You're looking for me, but it's not what you seek, 'cause I've got a twisted personality.
Een eerlijk, oprecht en zelf-kritisch dagboek van een meisje met een eetprobleem.
12-11-2009
A se stesso.
Or poserai
per sempre,
Stanco mio cor. Perì l'inganno estremo,
Ch'eterno io mi credei. Perì. Ben sento,
In noi di cari inganni,
Non che la speme, il desiderio è spento.
Posa per sempre. Assai
Palpitasti. Non val cosa nessuna
I moti tuoi, nè di sospiri è degna
La terra. Amaro e noia
La vita, altro mai nulla; e fango è il mondo
T'acqueta omai. Dispera
L'ultima volta. Al gener nostro il fato
Non donò che il morire. Omai disprezza
Te, la natura, il brutto
Poter che, ascoso, a comun danno impera
E l'infinita vanità del tutto
Now will you rest forever, My tired heart. Dead is the last deception, That I thought eternal. Dead. Well I feel In us the sweet illusions, Nothing but ash, desire burned out. Rest forever. You have Trembled enough. Nothing is worth Thy beats, nor does the earth deserve Thy sighs. Bitter and dull Is life, there is nought else. The world is clay. Rest now. Despair For the last time. To our kind, Fate Gives but death. Now despise Yourself, nature, the sinister Power that secretly commands our common ruin, And the infinite vanity of everything.
Met enig sarcasme kijk ik terug op mijn laatste hersenafval. Ik geloof dat die momenten nog zullen volgen. Machteloosheid, woede, zulke dingen. Maar ik geloof ook dat ze verder en verder uit elkaar zullen komen te liggen tot ze uiteindelijk verworden tot de dagdagelijkse beslommeringen.
Vandaag bezoeken mijn ouders en mijn broer me. Het doet deugd op een dag als deze om omringd te zijn door diegenen die je je hele leven lang zult mogen meedragen. Want familie zegt niet "het is me te zwaar, ik kap ermee", en familie zegt niet "sorry, ik kan het niet".
Familie vormt de basis van het menselijk gemeenschapsleven.
Our love, our love, in a ball or yarn, he'll never return it.
Gij, schepper, schenker van het leven, Gij die het leven zijt,
Gij hebt mij gekwetst. Gij hebt mij verwond waar gij mij zei dat ik moet vertoeven; in het diepste van mijn hart.
Gij hebt mij afgenomen wat gij mij beloofd had; de liefde. Gij hebt twijfel op mijn weg gezaaid. Waarom hebt Gij mij verlaten?
Ik ben achtergebleven, En omdat ook de kracht mij verlaten heeft Ben ik achtergebleven met mijn eigen wapens Gericht op mijn kloppende binnenste.
Mijn schokkende lijf.
Gij, de herder, hebt een schaap laten verstrikt raken in de prikkeldraad, En Gij kijkt toe hoe het door het schokken verder vast komt te zitten. Gij berokkent mij wat ik niet kan overleven, Gij berooft mij van wat ik niet kan missen, Gij verwart mij wanneer ik zekerheid zoek.
Het doet me verdriet, Niet meer in staat te zijn op U te vertrouwen, Maar het verdriet overstijgt het schuldgevoel.
De moed om aan U vast te houden ontglipt me. Het leven ontglipt me.
Mit gelben Birnen hänget Und voll mit wilden Rosen Das Land in den See, Ihr holden Schwäne, Und trunken von Küssen Tunkt ihr das Haupt Ins heilignüchterne Wasser.
Weh mir, wo nehm'ich, wenn Es Winter ist, die Blumen, und wo Den Sonnenschein, Und Schatten der Erde? Die Mauern stehn Sprachlos und kalt, im Winde Klirren die Fahnen.
Ik voel me zo leeg. Ik had allang op een trein moeten zitten richting mijn kot maar ik heb geen energie. Dit weekend heb ik weer wat drugs gebruikt en zo, ach je weet wel hoe dat gaat; hoera ik ben vrijgezel ik mag lekker doen wat ik wil, en stiekem doe je dan domme dingen uit wraak -niet omdat je er zin in hebt. Het heeft weinig belang allemaal. Mijn lichaam heb ik nooit als meer kunnen beschouwen dan een omhulsel van mijn persoonlijkheid, zonder connectie met mezelf. Een materiële noodzakelijkheid om fysiek op de wereld aanwezig te zijn, maar zonder keuze over hoe het er dan uit moet zien. Je krijgt dan willekeurig een hoopje DNA toegesmeten, kwestie van door anderen waargenomen te kunnen worden en een schaduw te produceren bij zonlicht, en daar moet je 't mee doen. "Ik vind het mijne niet tof, wisselen?" kan niet. En iedereen anders beoordeelt je op basis van dat buitenste gedeelte, toch zeker de eerste vijf minuten. Sommigen, goths en zo, voelen de nood om er een veruiterlijking van zichzelf van te maken. Ik deed dat ook, toen ik jonger was, omdat ik niet wist wie ik vanbinnen was en het makkelijker was om dan maar gewoon een hype na te bootsen. Een maand of zo, heeft dat geduurd. Waar ligt de juiste aanpak dan weer. Als ik nog één keer de gulden middenweg van iets moet zoeken, maak ik me van kant. Op den duur heb je het gevoel nergens nog jezelf te zijn, maar een "gulden middenweg" van de confrontatie van jezelf en de wereld. Zo verlies je je toch? Ik doe niet mee. De middenweg kan de boom in.
