De meerkoet (Fulica atra) behoort tot de familie van de rallen. De vogel is 38 centimeter groot, geheel zwart met een witte snavel en voorhoofdsschild.
De meerkoet duikt veel, met name bij het zoeken naar waterplanten. Hij vliegt niet graag, hij vlucht liever rennend over het water. Ook bij het opstijgen uit het water wordt eerst een stuk rennend afgelegd. Bij migratie, die meestal 's nachts plaatsvindt, kan hij echter grote afstanden afleggen.
De kleine rietgans is een middelgrote gans, 60-75 cm lang met een spanwijdte van 135-170 cm en een gewicht van 1,8-3,3 kg. Hij heeft een korte snavel, helder roze in het midden met een zwarte basis en punt en roze poten. Het lichaam is grijsbruin, de kop en hals zijn wat donkerder bruin. De staart heeft een brede witte eindrand, die bij de andere rietganssoorten smal is. De bovenste vleugeldekveren zijn bleek blauwachtig grijs en bij andere rietganzen donkerder.
De strandplevien is een waadvogel uit de familie van plevieren. Het is een broedvogel van steppengebieden en zandkusten van Europa, Azië en Noord-, Zuid- en Midden-Amerika. In Europa is het voornamelijk een broedvogel van kustgebieden.
De zeekoet is een vogel uit de familie van alken (Alcidae). Ze worden 38 - 46 cm. groot met een spanwijdte van 61 - 73 cm. Het is de meest talrijke alk van de Britse eilanden en broedt in grote kolonies op smalle kale richels van steile kliffen.
De zeekoet legt een enkel ei op de kale rots. Het heeft de vorm van een peer waardoor het niet wegrolt maar in een kringetje ronddraait. Het ei wordt staande bebroed. De oudervogels herkennen hun ei aan de tekening, en hun jong aan zijn geluid. Drie weken nadat het jong uit het ei komt, nog voor het kan vliegen, springt het onder begeleiding van de vader van de rotsen in zee; veel Britse zeekoeten trekken daarop gezamenlijk naar de kust van Noorwegen.
Hij is herkenbaar door zijn exotische kleuren. Hij leeft in groepsverband en broedt dan ook in kolonies in holen in wanden van oevers en bergen, soms ook in de grond.De (Europese) bijeneter is een vogel van ongeveer 28 centimeter .
De drieteenmeeuw is meer een oceaanvogel dan de andere meeuw, daar hij buiten het broedseizoen meer op de open zee voorkomt dan bij de kust. Ze komt algemeen voor langs de kusten van het noordelijk halfrond. Drieteenmeeuwen voeden zich met zeedieren, vooral ongewervelden, die ze gewoonlijk vangen door zich op het water te laten vallen.