"Tfy dat ic ye was gheboren",
Pensde hi in sinen moet:
"Dat ick leve, waer toe ist goet?
En hadde noyt gheval,
Noch nemmermeer en sal.
Waer mede sal ic mi verweeren?
En prise mijn lijf niet twee peeren,
Want ic ben ydelre hande."
Jan Van Eyck schilderde in 1435 en Rafaël in 1510. Michelangelo sculpteerde in 1510 en Bruaxis in 355 voor Christus. Het druipt mijn oren uit.
Wow this is terribly weird. Well here's the thing, Patty is back home so I can't really call her or anything (not that I
ever would, opening up is like cutting myself open to me) and I started
thinking who else might actually GET what is going on with me. I
hope I don't burden you in any way by thinking of you, just read this
some time you're bored or whatever. It's not VERY important, I just
need to get it off my chest and since I can't say it, I'd rather type
it to someone who I think will handle it the right way.
I'm not ok, John. I'm really not. I
did the stupidest thing in the world; I opened up my diaries from "back
in the days", when I was 17 and dumb and corny and all in love with him. And I crashed. Mostly I'm confused. How can people be so
selfish, so shallow and still hurt your feelings? How come he, of all
the low people in the world, gets to have this power over me? Where's
the fairness, where's my reward for being the opposite? And sure,
you could say I just need to stop feeling sorry for myself, but it's
not even really that. It's pure, fucking anger, John. I want to kick
him in the balls and hit his head against a brick wall. And split his
skull and watch him bleed and cry for mercy for what he did to me. (These are just feelings, you know how little they come out, so there's not really a need to WORRY :)) I
thought I understood now, being all wise and all, how people worked and
what love was about. But appearantly, even when you try and genuinely
love someone, it's still not enough. And you know why, John? Because
these are people who WANT something from you. Nothing is unconditional,
they EXPECT you to be a certain person, and when you fall short they
turn their backs on you. I'm so sick of looking at this guy's
back, John. I've seen it more than I've seen his face. When I was taken
in a youth-centre to catch my breath, he left. When I stopped eating
and started hurting myself, he left. He never imagined that my low
self-esteem might be related to the way he kept treating me. And when
he came back, oh John, every fucking time he came back I thanked God
and thought to myself, "I must be worth shit if HE comes back to me". Can you imagine how INCREDIBLY STUPID I AM.
What
ever happened to: "Are you with me?" 'Yep, 'till the end', and going
for it and never letting go? I'm not saying you don't have to go
through some difficult times every now and then, but what's the big
deal about losing some of yourself for someone else? For the "us"? Is there so little there that he's afraid to give away any of it?
I
feel like this guy is deforming me, changing me into something I was
never supposed to be. Closed, bitter, cold, distant. Afraid. I am
scared SHITLESS. Who the fuck will want this, John. Be realistic. A
woman all scarred up, with an attitude brought up to hide some terrible
issues, and all kinds of compulsive behaviour.
I know I'm
supposed to go on with my life now and build it the way I want it
myself. But the fear is paralysing me. I'm afraid of failing again, of
losing people who I thought would stay.
God. :p Ok well, I feel better already, knowing that one of these days someone's going to know how I feel. You don't have to answer.
IK SCHRIJF U DIT als het ware toe, niet omdat ik de waarheid in pacht heb, maar omdat ik de dingen toevallig helder zie. Misschien omdat ik door vele tegenslagen doorzicht heb gekregen in de fundamentele barsten van de samenleving, of omdat ik door te weinig tegenslagen nog geloof in de kracht van de verandering.
Door de in toenemende mate individuele attitude van de modale Belg, is ons het belangrijkste wapen van de massa ontnomen; mobilisering. Het schijnt niet meer binnen onze macht te liggen om mensen in grote getale in een bepaalde richting te stuwen. Het scepticisme en cynisme houdt ons tegen om in een romantische, mentale beweging op te gaan. We hebben het niet slecht genoeg. Onze zetels en onze televisies zijn ons te genegen om belangeloos bij te dragen tot verbetering voor anderen, die geen zetels of televisies hebben. En ik zeg u, dat dat het begin van het einde is. Waar zijn de denkers, waar zijn de hopeloze dromers, die inspireren en door hun woorden tot daden aanzetten? Waar is Marx, waar is Zola?
Ik verdedig simpelweg het principe. Het Principe, pardon. De angstige Belg durft geen standpunten innemen die niet stroken met de vakkundig in elkaar gemetselde visie van de Wereld van Barbie.
DE WERELD VAN BARBIE is een wereld waarin een mooie wagen van vitaal belang is wil men een sociaal leven onderhouden. Het is een wereld waarin fysieke schoonheid een privilege is dat gekoesterd moet worden, meer nog dan de liefde. Zij is zodanig gedomineerd door een witte, geluidloze angst, dat haveloos naar antwoorden wordt gezocht in dat wat ons op het eerste zicht wordt aangeboden; geld, macht, kennis. De angst voor elkaar is immens; irriterende eigenschappen zijn nog liever een alibi om van een naaste weg te keren, dan dat men het engagement aangaat om erover te praten of er een oplossing voor te zoeken. Zelfopoffering bestaat hier hoegenaamd niet. Ghandi was leuk en bracht ons vele mooie spreuken om boven de schouw te hangen, maar hij was getikt. Er zijn geen zekerheden hier, en van daaruit vertrekt alles. Relaties, amoureus of vriendschappelijk, worden aan een zorgvuldige kosten-baten-analyse onderworpen en de uitkomst hiervan zal de overlevingskansen ervan bepalen. En wie niet sterk genoeg is om het aan te kunnen als een baksteen te worden laten vallen, is naïef en heeft het zelf gezocht. Hier bestaat de liefde niet. Er is een vage vorm van hechtenis, genegenheid, voor wie het echt verdiend heeft, maar de zuivere, onschuldige en eeuwige liefde bestaat hier niet. Doelen worden niet gezocht in zichzelf, maar vanuit een externe afweging van waardering. Perfectie is het hoogste goed, afgunst afdwingen is het ultieme eindpunt. Alles wat afwijkt van volmaaktheid moet ofwel worden gecorrigeerd, ofwel, als er niks meer aan te doen is, aan de kant geschoven. Schaamte en onzekerheid overwoekeren het zelfbeeld, dat afhangt van prestaties en erkenning daarvoor. Dit is onvermijdelijk, want er zijn geen doelen meer. Er is geen geloof meer dat er aan iets wordt gebouwd, aangezien dit niet het geval is. Hier wordt slechts geploeterd, zinloos geld verdiend, dat inzichtloos wordt uitgegeven aan zaken die hopelijk prestige zullen verschaffen. Dit prestige wordt als een ware drug aan de kinderen voorgeschoteld; hier, kleinen, laaf uw hoofdjes aan het genot van de fierheid, en vergeet nooit dat gevoel van superioriteit, want het moet jullie leidraad worden tot op jullie sterfbed. Streef hiernaar, kleintjes, het is het enige wat in deze wereld te rapen valt. Bezondig jullie niet aan dromen van onvoorwaardelijke liefde en authenticiteit, dit is slechts een illusie en wij besparen jullie graag de ontgoocheling. Luister maar naar ons, wij weten het ondertussen wel. Wie in deze wereld het hart niet heeft om deze wijze les aan zijn kind mee te geven, is een wrede mens. Want dit kind zal slechts stuiten op gehoon, gesloten deuren en desillusie.
DE BELG STREEFT naar die Wereld van Barbie, omdat hij, bij gebrek aan lef om een eigen wereldvisie uit te bouwen, veiligheid zoekt in een levenspad dat nergens naartoe schijnt te leiden. Het lijkt enorm nutteloos om voor zichzelf doelen te fabriceren, omdat het vertrouwen in zichzelf -en zijn eventuele mogelijkheid om een verschil te maken- verloren is gegaan in het automatisme van alledag. Geen mens komt 's avonds thuis van zijn werk en staat dan stil bij de vraag of hij vandaag iets heeft betekend (tenzij de dokter of de vrijwilliger). Hij verdient zijn eigen brood en put hier de trots uit die hij nodig heeft om zijn apathie te cultiveren.
Die apathie is van levensbelang. Je overleeft gewoonweg niet. Gelukkig helpen Temptation Island en Big Brother ons om helder voor ogen te houden wat echt belangrijk is -en vooral te vergeten waar we geen belang aan hechten. Niemand wil eraan herinnerd worden wat er allemaal aan onze dagelijkse bekommernissen ontsnapt. De onnoemelijke pijn die door deze wereld wordt voortgebracht is niet te bevatten. Maar de apathie heeft zich als een olievlek verspreid, tot diep in ons hart. Het vet heeft onze tactiele capaciteiten verdoofd, in die mate dat het ons verwondert wanneer iets ons doet opkijken. Dan plots, zijn we ons bewust van iets, en ongemakkelijk proberen we daar dan iets mee te doen. Ons moment van kwetsbaarheid vervloekend doden we alle verdere gedachtenpaden, die ons op weg zouden sturen op een eindeloze reis waarin we wellicht geen antwoorden zouden vinden.
HET PRINCIPE is een verloren begrip. Er is geen overtuiging die haar staaft. Niemand heeft de moed om haar bij te staan zolang hij leeft, omdat hij in haar gelooft en de sprong waagt zeker van haar juistheid te zijn. Wat nog overeind staat is een set van normen die gebaseerd zijn op het luchtledige en geconcipieerd zijn door winstbejag. Nochtans zou zij ons kunnen redden. Ons, kinderen van wrede ouders. Kinderen die nog geloven en genoeg vertrouwen te geven hebben om hun eigen zekerheden te fabriceren. De zekerheid dat liefde redt, dat empathie pijn oplevert maar de enige uitweg is uit de spiraal van materialiteit.
Ik weiger principieel (!) om me neer te leggen bij het feit dat sociaal engagement uitsterft. Ik weiger te aanvaarden dat vrienden in nood maar beter met wat afstand worden behandeld, wegens gemakkelijker. Ik weiger om mezelf harder te maken, om minder kwetsbaar te zijn. Ik weiger de gruwelijke gedachtengang te volgen: "als het je niets meer oplevert, moet je het loslaten", waardoor alles wat waardevol is, verpulverd geraakt in een waas van egoïsme.
Terzake weet ik niet welke richting dit uit zal gaan. Meestal weet ik, bij het beginnen schrijven, wel ongeveer wat ik wil zeggen, meestal open ik dit ding ook wanneer een gedachte door mijn hoofd schiet, maar deze keer niet. Straks ga ik bij een vriendin langs om een wijntje te degusteren en mezelf te ontspannen. Dit weekend was ook zalvend omdat ik goede, betrouwbare vrienden kon terugzien en me getroost voelde door hun aanhoudende vriendschap. Eigenlijk heb je daar meer aan hé. Waarom relaties beginnen, die lopen stuk en doen pijn. Zinloos. Ik voel me langzaam maar zeker terug in contact komen met mezelf. De breuk deed zoveel pijn dat ik mijn persoonlijkheid uit de kom haalde, om niet te hoeven voelen. Maar het gewricht herlegt zich. Ik voel het. Mijn plaats is niet in de stabiele, politiek correcte wereld. Mijn wereld is in de vuile, grauwe kroegen, een onbewust teruggrijpen naar de grotten waarin wij thuishoren. Waar gelijkgezinden, gelijkberechtigden elkaar vinden, elkaar troosten, al was het maar door samen een pint te nuttigen rond zinloze uitkramerij. Hoe komt het dat je je als mens altijd allerlei dingen gaat inbeelden wanneer je je bemind voelt? Hoe komt het dat je jezelf dingen gaat wijsmaken, zoals "je bent mooier" en "je bent gelukkiger" dan de rest? Liefde is een lelijk, listig en onsterfelijk satertje.
Het huppelt nog rond, ik zie het soms op de schouder van mijn ex-man zitten, naar me giechelend, wanneer hij me vraagt hoe ik me voel. Ik zou hem echt de ogen uit de schedel kunnen lepelen, heel langzaam, wanneer hij me vraagt hoe ik me voel. Ik wil brullen dat hij me dit heeft aangedaan, dat het zijn schuld is dat ik er misschien niet zo uitgeslapen uit zie, dat het op zijn schouders rust als ik morgen onder een trein lig. Maar dat is de sater van het zelfmedelijden, de rechterhand van de Liefde.
Waar ik zeker was zonder jou te kunnen doorploeteren in deze ellendige toestand die ze het leven plegen te noemen, ben ik nu twijfelachtig over alles. In de schuif van mijn bureau liggen nog 33 pillen, die me wellicht van het leven zouden bevrijden moest ik ze allemaal ineens innemen. Ik probeer me een toekomst voor te stellen zonder een schaduw van jouw aanwezigheid, maar eigenlijk wil ik dat helemaal niet. Ik had me bewust, alle keuzes weloverwogen, aan jouw zijde gevoegd. Dit was het. Dit wilde ik. Dit, en niks, niks anders meer, nooit. Omdat ik weet wie je bent, en weet waar ik op kan rekenen. Duizendmaal vervloek ik mijn diepte, het eindeloze ravijn dat mijn persoonlijkheid is voor iedereen die erbuiten staat. Geen van ons heeft de ander voorgelogen of bedrogen. Geen van ons is ziek, we doorworstelden geen onoverkomelijke obstakels. Alleen vond jij dat je het geluk niet kreeg dat je verwachtte. Dat is je goede recht en ik hoop dat je het nu wel zult vinden -geef je verdriet wat tijd, want ik weet dat je het ook hebt. Voor jou zal het wegebben, je zult jezelf weer vinden en de rust die je nodig hebt, en vanaf dan wordt alles beter. Vanaf nu kan het alleen nog beter worden, hou dat goed voor ogen. Voor mij misschien ook, ik heb nog tijd. Maar als het niet betert, dan houdt het voor mij op. Dit heb ik niet gewild, dit wil niemand. Met alle goeie wil van de wereld, met al het relativeringsvermogen in gang gezet, is dit nog steeds een waardeloos bestaan zonder lichtpunt.
En niemand kan het begrijpen. Van buitenaf ben ik een belachelijk cliché. Wat me worst zal wezen, maar waardoor ik niet terecht kan bij mensen. Je kunt niet zeggen "Hej, ik wil uit het leven stappen want ik heb liefdesverdriet". Er is geen ziel die kan vatten hoezeer liefde voor mij vitaal is. Ik ben wellicht niet de enige, er zullen nog wel karakters zijn die zo in elkaar zitten. IK KAN ZO NIET LEVEN.
IK KAN NIET LEVEN.
Ik heb JOU nodig. Niet je buur, niet je broer, JOU. Als ik jou niet heb, dan heb ik mezelf niet. Kennelijk beging ik de gruwelijke vergissing om me te laten binden, te vormen, te groeien aan jou.
Stomme, romantische neanderthaler. Neanderthalers leven in grotten, waar het vochtig en guur is. Neanderthalers moeten niet dromen over bloemenweiden en een licht, zacht bestaan. Word wakker, primitieveling, word wakker! Hier is ze, hier is je grot. Leg je erin, huil wat als het moet, maar in godsnaam, loop niet meer naar de bloemenweide. Die is niet voor jou.
Or poserai
per sempre,
Stanco mio cor. Perì l'inganno estremo,
Ch'eterno io mi credei. Perì. Ben sento,
In noi di cari inganni,
Non che la speme, il desiderio è spento.
Posa per sempre. Assai
Palpitasti. Non val cosa nessuna
I moti tuoi, nè di sospiri è degna
La terra. Amaro e noia
La vita, altro mai nulla; e fango è il mondo
T'acqueta omai. Dispera
L'ultima volta. Al gener nostro il fato
Non donò che il morire. Omai disprezza
Te, la natura, il brutto
Poter che, ascoso, a comun danno impera
E l'infinita vanità del tutto
Now will you rest forever, My tired heart. Dead is the last deception, That I thought eternal. Dead. Well I feel In us the sweet illusions, Nothing but ash, desire burned out. Rest forever. You have Trembled enough. Nothing is worth Thy beats, nor does the earth deserve Thy sighs. Bitter and dull Is life, there is nought else. The world is clay. Rest now. Despair For the last time. To our kind, Fate Gives but death. Now despise Yourself, nature, the sinister Power that secretly commands our common ruin, And the infinite vanity of everything.
Met enig sarcasme kijk ik terug op mijn laatste hersenafval. Ik geloof dat die momenten nog zullen volgen. Machteloosheid, woede, zulke dingen. Maar ik geloof ook dat ze verder en verder uit elkaar zullen komen te liggen tot ze uiteindelijk verworden tot de dagdagelijkse beslommeringen.
Vandaag bezoeken mijn ouders en mijn broer me. Het doet deugd op een dag als deze om omringd te zijn door diegenen die je je hele leven lang zult mogen meedragen. Want familie zegt niet "het is me te zwaar, ik kap ermee", en familie zegt niet "sorry, ik kan het niet".
Familie vormt de basis van het menselijk gemeenschapsleven.
Our love, our love, in a ball or yarn, he'll never return it.
Gij, schepper, schenker van het leven, Gij die het leven zijt,
Gij hebt mij gekwetst. Gij hebt mij verwond waar gij mij zei dat ik moet vertoeven; in het diepste van mijn hart.
Gij hebt mij afgenomen wat gij mij beloofd had; de liefde. Gij hebt twijfel op mijn weg gezaaid. Waarom hebt Gij mij verlaten?
Ik ben achtergebleven, En omdat ook de kracht mij verlaten heeft Ben ik achtergebleven met mijn eigen wapens Gericht op mijn kloppende binnenste.
Mijn schokkende lijf.
Gij, de herder, hebt een schaap laten verstrikt raken in de prikkeldraad, En Gij kijkt toe hoe het door het schokken verder vast komt te zitten. Gij berokkent mij wat ik niet kan overleven, Gij berooft mij van wat ik niet kan missen, Gij verwart mij wanneer ik zekerheid zoek.
Het doet me verdriet, Niet meer in staat te zijn op U te vertrouwen, Maar het verdriet overstijgt het schuldgevoel.
De moed om aan U vast te houden ontglipt me. Het leven ontglipt me.
Mit gelben Birnen hänget Und voll mit wilden Rosen Das Land in den See, Ihr holden Schwäne, Und trunken von Küssen Tunkt ihr das Haupt Ins heilignüchterne Wasser.
Weh mir, wo nehm'ich, wenn Es Winter ist, die Blumen, und wo Den Sonnenschein, Und Schatten der Erde? Die Mauern stehn Sprachlos und kalt, im Winde Klirren die Fahnen.
Ik voel me zo leeg. Ik had allang op een trein moeten zitten richting mijn kot maar ik heb geen energie. Dit weekend heb ik weer wat drugs gebruikt en zo, ach je weet wel hoe dat gaat; hoera ik ben vrijgezel ik mag lekker doen wat ik wil, en stiekem doe je dan domme dingen uit wraak -niet omdat je er zin in hebt. Het heeft weinig belang allemaal. Mijn lichaam heb ik nooit als meer kunnen beschouwen dan een omhulsel van mijn persoonlijkheid, zonder connectie met mezelf. Een materiële noodzakelijkheid om fysiek op de wereld aanwezig te zijn, maar zonder keuze over hoe het er dan uit moet zien. Je krijgt dan willekeurig een hoopje DNA toegesmeten, kwestie van door anderen waargenomen te kunnen worden en een schaduw te produceren bij zonlicht, en daar moet je 't mee doen. "Ik vind het mijne niet tof, wisselen?" kan niet. En iedereen anders beoordeelt je op basis van dat buitenste gedeelte, toch zeker de eerste vijf minuten. Sommigen, goths en zo, voelen de nood om er een veruiterlijking van zichzelf van te maken. Ik deed dat ook, toen ik jonger was, omdat ik niet wist wie ik vanbinnen was en het makkelijker was om dan maar gewoon een hype na te bootsen. Een maand of zo, heeft dat geduurd. Waar ligt de juiste aanpak dan weer. Als ik nog één keer de gulden middenweg van iets moet zoeken, maak ik me van kant. Op den duur heb je het gevoel nergens nog jezelf te zijn, maar een "gulden middenweg" van de confrontatie van jezelf en de wereld. Zo verlies je je toch? Ik doe niet mee. De middenweg kan de boom in.
Ik vind mijn lichaam stom, en ik haat de vervelende, storende en afleidende signalen die het me zendt (honger, pissen, dorst, pijn, gezeur). Het vervoert me, dat moet ik het wel geven, het brengt me naar plaatsen waar ik wil zijn. En als ik spullen wil meenemen, kan ik het bevelen die spullen in een tas te steken en die tas op de rug te dragen. Het heeft veel voordelen. Maar FUCKING HELL wat een nadelen heeft het, en hoe high-maintenance is het wel niet. Is het vuil, dan gaat niemand nog tegen mij praten. Dus ongeacht de temperaturen, moet ik me om de andere dag douchen -minstens. Het moet ingepakt zijn in min of meer modieuze kleding, anders word ik in de categorie geplaatst die ik het meest van allemaal verafschuw; de seuten. Op dat vlak ben ik gruwelijk oppervlakkig. Wanneer ik in de mot heb dat ik in gesprek ben met een zelfverklaarde geïllumineerde die niet op café gaat, muziek stom vindt en als beste vriendin mama heeft, onderdruk ik een moordimpuls, zeg ik niks meer en wandel ik gewoon weg. Veel mensen heb ik daar al mee verward maar dat interesseert me niet. Doe iets met je dagen of sterf -of verdwijn uit mijn zicht en liefst ook binnenkort mijn geheugen. Je moet ook eten, anders krijg je hoofdpijn, verlies je je evenwicht, gaan je beenderen en spieren kapot etc. Dit is het gedeelte waar ik niet aan mee doe en waardoor ik zo boos kan worden op de signalen van mijn lichaam. Als ik niet wil eten, dan wou ik dat mijn lichaam eens gewoon zou gehoorzamen en stoppen met zeuren achter eten. Misschien moet ik mijn tolerantie tegenover dat gezeur eens beter trainen.
