De kerkklok maakt ons om 7u wakker. Het regent, en het is koud. Het ontbijt is nog wat kariger, stokbrood en confituur, geen van beiden behoren tot mijn voorkeurseten, en slechts één tas koffie. Maar iets is beter dan niets.
Warm aangekleed op de fiets en zeer snel terug aangepikt op de route. We rijden nu door een heidegebied en door sparrenbos en komen de vallei van de Isle in. Na enkele km besluiten we alle regenkledij aan te trekken want het regent steeds harder en het ziet er niet naar uit dat het snel zal ophouden. En als je nat wordt krijg je het koud, dat moeten we voorkomen.
Net na het bos krijgen we dan de aangekondigde helse klim. En hels is hij! Voor de eerste keer deze tocht moeten we op de allerkleinste versnelling schakelen, zo zijn we wel snel boven de vallei, maar dan moeten we even op adem komen. We belanden in de bordeauxstreek. Overal zien we prachtige grote landhuizen omringd door uitgestrekte wijngaarden. Het stopt met regenen. Het schiet goed op nu, we bereiken de streek van Pomerol en St.Emilion. Geen begroeide hellingen meer, de wijngaarden zijn hier in de vlakte aangeplant, zo ver het oog reikt zien we de wijnranken netjes op rijen staan. Het valt mij op dat er enkel onderaan de plant grote druiventrossen hangen, het lijkt me alsof de andere werden afgeknipt om zo alle kracht van de plant naar die drie à vier trossen te brengen. Of zijn de bovenste trossen niet zichtbaar door de bladeren? De druivenpluk is al begonnen, van pluk kan je niet echt meer spreken, dat gebeurt hier mechanisch : een grote machine rijdt wijdbeens over de wijnranken, en messen scheren de trossen. Alles wordt dan op een loopband gebracht en daar gebeurt de triage. We vangen een glimp van dit werk op als we langs kleine wijnhuizen rijden.
Het dorp St.Emilion is Unesco werelderfgoed en mede daardoor enorm druk. Zodra iets door Unesco beschermd wordt, wordt het overspoeld door toeristen. Vooral Engelsen en Amerikanen, we horen hier meer Engels dan Frans. Het is wel een mooi dorp op een heuvel, met prachtig zicht over de omgeving als je tot op het plein onder de toren wandelt. Daar eten we een lekkere pasta, bier van de tap is Heineken en het kan nog erger want er is ook panaché, heineken met limonade (ik wil me zelfs geen idee vormen hoe dat wel zou kunnen smaken). Maar de kelner hoort dat we Belgen zijn en beveelt de nieuwe aanwinst op tap (nog niet op de kaart vermeld) aan : cuvee Les Trolls. Daar moet je dan voor tot hier komen om dit lekker fris biertje te ontdekken. Het valt ons trouwens op dat er overal veel Belgisch bier te krijgen is, Leffe en Grimbergen van het vat zijn vaak aanwezig.
Reims buiten rijden was niet eenvoudig, dit dorp uitraken is een helletocht! Begin maar al te lachen, het duurt bijna een uur voor we op de juiste weg zitten. Eerst kan de gps in de smalle straatjes de locatie niet nauwkeurig genoeg bereken. Dan blokkeren trappen onze doorgang. En langs waar we ook proberen, we rijden steeds vast op hetzelfde punt waar de doorgang afgesloten is. We zien de D122 beneden liggen maar vinden geen aansluiting. Terug naar de andere kant waar we gelukkig een grote kaart van dorp en omgeving vinden. Met roadbook en gps in de hand zoeken we de aansluiting zonder al te veel omweg. We proberen langs de andere kant, even gaat het goed maar weer route barrée 😠 . Opnieuw het centrum in, steil naar beneden en dan brult een politieman dat we er niet door mogen 😡. Wij van de fiets af, stappen verder, en dan vertelt hij in het Engels dat het te gevaarlijk voor fietsers is, maar te voet mogen we wel door. Oef, we zijn hier buiten, ik besluit nooit meer St.Emilion te drinken, maar als ik even later bedenk dat we nog twee kisten hebben liggen, verander ik dat drinken in kopen, die lekkere wijn weggooien zou toch wel zonde zijn.
Volgens het boekje is de rest van de rit vandaag vlak, maar daar geloven we niet in want vlakke ritten komen niet voor op deze tocht. En ja, even na Branne steken we de Dordogne over en is het weer zover, steil bergop. We rijden nu tussen de wijngaarden van Entre-Deux-Mers, een hoger gelegen strook land dat vroeger langs weerszijden tot aan de zee reikte, vandaar de naam.
In Guillac kunnen we terug een voie verte volgen, de 'Piste Cyclable Roger Labepie', 54 km lang tussen Bordeaux en Sauveterre. Fantastisch fietspad, net nieuwe asfaltlaag, dat bolt goed, en we rijden in de juiste richting, zachtjes bergaf. In St.Brice gaan we op zoek naar het hotel, weer niet simpel want wegwijzers zijn hier zeldzaam. Het is een groot seminarie-center, maar wij zijn hier alleen. Het behoort tot een groot kloostercomplex, dat is weer wat anders. Bij aankomst komt een praatgrage dame ons al tegemoet, ze is opgelucht dat we Frans spreken. De fietsen mogen binnen, Paul krijgt een hele uitleg over het ontbijt (neem hier maar wat je wil), maar het restaurant is gesloten. En dat op mijn verjaardag 😥. Geen nood, nog voor we kunnen reageren zegt ze al dat ze ons tot een restaurant zal brengen, dat doet ze wel meer voor fietsers. En zo hebben we een tweede keer een gratis taxi-rit, er zijn toch wel vriendelijke Fransen ook. Het restaurant heeft een zeer uitgebreid buffet voor voorgerecht en dessert, de hoofdschotel stelt wel niet veel voor. Ik denk niet dat we ooit goedkoper aten voor mijn verjaardag.
Trip : 72 km, 404 hm. Totaal : 1298 km, 6670 hm
Ps : net voor we naar het restaurant vertrokken, via FaceTime met de kleinkinderen gesproken. Schattig hun reacties, leuke verrassing! Lang leve de techniek!
Reacties op bericht (0)
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek