Inhoud blog
  • Te mooi om waar te zijn
  • De afstand wordt overbrugd/2
  • De afstand wordt overbrugd.
  • Hoofdstuk I - De ontmoeting/2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Mr.V.
    Les memoires du Roi des Damnées et ses Princes des Morts.
    01-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De afstand wordt overbrugd/2

    -          ‘Calder, volgende vrijdag organiseert madame Sjeremetjev een soort tapas avond.’

    -          ‘Dat klinkt leuk. Wat houdt dat dan in?’

    -          ‘Wel, dat is een hapje en een drankje in de salons of in de binnenhof van Dr Sjeremetjevs stadskasteel, al naar gelang van het weer. Het is nu juni, dus is de kans groot dat het mooi weer zal zijn. Misschien komt monsieur Deewood ook. Hij is een geniaal pianist en ook een goede vriend van mij.’

    -          ‘Hoe laat moet ik er dan zijn? Want ik werk tot vijf uur en ik kan ten vroegste om zes uur mijn trein halen om dan rond negen uur aan te komen in Brugge.’

    -          ‘Ja, dat begrijp ik. Madame Sjeremetjev nodigt uit om acht uur. Als je dan in Brugge aankomt, neem je een taxi. Ik zal je die terugbetalen. Zorg dat je iets netjes aan trekt, een jasje, hemd, dasje, klassieke schoenen en zeker een lange broek. Geen jeans! Dr Sjeremetjev verwacht ons in BCBG. Dat is de afkorting van Bon Chic Bon Genre

    Je weet nooit of, het mooi weer is en hij het in zijn hoofd haalt om een korte broek aan te trekken. Ze zouden nogal verbolgen kijken bij de Sjeremetjevs als ze zijn tattoo vanonder zijn broek zien opdoemen. Die tattoo, een soort Japanse klimopplant op zijn linkerbeen met bovenaan een soort waterjuffer, loopt werkelijk van boven de heup tot op de knie. Niet dat ik daar meteen een opmerking zou over verwachten, maar het lijkt me wijzer elke kans tot een kritische noot te vermijden.

    Vrijdagavond, prachtig zomers weer. Madame Sjeremetjev trekt de voordeur open en straalt naar mij. Ik meld haar dat Calder op zijn reis is naar Brugge en dat hij iets na negen zal aankomen. Hoe zal hij hier geraken, met de bus of zo, hij komt toch van het station, wil ze weten. ‘Hij neemt de taxi, madame, dat is voor iedereen het makkelijkste. Zo moet niemand zich ophouden met een ritje naar en van het station.’ Dr Sjeremetjev is zich nog aan het klaarmaken, hij wist nog niet goed welk kostuum hij moet aantrekken, een rokkostuum of linnen, maar zal straks beneden komen. Hopelijk kiest hij voor linnen, gezien het warme weer. Ze vraagt me om door te gaan naar de hof, ik weet de weg wel na ruim twintig jaar dat ik bij de Sjeremetjevs kom. In de keuken staat madame Hortensia, de gezellige Spaanse kokkin en vriendin van madame Sjeremetjev, die me met haar zachtaardige goedhartigheid begroet, zoals altijd. Monsieur Deewood is al aanwezig en iets vroeger want hij moet ook steeds rekening houden met het vinden van een parking hier in Brugge en dat is niet altijd een evidentie, zeker niet bij zomerse weekeindes. Monsieur Deewood heeft een uitzonderlijk gehoor. Zo stemt hij piano’s zonder enig instrument. Hij heeft een liefde voor de kunsten en de tradities. Zelf woont hij in een prachtig, authentiek art-deco-huis net buiten de stad waar je bij het binnentreden een onvervalste reis terug in de tijd maakt naar bijna honderd jaar geleden. Met hem deel ik niet alleen de passie voor kunst en muziek, maar ook deze voor oude bolides. Zo heeft hij onder andere een blauwe Renault 16 uit 1971 in excellente staat. Ondertussen komen de andere gasten aan. Madame Sjeremetjev heeft succes met haar tapas, een vijftiental gasten is toch een mooi clubje en we drinken ondertussen glaasjes champagne en eten oesters à volonté.

    De bel rinkelt. Het is iets na negen. Dat kan Calder zijn. Dr Sjeremetjev gaat open doen en even later komt hij terug in de hof en zegt op zijn theatrale wijze:

    -          ‘Mesdames et Messieurs, ik stel u allen voor, Calder Van Eyck, een vriend van monsieur Jean-Baptiste.’

    Calder is duidelijk verlegen, krimpt wat in elkaar, haalt diep adem, zucht en zwaait vinnig naar iedereen en zegt kort: ‘Dag’.

    -          ‘Hij is zo grappig!’ Fluistert Charles me toe.

    -          ‘Jean-Baptiste, die is toch geen zevenentwintig jaar, twintig ja, hij ziet er veel jonger uit.’ Merkt een verwonderde Alexander op.

    -          ‘Ja, heren, grappig, jong en een royale welkom waard, zeker na zo’n lange reis,’ zeg ik zeg tussen mijn tanden, terwijl ik opsta, mijn jas met een bovenste knop sluit en naar Calder begroet.

    -          ‘Kom ik heb een plaatsje vrij gehouden naast mij. De reis verliep blijkbaar vlotjes, je bent zo mooi op tijd,’ merk ik op.

    -          ‘Ja, ik heb moeten rennen voor mijn trein, ik heb zeker een boete van overdreven snelheid want ik heb zeker bijna 120 km/uur gereden waar je denk ik maar zeventig of negentig mocht. Maakt niet uit, het was in elk geval véél te snel. Ik heb zo hard moeten rennen en ik was helemaal bezweet. Kijk, mijn haren zien er niet uit en dan had ik in het station geen tijd meer om een flesje water te kopen want die trein ging bijna net vertrekken,’ draait hij mij een klaagzang af.

    -          ‘Maar die ellende is nu allemaal voorbij, kijk madame Hortensia is daar al met een glaasje champagne voor je en er zijn vandaag oesters. Oesters bevatten veel vitamine B12, dat houdt je sterk en gezond en ze bevatten ook veel aminozuren en die zijn goed voor je libido.’ Fluister ik hem toe met een attractieve ondertoon in mijn intonatie.

    -          ‘Ja,…en daar heb jij zeker last van,’ prikkelt hij in beter weten terug. Dat verdient een knipoog.

    De avond verloopt vlotjes verder en Calder aardt voortreffelijk in dit voor hem toch nieuwe publiek. Hij converseert, maakt grapjes en krijgt complimenten van iedereen. Madame de Beauvois, die gekend staat voor haar klare kijk op het liefdesleven en daar ook altijd de adequate onverbloemde uitspraken over vindt, is alvast laaiend enthousiast over Calder. Madame de Beauvois behoort, net als de schare van mijn vriendenkring, tot de flamboyante excentriekelingen van de maatschappij. Ze heeft een kunstgalerij in Brugge en ik zou zelfs beweren dat madame de Beauvois ook een kunstwerk is. Haar kleding en accessoires zijn altijd uitgelezen en stijlvol. Nog nooit heb ik er haar op betrapt twee maal hetzelfde aan te hebben. Het is een wereldse en belezen dame die zich in verschillende talen kan uitdrukken en dat steeds doet met een mooie archaïsche uitspraak. Door haar manier van spreken alleen komt de boodschap zo rigoureus over. Haar manifest vrouwelijke élégance en seculiere verschijning werkt dan ook steeds als een rode lap op een stier bij velerlei vrouwen, wiens mannen zij hun aandacht weet te trekken.

    -          ‘Monsieur Jean-Baptiste, morgen, als jij bij je ouders moet werken, dan neem ik Calder mee voor een ritje in de cabrio. Het wordt vast een zonnige dag en Miu – haar keizerlijke hondje, een Japanse spaniël – ziet het ook volledig zitten,’ meldt ze mij vastbesloten terwijl Calder mij met instemming toeknikt.

    -          ‘Dan hebben jullie een afspraak!’ Bevestig ik mijn akkoord.

    Deze avond vlot gezapig en de gesprekken houden iedereen geboeid terwijl de oesters gedurig worden aangeleverd en de champagne rijkelijk de glazen vult. Dr Sjeremetjev neemt plots het woord en gebiedt zijn gezelschap om binnen te komen. Het is inderdaad wat laat geworden en ook wat killer. We gaan naar madame Sjeremetjevs bar, die zo wat is ingericht in de oude keuken van hun stadskasteel. Hier staat een oud fornuis onder de open haard en hangen de muren vol met pamfletachtige schilderijen, een toog die Dr Sjeremetjev heeft gebouwd in een soort engelachtige stijl met mooie kleurlampjes erboven en op kandelaars wordt er zeker niet gespaard. Uiteraard staat er ook in deze oude keuken een piano. Dr Sjeremetjev heeft in elk salon van zijn stadskasteel een buffet- of vleugelpiano staan. De algemene sfeer in deze oude keuken, roept de feeërieke sfeer op van ‘Alice in Wonderland’.

    Dr Sjeremetjev heeft zijn monumentale stadskasteel, gebouwd in 1756, dat in het hartje van Brugge ligt op een vijftigtal meter van de Burg waar ook het stadhuis staat. Hij heeft zijn stadskasteel Lucifernum genaamd. ‘Calder, écoute moi très bien!’ steekt Dr Sjeremetjev van wal. ‘Hier, in dit stadskasteel, huist Lucifer als een spiritueel wezen. In deze stad Brugge, die de bakermat is van de financiële en economische wereld die iedereen in zijn tang houdt tijdens hun leven. Dit huis is gebouwd op de tempel van Salomo. Het is de oude loge der Vrijmetselaars la Flandre Latine. Met passer en winkelhaak is deze tempel gebouwd. Adonhiram is verloren, omdat hij Lucifer niet had die licht kon werpen over dit in duisternis gehulde bestaan. Letterlijk vertaald uit het Latijn de taal waarop de West-Europese cultuur is gefundeerd, betekent Lucifer lichtbrenger. Meestal duidt het op de Morgenster of de planeet Venus die voor zonsopgang al zichtbaar is. Andere geschriften spreken over de duivel of nader omschreven, de duivel voor zijn val. Petrus duidt Jezus zelf aan met Lucifer in zijn geschriften. Hier wijst Petrus ook de Morgenster aan en verwijst hij naar de nieuwe dageraad van het geloof. In de Tenach, de Hebreeuwse Bijbel of voor ons het Oude Testament, heb je het boek Job. In dat boek Job, dat wel dateert uit de tiende eeuw voor Christus, is er geen sprake van dat de duivel valt. Hij daalt uit eigen beweging af om de slechte aard van de mens te kennen én ten slotte aan te tonen. Het is ondermeer in het boek Job dat we dan ook de meest accurate verklaring vinden voor Lucifer. Lucifer als tegenstander van de mens en niet van God! Dat maakt van ons fakkeldragers, lichtbrengers, zieners. Mon cher copain Jean-Baptiste, die kent er alles van. We zijn profeten en ze weten het niet. Ze begrijpen het niet! Pater, dimitte illis, non enim sciunt quid faciunt. Boven in de bibliotheek heb ik een unicum liggen. Het onuitgegeven testament van de grote Edgar Allan Poe uit ongeveer 1849. Geschreven onder invloed van cannabis en delirium tremens. Mijn voorvader heeft het destijds nog kunnen bemachtigen. Het enig exemplaar ligt hier verborgen en bewaard. Dr Sjeremetjev grinnikt vermaakt, geeft me een vriendschappelijke tik op mijn schouder en zegt: ‘Kom jongens, we drinken een glas.’ Calder trekt even aan mijn mouw waarop ik halt houd:

    -          ‘Ik begrijp niets van wat Dr Sjeremetjev vertelt. Wat was dat laatste?’

    -          ‘Dat laatste was Latijn, het laatste gebed, zo je wil, dat Jezus deed aan het kruis: 'Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen.' Hij bedoelt daarmee dat de mensheid zichzelf in de afgrond rijdt en het weet, maar zichzelf niet kan stoppen. Dus dat we allen gedoemd zijn.’

    -          ‘Jah, ik ben niet katholiek. Dus mij boeit het niet.’ besluit Calder met enige op onverschilligheid gebaseerde overtuiging in zijn bewegingen.

    -          ‘We gaan naar binnen.’

    -          ‘Neen, ik wil eerst nog eens de rest van het huis zien, dat kan toch?’

    -          ‘Ja … Dus hier is de colonnezaal. Let op de mooie mozaïekvloer en boven de mooie koepels in brandglas gesloten in het met rijkelijk stucwerk versierd plafond. Hier wordt eens in de zoveel tijd, ongeveer een keer per twee maand een bal gegeven. Hier bij Dr Sjeremetjev spreken we over les Bals en bij mij thuis spreken we van les salons. De dresscode voor Bals en Salons is altijd cravate blanche met hoge hoed, cravate noire met bolhoed of uniform voor de heren en robe longue voor de dames. Dan heb je hier de prachtige 17e-eeuwse jachtzaal in houten panelen met houtsnijwerk in het thema van de jacht. Hier worden de bals meestal afgesloten ’s avonds. Persoonlijk vind ik het de mooiste zaal. Het huis is volledig in zijn authentieke en oorspronkelijke toestand bewaard. De vloeren, parketten, de hoge plafonds, de trappen, de schouwen, alles is nog origineel. Tegenwoordig verminken ze zulke monumenten.’

    -          ‘Jean-Baptiste, zag ik daarnet in de hof, tussen de planten geen grafkruisen staan?’

    -          ‘Klopt, in de hof liggen ook vorige bewoners begraven. In totaal zeven. Zes grote en een klein smeedijzeren grafkruis zie je. Dat kleine is dat van een kind en je leest op het grafschrift: ‘God geve ‘t, dat zij stille ligt’. Waarschijnlijk een fulltime hyperkineet kind geweest.’

    -          ‘Luguber, ik krijg koude rillingen van dit huis. Wel mooi allemaal en zo veel schilderijen.’ Calder geeft zijn ogen de kost, glundert me even aan en geeft me een kus uit het vuistje.

    Bij het binnenkomen neem ik plaats naast mijn copain monsieur Jean-Christophe en ik stel hem even aan Calder voor. Blijkbaar hadden ze elkaar al eerder gesproken die avond. Wij gaan samen een salon geven voor onze gemeenschappelijke verjaardag, binnen twee weken. Het zal een supersalon worden. Calder kijkt er ook naar uit om het Salon eens mee te maken, want hij had er al een paar foto’s van gezien op de Facebookpagina en hij vond het wel een uitgelezen gebeurtenis.

    Alexander zet zich aan de piano en brengt een stuk uit Ludovico Einaudi zijn repertoire ‘Nuvole Bianche’. Ik luister en verdwaal bij de muziek naar Adelmo. Die hield daar zo van. Alexander speelt het zo met volle emotie.

    Het gezelschap wordt meegevoerd in dit mooie pianospel en Charles kijkt verliefd naar Alexander. Calder merkt op dat Alexander een mooie bolle kont heeft en ik sla deze opmerking af als ‘nu even niet’.

    Dr Sjeremetjev gebiedt mij om het lied ‘Vivre-Laat me’ te brengen met monsieur Deewood aan de piano. Daarna volgen er nog enkele pianostukken die de avond in een bijzondere ambiance zetten. Calder heeft ondertussen Miu, de Japanse Spaniël van madame de Beauvois, in zijn armen genomen. Nog enkele kiekjes van de groep, voor op onze facebookpagina’s worden genomen en deze schitterende tapas bar van madame Sjeremetjev loopt stilaan op zijn einde.

    Dr Sjeremetjev sluit deze wonderlijke avond af rond een uur of drie met zijn gebruikelijke woorden: ‘Vrienden brengen steeds vreugde aan, is het niet bij het komen, dan bij het gaan.’

    -          ‘Wanneer de groepsfoto werd genomen, zat die monsieur Vincent, je weet wel die knappe vijftiger, een collega van madame Sjeremetjev, uit Knokke aan mijn kont.’

    -          ‘Jah, Calder,  monsieur Vincent is een snoeper. Ik zou ook aan je kont zitten.’ grap ik.

    -          ‘Hij heeft me zijn nummer gegeven.’

    -          ‘Ja? Jij bent ook rap. Ik heb zelfs monsieur Vincent zijn nummer niet.’ We lopen verder huiswaarts. Het is slechts enkele straatjes. 

    Calder en ik komen thuis. We maken ons klaar voor de nacht. We deponeren zijn koffers in de kleedkamer en we kleden ons uit. Ik bestudeer aandachtig zijn lijf en handelingen. Hij is toch zeer mager merk ik op bij mezelf. Zulke magere beentjes en armpjes. Ik vind het wel sexy, maar toch, in vergelijking met ... Neen, ik mag niet vergelijken. Die tattoos stoorden me eerst meer dan nu. Ik raak er met wat tijd wel aan gewoon. Misschien zal ik er nog van gaan houden. Zo gek zal hij me wel niet krijgen zeker? Het is uiteindelijk toch een knapperd en ik heb gezworen om me niet te laten doen door wat anderen vinden. Het is mijn keuze en daarmee houdt het op. Maar ik mag hem wel tips geven om zijn houding te verbeteren, is de stille redenering die ik in mijn hoofd maak. Ja, ik mag hem zeker verbeteren, niemand wordt slechter door een verbetering. Goed, ik zal het hem eens zachtjes diets te maken.

    Ik kom naast hem staan in de badkamer, waar hij bezig is zijn tanden aan het kuisen.

    -          ‘Doe je fitness Calder?’

    -          ‘Ja, toch twee à drie keer per week, maar veel doe ik daar niet hoor. Meestal gewoon wat handenstand.’

    -          ‘Handenstand? Dat haalt toch weinig uit? Je moet met de gewichten sleuren als je resultaat wil hebben. Kijk je bent een zeer mooie jongen, maar extra aandacht voor je borst hier zo, zou je nog mooier maken. Misschien moet je ook een beetje letten op je houding, want je hebt toch een redelijk gebogen rug …’

    -          ‘Ja! Die rug is zo gegroeid en dat komt door mijn houding op het werk, dus daar kan ik niets aan doen’ snauwt hij me toe.

    -          ‘Neen, dat bedoel ik niet. Ik bedoel dat als iets kan krom groeien, het ook recht kan groeien. Je let gewoon even op je houding en dan loopt het vanzelf toch?’

    -          ‘Als je een gespierd vriendje wil, dan had je mij niet moeten nemen. Er zijn gespierde genoeg in L’Opéra te vinden! Daarbij, jij legt je tandenborstel zo maar naast je washand. Dat is echt niet hygiënisch.’

    -          ‘Ok, Calder, ik zeg al niets meer. Maar als jij morgen de badkamer wil schoonmaken, dan hou ik je echt niet tegen hoor.’

    -          ‘Dacht jij nu werkelijk dat ik uren reis om jouw huis te komen schoonmaken? Dat zet je maar best uit je hoofd! Kom en nu de badkamer uit! Ik moet douchen.’ Hij duwt me buiten, doet de deur dicht en draait het slot over.

    -          ‘Calder, ik heb niet graag dat je de deur van de badkamer sluit. Badkamers zijn plaatsen waar de meeste ongelukjes gebeuren en daar wil ik, gelijk binnen kunnen mocht er iets voorvallen. Ik zal niet in de badkamer komen wanneer het niet gewenst is en klop altijd op voorhand. Zo ben ik opgevoed.’

    -          ‘Neen, badkamer gaat op slot!’ klinkt het vastbesloten en kordaat.

    Dat lijkt me duidelijk genoeg. Amai, zeg!

    Wanneer de deur van de badkamer wordt ontgrendeld ben ik al vertrokken naar het land waar we de schaduwen ontmoeten. Calder komt binnen en schurkt zich tegen me aan, sluit me in zijn armen en geeft me zacht een kus.

    Ik word wakker en trek een oog open. Calder ligt mij minzaam aan te staren. Hij ziet er zo fris uit en plots – misschien omdat ik nu ook wakker ben – ontspringt er iets guitigs in zijn blik. Ja, dat wordt ochtendgymnastiek. Ik geef hem een kus:

    -          ‘Neen! Ik moet eerst mijn tanden poetsen en als we niet gewassen zijn, dan voel ik me niet op mijn gemak.’

    -          ‘Vooruit dan! We gaan ons eerst verfrissen! Jij eerst in de badkamer, daarna ik?’

    -          ‘Prima!’

    -          ‘Goed, dan kan ik eerst nog een sigaretje roken beneden en daarna fris ik me ook op.’

    Calder en ik doen waar we goed in zijn en geven elkaar een hevige ochtendgymnastiek. Ik moet me haasten want ik word verwacht bij mijn ouders op zaterdagnamiddag.

    -          ‘Tot vanavond snoep, en amuseer je straks met madame de Beauvois en Miu!’

    -          ‘Komt goed!’

     Op weg naar mijn ouders biept mijn gsm een berichtje.

    -          ‘Jouw baby’s zijn hevig en zo moet ik naar madame de Beauvois? Dikke zoen en tot straks.’

    Madame de Beauvois, Calder en Miu komen tijdens hun zomerse rit met de cabrio bij mijn ouders langs. Ze drinken iets en vertellen wat over hun avonturen. Madame de Beauvois, die een mooie breedgerande zomerhoed draagt, verzekert mij dat ze zich met Calder nog geen ogenblik heeft verveeld, behalve …

    Ze kan haar zin niet afmaken of Calder, die het gesprek niet gevolgd kon hebben zegt:

    -          ‘Jean-Baptiste, ik heb de badkamer schoongemaakt vanmiddag in een tijd van wel veertig minuten. Ik had van mijn leven nog nooit zo’n vuil water gezien!’

    -          Madame de Beauvois valt in: ‘Nooit zo geen vuil water gezien Calder? Try me! Kom maar eens mijn badkamer onder handen nemen.’ Ze schaterlacht. ‘Vanaf nu wil ik niets meer horen over die badkamer! Heel Brugge weet het ondertussen.’

    -          ‘Ja, maar ’t is echt! Ik heb nog nooit …’ gaat Calder verder.

    -          Ik val in en zeg: ‘Wat hebben jullie dan gedaan deze middag? Hebben jullie iets bezocht?’

    -          ‘We zijn naar de wijndegustatie geweest …’ Legt madame de Beauvois uit en Calder bevestigt. Samen vertellen ze mij over hun avonturen en dat het fijn was met de cabrio.

    Het badkamerverhaal was van de baan. Oef …

    -          ‘Jean-Baptiste, vertel me nu eens. Wie is Adelmo? Hij is toch meer dan de bewaker van enkele Heiligdommen hier in je huis? Ik wil het weten.’

    -          ‘Goed, we hebben heel de zondag tijd. Maar ik zal je eerst een ander verhaal vertellen.’

    -          ‘Prima, drinken we iets ondertussen?’

    -          ‘Ja, is goed, ik zal een flesje wijn open trekken.’

    01-08-2016 om 00:00 geschreven door Rubèn Cottenjé de Dauphin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te mooi om waar te zijn

    “Spring is the time of year when it is summer in the sun and winter in the shade.” 
     Charles Dickens, Great Expectations

     Wil je de andere acht hoofdstukken lezen?

     Mr. V. - vanaf 15 september in boekvorm te verkrijgen

    Een relatie tussen twee jongens Jean-Baptiste en Calder. Hun relatie wordt op de proef gesteld door intriges en spelletjes van binnen en buiten. Jean-Baptiste komt uit een keurig milieu en heeft twee overleden partners. De een overleden in een ongeluk, de andere vermoord. Calder komt uit een armoedig milieu en wil hogerop. De overleden partners overschaduwen de relatie en maakt het er niet gemakkelijk op. Hoe verwerkt Jean-Baptiste deze overlijdens en hoe gaat Calder om met het feit dat hij in de schaduw van deze overleden partners staat.

    Terwijl deze hartstochtelijke liefdesrelatie uit elkaar wordt gerukt loopt het onderzoek naar de moord op volle toeren. In het toeval ziet Jean-Baptiste signalen, die de moord op zijn vriend helpen oplossen. Calder vlucht weg van Jean-Baptiste zijn problemen maar zit er plots middenin.

    Naast een gezonde dosis maatschappijvisie ook een zwijm van het decadente milieu. Het verhaal van een liefde dat in een kafkaiaanse situatie wordt gedrongen en dat enkel verliezers kent.


    Ruben Cottenjé, geboren te Brugge op 30 juni 1976.

    Leerkracht Nederlands, Geschiedenis en Plastische Opvoeding.

    05-08-2016 om 00:00 geschreven door Rubèn Cottenjé de Dauphin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 29/08-04/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs