Inhoud blog
  • Te mooi om waar te zijn
  • De afstand wordt overbrugd/2
  • De afstand wordt overbrugd.
  • Hoofdstuk I - De ontmoeting/2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Mr.V.
    Les memoires du Roi des Damnées et ses Princes des Morts.
    04-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De afstand wordt overbrugd.


    De profundis! klonk de bede,
    De profundis! zuchtte 't huis,
    't huis, en al die knielden mede,
    in godvruchtig stemgedruis.

    (Kerkhofblommen, Guido Gezelle 1858)

     

    2 De afstand wordt overbrugd

    Calder: ‘Spreken we af volgend weekend?’

    Ik: ‘Neen helaas, volgende week heb ik de plechtige communie van mijn neefje. Maar het weekend nadien kan perfect.’

    Calder: ‘Ik wil je echt beter leren kennen en ik wil gerust naar Brugge komen. Ik geloof niet sterk in lange afstandsrelaties, maar nu wel. We zien wel waar we uit komen.’

    Ik: ‘Dat klopt. Volgende week heb ik een eerste communie van een dochter van een kennis van mij. Ik ga naar de communie in de kerk, want dat heb ik beloofd. Daarna is er een glaasje op de receptie, dan blijf je maar een uurtje of twee in mijn huis en kom ik nadien weer bij jou. Anders ik zal het eens bekijken en houd je op de hoogte.’

    Calder: ‘Ja, lijkt me prima, dan kan ik zaterdag naar je toe komen. Na je examen.’

    Calder en ik spreken elkaar vaker die dagen via de verschillende media. Het contact loopt vlotjes, we stemmen de snaren op verschillende vlakken en is veelbelovend. Natuurlijk wil ik hem ook terug zien, maar helaas is het nu niet mogelijk. Er staan andere katten op de agenda die gegeseld moeten worden. Wachten is de boodschap.

    Ik moet het zien te regelen bij madame Sjeremetjev, de vrouw van Dr Sjeremetjev. Hem ken ik al een paar decennia en reken ik tot mijn beste vrienden. Madame is een Spaanse, maar ik spreek altijd Frans met haar. Ze heeft zo’n leuk accent. Ze beschikt over een passionele vurigheid en humor zoals we die van Spaanse furies kunnen verwachten. Madame Sjeremetjev is een en al positieve energie en heb ik in die vijftien jaar dat ik haar ken nog nooit een kwaad woord over iemand horen vertellen. Ze houdt van bloemen en decors, en heeft een mooie zelf ingerichte tuinkamer waar ze haar gasten ontvangt. Zo ben ik vandaag gevraagd voor een dinertje in de Le Hameau de Madame, zoals ik haar tuinkamer bewierook.

    -          ‘Monsieur Jean-Baptiste, ben je klaar voor de eerste communie van Isabella?’

    -          ‘Jawel, madame Sjeremetjev, ik kom naar de communie en daarna zal ik ook een uurtje blijven op de receptie.’

    -          ‘Kom je niet eten nadien op het kasteel van haar dooppeter?’

    -          ‘Ja graag, madame, maar het zit zo. Ik heb bezoek volgend weekend en die jongen komt van ver, dus wil ik hem ook niet lang alleen laten.’

    -          ‘Oooh, monsieur Jean-Baptiste, voel ik iets?’ Ze kijkt me ondervragend aan met een deugdelijke glans in haar ogen: ‘Wie is het? Heb je een foto?’

    -          Ik glimlach: ‘Kijk, hier heb ik een foto van hem.’

    -          Oooh, dat is een mooie jongen! Een eendagsvlieg of denk je aan meer? Madame Hortensiaaa!’ roept ze door de kamers. ‘Madame Hortensia! Kom eens kijken wie monsieur Jean-Baptiste heeft leren kennen.’

    -          Madame Hortensia komt uit de keuken met een voorschoot aan. Ze vertoont net als altijd een brede lach op haar gezicht en kijkt naar de foto. ‘Oooh monsieur Jean-Baptiste, dat is een knappe jongen. Komt hij mee volgende week naar de communie van Isabella? We zetten voor hem graag een bordje bij.’

    -          ‘Ja, dat zou mooi zijn, maar ik wil me zeker niet opdringen. Het is inderdaad nog pril, maar ik voel wel dat het iets kan worden. Hij heet Calder.’

    -          ‘Calder? Mooi, neem hem maar mee. Hij is blond en knap, en we willen hem zeker leren kennen!’

    -          ‘Ok, dan zal ik hem dat meedelen. Bedankt in elk geval, dames!’

    Het weekend breekt aan. Uitzonderlijk moet ik niet werken op zaterdag omdat mijn ouders een uitje maken met vrienden naar Frankrijk. Calder komt ongeveer tegen twee uur in de namiddag aan in het station van Brugge. Ik sta hem op te wachten. Daar is hij. Gepakt en gezakt. Zijn haren staan wat wild door elkaar. Hij draagt een geruit hemd en een korte grijze broek. De tattoo op zijn linkerbeen komt even vanonder de zoom.

    -          ‘Ja, mijn haren zien er niet uit, want ik heb me snel moeten klaarmaken om hier op tijd te raken. De trein zat vol met toeristen voor de kust en al die kinderen. Ik ben bekaf! steekt hij van wal.

    -          Ik geef hem een zoen: ‘Ik ben gelukkig dat je er bent. Je haar is leuk zo, lekker speels. Kom, mijn auto staat daar. Gaan we een ritje maken naar zee? Zeebrugge is een makkelijke badplaats en best dichtbij. We raken er hopelijk ook gemakkelijk de auto kwijt. Laat me je spullen maar in de kofferbak laden.’

    -          ‘Je hebt een mooie auto.’

    -          ‘Ja, een Mercedes, hij is veertig jaar oud en heeft amper 160.000 km op de teller. Ik wil met niets anders rijden.’

    Ik doe voor hem de deur open, laad alles in en neem plaats om te rijden. Ik geef hem een knipoog en wrijf even over zijn bil. Hij haalt diep adem, zucht en kijkt me met voldoening aan. We rijden richting Zeebrugge. Ondertussen vertel ik hem een beetje over de geschiedenis en de bestuursinrichting van Brugge en leg hem uit dat Zeebrugge ook onder het stadsbestuur van Brugge valt. We vinden inderdaad snel parking en lopen een eindje langs het strand. Nog best veel wind, maar wel een mooie zonnige dag. Op een terrasje op de dijk:

    -          ‘Wat mag het zijn voor de heren?’ vraagt een zwarte ober.

    -          Ik voer de bestelling: ‘Twee limonades en twee banana splits met slagroom.’

    -          ‘De limonade met een strootje voor mij alstublieft.’ valt Calder in. ‘Want in limonade zitten zo veel suikers dat het slecht is voor de tanden als je die drinkt aan het glas. En mijn tanden zijn mijn handelsmerk.’

    De naoorlogse Belgische kust is een van de lelijkste en meest onaangename van de wereld denk ik. Ze staat vol met flatgebouwen waarbij het motto luidt: ‘Elke centimeter brengt geld op!’ Die flatgebouwen zijn danig hoog dat je op de dijk in de namiddag altijd in de schaduw loopt. Op de koudere dagen drijft de wind het zand zo op dat het eigenlijk meer een worsteling is om je tegen de noorderwind te verzetten dan een deugddoende wandeling en een frisse neus te halen. Wat een contrast met een kleine honderd jaar geleden. Toen de art-nouveau nog zegevierde en de Belgische kust een internationale grandeur genoot. Toen spraken we bijvoorbeeld nog van Oostende, ‘de koningin der badsteden’. Met de staart tussen de benen heeft Oostende zijn eretitel moeten veranderen naar ‘stad aan zee’. Wat een achteruitgang. Nu staan enkel nog minieme restanten van dat roemrijke verleden gedrongen tussen afschuwelijke flats in glas en beton. Duinen of natuurgebied heb je bijna niet meer en in tegenstelling tot de buurlanden Frankrijk en Nederland is de Belgische kust een letterlijk trekgat geworden voor de inlanders. In het Maritiem Museum van Zeebrugge verwoorden ze het als volgt: ‘Na 1960 komt het massatoerisme op volle toeren en trekt de elite zich terug in Knocke-le-Zoute. Ver weg van het gepeupel.’

    -          ‘Wat een decoratief huis! Woon je hier alleen? Het is wel apart ingericht. Niet meteen hoe ik het zou inrichten, maar wel heel mooi.

    -          ‘Dank je. Ik woon hier alleen.’

    -          ‘Mooie schilderijen heb je hier hangen. Is dat een zelfportret dat je geschilderd hebt van toen je jong was?’

    -          ‘Neen, dat is Adelmo, maar over hem vertel ik je later wel. Laten we eerst een douche nemen en je spullen uitpakken. Kom je mee naar boven? Ik geef je een korte rondleiding, zo weet je alles zijn in huis en kan je je op je gemak nestelen.’

    -          ‘Is goed.’

    -          ‘Dit is de kleedkamer, laten we hier je koffers plaatsen. Is deze hoek voldoende voor je?’

    -          ‘Ja hoor.’

    -          ‘We gaan het gezellig maar niet te laat maken. Morgen hebben we het communiefeest van Isabella en we worden om tien uur ’s morgens verwacht.’ 

    Zondag. Om acht uur gaat de wekker. Calder wrijft zijn ogen uit. Hij straalt en ziet er zo knap uit. We nemen elk een douche en hij is even in paniek over wat hij aan zal trekken.

    -          ‘Jij ziet er zo mooi uit met die officiersjas en ik heb maar een zwart hemd en een zwart jasje. Is deze jas echt?’

    -          ‘Ja, het is een echte zomerjas van de Belgische officieren uit de periode van koningen Leopold III en Boudewijn I. Kijk naar het statieportret hier van koning Leopold III. Zie je zijn jas? Het is dezelfde. Maar Calder, je zult schitteren, kijk eens naar je engelengezichtje!’ Hij lacht.

    -          ‘Jij hebt duidelijk smaak.’

    -          ‘Jij hebt ook smaak, anders was je hier niet. Maar als ik je een tip mag geven ... De regel zegt: het onderste knopje van je jas altijd open laten. Als je gaat zitten, doe je alle knopjes open en als je recht gaat staan, doe je ze weer dicht, maar het onderste laat je altijd open. Daaraan herken je iemand met stijl. Net zoals aan tafelmanieren.’

    -          ‘Ik vind het mooier als ze allemaal dicht zijn.’ besluit Calder.

    Hij had immers zich al volledig op mijn adviezen gekleed en zag er beeldig uit. Misschien was dit knopje nog het enige dat hij als symbool van zijn persoonlijkheid kon vasthouden.

    Te voet gaan we naar de kerk. Madame Sjeremetjev en madame Hortensia zien ons binnen komen en wenken ons dat ze een plaatsje hebben gereserveerd. We groeten en volgen de mis. Isabella is flink, zoals elke eerste communicant. Calder neemt zachtjes mijn hand vast. Ik voel mij hierdoor een klein beetje ongemakkelijk, want ik doe dat normaal niet. Zo ben ik niet opgevoed. Maar het is discreet en ik neem er vrede mee. Ik moet toch ook leren dat tijden evolueren en dat ik het best mee evolueer. Madame Sjeremetjev neemt de rol van fotograaf op zich.

    -          ‘Niemand moet foto’s nemen, want anders is iedereen bezig met zijn gsm en dat heeft geen stijl. Ik neem de foto’s van de dag.’ Legt ze ons uit in een gebroken Nederlands. Madame Sjeremetjev is een Spaanse.

    Na de mis is er een kleine receptie in de school en genieten we van een zonovergoten speelplaats tussen oude strenge gebouwen. Dr Sjeremetjev, mijn goede inspirerende, maar uiterst eigenzinnige vriend en de echtgenoot van de veel jongere madame Sjeremetjev, hadden we al gezien in de kerk. Hij is een afstammeling van graaf Sjeremetjev, de familie die de burgemeesters van Moskou heeft geleverd tot de Russische revolutie. Dr Sjeremetjev heeft lak aan bestuur door dummy’s. Zo meet hij zich maar al te graag met het stadsbestuur en wint dan ook elke veldslag met glans. Op die manier geeft hij gestalte aan zijn nobele afkomst. Hij is immers doctor in de kunstwetenschappen en beschikt over een klare kijk op de dingen. Noem het, zo je wil, gezond boerenverstand. Doordat hij het leven zo nuchter doorziet zien velen in hem ook een excentriekeling. In een opzicht is hij dat ook. Hij houdt niet van het banale en heeft een uitgesproken respect voor tradities, normen en waarden. Drie noodzakelijke componenten die en masse worden uitgeroeid en met de voeten getreden in de huidige maatschappij. Hervormingen en vernieuwen, daar zijn onze beleidsmakers mee bezig, terwijl de oplossingen in de tradities liggen. Daar keert men altijd op terug. Dr Sjeremetjev is mijn eminence grise, mijn leraar en mijn voorbeeld. Als wandelende encyclopedie kan Dr Sjeremetjev die toch ondertussen wel meer dan vijfenzeventig lentes telt als een ware meesterverteller, met een knappe Franse ‘-r’ en het nodige theater, mensen boeien met verhalen uit zijn levenswandel, kunst, poëzie en muziek.

    Zoals we van hem kunnen verwachten, is Dr Sjeremetjev iets later aangekomen en zit hij achteraan. Hij loopt eerst statig door de middengang tot vooraan in de kerk. Zijn illustere verschijning en zijn aristocratische profiel stralen een zelfverzekerdheid uit. Hij draagt een zwart kostuum met een lange negentiende-eeuwse overjas. Zijn zwarte haren zijn achteruit gekamd. Iedereen heeft gezien hoe hij cryptisch de kerk binnenschuift en de rijen mensen afspeurt. Tijdens de receptie stel ik hem Calder voor. Dr Sjeremetjev spreekt een poosje met Calder en zo te zien hebben ze een goed contact. Madame Sjeremetjev neemt foto’s van het hele gebeuren en even later beslissen we door te gaan naar het kasteel van Isabella’s dooppeter.

    Het kasteel ligt net buiten de Smedenpoort aan de Singel. De toegangspoort gaat open en we komen in een grote jardin met oude loofbomen. Iets verderop staat het kasteel, lichtjes in de hoogte.

    -          ‘Welkom monsieur Jean-Baptiste en je bevallige vriend, die ik nog niet eerder heb mogen ontmoeten,’ zegt de gastheer.

    -          ‘Monsieur, bedankt voor de uitnodiging. Dit is Calder. Is hij mijn nieuwe vlam, mijn bosbrand, ik weet het nog niet goed, maar de tijd zal het wel vertellen.’ antwoord ik eerder bescheiden. ‘In elk geval monsieur, hij is hier nu en daar gaan we op verder bouwen.’

    -          ‘Dat geloof ik best, monsieur Jean-Baptiste. Ik heb de tafels buiten gezet, want het is zo’n mooi weer dat we gek zouden zijn binnen te kruipen. Vind je niet?’

    -          ‘Helemaal akkoord, waar mogen we plaats nemen?’

    Calder en ik schuiven aan tafel en Calder knijpt zijn snoet helemaal samen. Het is precies een tic nerveus die hij uitvoert wanneer hij verlegen raakt door intens geluk. Als hij die tic heeft dan maakt het hem zo superschattig en smelt mijn hart. Dr Sjeremetjev zit naast me aan tafel. Hij stelt een aantal vragen en vind Calder, die hij wel al meermaals Adelmo heeft genoemd, een leuke partij. Calder valt duidelijk in de smaak. Madame Sjeremetjev neemt plaats recht tegenover ons. Met haar mooie hoed heeft ze, de uitstraling van de koningin van Engeland, vind ik.

    Toch, een paar uur later en waarschijnlijk door de zon slaat de alcohol in bij madame Sjeremetjev. Dr Sjeremetjev is dan al vertrokken naar zijn stadskasteel en we brengen haar naar huis samen met een vriendin.

    Calder en ik gaan even binnen met madame Sjeremetjev in het grote mysterieuze stadskasteel van Dr Sjeremetjev. Ze wil even haar neus poederen en duwt haar camera in de handen van Calder. We horen een bonk. Calder en ik gaan kijken wat er gebeurd is. Madame Sjeremetjev had haar evenwicht verloren en grabbelt weer recht. Haar hoed staat scheef, maar ze verzekert ons dat het haar lukt. Best een grappig zicht. De chique madame Sjeremetjev, die daar eerst zo plechtig aan tafel zat, ligt nu tussen de toiletten. We wachten even in de binnenhof en Calder maakt met de camera van madame Sjeremetjev een selfie van ons twee. Hij wil kijken of de foto gelukt is en drukt op een knop. “Borrar todas las imágenes” verschijnt er op de display en Calder drukt nog een keer.

    -          ‘Calder, neen! Wat doe je?’

    -          Calder haalt zijn schouders op en zegt: ‘Ik versta geen Spaans.’

    Nu zijn alle foto’s uit de camera gewist van Isabella haar communie. Hopelijk is het geen waar, anders heeft dat kind geen enkel document van deze wondermooie dag. Madame Sjeremetjev is nu niet in staat om te controleren wat er effectief met die foto’s is gebeurd en was al in haar bed gedoken. Calder en ik gaan richting huis, waar we ons even rustig verfrissen.

    We gaan nog een glas gaan drinken bij Dr Sjeremetjev. De pianist Joseph is er ook. Ik zing samen met hem een lied. 'Laat me – vivre', Calder zit in een hoekje en luistert. Hij vindt het mooi en krijgt tranen in zijn ogen – een kippenvelmoment zegt hij. Dr Sjeremetjev vertrouwt me toe dat hij Calder een goede partij vindt.

    -          ‘Jong, knap, toegankelijk, sociaal, maar, monsieur Jean-Baptiste, neem me niet kwalijk dat ik het zeg, het is een meisje hé.’ lacht mijn goede vriend Dr Sjeremetjev.

    We gaan vroeg naar huis, want morgen moet ik twee presentaties geven, eentje om acht uur dertig en eentje om één uur dertig. Calder kan rustig uitslapen.

    -          ‘Jij moet wel van het koningshuis houden, dat je bijna in elke ruimte van je huis een portret van een koning hangen hebt.’

    -          ‘Klopt Calder. Ik ben een echte royalist!’

    -          ‘Ik niet hoor. Voor mijn part mogen ze alle leden van de koninklijke familie tegen de muur zetten en afknallen. Die bende leeft op ons geld en wij maar betalen…’

    -          ‘Calder, ik wil niet dat er zo’n taal in mijn huis gesproken wordt. Je moet binnen enkele ogenblikken je trein halen. Ik breng je wel naar het station.’

    -          ‘Ja, het is toch waar? Waarom zou je nu voor het koningshuis zijn? Die doen niets en kosten handen vol geld.’

    -          ‘Calder! Waarop baseer jij je om zo’n uitspraken te doen?’

    -          ‘Gewoon, dat is toch zo? Dat weet ik.’

    -          ‘Calder, dit slaat nergens op en kan niet dienen als een mooie afsluiter van een prachtig weekend! Je moet vooraleer je zulke uitspraken doet ook weten waarom je zo iets zegt. Als ik zeg dat ik een royalist ben, dan fundeer ik grondig mijn mening.’

    -          ‘Jij mag zeggen wat je wilt, maar ook ik heb recht op mijn mening.’

    -          ‘Calder, hou op! Binnen vijf minuten heb je je trein.’

    Hij zit op de trein, voor een reis van ongeveer drie uur tot hij weer thuis is. Ik vind dat een waardevolle prestatie. Adelmo deed dat ook. Bijzonder.

    Maar het koningshuis tegen de muur zetten en afknallen, dat zou Adelmo nooit hebben gezegd. Hij was zelf een royalist en als hij ergens geen mening over had of niet over had gestudeerd, dan schaarde hij zich voor honderd procent achter mijn mening. Ik mis hem.

    Wat een rotgevoel geeft Calder mij nu. Zo’n mooi weekend en eindigen in mineur. Het koningshuis uitroeien. Hoe plebejisch kan je denken? De koning, is zijn hele leven opgeleid om het land naar best vermogen te besturen. Een president wordt doorgaans om de vier jaar met veel rompslomp en peperdure campagnes en verkiezingsrondes verkozen. Nooit door een meerderheid, maar door een minderheid. Koning Albert II zat bijvoorbeeld twintig jaar op de Belgische troon. Dus zijn er vijf presidentiële verkiezingen uitgespaard. De koning is, in tegenstelling tot een president, niet politiek gekleurd en vertegenwoordigd een volledige natie. Ongeveer vijfenzeventig procent van de Belgen staat achter hun koning, daar kan een president slechts van dromen. De koning wordt ontvangen door alle staatshoofden, zelfs bij de communistische Chinese president. De minister-president van Vlaanderen raakte niet verder dan de burgemeester van Peking. Als een prins op handelsmissie vertrekt dan rijft hij contracten binnen en wordt met alle royalty’s ontvangen. Koningen hebben allure en in het buitenland kan dat tellen! Ze geven het land een bijzonder imago en stabiliteit. Dat is nodig in een wereld die steeds in verandering is. Zelfs Poetin, de Russische president heeft voorgesteld om de keizerlijke familie opnieuw te installeren, wel zonder politieke macht, om het imago van Rusland opnieuw op te krikken.

    Het hangt ook weer af van de media. In Nederland bijvoorbeeld bestaat er iets als positieve communicatie over het koningshuis. Nederlanders vieren dan ook uitbundig de koninklijke feestdagen zoals Koningsdag. Geheel Nederland kleurt dan oranje en er ontstaat ook een hecht volksfeest. Als je Nederlanders vraagt of hun koning veel geld kost, dan zeggen ze ‘misschien, maar hij brengt ook tien keer meer geld in de schatkist!’

    In België ligt dat anders. Hier hebben we de soort van misnoegde separatisten, die volgens mij nog steeds verstokt zitten in een soort sociale revolutie van de jaren vijfig. Omdat de rijkere Vlaamse burgerij Franstalig was, ervaarde ze alles wat Franstalig is als de onderdrukkers, de bazen. Sommige politici pinnen zich daarop vast en proberen daar politiek garen uit te spinnen. Wat uiteindelijk symbool staat voor zowel de Franstaligen, de rijken en de eenheid van België is het koningshuis. En dat is dan hun natuurlijke vijand terwijl niets van dat alles te maken heeft met goed bestuur. Het Nederlands staat in België immers al lang gelijk aan het Frans en dus zijn de beginselverklaringen van de Vlaamse beweging al lang ingevuld en is die Vlaamse beweging bijgevolg, volledig achterhaald. Enkel een aantal bijters gaan voor een onafhankelijke Vlaamse staat, uit schrik dat ze anders geen inkomsten zouden genieten van de Belgische staat. Of Vlaanderen beter zal boeren dan België, kan hen worst wezen. Het gaat erom dat ze ooit met een strijd zijn begonnen en die willen verder zetten. Extremisten zijn het.

    Anderzijds is het nu meer dan duidelijk geworden dat de roep naar federalisering van België in zes peperdure regeringen inefficiënt is en dat dat ons land volledig belachelijk maakt. Niet alleen belachelijk, maar ook ontzettend duur. Dat beginnen de Belgen goed te voelen in hun portemonnee. Het is dan nog erger te weten dat zo’n vaudeville alleen opgezet kan worden in een rijk land. Dit land dat zijn grootste rijkdommen te danken heeft aan de Congopolitiek van koning Leopold II.

    Een constitutionele monarchie zou volgens mij iedereen gelukkig moeten maken. De royalisten hebben een koning en de republikeinen hebben hun premier. Al wordt de premier in België niet door het volk verkozen, maar door de partijen aangeduid. Dit is geen democratie, dit is een particratie. Daarbij is het steeds voor een helft van de kiezers onmogelijk om op de premier te stemmen omdat er niet iets bestaat als een federale kieskring, wat totaal onlogisch en ondemocratisch is.

    Dan nog het argument van het geboorterecht. Wanneer je wordt geboren in een koninklijke wieg, is de kans groot dat je zelf koning wordt. Alleen door geboorte. Ja, daar zal onze Kimberly Verkest van kunnen meespreken. Het begint toch allemaal met waar onze wieg staat? Voor de een is het een wieg met veel erfenissen die staan te wachten van familie en voor de ander is het een wieg die niets te bieden heeft. De een zal zijn vader opvolgen als fabrieksdirecteur of zal mogelijkheden krijgen van zijn ouders om te studeren, anderen die bij voorbaat gedoemd te werken voor een hongerloon, net als hun ouders. Ik spreek dan nog niet van de verschillen in landen waar je wieg staat. Je kunt maar beter geboren worden in België dan in Zimbabwe. Wat dan met de nieuwe dynastieën die in de schoot van de zogenaamde democratie zijn geboren? Zonen en dochters met namen als Coens, Tobback, De Croo, De Gught, De Clercq, Michel, Van den Bossche. Het zijn toch allemaal kinderen voor wie vader of grootvader de weg heeft geplaveid. En daar neemt het volk dan plots wel genoegen mee. Door iemand geboorterecht toe te kennen en te laten erkennen, sluit je andere kemphaantjes uit van machtshonger. Het is een geolied systeem dat in vele culturen voorkomt en werkt. Het gaat in deze niet om meer of minder te zijn, dat zou ons leiden tot democratisch denken en zo middenklasse mogen we niet zijn. Het gaat er om dat elk uurwerk pas werkt wanneer alle radartjes aanwezig zijn en ook ten volle gewaardeerd en gerespecteerd worden. De kennis van dat laatste zit in het koninklijk geboorterecht ingebakken. Daarom hield Louis XVI ook zo van uurwerken maken. Argmentum ad populum.

    Ik kan me daar nu zo druk in maken. Wanneer ik ’s avonds in bed kruip, zie ik bij het openslaan van de deken op mijn hoofdkussen een treinbiljet liggen met opschrift:

                    “Het was zalig, ik mis je nu al. XXX - Calder”

    Hij scoort!



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 29/08-04/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs