Opa zeurpiet.
Ja, het aftellen is wel degelijk begonnen. Zijn we er gelukkig om? Mijn gevoel als begeleider ziet dat een moeilijk adieu zich stilaan aan het prepareren is. Gisteren kregen we vanaf de provincie Lugo de aftelpaaltjes, ik noem ze zo omdat ze ons om de 500 m herinneren hoe dicht we Compostela naderen. Maar die paaltjes laten ons ook zien dat het einde nadert. Maar de reacties van onze pelgrims getuigen ook dat elkeen sterk genoten heeft van die 11 stapdagen, van 15 dagen als pelgrims met elkaar onderweg geweest te zijn. De pijntjes verdwijnen met het deugdelijk gevoel dat ze aan hun tocht overhouden.
Wij vertrekken naar SarrĂa, onze voorlaatste startplaats. 20 km staan op het programma. In koerstermen zou men durven spreken van een vlakke rit. Edoch, er zit genoeg variatie in. Het landschap voelt zeer Keltisch aan. Stenen muurtjes die de velden omheinen en ook het mistige lijkt zo Iers of Schots. We zingen ons morgenlied. Hoor ik in mijn rug al geen Limburgse variant op de tekst van ultreya e suseya. Zingt die man niet "Christiaan, wat doe jij ons aan."? Net alsof ik die pelgrimswegen hier heb aangelegd. Ik heb geen talenten als Santo Domingo de la Calzada of San Juan de Ortega.
Ik blijf voorzichtig, ik zou willen dat ik morgen de laatste tocht ook kan uitlopen. Daarom vertrek ik 5 km verder. Mijn gezellen gunnen mij die voorsprong. Ze weten dat ik aan het eind hun wedervaren versla. Ze weten dat ik met mijn blogactiviteiten ook mijne pere zie. Voor mensen die deze uitdrukking niet zouden kennen: dat ik er door afzie. Ik geniet gauw van de vogeltjes die mij begeleiden met hun gezang onder het zachte herfstlover. De geur van de herfst wijzigt plots. Een landbouwer stort het opgespaard vloeibaar mest over zijn land. Iets vlugger stappen en zo bereiken we de paal van de laatste 100 km. Eigenlijk een beetje dubieus voor ons. Wijzelf moeten geen 100 km meer lopen, maximum nog 35. Maar goed ik laat mij bij deze paal graag in beeld brengen. Hij herinnert mij aan het verleden maar vooral aan de kracht die ik teruggevonden heb om die camino te lopen.
Ik schreef en zei het ooit al eerder dat alleen pelgrims te voet die camino met hart en ziel, met hun geest kunnen beleven. Racefietsers die moeten op de drukke wegen zo alert zijn dat hun geest amper kan werken. En dan dat ander volkje dat mij vandaag bijzonder ergert, die mountainbikers. Ze komen in groepjes van vier of vijf op die smalle rotswegen afgedaald, beter is afgestormd, en met hun luide holaroep moet jij als voetpelgrim naar de kant springen. Mij kan je niet wijsmaken dat deze lui iets van het pelgrimeren overhouden. Voor hen blijft het beslist een mooi mountainbikeparcours. Ik liep wat te praten met moedige Limburgse mensen, lid van Samana, vroeger heette dat Ziekenzorg. Een duwde een rolstoel voort of liever ze probeerde hem op die afdaling over die rotsen in het goede spoor te houden en toen kwam weer zo een huilende horde mountainbikers af. Wij moesten voor onze eigen veiligheid en ook wel voor de hunne weer de kant in. Gracias, dat konden ze nog zuchtend zeggen en flits en weg. Neen, ik heb het niet voor die lui op brede banden op een pelgrimspad. Word ik een oude zeurpiet?
Nog iets van 93 km te gaan tot Compostela. Een mooie inspanning die de provincie Lugo geleverd heeft om al die oude paaltjes te vervangen. Deze waren zo gevandaliseerd, de koperen plaatjes met het aantal km erop waren er uitgerukt. Er zijn pelgrims die souvenirs in alles vinden. Maar wat merk ik thans. De nieuwe staan er nog maar pas en ook hier zijn al meerdere plaatjes verdwenen. Dit vergt ook een handige inspanning, van een andere aard dan die van de provincie. Die plaatjes zijn erin geschroefd en geplakt. Hoe krijgen ze die er in godsnaam zo gemakkelijk uit? De duivel mag het weten. Natuurlijk weet de duivel het, het is hij die er mee riebedebie is, de smerige vandaal!
Oei, ik betrap er mij op, ik ben precies vandaag met een ander been uit bed gestapt. De boer moet mijn humeur over zijn beergeur ondergaan, die terroristen op hun mountainbike krijgen de volle lading, die vandalen zonder pelgrimsspirit verwens ik naar de hel.
Lyrischer nu. Onderweg had ik de melodie af en toe al eens ingezongen. Ik wilde straks in de kerk een gospel zingen waar ik als bas zo veel van hou: Deep River. Zo toepasselijk aan de stroom van toen die een diep stuwmeer geworden is maar vandaag zijn laagste peil laat zien. Ik denk dat je het al door hebt, inderdaad, de kerk was gesloten en ging maar pas open om 19 uur. Dus mijn voorbereid verhaal en mijn ingeoefend lied kan ik weer eens opbergen. Als ik het geluk heb om volgend jaar Neospelgrims te begeleiden dan zoek ik een andere locatie. Waarom niet in het kapellekerkje in La Faba, een ideale rustpauze na ongeveer 6 km klimmen.
De laatste duifjes vallen. Zij die gisteren iedereen te pletter liepen proberen mij thans te overtuigen dat ze niet blijven hangen zijn op een of ander terras. Goed, ik geloof hen maar dan hebben ze of vandaag niet geslikt en gisteren de pil van speedy gonzales ingenomen of een van las tres mujeres fuertes heeft met haar nieuwe schoenen blijven plakken. Eerstdaags drinken we samen een glaasje en als vrouwentongen loskomen vangt de man wellicht iets meer.
Ik ga morgen hun pelgrimshouding bijzonder in de gaten houden.
We moeten nog anderhalf uur verder rijden. Mathias doet in zijn vrije tijd meer dan op de pc werken en spelletjes spelen. Hij heeft cava in de ijskast gezet. Er wordt geklonken en het zangboekje bewijst zijn nut. Het wordt helemaal uitgezongen. En ondertussen komen we aan in het imposante Los Abetos hotel. Elk heeft kamer met salon.
Op het domein staat een kapel. Ik krijg de sleutel en we houden samen een korte sfeervolle avondwijding. Ik zeg een korte beschouwing en lees een tekst die een pelgrim mij gaf tijdens onze tocht: Pelgrim zijn is een vriend een tochtgenoot zijn die weet wanneer ik in ademnood verkeer en dan... met mij de trage stap wil verder gaan. Het is de kunst dezelfde weg te lopen en telkens iets anders te zien. We zingen samen.
O Heer, d'avond is neergekomen, de zonne zonk, het duister klom... Een kippenvelmoment. We komen buiten en wat een zonsondergang beleven we hier, alsof we er om gezongen hadden.
Koud, warm en dessertenbuffet en zo vindt ieder zijn gading en voldoende dosis. Voor mij weer tijd om mij af te zonderen in mijn nederig stulpje, verplicht om aan de schrijftafel te zitten en helaas niet in mijn gelegenheidssalon. Waarschijnlijk hoorde en las je mijn vloeken al om foto's op die blog te krijgen. Lieve lezers, ik probeer deze avond een andere taktiek of techniek en als het niet lukt, please vergeef het deze arme perspelgrim. Zijn vroegere opleiding was totaal iets anders. Vroeger schreven we ons verhaal met een pen of kogelpen en zochten we prentjes om bij te plakken maar nu willen we steeds meer en meer en ik voel mij een beetje slachtoffer van deze voorbij razende digitale techniek. En nochtans ik werk op een systeem van het seniorennet. Ik dacht toch wat voor senioren uitgevonden wordt dat dit vanzelfsprekend gemakkelijk is. Eens bespreken op het net van ondernemende senioren.
Slaapwel! ik wil morgen 21 km lopen en nu oneindig veel km's dromen.
chris

Opa zeurpiet met veel herinneringen aan de laatste 100 km.

Avondwijding in de hotelkapel van Los Abetos. O Heer, d'avond is neergekomen, de zonne zonk het duister klom... Een kippenvelmoment en een innig terugdenken aan zoveel moois van de voorbije veertien dagen.
|