Met een grootte van 24 tot 26 centimeter is de ruigpootuil een van de kleinere uilensoorten. De vleugelspanwijdte bedraagt 53 tot 60 centimeter. Tussen de geslachten bestaat een groot verschil in gewicht; mannetjes wegen gemiddeld ongeveer 100 gram, terwijl vrouwtjes tot 160 gram kunnen wegen. Verder lijken mannetjes en vrouwtjes erg veel op elkaar.
Een opmerkelijk uiterlijk kenmerk zijn de heldere, zwartgezoomde veren op de kop. Zoals bij alle uilen zijn de ogen relatief groot; de iris is geel.merkelijk uiterlijk kenmerk zijn de heldere, zwartgezoomde veren op de kop. Zoals bij alle uilen zijn de ogen relatief groot; de iris is geel.
De zaaguil in zijn volwassen toestand kan tot 20cm groot worden met een vleugelwijdte van 43cm.De zaaguil komt voor in de bossen van de gematigde streken van Noord-Amerika.
De ransuil komt voor in bosachtige gebieden met naaldbomen en open terreinen. In de winter verblijven ransuilen graag in elkaars gezelschap. In hun roestplaatsen, gemeenschappelijke slaapplaatsen in naaldbomen, struiken, knotwilgen of wilde hagen, rusten ze soms in grote groepen tot wel 100 exemplaren.
a)Tyto alba guttata De hartvormige vrijwel witte gezichtssluier is rond de zwarte ogen roodbruin tot lichtbruin gekleurd. De vleugels zijn asgrijs met oranjebruin, overspikkeld met langwerpige, zwart-witte druppelvlekjes, die vanaf de bovenkop naar de vleugeldekveren steeds groter worden. Verder zijn de grijze partijen fijn dwarsgestreept. Over de slag- en armpennen lopen duidelijke brede dwarsbanden van oranjebruin en grijs. De staart heeft dezelfde tekening. Borst- en buikzijde zijn oranjegeel tot donkerbruin, gespikkeld met donkerbruine, ruitvormige vlekjes. Bij het uitslaan van de vleugels is de spikkeling ook te zien op de lichtgekleurde ondervleugels. De poten zijn tot aan de tenen bedekt met witte haren. Toch is het een lichtgekleurde vogel die vooral in de vlucht een bijna witte indruk maakt.
b)Tyto alba alba De onderzijde van deze soort is volledig wit met kleine stippels en vlekken. Ook de bovendelen zijn veel lichter (grijzer) van kleur. De lichte vorm (T.alba alba) is zeldzaam in Nederland.
De steenuil is de kleinste uil in de Benelux. Het is een klein gedrongen uiltje van ongeveer 21 tot 23 cm. De steenuil heeft een platte kop met felle gele ogen, en heeft aan de bovenkant bruine veren met lichte vlekken.
Een volwassen exemplaar is 30 tot 35 centimeter groot. Ze komen voor op allerlei plaatsen, ook in steden. De dieren zijn vaak te zien langs autowegen. Het mannetje heeft een grijsblauwe kop en nek, een roodbruine rug en vleugels met donkere vlekken. De staart is blauwachtig grijs en heeft een zwarte eindband. Het vrouwtje is identiek aan het mannetje, maar heeft een bruine kop en nek, dwarsbandjes op de rug en vleugels en een bruine staart.