Ik vind mijn lichaam stom, en ik haat de vervelende, storende en afleidende signalen die het me zendt (honger, pissen, dorst, pijn, gezeur). Het vervoert me, dat moet ik het wel geven, het brengt me naar plaatsen waar ik wil zijn. En als ik spullen wil meenemen, kan ik het bevelen die spullen in een tas te steken en die tas op de rug te dragen. Het heeft veel voordelen. Maar FUCKING HELL wat een nadelen heeft het, en hoe high-maintenance is het wel niet. Is het vuil, dan gaat niemand nog tegen mij praten. Dus ongeacht de temperaturen, moet ik me om de andere dag douchen -minstens. Het moet ingepakt zijn in min of meer modieuze kleding, anders word ik in de categorie geplaatst die ik het meest van allemaal verafschuw; de seuten. Op dat vlak ben ik gruwelijk oppervlakkig. Wanneer ik in de mot heb dat ik in gesprek ben met een zelfverklaarde geïllumineerde die niet op café gaat, muziek stom vindt en als beste vriendin mama heeft, onderdruk ik een moordimpuls, zeg ik niks meer en wandel ik gewoon weg. Veel mensen heb ik daar al mee verward maar dat interesseert me niet. Doe iets met je dagen of sterf -of verdwijn uit mijn zicht en liefst ook binnenkort mijn geheugen. Je moet ook eten, anders krijg je hoofdpijn, verlies je je evenwicht, gaan je beenderen en spieren kapot etc. Dit is het gedeelte waar ik niet aan mee doe en waardoor ik zo boos kan worden op de signalen van mijn lichaam. Als ik niet wil eten, dan wou ik dat mijn lichaam eens gewoon zou gehoorzamen en stoppen met zeuren achter eten. Misschien moet ik mijn tolerantie tegenover dat gezeur eens beter trainen.
Mijn tassen zijn gemaakt, deze ochtend. Ik ga een trein nemen, hoog tijd.
Man in the Dark van Paul Auster is tot nu toe leuk. Maar ik ben al over de helft en ben gisteren begonnen met lezen, balen. Dat betekent dat ik waarschijnlijk morgen klaar ben met het ding. Benieuwd hoe Brill zijn leven zal oplossen. Letterlijk. Gelukkig heb ik daarna White Tiger van Aravind Adiga nog op een schap liggen. "Winner of the Man Booker Prize 2008". Whatever that means.
Fucking Jesse van Full House zit tegenwoordig in ER. Ik ben in shock.
De laatste weken heb ik amper het vreten en het overgeven kunnen laten. Het gebeurt bijna elke dag. Eenmalig, gelukkig, maar ik voel mijn amandelen (of welke klieren ook ergens onder je kaken zitten) gezwollen wezen en de achterkant van mijn keel pijnlijk van mijn nagels die erlangs schrapen. Godverdomme. Alle vocht blijft in mijn lijf hangen en afvallen doe je er niet van, want je metabolisme vertraagt zodanig dat je niks meer verbruikt. Volgens mij heb ik iets nodig dat me overdag gaande houdt. In lege gaten. Op café gaan kost geld, dat kan ik niet elke avond. Zodra ik tv begin te kijken, en programma's zie waarop ik al gevreten heb (Grey's Anatomy, How I Met Your Mom, Two and a Half Men) schiet er een geconditioneerde drang in gang waardoor ik een halve kilo couscous klaar begin te maken en naar binnen werk. Zonder saus of smaak, gewoon zout, peper, curry en wat ketchup. Fastfood. Het gaat om het gevoel iets aan het eten te zijn. Ik wou dat ik weer een half jaar terug was. Met grootmoedige plannen voor de toekomst. Mijn man en ik, wij zouden het allemaal trotseren. Want wij waren anders, dan al de rest. En impulsief, en zwevend op gevoel, en daardoor sterker dan iedereen anders. Maar in al mijn naïviteit vergat ik voor hem te zorgen. Toch gek dat ik dit allemaal begon te schrijven voor we uit elkaar waren. Misschien voel je al wanneer je relatie niet meer houdt. Al weet je het nog niet. Na een maand en een half ben ik nog niet klaar om te wroeten in de redenen waarom het zo is gelopen. De wonde is nog te vers om te gaan graven in het bloed en de etter. Mijn nood om door iemand gedragen te worden is immens, en is altijd zo groot geweest. Het leven is me niet lief genoeg om er alleen van te genieten. Hoewel de woorden 'onversierbaar' en 'zelfstandig' me op het lijf worden geplakt, omdat ik weet wat ik wil en mijn standaarden niet verlaag uit wanhoop. De man die mij zal kunnen dragen, moet de allerbeste zijn. Daar kijk ik toch wel naar uit, gelukkig. Ik kijk ernaar uit om mijn studies te voltooien, te gaan werken op de spoedafdeling en ergens een stekje te vinden. En dan, normaal gezien, door omstandigheden, ook een wederhelft. Het komt wel goed.
