Teddy en ik zijn vandaag echte geluksvogels! Het heeft fantastisch veel gesneeuwd dus wij hoeven niet naar school. Aan de ontbijttafel verloopt alles rustig en alles gaat z'n gewone gang. Mama vertelt over haar beste vrienden die net een baby gekregen hebben. Tijdens het gesprek tussen mama en papa hoor ik dat mama voorstelt om haar vrienden te bezoeken. Vanwege onze vrije dag stemmen Teddy en ik meteen in en ook papa is akkoord. We gaan op babybezoek! Terwijl we in de auto zitten, klinkt in mijn oren cellosonate nr.3, die op dat dat moment op de radio speelt. Ik sluit mijn ogen en laat me zweven op de klanken van de cello. In een fractie van een seconde hoor ik een luide knal en alles wordt zwart voor mijn ogen.
Ik sta aan de kant van de weg. Ik zie onze auto, volledig doorboord door een vrachtwagen. Wat is hier aan de hand? Ik begin zonder na te denken rond te rennen en roep mijn mama, papa en Teddy. Ik vind ze niet. Ik zie enkel ambulanciers die druk in de weer zijn. Plots zie ik mezelf liggen op een brancard. Ik begrijp er niks meer van. Wat doe ik daar op die brancard? Ben ik dood? Leef ik nog? Ben ik een geest? Waar zijn mama en papa? Waar is teddy?
Al deze vagen spoken door mijn hoofd terwijl ik verstijfd langs de weg sta, toekijkend hoe ze mijn lichaam in de ambulance dragen. Ik stap ook in de ambulance. Ik moet antwoorden vinden op mijn vragen.
|