Hallo, ik ben Mia. Ik ben de dochter van twee oude rockfans. Mijn jongere broertje heet Teddy, hij zit momenteel in een fase waar hij alles grappig vindt, maar toch hebben we een hele sterke band. Ik heb bruin haar en een smal figuur. Je kan me eigenlijk zien als een nerdje, ik studeer genoeg voor school en ik kleed me simpel omdat ik niet te veel wil opvallen. Naast school steek ik ook graag tijd in mijn vriendje, Adam.
Mijn passie is muziek. Muziek is zowat het allerbelangrijkste in mijn leven. Aangezien mijn ouders ook grote muziekfans zijn, werd het muzikaal gevoel er met de paplepel ingegeven. Ook Adam heeft zijn eigen rockbandje. Ik word dus omringd door de rockmuziek, maar dat is niet mijn ding. Ik koos voor de cello. Ik ben gefascineerd door de klanken die daaruit vloeien en spendeer daarom ook dagelijks minstens drie uren aan mijn cello. Ik durf wel zeggen dat ik cello op hoog niveau kan spelen en daarom wil ik mijn droom realiseren. Ik heb namelijk net auditie gedaan voor het conservatorium Julliard in New York. Ik hoop uit het diepste van mijn hart dat ik aanvaard word.
Teddy en ik zijn vandaag echte geluksvogels! Het heeft fantastisch veel gesneeuwd dus wij hoeven niet naar school. Aan de ontbijttafel verloopt alles rustig en alles gaat z'n gewone gang. Mama vertelt over haar beste vrienden die net een baby gekregen hebben. Tijdens het gesprek tussen mama en papa hoor ik dat mama voorstelt om haar vrienden te bezoeken. Vanwege onze vrije dag stemmen Teddy en ik meteen in en ook papa is akkoord. We gaan op babybezoek! Terwijl we in de auto zitten, klinkt in mijn oren cellosonate nr.3, die op dat dat moment op de radio speelt. Ik sluit mijn ogen en laat me zweven op de klanken van de cello. In een fractie van een seconde hoor ik een luide knal en alles wordt zwart voor mijn ogen.
Ik sta aan de kant van de weg. Ik zie onze auto, volledig doorboord door een vrachtwagen. Wat is hier aan de hand? Ik begin zonder na te denken rond te rennen en roep mijn mama, papa en Teddy. Ik vind ze niet. Ik zie enkel ambulanciers die druk in de weer zijn. Plots zie ik mezelf liggen op een brancard. Ik begrijp er niks meer van. Wat doe ik daar op die brancard? Ben ik dood? Leef ik nog? Ben ik een geest? Waar zijn mama en papa? Waar is teddy?
Al deze vagen spoken door mijn hoofd terwijl ik verstijfd langs de weg sta, toekijkend hoe ze mijn lichaam in de ambulance dragen. Ik stap ook in de ambulance. Ik moet antwoorden vinden op mijn vragen.