Fragment uit "The Seasons" van James Thompson (Summer):
With such mad seas the daring Gama fought, For many a day, and many a dreadful night, Incessant, laboring around the stormy Cape; By bold ambition led, and bolder thirst Of gold. For then from ancient gloom emerged The rising world of trade: The Genius, then, Of navigation, that, in hopeless sloth, Had slumbered on the vast Atlantic deep, For idle ages, starting, heard at last. The Lusitanian prince; who, heaven-inspired, To love of useful glory roused mankind, And in unbounded commerce mixed the world. Increasing still, the terrors of these storms, His jaws horrific, armed with threefold fate, Here dwells the direful shark. Lured by the scent Of steaming crowds, of rank disease, and death. Behold! He rushing cuts the briny flood, Swift as the gale can bear the ship along; And, from the partners of that cruel trade, Which spoils unhappy Guinea of her sons, Demands his share of prey -demands themselves. The stormy fates descend: one death involves Tyrants and slaves; when straight, their mangled limbs Crashing at once, he dyes the purple seas With gore, and riots with the vengeful meal.
Kan het écht niet? Kan het niet goedkomen? Kun je niet beseffen dat je niet zonder me kunt, en op mijn deur kloppen en zeggen, roepen en huilen dat je sterft als je me niet meer in je armen kunt sluiten?
Nee he. Nee, zo schijnt het leven niet te werken. De dingen die horen, die ken je nog niet, en wat je denkt te missen kan uiteindelijk datgene zijn wat je niet nodig had. Maar dat weet je pas achteraf. Op je sterfbed. Dan begrijp je de dingen pas. En je moet erop vertrouwen, blindelings als het kan, dat de dingen die je toekomen, je ook gegeven zullen worden. Je hoeft niet tot in het extreme deterministisch te denken of zo (je pad ligt al vast sinds je ziel 4000 jaar geleden in Toetanchamon geboren werd en van die dingen), maar de enige manier om door te kunnen gaan na een verlies, een tegenslag, is jezelf ervan te vergewissen dat er geen reden is waarom geluk niet nog in de toekomst ligt. Alleen spijtig dat je als mens van nature uit een saboterende karaktertrek meekrijgt; controle willen hebben. Elke mens heeft het in zich, willen weten wat er gaat gebeuren, van toen we nog jagers waren, en het van levensbelang was dat we zouden willen anticiperen, plannen, strategieën uitdokteren. Moesten we die trek niet hebben gehad waren we niet veel verder gekomen dan een stel slijmerige amoebes ergens tussen de mosselen en het zeewier. Na mijn studies ga ik er nog verpleegkunde bij studeren. Ik ga werken op de spoedafdeling en een verschil maken in het leven van de mensen die in mijn zorgende handen terecht zullen komen. Als het leven dan toch vol onzekerheden zit, zal ik mijn eigen zekerheid maken, de zekerheid dat ik iets ga betekenen voor anderen.
Hoe moet ik me verzoenen met wat ik weet, wat ik voel, en tegelijk met wat ik zie in andere mensen? Ik voel dat er belangrijkere dingen zijn in het leven dan uitgaan, drinken, kleding, en toch zie ik het niet in anderen. De wereld en de sociale omgang van vandaag is gespeend van spirituele of enigszins inhoudelijke omgang. Ik begrijp het niet, maar ben te moe om dit helemaal uit te schrijven.