Mijn tassen zijn gemaakt, deze ochtend. Ik ga een trein nemen, hoog tijd.
Man in the Dark van Paul Auster is tot nu toe leuk. Maar ik ben al over de helft en ben gisteren begonnen met lezen, balen. Dat betekent dat ik waarschijnlijk morgen klaar ben met het ding. Benieuwd hoe Brill zijn leven zal oplossen. Letterlijk. Gelukkig heb ik daarna White Tiger van Aravind Adiga nog op een schap liggen. "Winner of the Man Booker Prize 2008". Whatever that means.
Fucking Jesse van Full House zit tegenwoordig in ER. Ik ben in shock.
De laatste weken heb ik amper het vreten en het overgeven kunnen laten. Het gebeurt bijna elke dag. Eenmalig, gelukkig, maar ik voel mijn amandelen (of welke klieren ook ergens onder je kaken zitten) gezwollen wezen en de achterkant van mijn keel pijnlijk van mijn nagels die erlangs schrapen. Godverdomme. Alle vocht blijft in mijn lijf hangen en afvallen doe je er niet van, want je metabolisme vertraagt zodanig dat je niks meer verbruikt. Volgens mij heb ik iets nodig dat me overdag gaande houdt. In lege gaten. Op café gaan kost geld, dat kan ik niet elke avond. Zodra ik tv begin te kijken, en programma's zie waarop ik al gevreten heb (Grey's Anatomy, How I Met Your Mom, Two and a Half Men) schiet er een geconditioneerde drang in gang waardoor ik een halve kilo couscous klaar begin te maken en naar binnen werk. Zonder saus of smaak, gewoon zout, peper, curry en wat ketchup. Fastfood. Het gaat om het gevoel iets aan het eten te zijn. Ik wou dat ik weer een half jaar terug was. Met grootmoedige plannen voor de toekomst. Mijn man en ik, wij zouden het allemaal trotseren. Want wij waren anders, dan al de rest. En impulsief, en zwevend op gevoel, en daardoor sterker dan iedereen anders. Maar in al mijn naïviteit vergat ik voor hem te zorgen. Toch gek dat ik dit allemaal begon te schrijven voor we uit elkaar waren. Misschien voel je al wanneer je relatie niet meer houdt. Al weet je het nog niet. Na een maand en een half ben ik nog niet klaar om te wroeten in de redenen waarom het zo is gelopen. De wonde is nog te vers om te gaan graven in het bloed en de etter. Mijn nood om door iemand gedragen te worden is immens, en is altijd zo groot geweest. Het leven is me niet lief genoeg om er alleen van te genieten. Hoewel de woorden 'onversierbaar' en 'zelfstandig' me op het lijf worden geplakt, omdat ik weet wat ik wil en mijn standaarden niet verlaag uit wanhoop. De man die mij zal kunnen dragen, moet de allerbeste zijn. Daar kijk ik toch wel naar uit, gelukkig. Ik kijk ernaar uit om mijn studies te voltooien, te gaan werken op de spoedafdeling en ergens een stekje te vinden. En dan, normaal gezien, door omstandigheden, ook een wederhelft. Het komt wel goed.
Fragment uit "The Seasons" van James Thompson (Summer):
With such mad seas the daring Gama fought, For many a day, and many a dreadful night, Incessant, laboring around the stormy Cape; By bold ambition led, and bolder thirst Of gold. For then from ancient gloom emerged The rising world of trade: The Genius, then, Of navigation, that, in hopeless sloth, Had slumbered on the vast Atlantic deep, For idle ages, starting, heard at last. The Lusitanian prince; who, heaven-inspired, To love of useful glory roused mankind, And in unbounded commerce mixed the world. Increasing still, the terrors of these storms, His jaws horrific, armed with threefold fate, Here dwells the direful shark. Lured by the scent Of steaming crowds, of rank disease, and death. Behold! He rushing cuts the briny flood, Swift as the gale can bear the ship along; And, from the partners of that cruel trade, Which spoils unhappy Guinea of her sons, Demands his share of prey -demands themselves. The stormy fates descend: one death involves Tyrants and slaves; when straight, their mangled limbs Crashing at once, he dyes the purple seas With gore, and riots with the vengeful meal.
Kan het écht niet? Kan het niet goedkomen? Kun je niet beseffen dat je niet zonder me kunt, en op mijn deur kloppen en zeggen, roepen en huilen dat je sterft als je me niet meer in je armen kunt sluiten?
Nee he. Nee, zo schijnt het leven niet te werken. De dingen die horen, die ken je nog niet, en wat je denkt te missen kan uiteindelijk datgene zijn wat je niet nodig had. Maar dat weet je pas achteraf. Op je sterfbed. Dan begrijp je de dingen pas. En je moet erop vertrouwen, blindelings als het kan, dat de dingen die je toekomen, je ook gegeven zullen worden. Je hoeft niet tot in het extreme deterministisch te denken of zo (je pad ligt al vast sinds je ziel 4000 jaar geleden in Toetanchamon geboren werd en van die dingen), maar de enige manier om door te kunnen gaan na een verlies, een tegenslag, is jezelf ervan te vergewissen dat er geen reden is waarom geluk niet nog in de toekomst ligt. Alleen spijtig dat je als mens van nature uit een saboterende karaktertrek meekrijgt; controle willen hebben. Elke mens heeft het in zich, willen weten wat er gaat gebeuren, van toen we nog jagers waren, en het van levensbelang was dat we zouden willen anticiperen, plannen, strategieën uitdokteren. Moesten we die trek niet hebben gehad waren we niet veel verder gekomen dan een stel slijmerige amoebes ergens tussen de mosselen en het zeewier. Na mijn studies ga ik er nog verpleegkunde bij studeren. Ik ga werken op de spoedafdeling en een verschil maken in het leven van de mensen die in mijn zorgende handen terecht zullen komen. Als het leven dan toch vol onzekerheden zit, zal ik mijn eigen zekerheid maken, de zekerheid dat ik iets ga betekenen voor anderen.
Hoe moet ik me verzoenen met wat ik weet, wat ik voel, en tegelijk met wat ik zie in andere mensen? Ik voel dat er belangrijkere dingen zijn in het leven dan uitgaan, drinken, kleding, en toch zie ik het niet in anderen. De wereld en de sociale omgang van vandaag is gespeend van spirituele of enigszins inhoudelijke omgang. Ik begrijp het niet, maar ben te moe om dit helemaal uit te schrijven.
Het is zoveel makkelijker je zelfmedelijden te spuwen op een anonieme, onaantrekkelijke internetpagina, dan dat je dit soort dingen aan vrienden vertelt. Voor zover zij weten voel ik me soms wat triest, soms wat alleen, maar gaan de negatieve gevoelens niet dieper. En dat moet ook zo blijven, heremejee, dit hoeven zij niet te weten. Op de momenten waarop ik bij hen ben, voel ik me ook echt zo slecht niet. Er is geen eenzaamheid, er is geen gevaar, er is geen triestheid, want ik ben bij hun en ik voel me goed daar. Eens ik weer alleen ben, echter, overspoelt het me soms een beetje. Nuja, we zijn nog maar 2 weken verder, dat is niet lang genoeg om al een balans te kunnen opmaken. Dat ik met heel dit gedoe slecht omga en met weinig respect voor mezelf, is vanzelfsprekend. Mijn dagelijks dieet bestaat uit een gemiddelde van 450 kcal, en intussen weeg ik bijna 10 kg minder dan pakweg een maand geleden. Wanneer ik honger heb, of denk het te hebben, drink ik een glas water om zeker te zijn, en als het blijft hangen, eet ik wat wortels. Niks maakt me nog intens gelukkig. Bij niets heb ik een oprecht gevoel van zaligheid, al is er een spectaculaire reis gepland in de komende maanden, zelfs dat verroert me niet in die mate dat ik emotie ervaar. Ben ik te rationeel? Is mijn brein mij de kleine extases aan het afnemen uit zelfverdediging? Omdat ik zo diep en zo vaak gekwetst ben? De basis van mijn gevoelsleven lijkt inderdaad volledig afgesloten, terwijl ik een persoon ben die hierop teert en zonder emoties niet op haar gemak is. Ik huil niet, of toch niet abnormaal veel, ik vind eerder dat ik abnormaal weinig gehuild heb sinds de breuk. Enkele keren. Niet zoals ik normaal huil wanneer ik iets verlies, wanneer ik de finaliteit van het verlies onder ogen zie en besef dat ik nooit, nooit of te nimmer nog hetzelfde zal hebben als wat ik net verloren heb. Is liefde dan accepteren dat dingen niet hetzelfde blijven? Dat mooie dingen komen en weer gaan en dat je dat laatste moet aanvaarden als deel van de schoonheid? Christo zou zeggen van wel. Moet ik dan blij zijn dat ik dit jaar gehad heb, en voortgaan tot ik iets bereik dat me zin geeft? Dat bestaat toch niet, zingeving. Dat is monnikenprietpraat om je zoet te houden. Zingeving, pfrt. Als de betekenis van het leven is dat je geluk kent dat telkens weer verdwijnt, en als het leven een les is in het accepteren dat je dingen verliest, dan vind ik het leven fundamenteel incompatibel met mijn verwachtingen of mogelijkheden. Dit bolwerken, elke keer opnieuw, ligt niet binnen mijn bevoegdheid, ik kan dit niet. Een enorm stuk van me is gestorven. Het bloedt nog, maar het is al dood. Aha, tranen, dat was lang geleden.
Wat zinloos.
Wat zinloos om dit allemaal nog te doen. Ik zal wel zien wat er gebeurt. Als het tegenvalt, stap ik eruit. Treinen genoeg.
Het is tot me doorgedrongen en vanaf nu weet ik het voor de komende verwachtingen die misschien mijn geest zullen binnensluipen. Ik zal nooit gelukkig zijn. Het is een hopeloze zaak, dit leven -waar ik, met alle respect, niet om gevraagd heb. Ineens kreeg ik het gewoon en daar moest ik het mee doen. Nooit vond ik het echt leuk. Nooit werd ik vervuld met een gevoel van welbehagen om hier te zijn waarbij ik er rotsvast van overtuigd was dat ik er iets van zou kunnen maken en dat het nut had. Misschien is er geen en is de manier waarop je ermee omgaat van doorslaggevend belang. Toen ik een partner aan mijn zijde had (en niet zomaar eentje, hoor, eentje die ik met zorg en na lange overpeinzingen uitgekozen had) voelde ik me rustiger, alsof ik een plaats had, alsof ik het recht had hier te zijn. Nu ik alles op mijn eentje moet klaren voel ik me overspoeld worden door wanhoop, eenzaamheid en verdriet. Net nu het zin had zeg. Wordt het me weer maar eens afgenomen. Als tegenkantingen tests zijn van god, dan is god toch een van de meest hooprovende, sadistische, chagrijnige wezens die er bestaan.
En ja, NATUURLIJK, er zijn ergere dingen dan een partner verliezen, maar ik ben zo iemand die vindt dat voor iedereen "het allerergste" anders is. Als je je leven lang mishandeld werd in een waterput, dan zal in een waterput vallen voor jou wel onoverkomelijk zijn. En voor een ander is dat gewoon even vervelend. En voor mij, een angstige jonge vrouw die haar leven lang heeft gehoord dat ze niks is, is het verliezen van een surrogaat-zelfvertrouwen in de vorm van een liefhebbende man, een catastrofe. Vooral ook omdat ik zijn opgeven niet begrijp. Het voelt voor mij alsof hij me opgeeft. Hij moet me niet meer hebben omdat ik volgens hem aan bepaalde standaarden niet voldoe. Hij zei -wat zeg ik- hij belóófde dat deze keer niks hem zou kunnen wegjagen. En dan dit. Er is niks gebeurd. Niks wezenlijks veranderd. Er is niks... geëvolueerd. Zondag zaten we gezellig met vrienden op café te giechelen. Dinsdagochtend zei hij "ik kan niet meer, het moet stoppen". Was dat even verwarrend.
Ik ben dus nu landloos en havenloos en of het goedkomt zien we nog wel.
Het is ongelooflijk. Het is waanzinnig. Ik heb geen verdriet meer. Ik heb welgeteld 2 dagen geweend, en nu voel ik niks meer. Er komen allerlei nieuwigheden op me af en ik ervaar geen gemis of spijt. Maandag verhuis ik naar mijn nieuwe stek (20 m² met ingericht keukentje) en ben ik vrij van rompslomp zoals af en aan logeren bij vrienden zodat mijn man op het appartement kan verblijven. Wat kijk ik er naar uit om dat plekje in te richten! Hooo :) De housewarming-party-plannen dagen al in mijn hoofd.
Alleen eten is nog "moeilijk". Ik krijg amper brood door mijn keel, wortels al helemaal niet, water en soep vallen door mijn keelgat te duwen. Een donkerbruin vermoeden dat mijn 'rebound' nog op komst is, dwaalt door mijn achterhoofd maar daar denk ik nu niet aan.