gedreven door het arbeidsethos. De afwisseling is "we laten ons kapot amuseren" door de "leisure industry".
    De socioloog van de risicomaatschappij houdt een pleitrede voor de "civil society". Niet alleen de markt en de staat, maar ook het particulier initiatief van de leden van de samenleving is van belang voor een levendige democratie. Het levendig houden van het democratisch ethos, het verlevendigen van de democratie vraagt investeren in sociale cohesie, vraagt inzet voor de uitbouw van de "civil society".
    De pleitrede van Beck staat in de wereld van de sociale wetenschap niet geïsoleerd. Recent trok de Amerikaanse socioloog Robert Putnam veel aandacht met zijn haarscherpe analyse van de crisis van de Amerikaanse civil society. "Bowling Alone.The collapse and revival of American community" krijgt ook in onze contreien navolging bij het herwaarderen van het gemeenschapsleven als steunbeer van de democratie. Als draaischijf tussen individu en overheid speelt een uitgebouwd gemeenschapsleven een niet te onderschatten rol. De redactie van het Tijdschrift voor Sociologie publiceerde recent een themanummer "Sociaal kapitaal en democratie" met als ondertitel "Verenigingsleven, sociaal kapitaal en politieke cultuur".

    Beck situeert zijn pleidooi voor een civil society in het kader van de globalisering. In de tweede moderniteit is een kosmopolitisch georiënteerde civil society toekomst.In eerste instantie moet hierbij gedacht worden aan het constitueren van Europa.Het democratisch deficiet van Europa, de Europese democratie verlevendigen, voorkomen dat Europa zich opsluit in "Fortress Europe" is de roeping van de "civil society".
    Het uitbouwen van de civil society vergt niet alléén vrijwilligerswerk, maar ook "civil labour". Dit is niet hetzelfde als betaald werk, maar het mag geen uitstap zijn uit de sociale zekerheid en het moet ondersteund worden door publieke waardering
    Beck denkt hierbij aan een of andere formule van basisinkomen of aan de negatieve inkomensbelasting.
    In ons sociaal politiek denken kan het model van "civil labour" uitgebouwd worden via de formule van loopbaanonderbreking. De zorgtaken hebben tot nu toe voorrang gekregen via specifieke systemen van ouderschapsverlof, verlof voor palliatieve zorgen en het verlof voor bijstand van een zwaar ziek gezins- of familielid. De algemene stelsels kunnen evenwel aangepast worden om het model van civil labour uit te bouwen. Voor de arbeidspolitieke component van de "civil labour" discussie moeten in ons sociaal-politiek stelsel geen nieuwe fundamenten uitgevonden worden. Er zullen evenwel keuzen moeten gemaakt worden. De discussie over de verdere uitbouw van loopbaanonderbreking is een onderdeel van bredere maatschappelijke keuzen.

    Het laatste hoofdstuk in het nieuwe boek van Putnam "Naar een agenda voor het ontwikkelen van sociaal kapitaal" stelt de vraag naar beleid ter bevordering van het sociale weefsel, beleid ter bevordering van sociale cohesie, beleid ter bevordering van het gemeenschapsleven, beleid ter bevordering van een publieke ruimte. Deze agenda sluit nauw aan bij het materiaal en de bekommernissen door Beck aangebracht in zijn hoofdstukken over toekomstvisie.

    Voor ons liggen hier heel wat uitdagingen. Het gaat om een kwestie die binnen de roeping van de maatschappelijk assistenten ligt. Voorkomen dat mensen in een isolement terecht komen en zo veel mogelijk mensen betrekken bij het gestalte geven aan de samenleving is onze fundamentele opdracht.

    Ik hoop dat je dit in uw beroepsleven kunt zien als een opdracht. Ik wens u een fijn en leerzaam academiejaar.

    Paul Everaert
    15 september 2000



    04-01-2015 om 00:00 geschreven door Paul Everaert  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 29/07-04/08 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs