lees jij de krant duid aan op de vraag
We zijn de 44de week van 2025
Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Categorieën
  • geld (2)
  • tv-gids (9)
  • verkeer (1)
  • weer (2)
  • hoogtepunten nieuws + tv-gids
    niet op de hoogte van het nieuws hier moet je zijn!
    08-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geld
    navigatie, zoeken
    Amerikaans papiergeld.

    Geld is enig object dat in een bepaald land of binnen een gegeven sociaal-economische context algemeen wordt aanvaard als betaling voor goederen en diensten en de terugbetaling van schulden. Als belangrijkste functies van geld onderscheidt men: ruilmiddel, rekeneenheid, oppotmiddel en incidenteel ook als eenheid voor uitgestelde betalingen.

    Als economisch ruilmiddel onderscheidt geld zich van andere ruilmiddelen doordat het de wederdienst, die aan de ruilpartner verschuldigd is, niet onmiddellijk voldoet, maar op grond van algemene en wettelijke erkenning gebruikt kan worden voor verdere ruiltransacties. Dalton maakte daarbij onderscheid tussen general purpose money en limited purpose money. Het eerste is modern geld dat als medium kan dienen bij koop en verkoop, gebruikt kan worden om verplichtingen te voldoen als belasting, schulden en boetes en als standaard om de waarde van goederen en diensten in uit te drukken. Limited purpose money vervult slechts een of twee van die functies.

    Geld is ontstaan als commoditygeld, maar bijna alle hedendaagse geldsystemen zijn gebaseerd op fiduciair geld. Fiduciair geld heeft geen intrinsieke gebruikswaarde als een fysieke goed en ontleent haar waarde louter en alleen aan het feit dat een overheid dit geld als een wettig betaalmiddel aanduidt; dat wil zeggen dat dit geld moet worden geaccepteerd als een vorm van betaling binnen de grenzen van het land, voor "alle schulden, zowel publieke- als private".

    De geldhoeveelheid van een land bestaat uit chartaal geld (bankbiljetten en munten) en direct opvraagbare depositorekeningen of 'bankgeld' (de balans in betaal- en spaarrekeningen). Deze direct opvraagbare depositorekeningen zijn bijna altijd veel groter dan de hoeveelheid chartaal geld. Bankgeld is niet tastbaar en bestaat alleen in de vorm van verschillende bankrecords. Ondanks het feit dat bankgeld niet tastbaar en immaterieel is, voert bankgeld nog steeds de basisfuncties van geld uit (aangezien bankgeld algemeen als een vorm van betaling wordt aanvaard).

    Inhoud

    [verbergen]

    [bewerken] De rol van geld

    De geldhoeveelheid beïnvloedt de conjunctuur. Zou er bijvoorbeeld te veel geld zijn, dan zouden consumenten meer gaan besteden dan er geproduceerd kan worden. De prijzen stijgen, er treedt inflatie op, en de economie raakt oververhit. Het tegenovergestelde is ook mogelijk, als er bijvoorbeeld te weinig geld is, kunnen consumenten te weinig kopen en zal de werkloosheid toenemen: de economie verslechtert en er ontstaat een recessie. Het beleid van de centrale bank om dit tegen te gaan wordt geldpolitiek of monetair beleid genoemd: als de inflatie te veel toeneemt, verhoogt de centrale bank de rentetarieven, zodat de economie 'afkoelt'; als de economie te veel afkoelt, verlaagt de centrale bank de rentetarieven als stimulans.

    De functies van geld zijn:

    Geld als ruilmiddel zorgt ervoor dat directe ruil overbodig is. Men ruilt geld tegen goederen of diensten. Geld als rekenmiddel betekent dat het gebruikt kan worden om eenheden van waarde te benoemen en daarmee te rekenen. Zo kunnen we zeggen dat een pak melk € 1,- waard is, een brood € 2,- en dat een brood dus twee keer zoveel waard is als een pak melk. Dit is in de handel een onmisbare functie. Geld kan als oppotmiddel functioneren als er een rente over vergoed wordt die minimaal gelijk is aan de inflatie.

    [bewerken] Geschiedenis van het geld

    Munten uit de vroege 6e eeuw BC, afkomstig uit Lydië.

    [bewerken] Ruilhandel

    1rightarrow.png Zie ruilhandel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    In de oudheid werd handel gedreven doordat goederen en diensten rechtstreeks uitgewisseld werden in een verhouding die onderling overeengekomen werd. Men kon bijvoorbeeld een brood ruilen voor vijf eieren. Ruilhandel heeft drie grote nadelen:

    • Er is niet altijd een wederzijds verlangen. Als er een tijd weinig behoefte is aan ei, heeft de boer een probleem
    • Veel producten zijn bederfelijk. Iemand kon niet sparen door veel brood op te sparen
    • Het is moeilijk om producten op waarde te schatten. Eén brood is vijf eieren waard, maar het moet ook een maatstaf hebben voor vlees, melk, enzovoorts

    [bewerken] Goederengeld

    Sommige goederen waren waardevast en door iedereen gewild, bijvoorbeeld vee, gedroogd vlees en schelpen. Doordat men met deze producten ging betalen kregen ze de functie van geld. Dit wordt goederengeld genoemd.

    Men accepteert bijvoorbeeld een koe als betaling, niet omdat men een koe wil hebben, maar omdat men denkt dat die koe later wel weer voor een andere transactie kan worden gebruikt.

    Om geschikt te zijn als goederengeld moest een product aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • Niet gevoelig voor inflatie (moeilijk te vermeerderen of na te maken)
    • Waardevast (niet bederfelijk)
    • Hoge waarde per gewichtseenheid om transport te vergemakkelijken

    In het Romeinse Rijk was zout een product dat moeilijk te winnen was. Daardoor was het een waardevol en waardevast product, en dus geschikt voor gebruik als goederengeld. De soldaten van het Romeinse leger werden betaald met zoutstaven, Salarium genoemd. Het huidige woord salaris is daar van afgeleid.

    [bewerken] Goud en andere edelmetalen

    1rightarrow.png Zie goud voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    Goud is het bekendste voorbeeld van goederengeld. Er kleefden echter nadelen aan goud: de kwaliteit was, hoewel veel constanter dan veel andere soorten goederengeld, niet altijd dezelfde en bovendien was bij elke transactie een weegschaal nodig om de hoeveelheid goud te bepalen. In de vroegste tijd werd een toetssteen gebruikt om de kwaliteit van het goud te controleren. Alexander de Grote was de eerste die van overheidswege goud muntte, dat wil zeggen een stempel erop aanbracht om kwaliteit en gewicht te garanderen. Vertrouwen in het stempel was nodig: men vertrouwde erop dat het goud inderdaad de waarde heeft die het stempel aangeeft, maar in geval van twijfel kan men natuurlijk zelf het goud controleren.

    Het gebruik van goud als betaalmiddel was erg risicovol. Wanneer een grote betaling gedaan moest worden, dan moesten grote zakken goud van de betaler naar de ontvanger vervoerd worden. Het risico dat zo'n goudtransport overvallen werd was erg groot. Andere chartale betaalmiddelen hadden dit nadeel natuurlijk ook.

    Goud is in de loop van de millennia heel waardevast gebleken: de koopkracht ervan kan in de loop der jaren sterk schommelen (het is nu bijvoorbeeld 2,5 keer zo veel waard als eind jaren 90), maar gemiddeld is goud nog steeds ongeveer even veel waard als toen het duizenden jaren geleden voor het eerst als geld werd gebruikt. Een ander sterk punt van goud is dat het wereldwijd wordt geaccepteerd.

    [bewerken] Goudstandaard

    1rightarrow.png Zie goudstandaard voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    Een economie waarin munten en biljetten die een bepaalde hoeveelheid goud vertegenwoordigen als betaalmiddel gebruikt worden is gebaseerd op een goudstandaard.

    Een nadeel van een goudstandaard is dat de beschikbare hoeveelheid geld (en daarmee de waarde per valutaeenheid) afhankelijk is van de fysieke hoeveelheid goud die beschikbaar is. Als de groei van de economie gelijke tred houdt met de hoeveelheid goud die gedolven wordt dan behoudt het goud zijn waarde, maar als de hoeveelheid gedolven goud de economische groei overtreft is inflatie het onvermijdelijke gevolg.

    [bewerken] Banken

    1rightarrow.png Zie bank (financiële instelling) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    De oplossing voor het risico dat gepaard ging met goudtransporten kwam met de eerste primitieve banken. Zij bewaarden het goud voor hun klanten en gaven hen een wissel, een ondertekend papier dat in te ruilen was voor goud. Daarmee kon de eigenaar van de wissel betalingen doen. Deze wissels waren veel eenvoudiger en veiliger te vervoeren dan grote zakken met goud. Ook dit systeem was gebaseerd op vertrouwen: men vertrouwt erop dat de bank zijn verplichtingen zal nakomen. De praktijk leerde dat, zo lang de reputatie van de bank niet geschokt werd, deze biljetten vaak van de ene persoon aan de andere werden overgedragen en dat de houders ervan zich maar betrekkelijk zelden tot de bank wendden om betaling in goud te krijgen. Deze bankwissels ontwikkelden zich tot papiergeld.

    Banken weten dat ze veel meer waardepapieren, papiergeld, kunnen uitgeven dan ze goud in kas hebben, omdat maar een klein deel van het goud werd opgevraagd. De praktijk heeft geleerd dat banken tot wel tien keer zoveel papiergeld uit kunnen geven dan ze goud in kas hebben. Geven ze meer uit, dan wordt het risico dat er meer goud opgevraagd wordt dan ze in kas hebben te groot.

    [bewerken] Fiduciair geld

    1rightarrow.png Zie fiduciair geld voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

    Omdat bleek dat houders van wissels hun biljetten haast nooit omwisselden voor echt goud, brengen de centrale banken in veel landen binnen nauwkeurig gedefinieerde grenzen geld in de omloop dat niet volledig gedekt is door de goudvoorraad. Het kan daarbij gaan om munten en bankbiljetten maar ook om banksaldi. Dit geld, dat zijn waarde niet ontleent aan de hoeveelheid goud die het vertegenwoordigt maar aan het vertrouwen dat men er goederen en diensten mee kunnen kopen, wordt fiduciair geld genoemd. Soms spreekt men ook wel van fiatgeld (van het Engelse "fiatmoney")

    Met dit fiduciaire geld heeft een centrale bank een middel in handen om de economie te sturen: door er op toe te zien dat de geldhoeveelheid die in omloop is gelijke tred houdt met de omvang van de economie (het totaal aan producten en diensten dat in een land verkocht wordt) kan men er voor zorgen dat het geld zijn waarde behoudt. Wanneer er te weinig geld in omloop is komt de economie tot stilstand en wanneer er te veel geld in omloop is treedt inflatie of hyperinflatie op.

    [bewerken] Bankkapitaal

    Vandaag de dag wordt papiergeld uitsluitend nog gedrukt om transacties mogelijk te maken die niet met behulp van bankkapitaal kunnen worden afgewikkeld. Maar het belang ervan neemt snel af, naarmate steeds meer transacties elektronisch worden afgehandeld.

    Bankkapitaal is een al dan niet direct opeisbare vordering die een rekeninghouder heeft op de bank. Zo'n vordering kan door middel van een overschrijving overgedragen worden van de ene rekeninghouder op de andere rekeninghouder.

    Vandaag de dag wordt de grote meerderheid van transacties, zeker als we naar de waarde van de transacties kijken, in bankkapitaal afgewikkeld. In feite hebben banken alleen nog contant geld nodig om uit te kunnen betalen aan rekeninghouders, via de pinautomaten, voor dagelijkse transacties.

    [bewerken] Het scheppen van bankkapitaal

    Bankkapitaal wordt door de bank geschapen op het moment dat een klant een lening afsluit. De bank plaatst het uitgeleende bedrag op de balans aan de passiva-zijde en de betalingsverplichting van de lener aan de activa-zijde. Dit is een zuiver boekhoudkundige handeling: de bank leent geen geld uit vanuit een "geldreservoir" maar er worden alleen maar vorderingen en verplichtingen genoteerd op de balans. Er wordt dus geld gecreëerd dat er voor het afsluiten van de lening niet was.

    Bankkapitaal wordt dus geschapen door leningen aan te gaan bij een bank. Als alle bankschulden zouden worden afbetaald, zou er ook geen geld meer in omloop zijn. Alle bankschulden zijn rentedragend. Daarom spreken we van rentedragend geld. Een bank kan niet eindeloos veel geld scheppen. Dat zou tot massale inflatie leiden, door een overaanbod aan kapitaal. Bovendien zou de kans bestaan dat een bank onvoldoende contant (chartaal) geld in huis heeft om in alle verzoeken om contant geld te voorzien. Als dat gebeurt, is een bank failliet. Als veel eigenaren hypotheken niet kunnen betalen, kan een bank dwingen tot verkoop van een huis. Vaak heeft de bank met verlies een huis verkocht.

    De hoeveelheid geld die een bank kan scheppen is afhankelijk van de grenzen die de Europese Centrale Bank stelt. Deze stuurt op inflatie alleen. Het bankwezen kan dus net zoveel geld scheppen als zij van de ECB mag, die zich op haar beurt laat beperken door de inflatoire ontwikkeling van de euro. Dit is het geheim van hoe de nationale valuta in onze tijd worden geschapen. Dat de hoeveelheid geld die een bank kan scheppen niet oneindig is blijkt wel uit de problemen die zijn ontstaan in de Verenigde Staten in 2007 op de hypotheekmarkt. Wanneer hypotheken niet meer kunnen worden afgelost en dit gebeurt op grote schaal geeft dat liquide problemen voor een bank.

    [bewerken] Complementair geld

    Complementair geld is geld dat door private partijen wordt geschapen. Het circuleert naast het wettige betaalmiddel in een bepaald land. Er zijn verschillende manieren om complementair geld te scheppen.

    In de VS is er bijvoorbeeld de Liberty Dollar, die is gebaseerd op goud. Dit geld wordt op dezelfde manier geschapen als het oorspronkelijke papiergeld, alleen dan volledig gedekt, in plaats van één op tien.

    LETS-geld wordt geschapen door domweg briefjes met alleen een nominale waarde (zoals in Amsterdam een briefje van '10 noppes') te maken en die in het circuit in roulatie te brengen. Zo zijn er talloze voorbeelden.

    CMN kapitaal wordt geschapen op vergelijkbare wijze als een bank. Kapitaal wordt geschapen als een schuld aan de CMN. Het grote verschil is, dat binnen de CMN het krediet niet rentedragend is. Het in omloop zijnde kapitaal is dus ook niet rentedragend.

    Binnen de CMN hebben deelnemers een kapitaalrekening, waarvan de eigenaren het saldo kunnen verhogen door:

    • Door bankkapitaal of contant geld te storten
    • Een rentevrij krediet aan te gaan bij de CMN
    • Betalingen in CMN kapitaal binnen te krijgen.

    [bewerken] Zie ook

    08-01-2013 om 16:42 geschreven door nieuwsadres  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:geld
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geld

     

     

     

    De historie van het GELD:

     

    Geld is ontstaan omwille dat mensen vroeger altijd dingen ruilden.

    Dus eigenlijk kun je zeggen dat geld een soort van ruilmiddel is.

    Wanneer men nog ruilde met dingen maakte of produceerde iedereen wel iets. De bakker maakte brood, de slager zorgde voor vlees, de boer voor melk enz enz.

    Stel nu. Je bent een bakker van vroeger en je hebt vandaag  een goed brood gebakken. Eerlijk gezegd heb je toch meer zin in een mals en sappig stuk vlees, dus ga je naar de slager en geef je je zelfgebakken brood af. De slager geeft in ruil voor het brood het stuk vlees.

    Mensen konden ook ruilen met goud of zilver. Daarmee kon je zo goed als alles kopen.

    Het geld is ongeveer 2600 jaar oud. De munten werden uitgevonden in de 4de eeuw.

    Het gewicht bepaald de waarde, en op de munt zelf stond een teken van een of andere Griekse god.

    Misschien weet je dit maar de Romeinen gebruikten niet alleen goud en zilveren munten, maar ook munten. Als je dan een beetje doordenkt kan het misschien wel zo zijn dat de medailles werden uitgevonden!

    Deze munten zien er echt niet zo uit als ze er nu uitzien!

    Vroeger, had bijna ieder land zijn eigen munt. Nu heeft in Europa bijna iedereen dezelfde munt: de euro!

    Stel nu: je over- over- over- grootmoeder wou eens op vakantie naar Spanje. Daar kun je nu wel met de euro betalen, maar vroeger moest je daar met een andere soort munt betalen: peseta’s.

    Als je over- over- over- grootmoeder dan toch geen zin meer had in een reisje naar Spanje ging en gewoon naar ons buurland, Nederland, was ze nog altijd niet van de miserie af want, daar betaalden ze in die tijd nog met gulden.

    Je moest dus eigenlijk telkens geld wisselen om naar het land te gaan.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Hoe is de euro ontstaan?

     

    Na de Tweede wereldoorlog(1945) besloten de Europese landen om samen te gaan werken. Zo konden de landen elkaar helpen met het opbouwen van de steden, bedrijven en de economie.

    Dit was erg moeilijk, omdat elk land een andere munt heeft. Dus ze besloten om samen te gaan werken.

    Er kunnen dan een paar dingen veranderen:

    - De kans op oorlog zou kleiner worden.

    - De mensen kunnen hierdoor een beter leven krijgen.

    - En de mensen kunnen rijker worden.Deze groep landen werd de EEG genoemd (1 januari 1958). Nu noemen de mensen dit de EU (Europese Unie). De Europese Unie moest 1 soortmunt maken, maar dit was niet meteen gelukt. De mensen vonden de Euro handig, want als je op vakantie gaat naar een ander land, bijvoorbeeld Spanje hoef je de Euro niet te wisselen. De Euro geld nog niet voor heel Europa, want bijvoorbeeld Engeland, Zweden en Zwitserland hebben nog geen Euro.

     

     met deze affiche wou het land duidelijk worden dat er binnenkort een nieuw betaalmiddel zou ontstaan: de euro

     

    de mens die in de donkergekleurde landen wonen hebben geluk: vanaf 1 januari 2002 kon men in die landen met de euro in de winkel betalen…

     

    Op 1 juli 2002 kon men niet meer met de franc betalen. Sinds 1 januari 2002 kon je nog met de franc betalen sindsdien niet meer. Je franc kon je toen inruilen met geld.

     

    Dus als we alles een beetje samenvatten:

    1. Na de oorlog besluit de Europese unie om een munt te bedenken
    2. op 1 januari 1999 kun je beginnen storten met de euro op je bankrekening, maar nog niet betalen.
    3. op 1 januari 2002 voor Europa de munt in maar je kunt nog altijd met de franc betalen
    4. op 1 juli 2002 kun je alleen nog maar met de euro betalen

     

     

     

     Tips om geld over te houden/verdienen

    Er zijn verschillende manieren om geld over te houden;

    · Als je bijvoorbeeld een pak melk moet kopen en er zijn 2 supermarkten in de buurt dan is het mogelijk dat bij de ene de melk €1,90 is en bij de andere €2,00. Koop het dan bij de eerste, want dan heb je 10 cent bespaard. Als je dit elke week doet heb je op het eind van het jaar €5,60 over voor iets leuks.

    · Als je voor elke avond eten moet halen, koop dan wat in de aanbieding is.

    -Doe taakjes: bv je buurvrouw is te oud om voor haar tuin te zorgen, maar weigerd om in een rusthuis te gaan wonen. Stel je dan kandidaat om haar tuin te verzorgen. Je kunt daar echt wel een hoop geld mee verdienen!

    -Een tip voor een durver:

    ga heel stil op de stoep staan naast een hokje waar er iemand geld komt afhalen. Als er iemand langs komt en hij of zij komt geld afhalen of loopt voorbij, ga dan bewegen, bijvoorbeeld een dansje. Heb je geluk, dan gooien mensen een muntje in het bakje. n

    -In de stad zie je ook regelmatig mensen die muziek maken of zingen. Zij verdienen dan geld als straatmuzikant.

    -Op een rommelmarkt mag je ook spulletjes verkopen die van jezelf geweest zijn. Hier kun je ook aardig wat geld mee verdienen.

    · Als je niet te veel geld uit wil of kan geven kun je ook spulletjes tweedehands kopen. Sommige dingen kun je op de rommelmarkt kopen en in kringloopwinkels vinden. Dit bespaart heel veel geld.

    · Als je geld spaart en op de bank zet, krijg je rente. Dit krijg je van de bank, omdat deze het geld eigenlijk van je leent. Door geld naar de bank te brengen verdien je meer geld. Maar in deze tijde van crisis is de rente heel erg laag.

