Nieuwsbrief
China nr. 13-2008 20 juni
Dit
is waarschijnlijk de laatste Nieuwsbrief China. Deze blog wordt
omgebouwd tot een internetsite. Dat maakt het ons mogelijk sneller op
de actualiteit in te spelen en tegelijk meer achtergrondnieuws,
rapporten, analyses te plaatsen. De site zal onderverdeeld zijn in
rubrieken zoals Economie, Landbouw, Stad-Platteland, Welvaart,
Sociale Zekerheid, Vakbond, Migranten, Werkomstandigheden, Onderwijs,
Milieu, Corruptie, Democratie, Mensenrechten, Tibet, Taiwan,
Buitenlandse Investeringen, Chinese Investeringen in het Buitenland,
Overheidsondernemingen, Verhouding China-VS, China-Europa,
China-Afrika, China-LatAmerika, enz. Na verloop van tijd zal ieder
van die rubrieken een grote hoeveelheid informatie bevatten die
makkelijk terug te vinden is. De site zal http://www.infochina.be
heten. Vanaf augustus is hij online. We beginnen met een
Nederlandstalige site. De bedoeling is zo snel mogelijk ook een
Franstalige en een Engelstalige site uit te bouwen. Vrijwilligers
voor vertaling van het Nederlands naar het Frans en naar het Engels
zijn van harte welkom. Alle hulp en alle ideeën zijn welkom bij:
peter@infochina.be.
In
deze Nieuwsbrief onderwerpen over koopkracht, economische
ontwikkeling, CAO's, landbouw, Tibet, de gevolgen van de opkomst van
nieuwe economieën.
-
Binnenlandse consumptie stijgt netto met 13 procent op één jaar
-
De economische ontwikkeling van de voorbije 5 jaar
-
Systeem van collectieve onderhandelingen in de lift
-
Landbouw steeds meer gemechaniseerd
-
Graanoogst opnieuw boven de 500 miljoen ton dit jaar?
-
Centrale staatsondernemingen winnen aan macht en invloed
-
De Dalai Lama als verdediger van de mensenrechten
-
Tibet China, een verhouding van 750 jaar
-
De Koude Oorlog en de kwestie-Tibet
-
Economische balans
verschuift ten voordele van China, Rusland, India en Brazilië
Binnenlandse
consumptie stijgt netto met 13 procent op één jaar Door
Paul Panckhurst, Bloomberg, 13 juni 2008 De verkoop in de Chinese
kleinhandel steeg in de maand mei met 21,6 procent ten opzichte van
een jaar geleden. De stijging was 7 keer hoger dan die in de
Verenigde Staten. De verkoop aan de consument is in de loop van de
maand mei sterker gestegen dan de voorbije 9 jaar. De inflatie tussen mei 2007 en mei 2008 bedroeg 8,1 procent (7 procent in de steden, 9 procent op het platteland). De netto-stijging van de consumptie bedroeg daardoor in mei, ten opzichte van een jaar eerder, 13 procent. Deze stijging toont
de economische sterkte van China terwijl de wereldeconomie vertraagt.
De stijging in China was onder meer te wijten aan de zeer zware
aardbeving in het centrum van het land. Die leidde tot de extra
levering van bijna 5 miljoen bedden, 14 miljoen stuks kledij en ruim
1 miljoen dekens. Maar het is toch vooral de groei van de inkomens
die verantwoordelijk is voor de toegenomen consumptie. De sterke
stijging van de inkomens leidt tot een sterke binnenlandse vraag,
zegt David Cohen, directeur bij Action Economics in Singapore. We
denken dat de consumptie sterk zal blijven stijgen omdat het reële
inkomen van de mensen eveneens groeit, zeggen Song Yu en Liang
Hong van Goldman Sachs in Hong Kong. De OESO (Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling) zei op 4 juni dat de
wereldeconomie dit jaar vermoedelijk met 1,8 procent zal groeien. De
OESO voorspelde dat de Chinese economie met 10 procent zal groeien,
bijna 6 keer meer.
De
economische ontwikkeling van de voorbije 5 jaar Door
Xie Fuzhan, directeur van het Nationaal Bureau voor de Statistiek 1.
Algemene gegevens In de periode van 2003 tot en met 2007 kende
onze nationale economie een gemiddelde jaarlijkse groei van 10,6
procent. Daarmee lag de groei van de Chinese economie de voorbije
vijf jaar 6,1 procent hoger dan de jaarlijkse gemiddelde groei van
4,5 procent in de wereld. De Chinese groei lag de voorbije periode
ook een stuk hoger dan de 9,8 procent jaarlijkse groei die onze
economie kende sinds het begin van de hervormingen in 1978. De
jaarlijkse verschillen waren de voorbije vijf jaar ook relatief klein
wat een teken is van stabiele groei. Het bruto binnenlands product
(BBP) steeg van 12,03 biljoen (een biljoen is duizend miljard) yuan
in 2002 naaar 24,6 biljoen yuan. Het financieel inkomen van de
staat is de voorbije vijf jaar bijna verdrievoudigd. Het bedroeg in
2007 5,13 biljoen yuan. Het kende een jaarlijkse gemiddelde groei van
22 procent. De groei neemt overigens jaar na jaar toe. Dankzij de
groei van het fiscaal inkomen heeft de staat grote werken kunnen
uitvoeren en de zwakke punten in de economische en sociale
ontwikkeling kunnen verbeteren.
2.
Landbouw, industrie, diensten Sinds 2003 kende de landbouw, de
bosbouw, de veeteelt en de visteelt een jaarlijkse groei van de
toegevoegde waarde van gemiddeld 4,5 procent. De graanproductie
bedroeg in 2007 meer dan 500 miljoen ton, het vierde hoogste cijfer
in onze geschiedenis. De productie van katoen was dat jaar 7,6
miljoen ton, een verdubbeling ten opzichte van 2002. De omvang van
de industrële productie steeg van 2003 tot en met 2007 met 80
procent. De omzet van uitrustingsgoederen voor de
elektriciteitssector was in 2007 5 keer hoger dan in 2002. Die voor
gieterijen was 3,4 keer hoger. Ook de winsten van de ondernemingen
kenden een snelle groei. De industrie realiseerde in 2002 een winst
van 578 miljard yuan. In 2006 was dat bijna 2 biljoen yuan. De
gemiddelde jaarlijkse winstgroei over de voorbije periode was meer
dan 30 procent. De dienstensector kende een snelle en
evenwichtige groei. De voorbije vijf jaar was het aandeel van de
dienstensector in de economie 40 procent. Financiële
instellingen werden groter en sterker. Transport en communicatie
groeiden snel. Het aantal kilometer-passagiers groeide met gemiddeld
9 procent per jaar. Het volume van de post steeg met gemiddeld 27
procent per jaar. Dat van het goederenvervoer met gemiddeld 15
procent per jaar.
3.
infrastructuur Een aantal grote infrastructuurwerken konden
worden beëndigd en tal van sleutelondernemingen maakten een
technologisch hervormingsproces door. Het aantal kilometer
spoorwegen in gebruik steeg van 72.000 in 2002 naar 77.000 in 2006.
Het aantal kilometer autostrades steeg in die periode van 1,8 miljoen
naar 2 miljoen. Het aantal kilometer snelwegen steeg van 25.000 naar
45.000. In 2002 was 30.000 kilometer pijplijn in gebruik. In 2006 was
dat 48.000 kilometer. Het nationaal communicatienetwerk groeide
aanzienlijk. Van 2002 tot 2007 steeg het aantal vaste
telefoongebruikers van 214 naar 365 miljoen, een stijging van 70
procent. Het aantal gebruikers van mobiele telefoon steeg van 206
naar 547 miljoen, een stijging van bijna 170 procent. Het aantal
internetgebruikers steeg van 59 naar 210 miljoen, 2,6 keer hoger. Het
aantal dorpen waar er postbedeling is steeg tot 99,4 procent van het
geheel. De energie-productie bedroeg in 2007 2,4 miljard standaard
steenkool equivalent, 64 procent hoger dan in 2002. Op het einde van
2007 bedroeg de capaciteit van de elektriciteitscentrales 700 miljoen
kilowatt. De helft daarvan is de voorbije 5 jaar in gebruik genomen.
De elektriciteitsproductie bedroeg in 2007 3,3 biljoen kilowatt uur,
het dubbele van in 2002. De elektriciteitstekorten werden verminderd.
4.
In- en uitvoer, buitenlandse investeringen Het totale volume
van de in- en uitvoer is nu het derde hoogste ter wereld. Het nam
tussen 2002 en 2007 toe met 28 procent gemiddeld per jaar. De uitvoer
bestond in 2007 voor 95 procent uit industriële producten.
Daarbinnen nam de elektromechanische sector 57 procent voor zijn
rekening. In 2002 was dat nog 48 procent. Van de industriële
producten was 28,6 procent van hoog-technologische kwaliteit. In 2002
was dat 20,8 procent. De buitenlandse investeringen en de Chinese
investeringen in het buitenland kenden een hoog groeiritme. Van 2003
tot 2007 bedroeg het volume Chinese investeringen in het buitenland
(financiële investeringen in schatkistcertificaten en banken
niet meegerekend): 2003: 2,9 miljard dollar 2004: 5,5 miljard
dollar 2005: 12,3 miljard dollar 2006: 21,6 miljard
dollar 2007: 18,7 miljard dollar De buitenlandse reserves van
China stegen jaar na jaar en bereikten in 2007 een totaal van 1.530
miljard dollar.
5.
Tewerkstelling, levensstandaard, sociale zekerheid Het aantal
nieuwe jobs in de steden groeide jaarlijks gemiddeld aan met 10
miljoen eenheden. De werkloosheid in de steden bleef tussen 2003 en
2007 relatief stabiel tussen de 4 en de 4,3 procent. Het
beschikbaar inkomen van de stedelingen steeg in 2002-2007 met
gemiddeld 9,8 procent, na aftrek van de stijging van de
consumptieprijzen. Dat is 3,1 procent hoger dan in de periode
1979-2002. Het beschikbaar inkomen van de plattelandsbewoner
steeg in 2002-2007 na aftrek van de stijging van de consumptieprijzen
met jaarlijks gemiddeld 6,8 procent. De toegenomen welvaart was
af te lezen uit de Engel-coëfficiënt (dat is het percentage
van de voeding in de totale consumptie-uitgaven). In 2007 bedroeg de
Engel-coëfficiënt in de steden 36,3 procent. In 2002 was
dat nog 37,7 procent. Op het platteland daalde de Engel-coëfficiënt
tussen 2002 en 2007 van 46,2 naar 43,1 procent. In 2007 had 6,1
procent van de inwoners een auto. In 2002 was dat nog 1 procent.
Stedelingen en plattelandsbewoners genoten steeds meer van de
sociale zekerheid. Dat systeem van verzekering voor pensioen, ziekte,
werkloosheid, werkongevallen en zwangerschapsverlof werd stap na stap
verder uitgebouwd. Het aantal mensen dat gedekt is neemt toe. Het
aantal armen op het platteland zakte van 28,2 miljoen in 2002 naar
14,8 miljoen in 2007.
6.
Onderwijs, wetenschap, cultuur Het aantal jongeren dat in 2007
aan universiteiten en niet-universitaire hogescholen studeerde
bedroeg 27 miljoen. In 2002 was dat 16 miljoen. Op vlak van
wetenschap en techniek zijn er veel zaken gerealiseerd. De eerste
Chinese satelliet landde op de maan. De bemande missies Shenzhou V en
Shenzhou VI waren een succes. De 64-bits CPU chip werd in productie
genomen. Wetenschappers maakten een doorbraak in de ontwikkeling van
nieuwe rijstsoorten. Tegen het einde van 2007 had China 3.540
centra voor de bestrijding van epidemieën gebouwd. Er werd
vooruitgang geboekt in de voorkoming en behandeling van AIDS,
schistosomiasis, tuberculosis, hepatitis, pest, jodium tekort,... De
hervorming van de gezondheidszorg heeft geleid tot projecten waarbij
een nieuw systeem van coöperatieve medische zorg uitgeprobeerd
wordt op het platteland. Daarbij zijn 730 miljoen mensen betrokken
met een participatiegraad van 86 procent. De opbouw van een
culturele infrastructuur zette stappen vooruit. De bouw van de
Nationale Bibliotheek, de Nationale Digitale Bibliotheek en het
Nationaal Museum is in zijn tweede fase. Op het einde van 2007 waren
er 2.791 openbare bibliotheken, 1.634 musea, 263 radio-stations, 287
tv-zenders en 44 schoolzenders. Het land telde in 2007 151 miljoen
aangeslotenen op het tv-kabelnet. 95 procent van de inwoners had
radio en tv-ontvangst. Op de Olympische Spelen van Athene
behaalden Chinese atleten 32 gouden, 17 zilveren en 14 bronzen
medailles.
7.
Problemen De vooruitgang is over het algemeen erg
indrukwekkend maar er blijven nog een belangrijk aantal
tegenstellingen en problemen bestaan. De belangrijkste problemen
zijn: het risico dat de economie oververhit geraakt door de snelle
groei; het risico op een te sterke stijging van de consumptieprijzen;
er is geen rationele verhouding tussen investering en consumptie en
tussen buitenlandse en binnenlandse vraag; de basis voor een stabiele
landbouwontwikkeling en voor een constante stijging van het inkomen
van de boeren is niet stevig; de economische groei kost teveel
energie; de ecologische kost voor de economische groei is zeer hoog;
sommige lage inkomensgroepen hebben het nog steeds moeilijk; systemen
en mechanismen zijn niet altijd perfect en op elkaar afgestemd. Bovenstaande
is een ingekorte versie van een artikel uit de Chinese editie van de
Renmin Ribao, 21 mei 2008.
Systeem
van collectieve onderhandelingen in de lift De
Chinese vakbond ACFTU heeft een actieplan uitgewerkt om het systeem
van collectieve onderhandelingen uit te breiden naar meer
industrietakken en regios. Het ministerie van Arbeid moedigt de
collectieve onderhandelingen aan en zegt dat werkgever en werknemers
op eenzelfde niveau moeten staan: ieder van hen kan ideeën
aanbrengen en suggesties doen en ieder van hen heeft een veto-recht
tegen de voorstellen van de andere partij. In de grootste stad,
Shanghai, is het systeem van collectieve onderhandelingen van
toepassing in 70 procent van de staatsondernemingen en 60 procent van
de privé. Het gemiddeld inkomen in de steden steeg in 2007
met 17,2 procent. Na aftrek van de prijsstijgingen komt dat neer op
een toename van 12,2 procent. Op het platteland was de reële
toename 9,5 procent. De collectieve onderhandelingen zullen naar
verwachting dit jaar zorgen voor een nog sterkere stijging van de
lonen. Bron: Salaries likely to rise as government encourages
collective bargaining, Xinhua, 12 april 08,
http://news.xinhuanet.com/english/2008-04/12/content_7965523.htm
Landbouw
steeds meer gemechaniseerd Uit
een in juni 2008 gepubliceerd rapport blijkt dat de mechanisatie van
de landbouw in China jaar na jaar vooruitgaat. Het ploegen, zaaien,
planten en oogsten gebeurt nu voor 41 procent mechanisch. In 2007
werd 2,43 milliard mu (162 miljoen hectare) mechanisch bewerkt. Tarwe
wordt voor 81 procent op mechanische wijze gezaaid en geoogst. Voor rijst is dat 11,2
procent en voor maïs 5,1 procent. De mechanisatie van de landbouw
de voorwaarde voor de industrialisering van het platteland
heeft nog een hele weg af te leggen. Hier blijkt dat China nog steeds
een derdewereldland is. Toch gaat de mechanisering stapsgewijze
vooruit. Het aantal grote en middelgrote tractoren lag in 2006 (laatst beschikbare cijfers) op
1,839 miljoen, dat is ruim drie keer meer dan de 557.000 in 1978. In
de loop van 2004 werd voor het eerst het miljoen overschreden.
Onderbrekingen in die groei waren er in de periode 1994-1997 en in
het jaar 2001. Sindsdien gaat het vooruit met een jaarlijkse groei
van rond de 10 procent. In 2006 lag de gezamenlijke
energie-kracht van de landbouwmachines op 750 miljoen kw, bijna 7
maal hoger dan de 117 miljoen kw in 1978. Bron:
Statistiscal Yearbook 2007 en
http://www.researchinchina.com/report/IndustrialMachinery/5415.html
Graanoogst
opnieuw boven de 500 miljoen ton dit jaar? Zaterdag
14 juni was 80 procent van de zomer-graanoogst binnen. Hoe groot de
oogst in 2008 precies zal zijn, is nog niet geweten. Maar minister
van Landbouw Sun Zhengcai toonde zich optimistisch en zei dat de
oogst voor het vijfde opeenvolgende jaar zal groeien. Vorig jaar
produceerde China meer dan 500 miljoen ton graan. Dat leidde tot een
grotere uitvoer van sommige graansoorten waardoor China de druk op de
internationale prijzen enigszins kon matigen. Bron:
Peoples Daily, 16 juni 2008
Centrale
staatsondernemingen winnen aan macht en invloed In
een uitgebreid artikel vertelt Barry Naughton hoe de overheid een
belastingsysteem probeert uit te dokteren voor de belangrijkste
staatsondernemingen. Hij schetst daarbij ook de evolutie van die
ondernemingen. In 2003 richtte de overheid de SASAC op, een
regeringsorganisme dat verantwoordelijk werd voor de toen nog 196
belangrijkste staatsondernemingen. Einde 2007 waren er nog 152: de
SASAC had ondernemingen gefusioneerd om sterkere groepen te vormen.
Deze 152 zijn holdings met verscheidene ondernemingen en
dochterondernemingen. De managers van deze holdings zijn nauw
verbonden met de Communistische Partij. Ruim 50 van hen worden
rechtstreeks aangeduid door de Organisatie-afdeling van de CCP. Zij
staan op hetzelfde niveau als een minister. De overige honderd worden
door de SASAC benoemd. De SASAC zelf wordt geleid door Li Rongrong.
Hij wil het aantal holdings van 152 terugbrengen tot maximum 100
waarvan er 30 een eersterangsrol moeten spelen op het internationale
toneel. Ieder van de 100 ondernemingen moet de nummer één,
twee of drie van zijn sector zijn of worden. Dat proces is sinds
de stichting van de SASAC in 2003 in een stroomversnelling gekomen.
In 2003 boekten deze ondernemingen een winst van 30 miljard euro wat
toen overeenkwam met 2,2 procent van het bruto binnenlands product.
Vorig jaar maakten diezelfde firmas een winst van 100 miljard
euro, zijnde 4 procent van het BBP. Dat is een erg sterke stijging,
ook al moet gezegd dat de winst voor bijna 70 procent gerealiseerd
wordt door slechts 9 firmas. Maar deze centrale
staatsondernemingen hebben in ieder geval de voorbije vier jaar veel
aan macht en invloed gewonnen. De toestand, schrijft Naughton, is
niet meer te vergelijken met vroeger. Bron:
Barry Naughton, SASAC and Rising Corporate Power in China , China
Leadership Monitor, Spring 2008, nr. 24
http://media.hoover.org/documents/CLM24BN.pdf
De
Dalai Lama als verdediger van de mensenrechten Door
Zhang Yun, onderzoeker aan het China Tibet Studies Center in
Beijing Het concept van de mensenrechten bestaat niet in het
luchtledige, het is nauw verbonden met de economische en sociale
ontwikkeling. Tibet heeft een ontwikkelingsachterstand. Daar zijn
verscheidene redenen voor. Eén van de factoren is de
natuurlijke omgeving. Die is niet gastvrij voor de mens. Gebrek aan
zuurstof, weinig vegetatie, wind- en zandstormen maken het mens en
dier moeilijk. De hoge bergen isoleren Tibet van de rest van de wereld
en maken toegang tot het gebied niet eenvoudig.
Er
zijn ook historische en culturele factoren. Zo is er de invloed van
het conservatieve denken. De boeddhistische religie geeft de voorkeur
aan het leven na de dood boven het leven van vandaag. Ze vindt het
spirituele belangrijker dan het praktische. Ze verkiest religie boven
secularisme. Een groot aantal mensen die op het voorplan zouden
moeten staan in de sociale en economische ontwikkeling zitten in
kloosters, hun hoofd gebogen over oude geschriften en weg van de
sociale productie. Ze zijn afgesneden van de wetenschappelijke en
technologische vooruitgang en kunnen zo onmogelijk een drijvende
kracht zijn achter de sociale ontwikkeling.
Een
derde element dat een rem vormde op de Tibetaanse ontwikkeling is de
feodale lijfeigenschap en de vermenging van overheid en religie. Het
theocratische systeem stond vijandig tegenover de vrijheid van
personen en de vrijheid van geest. Het trok een ijzeren gordijn op
dat zowel de ontwikkeling als de mensenrechten buiten hield.
In
het oude Tibet waren alleen de hoge aristocratie en de hoog
geplaatste monniken samen zowat 5 procent van de bevolking
tevreden over de mensenrechten. Zij beslisten over leven en dood van
de lijfeigenen. Buitenlanders die Tibet bezochten hebben verslag
uitgebracht van wat ze zagen. De Brit Charles Bell schreef een
biografie over de 13de Dalai Lama. Daarin staat: De Dalai Lama was
een ware dictator. Hij was Hitler en Mussolini in één
persoon. Hij beschikte niet alleen over het leven van zijn onderdanen
maar zelfs over hun leven na hun dood. Hij zei: Ik kan ervoor
zorgen dat gij in uw later leven een varken of een mens zijt.
Bell schreef in 1930: Tibet leeft nog steeds in de feodaliteit. De
aristocratie heeft enorm veel macht. De aristocratie en de hoge
clerus bezetten de sleutelposities in de regering. De aristocratie
kan lijfeigenen in de gevangenis smijten, hun bezittingen in beslag
nemen, hen boetes en belastingen opleggen, hen naar believen
straffen. Een andere getuige is David McDonald. Hij schrijft:
De meest voorkomende straf is de terdood veroordeelde in een zak
steken, de zak dichtnaaien en hem dan de rivier ingooien. Als de
betrokkene dood is, wordt het lijk aan stukken gehakt en opnieuw in
de rivier gegooid. De Franse Tibet-specialiste Alexandra
David-Neel schrijft dat iedere boer in het oude Tibet een lijfeigene
was die geen enkel recht en geen enkele vrijheid had. De auteur
Cuibi Kefu schrijft: De clerus kent zelf ook een sterke
hiërarchie. In de kloosters zijn de monniken van een lagere orde
niet goed af. Ze kunnen ook ieder moment gestraft worden, zelfs met
de doodstraf.
De
groep rond de Dalai Lama schildert het oude Tibet als een hemel op
aarde. In werkelijkheid was het oude Tibet een hemel voor de hoge
adel en de hoge clerus en een hel voor de lijfeigenen. Toch gaat de
groep rond de Dalai Lama in het Westen nog altijd door voor de
vertegenwoordiger van de mensenrechten en de democratie. De Dalai
Lama heeft het oude Tibet nooit achter zich gelaten. Hij en zijn
groep organiseerden in maart 1959 een opstand tegen de democratische
landbouwhervormingen met het doel het feodale systeem en de
theocratie te redden.
In
september van datzelfde jaar vormden de top van de adel en de top van
de clerus samen met rebellenleiders in het Indische Dharamsala een
regering in ballingschap. Ze riepen de Dalai Lama uit tot hoofd
van die regering. In oktober 1963 riep die groep de Tibetaanse
grondwet uit (in 1991 omgedoopt in Charter van de Tibetanen in
ballingschap) waarin de Dalai Lama het hoofd van de staat
genoemd wordt.
Tot
vandaag ijveren de Dalai Lama en zijn groep voor een theocratische
dictatuur onder het gezag van de Dalai Lama. De schaamteloze
grondwet van de Dalai-groep is nog altijd van kracht en zegt
uitdrukkelijk dat de Dalai Lama de verlichte leider is van de
regering in ballingschap. Er staat: Alle regeringsmacht
hoort toe aan Zijne Heiligheid de Dalai Lama. Pro forma staat er
bij dat men opkomt voor een scheiding tussen de drie takken van de
regering maar de theocratische instellingen blijven behouden
zoals de gandan pozhang, de gexia, de officiële conferentie van
de gexia, de yicang, de regent, de gandan chiba, de drie
hoofdkloosters, de naiqiong hufa.
De
Dalai-groep heeft het systeem behouden waarbij de lijfeigenaars en de
top van de clerus alle macht behouden. De Dalai-groep is samengesteld
uit de hoog geplaatste monniken en leden van de aristocratie die uit
de familie van de Dalai Lama komen. Zij zijn de vertegenwoordigers
van een kleine groep en niet van het Tibetaanse volk. Familieleden
van de Dalai Lama bezetten de sleutelposten van de regering in
ballingschap. Vijf van hen zijn gelun of chef-gelun. Andere
aristocratische families zoals Suokang, Yutuo, Kaimo, Sangdu, Pala en
Zhandong bezetten eveneens leidende posten zoals die van
secretaris-generaal van de Dalai Lama.
De
Dalai Lama en zijn groep hebben het schijnheilig over de
mensenrechten in Tibet. De chef van het theocratische
lijfeigenschap als advocaat van de mensenrechten! De Dalai Lama
hekelt de Chinese overheid constant en zegt dat zij de
mensenrechten in Tibet schendt. Het is een rariteit die zelden
gezien is in de Chinese en wereldgeschiedenis, maar het is zo: wat
deze man zegt wordt in het Westen beschouwd als de waarheid. Zo
beweert de Dalai Lama dat de Tibetanen een minderheid geworden zijn
in Tibet. Nogal wat politici en journalisten in het Westen nemen dat
klakkeloos over. Een kleine verificatie van de feiten zou nochtans
dit opleveren: in de Autonome Regio Tibet wonen 2,62 miljoen mensen.
Daarvan is 92,8 procent Tibetaans. In de hoofdplaats Lhasa wonen
475.000 mensen. Daarvan is 81 procent Tibetaans. In de prefectuur
Nyingchi woont procentueel het laagste aantal Tibetanen: 76 procent.
In de vijf andere prefecturen (buiten de hoofdplaats) schommelt het
procent Tibetanen tussen de 94,6 en de 96,2. Een minderheid?
Bovenstaande
is een ingekorte versie van een artikel dat in de Chinese editie van
de Renmin Ribao verscheen op 8 mei 2008. De cijfers over het aantal
Tibetanen in Tibet zijn toegevoegd en komen uit: Department of
Population, Social, Science and Technology Statistics of the National
Bureau of Statistics of China (国家统计局人口和社会科技统计司)
en Department of Economic Development of the State Ethnic Affairs
Commission of China (国家民族事务委员会经济发展司),
Tabulation on Nationalities of 2000 Population Census of China
(2000年人口普查中国民族人口资料),
Nationalities Publishing House (民族出版社),
Beijing, 2003.
Tibet
China, een verhouding van 750 jaar Tibet
is altijd een onafhankelijk land geweest en in de jaren 50 van de
vorige eeuw hebben de Chinezen Tibet bezet. Dat is wat de Dalai Lama
zegt. De bewering klopt niet met de historische feiten.
Tibet
werd in het midden van de 13de eeuw een administratieve regio onder
gezag van de centrale Chinese regering. De overheid deelde de
Tibetaanse regio op in drie arrondissementen met elk een
gouverneur-generaal aan het hoofd. Deze drie werden benoemd door de
desi (de Tibetaanse koning), of door de centrale regering, of door de
keizer zelf. De centrale overheid richtte een Administratieve
Raad op, het regeringsorgaan dat verantwoordelijk was voor Tibetaanse
zaken. De keizer stelde Desi Basiba aan als het hoofd van de
Administratieve Raad. De hoogste functionarissen werden door de keizer
benoemd, na te zijn voorgedragen door de Administratieve Raad. De
centrale regering kende ook hoge titels toe zoals Ningguo Gong
(hertog die vrede brengt in het keizerrijk), Wenguo Gong (hertog die
cultuur brengt in het keizerrijk), Sanzang Guo Shi (keizerlijke
leermeester die aangesproken moest worden als Zijne Heiligheid de
Sanzang een hogepriester van het boeddhisme). Vanaf het
midden de 13de eeuw zond de centrale overheid functionarissen naar de
Tibetaanse regio om volkstellingen te houden. Keizer Kublai Khan zond
zon missie in 1260 om te kunnen nagaan hoe en welke belastingen
hij kon heffen. Die operatie werd acht jaar later nog eens
overgedaan. In die periode bouwde de overheid een postsysteem uit
dat tot in de Tibetaanse regio reikte. Daar werden 27 stations
gebouwd die een snellere postverbinding moesten garanderen tussen
Tibet en de rest van China. Zij zouden in de toekomst ook zorgen voor
betere banden tussen Tibetanen en andere etnische groepen in China.
In
1368 werd de Yuan-dynastie vervangen door deze van de Ming. Keizer
Zhu Yuanzhang zond in het jaar na zijn troonsbestijging functionarissen
naar de Tibetaanse stammen om hun onderhorigheid aan de keizer te
aanhoren. Het beleid van de Yuan dynastie ten opzichte van Tibet werd
verdergezet. In 1375 richtte de keizer in het Tibetaanse Elisi
een militair-administrtatief kantoor op. Hij benoemde de eunuch
Sigong tot marshall van dit kantoor. Aangaande de verschillende
religieuze sekten in Tibet volgde de Ming-dynastie de politiek van
gelijke behandeling. De leiders van verscheidene sekten kregen de
titel Zijne Heiligheid of Koning. De cheffen van de
kloosters kregen titels als Boeddha van de Westelijke Hemel,
Keizerlijke Leermeester, Zen Meester. De meest begeerde
titel was die van Zijne Heiligheid. Die ging naar de drie
belangrijkste religieuze leiders.
In
1642 haalden de vijfde Dalai Lama en de Panchen Lama in Tibet de
overhand. De Dalai Lama werd de hoogste Tibetaanse religieuze en
wereldlijke leider. Het eerste wat hij deed was naar Beijing trekken
om eer te bewijzen aan de keizer en de keizer sprak zijn zegen uit
over zijn rol en functie. In 1652 trok de vijfde Dalai Lama opnieuw
naar het keizerlijk hof. Hij werd ontvangen door keizer Shunzi van de
Qing-dynastie. De keizer maakte in de Verboden Stad de Gele Tempel
vrij als gastverblijf voor de Dalai Lama die daar een jaar verbleef.
In
1720 voerde de keizer een administratieve herstructurering door in
Tibet. Hij schafte de titel koning af en verving die man door
vier kelons (ministers). Toen in 1727 deze kelons onder mekaar op de
vuist gingen, zond de keizer troepen die de orde herstelden. In
1793 kwam het 29 artikels tellende Keizerlijk Charter tot stand dat
de interne politieke en religieuze regels van Tibet vastlegde alsook
de verhouding tussen Tibet en de centrale overheid. Er staat onder
meer in dat de benoeming van de Dalai Lama en de Panchen Lama de
goedkeuring moet krijgen van de centrale Chinese overheid. Het
Kiezerlijk Charter versterkte de controle van de centrale overheid op
Tibet.
In
1911 zakte het keizerlijke regime in China in mekaar. De Chinese
Republiek werd uitgeroepen. Die verklaarde meteen plechtig:
Nationale eenheid wil zeggen dat de mensen van de Han, de
Mongoolse, de Manchu, de Hui en de Tibetaanse etnie en nationaliteit
tot één volk behoren. Territoriale integriteit wil
zeggen dat de gebieden die bewoond worden door Han, Mongoliërs,
Tibetanen, Hui, allemaal tot het nationale grondgebied behoren. De
Voorlopige Grondwet stipuleerde ook dat Tibet tot het Chinese
grondgebied behoort. De regering zette een Tibetaans Bureau op dat
onder de bevoegdheid van de centrale regering viel. In 1912 kende de
centrale regering de Dalai Lama opnieuw de titel toe van Boeddha
van de Westelijke Hemel. In 1913 werden tien mensen uit Tibet lid
van de Kamer en de Senaat.
Toen
de Kuomintang in 1927 in Nanjing een nationale regering opzette,
bevestigde ze dat Tibet deel uitmaakt van het Chinese grondgebied. De
13de Dalai Lama zond een boodschapper naar Nanjing om over de
toestand in Tibet te rapporteren en om zijn steun uit te spreken aan
de centrale regering. In 1930 zei de Dalai Lama in een onderhoud met
de speciale regeringsgezant Liu Manqing: Mijn diepste wens is dat
China op vreedzame wijze herenigd wordt. Ik begrijp dat de Britten
mij een loer willen draaien maar wij mogen onze nationale
soevereiniteit niet verliezen. Tijdens de moeilijke jaren van
de Chinese Republiek probeerden de Britse en Amerikaanse
imperialisten inderdaad Tibet te verdelen en af te scheiden van
China. In 1949 kwam er een einde aan de periode van de Republiek. De
Chinese Volksrepubliek werd uitgeroepen. De twee volgende jaren
versloeg het Volksbevrijdingsleger de laatste restanten van de
Kuomintang. Op 29 oktober 1951 bereikte het leger de Tibetaanse
hoofdplaats Lhasa. In 1965 werd, in overeenstemming met het speciale
statuut dat Tibet sinds de 13de eeuw binnen China genoot, de Autonome
Regio Tibet uitgeroepen.
Bovenstaande
is een samenvatting van een artikel dat op 29 april 2008 verscheen in
de Chinese editie van het dagblad Renmin Ribao.
De
Koude Oorlog en de kwestie-Tibet Door
Zhang Zhirong, 6 mei 2008 Washington ziet Tibet als een pion op
het internationale schaakbord, als een onderdeel van de strategie om
China terug te dringen. De gebeurtenissen in Tibet in maart 2008
kunnen niet correct geïnterpreteerd worden als men daaraan
voorbijgaat.
Op
het einde van de Tweede Wereldoorlog veranderde het effectieve
bondgenootschap tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie snel in
een confrontatiepolitiek die Koude Oorlog genoemd wordt. Het begin
van de Koude Oorlog valt samen met de doctrine van president Truman
zoals die in maart 1947 geformuleerd werd. Het Nieuwe China werd
in oktober 1949 geboren. De Verenigde Staten probeerden de boreling
niet levensvatbaar te maken door Kuomintang-leider Jiang Kai-shek te
steunen. In de jaren 50 en 60 probeerden de VS via Jiang
Kai-shek het China moeilijk te maken langs de oostkust. Aan de andere
kant van het land diende Tibet datzelfde doel. De kwestie-Tibet werd
een onderdeel van de kruistocht van de Amerikanen tegen China.
In
1947 begon de separatistische kliek in Tibet op het hoogste niveau te
spreken over internationale erkenning. Er werden missies naar
India, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten gestuurd in een
poging de internationale gemeenschap te winnen voor
internationale erkenning. Ondertussen ontwikkelden de Verenigde
Staten hun globale strategie van strijd tegen de communisten en tegen
de Sovjet-Unie. De VS hadden echter China nodig in hun anti-Sovjet
strategie. Daarom gingen de VS niet de confrontatie met China aan
over de controle over Tibet. Tegelijkertijd wilden de Amerikanen het
de Chinezen toch moeilijk maken. Het resultaat van die tegenstelling
was een Tibet-politiek tussen hamer en aambeeld.
Na
1948 verleende het Amerikaanse consulaat in Hong Kong, zonder daarin
de Chinese regering te kennen, visas aan Tibetaanse
handelsmissies. De VS lieten dus activiteiten toe die pasten in
het onafhankelijkheidsstreven. De Amerikaanse media bereidden hun
publieke opinie voor op de erkenning van Tibet als een onafhankelijk
land.
In
juni 1950 brak de oorlog tegen Korea uit. De Amerikanen probeerden
China terug te dringen en te doen afzien van steun aan Korea door het
opstarten van een sluipende oorlog in Tibet. Tibetaanse separatisten
kregen van Washington wapens.
In
1951 overtuigde de CIA de Dalai Lama ervan China te ontvluchten. In
1956 beloofden CIA-agenten aan Tibetaanse separatisten de Tibetaanse
onafhankelijkheid te steunen. In maart 1959 lag de CIA mee aan de
basis van een gewapende opstand van separatisten. De Amerikanen
probeerden een heus leger op de been te brengen van separatisten en
vanuit India gewapende aanvallen te doen op grensposten aan de
Chinese kant. Na de opstand van 1959 zetten de CIA, het Amerikaanse
ministerie van Defensie en de Nationale Veiligheidsraad een orgaan op
dat de Tibet-politiek moest coördineren. Dat orgaan van
inmenging in de binnenlandse aangelegenheden stond onder leiding van
de CIA. De Amerikaanse geheime dienst bezorgde de separatisten
wapens, zorgde voor militaire training en organiseerde luchtdroppings
van allerlei materiaal.
In
de jaren 1970 en 1980 wilden de Verenigde Staten de
Chinees-Amerikaanse relaties verbeteren met het doel China te
gebruiken als tegengewicht voor de Sovjet-Unie. De Amerikaanse
regering schroefde de hulp aan de Dalai-kliek terug, na het bezoek
van president Nixon aan China in 1972. De Dalai-kliek verloor voor
het Westen veel van zijn waarde. De Dalai Lama en zijn kliek werden
wezen van de Koude Oorlog.
In
de latere jaren 1970 veranderde de Dalai Lama noodgedwongen van
tactiek. Hij reikte een vredeshand uit naar de centrale regering. Er
kwamen contacten, een dialoog werd opgestart. In maart 1980 zei de
Dalai Lama dat China een prachtig land is en dat de Tibetanen geen
betere keuze hebben dan samen te werken met de Han Chinezen. Hij zei
dat communisme en boeddhisme eenzelfde basis hebben. En als de
Tibetaanse bevolking gelukkig is, zei hij, kon hij de idee van
Tibetaanse onafhankelijkheid laten varen.
In
1989 viel de Sovjet-Unie uiteen. De Koude Oorlog was voorbij. Maar
voor de Verenigde Staten werd China nu de grootste uitdaging voor de
Amerikaanse wereldoverheersing. Het terugdringen van China en het
vertragen van diens groei op het internationale toneel werd het
hoofddoel van de Amerikaanse China-politiek. De Tibet-kwestie werd
weer actueel, Tibet werd weer een geschikt middel om China te
verzwakken. De Dalai Lama en de Verenigde Staten stonden opnieuw op
één lijn. Anti-Chinese krachten in het Westen geven de
Dalai Lama nu weer veel steun. De Dalai Lama maakt een onbeperkt
aantal reizen waarbij hij zich voorstelt als de Tibetaanse
religieuze leider, verdediger van de vrede, activist voor
de mensenrechten. Hij is in de ogen van anti-Chinese kringen in
het Westen de belichaming van de Tibetaanse onafhankelijkheid.
In
1992 pleitte de Dalai Lama voor de oprichting van een Aziatisch
democratische gemeenschap en vroeg hij in het openbaar dat Tibet,
en de Autonome Regios Xinjiang en Binnen Mongolië door de
internationale gemeenschap behandeld zouden worden als
onafhankelijke staten. Hij voegde eraan toe dat Tibet binnen de
10 jaar onafhankelijk zou zijn en dat China zonder twijfel de weg zou
opgaan van de Sovjet-Unie.
Sindsdien
heeft de Dalai Lama geijverd voor de internationalisering van de
kwestie-Tibet. In 2006 beloonde het Amerikaanse Congres hem met een
hoge onderscheiding. Na de onlusten van maart in Lhasa in 2008 ging
de Amerikaanse kamervoorzitter Nancy Pelosi bij de Dalai Lama op
bezoek in Dharamsala als blijk van steun aan diens separatistische
kliek.
Dit
artikel verscheen op 6 mei 2008 in de Chinese editie van de Renmin
Ribao. Auteur Zhang Zhirong is onderzoeker aan de Universiteit van
Beijing.
Economische
balans verschuift ten voordele van China, Rusland, India en Brazilië Persmededeling
KPMG International, 17 juni 2008 Een onderzoek van KPMG
International toont een verschuiving in de economische machtsbalans
in de wereld. KPMG vroeg investeringsstrategen van ruim 300 grote
multinationals in 15 landen waar zij de komende 12 maanden en de
komende 5 jaar zullen investeren. Uit de antwoorden blijkt dat China
de Verenigde Staten zal voorbijsteken als het land waar het meest
geïnvesteerd wordt. Tweede grootste groeier is India. 24
procent van de ondervraagden denkt in 2013 in China geïnvesteerd
te hebben. Vandaag is dat 17 procent. Voor Rusland stijgt het
percentage van 12 procent dit jaar naar 19 procent in 2013. Brazilië
stijgt van 10 naar 14 procent. India stijgt van 8 naar 18 procent.
Het aantal multinationals dat denkt in de Verenigde Staten te
investeren daalt van 27 procent vandaag naar 23 procent in 2013.
Europa zal in zijn geheel stationair blijven. Sue Bonney van KPMG
die het onderzoek leidde zei op een persconferentie: De meeste
investeerders denken dat het investeringspatroon in de wereld de
komende vijf jaar het disproportioneel grote aandeel van de Verenigde
Staten zal corrigeren. Dit heeft veel weg van het begin van een
fundamentele verandering in de economische machtsbalans.
20-06-2008, 19:43 geschreven door Peter Franssen 
|