Het is zoveel makkelijker je zelfmedelijden te spuwen op een anonieme, onaantrekkelijke internetpagina, dan dat je dit soort dingen aan vrienden vertelt. Voor zover zij weten voel ik me soms wat triest, soms wat alleen, maar gaan de negatieve gevoelens niet dieper. En dat moet ook zo blijven, heremejee, dit hoeven zij niet te weten. Op de momenten waarop ik bij hen ben, voel ik me ook echt zo slecht niet. Er is geen eenzaamheid, er is geen gevaar, er is geen triestheid, want ik ben bij hun en ik voel me goed daar. Eens ik weer alleen ben, echter, overspoelt het me soms een beetje. Nuja, we zijn nog maar 2 weken verder, dat is niet lang genoeg om al een balans te kunnen opmaken. Dat ik met heel dit gedoe slecht omga en met weinig respect voor mezelf, is vanzelfsprekend. Mijn dagelijks dieet bestaat uit een gemiddelde van 450 kcal, en intussen weeg ik bijna 10 kg minder dan pakweg een maand geleden. Wanneer ik honger heb, of denk het te hebben, drink ik een glas water om zeker te zijn, en als het blijft hangen, eet ik wat wortels. Niks maakt me nog intens gelukkig. Bij niets heb ik een oprecht gevoel van zaligheid, al is er een spectaculaire reis gepland in de komende maanden, zelfs dat verroert me niet in die mate dat ik emotie ervaar. Ben ik te rationeel? Is mijn brein mij de kleine extases aan het afnemen uit zelfverdediging? Omdat ik zo diep en zo vaak gekwetst ben? De basis van mijn gevoelsleven lijkt inderdaad volledig afgesloten, terwijl ik een persoon ben die hierop teert en zonder emoties niet op haar gemak is. Ik huil niet, of toch niet abnormaal veel, ik vind eerder dat ik abnormaal weinig gehuild heb sinds de breuk. Enkele keren. Niet zoals ik normaal huil wanneer ik iets verlies, wanneer ik de finaliteit van het verlies onder ogen zie en besef dat ik nooit, nooit of te nimmer nog hetzelfde zal hebben als wat ik net verloren heb. Is liefde dan accepteren dat dingen niet hetzelfde blijven? Dat mooie dingen komen en weer gaan en dat je dat laatste moet aanvaarden als deel van de schoonheid? Christo zou zeggen van wel. Moet ik dan blij zijn dat ik dit jaar gehad heb, en voortgaan tot ik iets bereik dat me zin geeft? Dat bestaat toch niet, zingeving. Dat is monnikenprietpraat om je zoet te houden. Zingeving, pfrt. Als de betekenis van het leven is dat je geluk kent dat telkens weer verdwijnt, en als het leven een les is in het accepteren dat je dingen verliest, dan vind ik het leven fundamenteel incompatibel met mijn verwachtingen of mogelijkheden. Dit bolwerken, elke keer opnieuw, ligt niet binnen mijn bevoegdheid, ik kan dit niet. Een enorm stuk van me is gestorven. Het bloedt nog, maar het is al dood. Aha, tranen, dat was lang geleden.
Wat zinloos.
Wat zinloos om dit allemaal nog te doen. Ik zal wel zien wat er gebeurt. Als het tegenvalt, stap ik eruit. Treinen genoeg.
Het is tot me doorgedrongen en vanaf nu weet ik het voor de komende verwachtingen die misschien mijn geest zullen binnensluipen. Ik zal nooit gelukkig zijn. Het is een hopeloze zaak, dit leven -waar ik, met alle respect, niet om gevraagd heb. Ineens kreeg ik het gewoon en daar moest ik het mee doen. Nooit vond ik het echt leuk. Nooit werd ik vervuld met een gevoel van welbehagen om hier te zijn waarbij ik er rotsvast van overtuigd was dat ik er iets van zou kunnen maken en dat het nut had. Misschien is er geen en is de manier waarop je ermee omgaat van doorslaggevend belang. Toen ik een partner aan mijn zijde had (en niet zomaar eentje, hoor, eentje die ik met zorg en na lange overpeinzingen uitgekozen had) voelde ik me rustiger, alsof ik een plaats had, alsof ik het recht had hier te zijn. Nu ik alles op mijn eentje moet klaren voel ik me overspoeld worden door wanhoop, eenzaamheid en verdriet. Net nu het zin had zeg. Wordt het me weer maar eens afgenomen. Als tegenkantingen tests zijn van god, dan is god toch een van de meest hooprovende, sadistische, chagrijnige wezens die er bestaan.
En ja, NATUURLIJK, er zijn ergere dingen dan een partner verliezen, maar ik ben zo iemand die vindt dat voor iedereen "het allerergste" anders is. Als je je leven lang mishandeld werd in een waterput, dan zal in een waterput vallen voor jou wel onoverkomelijk zijn. En voor een ander is dat gewoon even vervelend. En voor mij, een angstige jonge vrouw die haar leven lang heeft gehoord dat ze niks is, is het verliezen van een surrogaat-zelfvertrouwen in de vorm van een liefhebbende man, een catastrofe. Vooral ook omdat ik zijn opgeven niet begrijp. Het voelt voor mij alsof hij me opgeeft. Hij moet me niet meer hebben omdat ik volgens hem aan bepaalde standaarden niet voldoe. Hij zei -wat zeg ik- hij belóófde dat deze keer niks hem zou kunnen wegjagen. En dan dit. Er is niks gebeurd. Niks wezenlijks veranderd. Er is niks... geëvolueerd. Zondag zaten we gezellig met vrienden op café te giechelen. Dinsdagochtend zei hij "ik kan niet meer, het moet stoppen". Was dat even verwarrend.
Ik ben dus nu landloos en havenloos en of het goedkomt zien we nog wel.
Het is ongelooflijk. Het is waanzinnig. Ik heb geen verdriet meer. Ik heb welgeteld 2 dagen geweend, en nu voel ik niks meer. Er komen allerlei nieuwigheden op me af en ik ervaar geen gemis of spijt. Maandag verhuis ik naar mijn nieuwe stek (20 m² met ingericht keukentje) en ben ik vrij van rompslomp zoals af en aan logeren bij vrienden zodat mijn man op het appartement kan verblijven. Wat kijk ik er naar uit om dat plekje in te richten! Hooo :) De housewarming-party-plannen dagen al in mijn hoofd.
Alleen eten is nog "moeilijk". Ik krijg amper brood door mijn keel, wortels al helemaal niet, water en soep vallen door mijn keelgat te duwen. Een donkerbruin vermoeden dat mijn 'rebound' nog op komst is, dwaalt door mijn achterhoofd maar daar denk ik nu niet aan.
Mijn man en ik gaan uit elkaar. Ik zeg altijd 'mijn man' omdat alle andere woorden voor "emotionele partner" lelijk zijn, maar we zijn niet getrouwd.
Ik heb eigenlijk niet alles begrepen, de redenen en zo. We hadden een kalm gesprek over de moeilijkheden en plots begrepen we allebei dat we uit elkaar moesten. Dit kan niet meer.
Waarom huil ik? Dit is toch het beste? Waarom huil ik dan? Desillusie? Kwaadheid? O ja, ik ben vreselijk boos. Ik ben ziedend van woede. Dit is allemaal zijn schuld. Hij is veel te... te slordig, en, egoïstisch en, kortzichtig. Hij kan geen dingen afmaken, relaties incluis. Te moeilijk, dan laat hij het vallen. Hij denkt in mijn plaats en zoekt dan oplossingen voor problemen die de mijne zijn, waar hij geen inzicht over kan hebben. Daar word ik gek van.
Shit zeg.
Waarom en waarvoor studeer ik nu nog. Dingen voor mijzelf doen. Fuck dat.
Misschien spring ik ergens van of zo (nee hoor, doe ik toch niet).
De Cola Lights vloeiden gisteren gretig. We zijn dan nog gestrand op een boerenfuif waar 90's hitjes werden gedraaid en amuseerden ons als een stel dolle honden, en onder mijn gelukkige ogen zag ik mijn man zich ontspannen van de werkweek, de pintjes drinken die hij wou, etc. Er is een documentaire op Tv over Haida-Indianen (!?) en hun totemtraditie. Ik ben al blij dat het niet over culinaire wonderen gaat of dikke klompen vlees. Aangezien ik nog niet lang wakker ben en mijn metabolisme nog aan het opwekken is, voel ik nog geen sterke honger, maar toch. De obsessie is er intussen, dat is het 'probleem' wanneer je jezelf ondervoedt. Je bent het zo gewend om de hele tijd aan eten te denken, dat je zelfs aan eten denkt wanneer je géén honger hebt. Daarom was ik zoveel aangekomen toen men me zei dat ik moest eten wat ik wou.
Eten is gezellig, sociaal, lekker, het wordt geassocieerd met feest en samenzijn. Suikerfeesten, Thanksgiving, Kerstmis, allemaal feesten met een sterke gastronomische traditie. Dat is niet toevallig. Zelf ben ik ook sociaal, gezellig, grappig, luid, eerlijk en direct, maar de kant van het eten is altijd een obstakel. Vooral omdat mijn schoonfamilie een enorm Bourgondische manier van feesten heeft. Bier, wijn, frietjes, saus, en dan nog taart en ijs als dessert. Schitterend, vriendelijk, geweldig, maar als ik zeg "neen dank u" kijkt iedereen bezorgd, alsof ik ziek zou zijn omdat ik vol zit. "Pak maar, niet verlegen zijn, neem maar, kom dit kan er nog wel bij". Alsof ik verlegen ben om meer te vragen, HAH. Mijn ouders hebben me opgevoed met eventueel soep, zonder room of aardappelen, 1/3 koolhydraten (pasta, brood, aardappelen of rijst) en 2/3 groenten. Grotendeels omdat mijn eigen moeder een gewichtsobsessie heeft. Enkele maanden geleden zei de huisdokter haar dat haar gewicht te laag is, maar ze lachte er gewoon mee. Toen ik met haar ging winkelen, en me dik voelde naast haar, zei ze vaak "je éét ook veel meer dan ik hé". Mijn BMI oversteeg nooit de 23, maar voor mijn moeder was ik altijd 'de molligste van haar kinderen'. En toch weiger ik mijn moeder te beschuldigen van zoiets afschuwelijks als haar eigen kind verzieken. Mijn moeder is de zachtste en liefste vrouw ter wereld, ze was er altijd voor me, ze gaf me de ruimte die ik nodig had, ze liet me rustig mijn gang gaan en als er een grens bereikt was vertrouwde ze erop dat ik hem zelf zou herkennen en om hulp zou roepen. Buitenstaanders vonden haar te laks, ongeïnteresseerd, maar dat had er niks mee te maken. Ze wist dat als ze ingreep zonder dat ikzelf een probleem zag, het alles nog veel erger zou maken. En ze had gelijk. Ik kan me dus moeilijk aanpassen aan friet met stoofvlees, mosselen, ijs, taart, mayonnaise, en eender welk ander vezelarm eten.
En straks gaan we bij mijn schoonouders eten, en ik weet dat ze gaan aandringen om me vol te steken. En als ik geen tweede beurt pak, gaan ze denken dat ik het niet lekker vind en iets anders gaan zoeken. En dan ga ik weer met alle moed van wereld moeten afslaan tot ze EINDELIJK opgeven. Zucht. Ze zijn zo lief, maar op vlak van eten soms opdringerig. De porties die zij als 'normaal' beschouwen, zijn in mijn ogen monsterlijk.
Maar goed. Laat ik me nu ontspannen voor breinloze 5-Tv.
Ja, de lessen beginnen maandag. Aangezien ik verander van richting, zit ik opnieuw bij nóg jongere mensen en opnieuw tussen een hoop onbekenden. Ik weet noch waar ik moet zijn noch om hoe laat, ik heb geen lesrooster, geen boeken en geen ideeën. Mijn inschrijvingsgeld moet nog door mijn moeder gestort worden en aangezien mijn moeder een onverbeterlijk warhoofd is, kan ik daar nog een goeie week op wachten. Mijn man heeft net ontbeten, en zei "eet jij je slaatje maar op". Dus ik kon niet anders. Ik had al 2 rijstkoeken gegeten maar hij zat erbij en hij bleef zitten. Ik wil vandaag niks meer eten. Hoe DOE je dat. Hoe leef je samen met een man, zonder dat hij in de mot krijgt dat je te weinig eet. Vooral omdat hij me vroeger al anorexisch heeft zien doen. Gelukkig moet hij van 3 tot 4 weg, dat lijkt misschien onnozel maar dat is een vol uur waarop ik me zeker en veilig voel, geen controle, ik hoef niks te eten, alles is ok. Ik heb hem voorzichtig aangespoord om deze namiddag ook nog een ritje te doen met zijn moto, misschien doet hij dat ook wel. Dan kan ik me voor de tv nestelen en niet eten. Met een beetje geluk verliest hij de tijd uit het oog, komt hij tegen 7 u pas thuis en kan ik zeggen dat ik al gegeten heb. Het is zaterdag dus naar alle waarschijnlijkheid gaan we op café vanavond. Gisteren zijn we ook op een terrasje gaan zitten, en heb ik 2 pinten gedronken. 200 kcal, gewoon, totaal onnodig. Ik was behoorlijk boos toen ik besefte dat ik 200 kcal zomaar toegevoegd had, zonder nadenken. Ik ben het zo gewend om bier te drinken op café. Vroeger, toen ik 50,5 kg woog, dronk ik nooit. Ging ook niet, ik werd zat van een halve pint. Vanavond zal ik dan bob zijn en de hele avond Cola Light zuipen. Mijn man zal dolgelukkig zijn. Oplossing 1 is binnen.
Ik ben zo zenuwachtig voor het beginnende jaar. Oh de paranoïde gedachten die hier nog zullen volgen, hemeltje. De haat die nog uit me zal gallen, het zal allemaal epische proporties aannemen.
De winter komt eraan, ik voel hem 's morgens aan mijn vel knagen en ik ruik hem in de regen. JA, de regen ruikt anders wanneer het koud is. De insecten verdwijnen één voor één, de planten sparen hun energie, en ik voel me ongerust worden over de koude die eraan komt. De kou is niet zo erg, voor normale mensen, die gewoon een extra trui aandoen en voor de rest niet veel last hebben. Maar voor mensen met een sloom metabolisme is de kou een chronisch ongemak dat elke dag bijna onoverkomelijk maakt. Met 3 truien voel je nog hier en daar een briesje dat je onderrug bereikt, ril je bij de gedachte alleen al dat het buiten maar 10° is, en moet er echt al een goede reden zijn om uit je lekker warme bed te sluipen. Douchen wordt een hele verschrikking. Ik had deze ochtend al gruwelijke moeite om eruit te stappen. Je buik verkrampt van de temperatuurschok, je benen rillen zo erg dat je bijna niet meer kunt rechtstaan. 'Waarom doe ik mezelf dit toch aan, djeezes, doe eens normaal. Eet gewoon een debiele boterham, denk je nu echt dat iedereen op je gewicht zit te letten en je gaat uitlachen als je wat vetrollen hebt?' dacht ik bij mezelf, op dat moment. Maar toen ik eenmaal afgedroogd was en ingeduffeld, en naar de kast ging, kon ik niet. Ik kon gewoon niet. Ik kon het niet over mijn maag krijgen om een boterham te smeren met iets en mezelf een beetje energie te geven. 'Ik heb al energie zat,' dacht ik, 'alleen zit het in mijn billen en mijn buik'. En ja, ik ben geobsedeerd door de idee dat mensen naar me kijken en denken 'ha, dat is er eentje die niet van de lekkernijen kan afblijven', en ik kan niet van me af schudden dat ik zoveel gebreken heb dat ik ze moet goedmaken met een onberispelijke lijn. Het jaar gaat herbeginnen, en ik weet nu al dat mijn myeline-aanmaak zal vertragen, dat studeren almaar moeizamer zal gaan en dat mijn concentratie tijdens de lessen met grote sprongen zal verminderen. Maar dat zijn lange-termijn-dingen die me niet overtuigen om de korte-termijn-dingen, zoals 3 kg verliezen, eventjes opzij te zetten. Voor één keer in mijn leven wil ik benijd worden. Degene die altijd een beetje gestoord werd gevonden, die altijd een beetje aan de zijlijnen stond te lummelen, moet voor één keer degene zijn die in het middelpunt staat en degene zijn die anderen WENSEN te zijn. En godverdomme dat zal me lukken ook.
De laatste dagen heb ik nochtans de indruk dat het een beetje aan het slabakken is. Dagen van 1000 kalorieën zijn voor elke diëtiste nog altijd nekharen-overeind maar voor mij zijn ze niet goed genoeg. Als ik gewoon rechtsta met mijn knieën tegen elkaar, raken mijn bovenbenen elkaar nog een beetje en ik word er gek van. Wanneer ik stap voel ik het, wanneer ik in mijn bed lig leg ik me zo dat ik mezelf nergens aanraak, ik walg ervan en zolang het daar nog is, ben ik ontevreden.
Wanneer mijn ratio eventjes in werking wordt gesteld (dat is erg weinig hoor, meestal triomferen mijn emotionele obsessies) zie ik ook wel in dat ik mijn lijf aan het kapotmaken ben. Ofja, neen, zo erg is het nu ook weer niet, maar wel dat mijn mentaliteit deze is van een zieke persoon en dat die ziekte als enig doel heeft om mijn lijf uit te mergelen. Maar dan zie ik ook wat eraan vooraf gegaan is, en dan denk ik bij mezelf, dat zolang ik het zo oplos, het minder erg is dat automutilatie, heroïnegebruik, uitwaartse agressie of iets van die strekking. Dit is een stille, rustige en haast onmerkbare manier van... functioneren, ondanks onverwerkte knopen. Zo relativeer ik het een beetje wanneer ik schrik van mezelf bij het zien van eten.
Vorige week belde Sarah me, één van mijn allerbeste vriendinnen, om ergens eens iets te gaan eten 's middags wanneer zij even geen les heeft. Dat is dus vandaag. Het leek me allemaal heel leuk, en dat doet het nog steeds, maar het betekent nog altijd eten. Betalen voor eten dat ik liefst van al nog zou overslaan. Wat moet ik nemen opdat het niet opvalt. Sla, dat heeft iedereen meteen door. Croque Monsieur dat is vettiger dan eender wat. Spaghetti dan moet ik de helft laten staan. ARGH. Een geldig excuus is zeggen "ik zit zeer krap bij kas deze week", maar dan gaat ze aanbieden om bij te leggen en moet ik dat ook weer met alle moeite van de wereld afslaan. Ik had dat broodje deze ochtend nog niet moeten eten. Dan had ik 200 kcal meer kunnen eten bij het middageten. Damn. Vanavond harder vechten lijkt me dan de enige oplossing.
Jaja, grinnik maar, 200 fucking kalorieën, 7000 kalorieën vormen een kg vet volgens mijn diëtiste en alle beetjes helpen. Normaal gezien gaan mijn man en ik vanavond een tourtje lopen maar ik weet niet of hij er uiteindelijk nog zin in zal hebben. Hij is niet zo geobsedeerd als ik door gewichtsverlies, zal ik maar zeggen, dus hem maakt het niet veel uit of hij het vandaag doet of volgende week. En dan moet ik doen of er niks aan de hand is "ok, volgende week dan", terwijl ik me vanbinnen zit op te vreten omdat ik heel mijn dagschema heb ingedeeld met de verwachting dat ik 's avonds nog een extra 250 kcal zou verbruiken. Ik zou dan 250 kcal extra hebben gegeten, begrijpt u. Maar dat ga ik dus deze keer niet doen, want wellicht zal het niet doorgaan en ik wil nu niet uit mijn schema zitten of afwijken van de regel: tussen 600 en 800 kcal per dag, and that's that. Misschien moet ik minder roken. Maar het geeft me iets om handen.
Mijn haar begint vet te worden, maar ik heb geen zin om me te douchen, ik heb het koud. Ik wil niet lekker warm hebben onder het water en dan als een rillend twijgje uit die vervloekte douche stappen en bijna mijn evenwicht niet kunnen houden van de kou. Maar ik val nog liever dood dan dat ik met een vette kop buiten ga, 'laten we gezamenlijk frietjes bakken in mijn haar!'. Dus ga ik me sowieso douchen. 5 min. Korte pijn.
Volgens de spijskaart van de eettent waar we hebben afgesproken, hebben ze boterhammen met kaas. Ik zal bruine boterhammen met kaas vragen, dat valt mee qua prijs en dan valt het zo erg niet op dat ik evenveel eet als een kind van 5. "Moet ik bijleggen? Ik kan het missen hoor..." 'Neeneenee, het zal nog lang duren voor ik het je kan teruggeven en ik moet voor mezelf kunnen zorgen.' Haha. Leugenaar.
Geen van jullie heeft ooit blijk gegeven van enig inzicht in wat jullie hebben aangericht. Mijn persoonlijkheid, mijn sociale relaties en zelfs mijn leven zijn voor altijd door jullie getekend. Ik wou dat ik jullie zo'n belangrijke plaats kon ontzeggen, want de beperktheid van jullie hersencapaciteit haalt in de verste verte niet de standaard voor zo'n eer. De enige reden waarom ik eventueel nog eens zou willen samenkomen, zou zijn moest ik een bigass shotgun hebben waarmee ik jullie één voor één zou kunnen afknallen. De oppervlakkige opvatting van het leven en van anderen, die zo typerend is, heeft me verwond op een moment waarop ik nog geen verweer had, als 6-jarige, anderstalige jongeling. Magere kabouter, haha kabouter. Sterf, reus, sterf aan de pijnlijkste, langdradigste vorm van darmkanker. De gehele vorming van mijn identiteit is doordrongen geweest van jullie verwerping, van twijfel die uit het niets verscheen en van onmeetbare angst. O, de angst die jullie me hebben opgedrongen, daar wil ik nog de meeste wraak voor. Nachtmerries, huilbuien, paniekaanvallen, alles heb ik doorstaan door kwetsende opmerkingen en pure onverschilligheid.
Jarenlang was ik zeker dat ik van jullie hield. Ik wilde bij jullie horen, jullie graag zien en me veilig voelen in een groepje vriendjes. Wanneer ik jullie nu zie, opgegroeid, zie ik echter in dat jullie altijd al gedoemd waren tot het worden van blanco omhulsels waar misschien ooit een mens in had kunnen bloeien. Jullie ouders, zielsgelukkig in de gestandaardiseerde verkavelingswoning die jullie je thuis noemen, hadden nooit de ambitie jullie verder te stuwen of meer bij te brengen dan dat. Conformiteit is de norm. Ik was en ben niet conform, zege of vloek, ik weet het niet, maar aan de kant van de niet-conformiteit kan ik jullie alvast verzekeren dat het prettig leven is. Waarom, wat jullie bezield heeft, in godsnaam, om mijn eigenheid, mijn persoonlijkheid en mijn dromen zo aan te tasten, ik zal het nooit begrijpen. De enige conclusie die me te geeste komt, is dat jullie anusvocht zijn met de intelligentie van een hazelnoot en de empathie van een erwt.
Het is slechts sinds kort dat ik aan mezelf durf toegeven dat het misschien niet mijn schuld was. "Als de hele klas tegen jou is, dan zal het wel aan jou liggen", dacht ik altijd. Ik heb in de daaropvolgende jaren duizenden identiteiten aangenomen, allerlei subculturen afgeschuimd en veel mensen geobserveerd. Zelfs periodes van pure na-aperij gehad, alles was beter dan ik. Wie met zichzelf worstelt, worstelt bovendien ook met zijn omgeving, dus indirect hebben jullie ook mijn hele gezin besmet met het virus van het geweld. Door jullie, jullie schuld, en die van niemand anders, is mijn woede zich tegen mezelf gaan keren, en ben ik degene geweest die moest lijden. Ik ben bijna Jezus, verdomme, jullie hebben me genadeloos aan het kruis genageld om zelf niet onder vuur komen te staan. Jullie hebben me wijsgemaakt dat ik boos moest zijn op mezelf, dat ik mezelf moest haten, dat ik inferieur was aan eender welk ander kind. Weerloos heb ik dat geloofd.
En ik wou dat het leven zoals in de films was, waarin ik op een nacht zou samensmelten met een bidsprinkhaan van extreme giftigheid, en jullie zou komen bezoeken en gruwelijk vermoorden. Ik wou dat ik jullie zodanig kon pijnigen dat jullie spijt zouden hebben van wat jullie allemaal tegen me gezegd hebben. Dat ik empathie in jullie hersenen kon dwingen en laten voelen wat ik jarenlang heb moeten voelen. Maar dat is niet zo dus moet ik me beperken tot gal spuwen op een miezerige blog. Bedankt om me zo cynisch te maken, dat wel.
Moge jullie kortzichtigheid jullie voor eeuwig achtervolgen in jullie ambities, moge jullie voor altijd beperkt worden door modaalheid en banaalheid, en vooral, vooral hoop ik dat jullie beseffen wat er allemaal buiten jullie handbereik ligt.