    Ik geef je enkele voorbeeldjes.

    Stel nu, je hebt 6500 euro op je spaarrekening staan

    De bank , waar het geld opstaat, betaald je rente.

    Maar door de economische crisis, hebben de banken geen genoeg geld meer om veel rente te geven. Ik geef een voorbeeld. Je hebt dus 6550 euro op je spaarrekening staan, en de bank geeft je %1,5 rente. Dus moet je %1,5 van 6550 doen. Dat is 98.25 , afgerond is dat 98. Nu doe je  €6550+ 98,2 = 6748,2 uit. Zo’n rente bedrag krijg je 1x in één jaar.

    Maar, doordat het nu economische crisis is, geeft de bank niet meer zoveel rente. Het gemiddelde is ongeveer % 0,7 rente.

     

     

    Wat is economie?

     

    Economie is een soort van kringloop. Jij hebt iets gemaakt, jij wordt daar voor betaald door je baas, je baas verkoopt dat, met de winst betaald hij jou voor je werk, met het geld dat jij hebt verdiend door dat te maken koop jij eten. Je betaald, en degene die dit eten  gemaakt heeft, een boer of zo, krijgt dan een stukje van dat geld. Een paar werken geleden was er dit bericht op het nieuws: De boeren protesteerden omdat ze zoveel werk doen voor melk te verkopen, maar ze krijgen amper een stukje van dat geld. Dat is natuurlijk jammer, want zij doen al dat werk voor dat geld. En zo kon het niet langer. En dus zijn ze beginnen protesteren.

    Laat ons dat zeggen dat geld een middel om de waarde uit te drukken.

    Nog een voorbeeld: Je download muziek, en normaal moet je daarvoor 1 euro betalen. Maar je veegt daar je broek en betaald gewoon niet. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor iedereen. De muziekkant krijgt geen geld meer omdat zijn muziek die gedownload wordt niet betaald wordt, en daardoor gaat de muziekkant niet meer naar de platenbaas. Dus de platenbaas wordt niet meer betaald omdat hij geen muziek meer maakt. En zo kun je eigenlijk heel de wereld rond gaan. Dus je kunt ook wel een beetje zeggen dat geld zo’n beetje heel de wereld heeft gezien. En daardoor kan ik ook een vraag beantwoorden. Waarom zijn die afrikanen toch zo arm? Wel, die Afrikanen plukken bananen voor ons. Wij kopen die voor €1,50 maar de Afrikanen krijgen amper 1 of met een beetje geluk 2 c.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Geld maakt niet gelukkig , maar het helpt wel…

    Hier zie je een tabel met heel erg interessante dingen…

     

     

    De euro bestond toen wel nog niet, maar ik heb het uitgerekend…

    WAT

    1950

    2013

    voetbal

    € 0,40

    € 21, 50

    Fototoestel

    € 3

    € (ongeveer) 100

    tandenborstel

    € 0, 08

    € (ongeveer) 9,80

    …

     

     

    Even een vraagje:

    Stel nu, je hebt een wedstrijd gewonnen en je kunt kiezen:

    Nu eenmalig €100.000 of je hele leven lang elk jaar € 10.000. Dus- Wat kies je ?

     

    WAT IS HET ANTWOORD?

    Eigenlijk hangt het samen met de vraag hoelang je denkt nog te zullen leven. En misschien wou je net een groot duur huis kopen, en heb je met 10.000 euro niet genoeg. En je wilt het echt meteen kopen. Dan is het beter dat je voor de 100.000 euro kiest.

    Maar als je in geen van beide situaties zit kies je toch maar beter voor de 10.000 euro per jaar, want zeg nu zelf 10.000 dat is toch ook niet weinig!

     

    08-01-2013 om 16:29 geschreven door nieuwsadres  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:geld


    schrijf zeker iets in mijn gastenboek
    Gastenboek
  • link for you cialis tablets
  • viagra 100 mg billig kaufen
  • where buy generic viagra
  • cialis us sales
  • go go Ester

    voeg er een berichtje toe





    Inhoud blog
  • geld
  • blindheid
  • kleur

    Rondvraag / Poll
    lees jij de krant
    ja
    nee
    Bekijk resultaat



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs