Les memoires du Roi des Damnées et ses Princes des Morts.
01-08-2016
De afstand wordt overbrugd/2
-
Calder,
volgende vrijdag organiseert madame
Sjeremetjev een soort tapas avond.
-
Dat
klinkt leuk. Wat houdt dat dan in?
-
Wel,
dat is een hapje en een drankje in de salons
of in de binnenhof van Dr Sjeremetjevs stadskasteel, al naar gelang van het
weer. Het is nu juni, dus is de kans groot dat het mooi weer zal zijn.
Misschien komt monsieur Deewood ook.
Hij is een geniaal pianist en ook een goede vriend van mij.
-
Hoe
laat moet ik er dan zijn? Want ik werk tot vijf uur en ik kan ten vroegste om
zes uur mijn trein halen om dan rond negen uur aan te komen in Brugge.
-
Ja,
dat begrijp ik. Madame Sjeremetjev
nodigt uit om acht uur. Als je dan in Brugge aankomt, neem je een taxi. Ik zal
je die terugbetalen. Zorg dat je iets netjes aan trekt, een jasje, hemd, dasje,
klassieke schoenen en zeker een lange broek. Geen
jeans! Dr Sjeremetjev verwacht ons in BCBG. Dat is de afkorting van Bon Chic Bon Genre.
Je
weet nooit of, het mooi weer is en hij het in zijn hoofd haalt om een korte
broek aan te trekken. Ze zouden nogal verbolgen kijken bij de Sjeremetjevs als
ze zijn tattoo vanonder zijn broek zien opdoemen. Die tattoo, een soort Japanse
klimopplant op zijn linkerbeen met bovenaan een soort waterjuffer, loopt
werkelijk van boven de heup tot op de knie. Niet dat ik daar meteen een
opmerking zou over verwachten, maar het lijkt me wijzer elke kans tot een
kritische noot te vermijden.
Vrijdagavond,
prachtig zomers weer. Madame
Sjeremetjev trekt de voordeur open en straalt naar mij. Ik meld haar dat Calder
op zijn reis is naar Brugge en dat hij iets na negen zal aankomen. Hoe zal hij
hier geraken, met de bus of zo, hij komt toch van het station, wil ze weten.
Hij neemt de taxi, madame, dat is
voor iedereen het makkelijkste. Zo moet niemand zich ophouden met een ritje
naar en van het station. Dr Sjeremetjev is zich nog aan het klaarmaken, hij
wist nog niet goed welk kostuum hij moet aantrekken, een rokkostuum of linnen,
maar zal straks beneden komen. Hopelijk kiest hij voor linnen, gezien het warme
weer. Ze vraagt me om door te gaan naar de hof, ik weet de weg wel na ruim
twintig jaar dat ik bij de Sjeremetjevs kom. In de keuken staat madame Hortensia, de gezellige Spaanse
kokkin en vriendin van madame
Sjeremetjev, die me met haar zachtaardige goedhartigheid begroet, zoals altijd.
Monsieur Deewood is al aanwezig en
iets vroeger want hij moet ook steeds rekening houden met het vinden van een
parking hier in Brugge en dat is niet altijd een evidentie, zeker niet bij
zomerse weekeindes. Monsieur Deewood
heeft een uitzonderlijk gehoor. Zo stemt hij pianos zonder enig instrument.
Hij heeft een liefde voor de kunsten en de tradities. Zelf woont hij in een
prachtig, authentiek art-deco-huis net buiten de stad waar je bij het
binnentreden een onvervalste reis terug in de tijd maakt naar bijna honderd
jaar geleden. Met hem deel ik niet alleen de passie voor kunst en muziek, maar
ook deze voor oude bolides. Zo heeft hij onder andere een blauwe Renault 16 uit
1971 in
excellente staat. Ondertussen komen de andere gasten aan. Madame Sjeremetjev heeft succes met haar tapas, een vijftiental
gasten is toch een mooi clubje en we drinken ondertussen glaasjes champagne en
eten oesters à volonté.
De
bel rinkelt. Het is iets na negen. Dat kan Calder zijn. Dr Sjeremetjev gaat
open doen en even later komt hij terug in de hof en zegt op zijn theatrale
wijze:
-
Mesdames et Messieurs, ik stel u allen
voor, Calder Van Eyck, een vriend van monsieur
Jean-Baptiste.
Calder
is duidelijk verlegen, krimpt wat in elkaar, haalt diep adem, zucht en zwaait
vinnig naar iedereen en zegt kort: Dag.
-
Hij
is zo grappig! Fluistert Charles me toe.
-
Jean-Baptiste,
die is toch geen zevenentwintig jaar, twintig ja, hij ziet er veel jonger uit.
Merkt een verwonderde Alexander op.
-
Ja,
heren, grappig, jong en een royale welkom waard, zeker na zon lange reis, zeg
ik zeg tussen mijn tanden, terwijl ik opsta, mijn jas met een bovenste knop
sluit en naar Calder begroet.
-
Kom
ik heb een plaatsje vrij gehouden naast mij. De reis verliep blijkbaar vlotjes,
je bent zo mooi op tijd, merk ik op.
-
Ja,
ik heb moeten rennen voor mijn trein, ik heb zeker een boete van overdreven
snelheid want ik heb zeker bijna 120 km/uur gereden waar je denk ik maar
zeventig of negentig mocht. Maakt niet uit, het was in elk geval véél te snel.
Ik heb zo hard moeten rennen en ik was helemaal bezweet. Kijk, mijn haren zien
er niet uit en dan had ik in het station geen tijd meer om een flesje water te
kopen want die trein ging bijna net vertrekken, draait hij mij een klaagzang
af.
-
Maar
die ellende is nu allemaal voorbij, kijk madame
Hortensia is daar al met een glaasje champagne voor je en er zijn vandaag
oesters. Oesters bevatten veel vitamine B12, dat houdt je sterk en gezond en ze
bevatten ook veel aminozuren en die zijn goed voor je libido. Fluister ik hem
toe met een attractieve ondertoon in mijn intonatie.
-
Ja, en
daar heb jij zeker last van, prikkelt hij in beter weten terug. Dat verdient
een knipoog.
De
avond verloopt vlotjes verder en Calder aardt voortreffelijk in dit voor hem
toch nieuwe publiek. Hij converseert, maakt grapjes en krijgt complimenten van
iedereen. Madame de Beauvois, die gekend
staat voor haar klare kijk op het liefdesleven en daar ook altijd de adequate
onverbloemde uitspraken over vindt, is alvast laaiend enthousiast over Calder. Madame de Beauvois behoort, net als de
schare van mijn vriendenkring, tot de flamboyante excentriekelingen van de
maatschappij. Ze heeft een kunstgalerij in Brugge en ik zou zelfs beweren dat madame de Beauvois ook een kunstwerk is.
Haar kleding en accessoires zijn altijd uitgelezen en stijlvol. Nog nooit heb
ik er haar op betrapt twee maal hetzelfde aan te hebben. Het is een wereldse en
belezen dame die zich in verschillende talen kan uitdrukken en dat steeds doet
met een mooie archaïsche uitspraak. Door haar manier van spreken alleen komt de
boodschap zo rigoureus over. Haar manifest vrouwelijke élégance en seculiere
verschijning werkt dan ook steeds als een rode lap op een stier bij velerlei
vrouwen, wiens mannen zij hun aandacht weet te trekken.
-
Monsieur Jean-Baptiste, morgen, als jij
bij je ouders moet werken, dan neem ik Calder mee voor een ritje in de cabrio.
Het wordt vast een zonnige dag en Miu haar keizerlijke hondje, een Japanse
spaniël ziet het ook volledig zitten, meldt ze mij vastbesloten terwijl
Calder mij met instemming toeknikt.
-
Dan
hebben jullie een afspraak! Bevestig ik mijn akkoord.
Deze
avond vlot gezapig en de gesprekken houden iedereen geboeid terwijl de oesters
gedurig worden aangeleverd en de champagne rijkelijk de glazen vult. Dr
Sjeremetjev neemt plots het woord en gebiedt zijn gezelschap om binnen te
komen. Het is inderdaad wat laat geworden en ook wat killer. We gaan naar madame Sjeremetjevs bar, die zo wat is
ingericht in de oude keuken van hun stadskasteel. Hier staat een oud fornuis
onder de open haard en hangen de muren vol met pamfletachtige schilderijen, een
toog die Dr Sjeremetjev heeft gebouwd in een soort engelachtige stijl met mooie
kleurlampjes erboven en op kandelaars wordt er zeker niet gespaard. Uiteraard
staat er ook in deze oude keuken een piano. Dr Sjeremetjev heeft in elk salon
van zijn stadskasteel een buffet- of vleugelpiano staan. De algemene sfeer in
deze oude keuken, roept de feeërieke sfeer op van Alice in Wonderland.
Dr
Sjeremetjev heeft zijn monumentale stadskasteel, gebouwd in 1756, dat in het
hartje van Brugge ligt op een vijftigtal meter van de Burg waar ook het
stadhuis staat. Hij heeft zijn stadskasteel Lucifernum
genaamd. Calder, écoute moi très bien!
steekt Dr Sjeremetjev van wal. Hier, in dit stadskasteel, huist Lucifer als
een spiritueel wezen.In deze stad Brugge, die de bakermat is van de financiële en economische
wereld die iedereen in zijn tang houdt tijdens hun leven. Dit huis is gebouwd
op de tempel van Salomo. Het is de oude loge der Vrijmetselaars la Flandre Latine. Met passer en
winkelhaak is deze tempel gebouwd. Adonhiram is verloren, omdat hij Lucifer
niet had die licht kon werpen over dit in duisternis gehulde bestaan.
Letterlijk vertaald uit het Latijn de taal waarop de West-Europese cultuur is
gefundeerd, betekent Luciferlichtbrenger. Meestal duidt het op de Morgenster of de
planeet Venus die voor zonsopgang al zichtbaar is. Andere geschriften spreken
over de duivelof
nader omschreven, de duivel voor zijn val.
Petrus duidt Jezus zelf aan met Lucifer in zijn geschriften. Hier wijst Petrus
ook de Morgenster aan en verwijst hij naar de nieuwe dageraad van het geloof. In de Tenach, de Hebreeuwse Bijbel of
voor ons het Oude Testament, heb je het boek Job. In dat boek Job, dat wel dateert uit de
tiende eeuw voor Christus, is er geen sprake van dat de duivel
valt. Hij daalt uit eigen beweging af om de slechte aard van de
mens te kennen én ten slotte aan te tonen.Het is ondermeer in het boek Job dat we dan ook
de meest accurate verklaring vinden voor Lucifer. Lucifer als tegenstander van
de mens en niet van God! Dat maakt van ons fakkeldragers, lichtbrengers,
zieners. Mon cher copain
Jean-Baptiste, die kent er alles van. We zijn profeten en ze weten het niet. Ze
begrijpen het niet! Pater,
dimitte illis, non enim sciunt quid faciunt.Boven in de bibliotheek heb ik een unicum
liggen. Het onuitgegeven testament van de groteEdgar Allan Poe uit ongeveer 1849. Geschreven onder invloed van
cannabis en delirium tremens. Mijn voorvader heeft het destijds nog kunnen
bemachtigen. Het enig exemplaar ligt hier verborgen en bewaard.Dr Sjeremetjev grinnikt vermaakt, geeft
me een vriendschappelijke tik op mijn schouder en zegt: Kom jongens, we
drinken een glas. Calder trekt even aan mijn mouw waarop ik halt houd:
-
Ik begrijp niets van wat Dr Sjeremetjev
vertelt. Wat was dat laatste?
-
Dat laatste was Latijn, het laatste gebed, zo
je wil, dat Jezus deed aan het kruis: 'Vader, vergeef het hen, want ze weten
niet wat ze doen.' Hij bedoelt daarmee dat de mensheid zichzelf in de afgrond
rijdt en het weet, maar zichzelf niet kan stoppen. Dus dat we allen gedoemd
zijn.
-
Jah, ik ben niet katholiek. Dus mij boeit het
niet. besluit Calder met enige op onverschilligheid gebaseerde overtuiging in
zijn bewegingen.
-
We gaan naar binnen.
-
Neen, ik wil eerst nog eens de rest van het
huis zien, dat kan toch?
-
Ja Dus hier is de colonnezaal. Let op de
mooie mozaïekvloer en boven de mooie koepels in brandglas gesloten in het met
rijkelijk stucwerk versierd plafond. Hier wordt eens in de zoveel tijd,
ongeveer een keer per twee maand een bal gegeven. Hier bij Dr Sjeremetjev
spreken we over les Bals en bij mij
thuis spreken we van les salons. De
dresscode voor Bals en Salons is altijd cravate blanche met hoge hoed, cravate
noire met bolhoed of uniform voor de heren en robe longue voor de dames. Dan heb je hier de prachtige 17e-eeuwse
jachtzaal in houten panelen met houtsnijwerk in het thema van de jacht. Hier
worden de bals meestal afgesloten s avonds. Persoonlijk vind ik het de mooiste
zaal. Het huis is volledig in zijn authentieke en oorspronkelijke toestand
bewaard. De vloeren, parketten, de hoge plafonds, de trappen, de schouwen,
alles is nog origineel. Tegenwoordig verminken ze zulke monumenten.
-
Jean-Baptiste, zag ik daarnet in de hof, tussen de planten
geen grafkruisen staan?
-
Klopt, in de hof liggen ook vorige bewoners begraven. In
totaal zeven. Zes grote en een klein smeedijzeren grafkruis zie je. Dat kleine
is dat van een kind en je leest op het grafschrift: God geve t, dat zij
stille ligt. Waarschijnlijk een fulltime hyperkineet kind geweest.
-
Luguber, ik krijg koude rillingen van dit
huis. Wel mooi allemaal en zo veel schilderijen. Calder geeft zijn ogen de
kost, glundert me even aan en geeft me een kus uit het vuistje.
Bij
het binnenkomen neem ik plaats naast mijn copain
monsieur Jean-Christophe en ik stel hem even aan Calder voor. Blijkbaar
hadden ze elkaar al eerder gesproken die avond. Wij gaan samen een salon geven voor onze gemeenschappelijke
verjaardag, binnen twee weken. Het zal een supersalon worden. Calder kijkt er
ook naar uit om het Salon eens mee te
maken, want hij had er al een paar fotos van gezien op de Facebookpagina en
hij vond het wel een uitgelezen gebeurtenis.
Alexander
zet zich aan de piano en brengt een stuk uit Ludovico Einaudi zijn repertoire Nuvole Bianche. Ik luister en verdwaal
bij de muziek naar Adelmo. Die hield daar zo van. Alexander speelt het zo met
volle emotie.
Het
gezelschap wordt meegevoerd in dit mooie pianospel en Charles kijkt verliefd
naar Alexander. Calder merkt op dat Alexander een mooie bolle kont heeft en ik
sla deze opmerking af als nu even niet.
Dr Sjeremetjev gebiedt mij om het lied Vivre-Laat me te brengen met monsieur Deewood aan de piano. Daarna
volgen er nog enkele pianostukken die de avond in een bijzondere ambiance
zetten. Calder heeft ondertussen Miu, de Japanse Spaniël van madame de Beauvois, in zijn armen
genomen. Nog enkele kiekjes van de groep, voor op onze facebookpaginas worden
genomen en deze schitterende tapas bar van madame
Sjeremetjev loopt stilaan op zijn einde.
Dr Sjeremetjev sluit deze wonderlijke avond af rond een uur
of drie met zijn gebruikelijke woorden: Vrienden brengen steeds vreugde aan,
is het niet bij het komen, dan bij het gaan.
-
Wanneer de groepsfoto werd genomen, zat die monsieur Vincent, je weet wel die knappe
vijftiger, een collega van madame
Sjeremetjev, uit Knokke aan mijn kont.
-
Jah, Calder,
monsieur Vincent is een
snoeper. Ik zou ook aan je kont zitten. grap ik.
-
Hij heeft me zijn nummer gegeven.
-
Ja? Jij bent ook rap. Ik heb zelfs monsieur Vincent zijn nummer niet. We
lopen verder huiswaarts. Het is slechts enkele straatjes.
Calder en ik komen thuis. We maken ons klaar
voor de nacht. We deponeren zijn koffers in de kleedkamer en we kleden ons uit.
Ik bestudeer aandachtig zijn lijf en handelingen. Hij is toch zeer mager merk
ik op bij mezelf. Zulke magere beentjes en armpjes. Ik vind het wel sexy, maar
toch, in vergelijking met ... Neen, ik mag niet vergelijken. Die tattoos
stoorden me eerst meer dan nu. Ik raak er met wat tijd wel aan gewoon.
Misschien zal ik er nog van gaan houden. Zo gek zal hij me wel niet krijgen
zeker? Het is uiteindelijk toch een knapperd en ik heb gezworen om me niet te
laten doen door wat anderen vinden. Het is mijn keuze en daarmee houdt het op.
Maar ik mag hem wel tips geven om zijn houding te verbeteren, is de stille
redenering die ik in mijn hoofd maak. Ja, ik mag hem zeker verbeteren, niemand
wordt slechter door een verbetering. Goed, ik zal het hem eens zachtjes diets
te maken.
Ik kom naast hem staan in de badkamer, waar hij
bezig is zijn tanden aan het kuisen.
-
Doe je fitness
Calder?
-
Ja, toch twee à drie keer per week, maar veel
doe ik daar niet hoor. Meestal gewoon wat handenstand.
-
Handenstand? Dat haalt toch weinig uit? Je
moet met de gewichten sleuren als je resultaat wil hebben. Kijk je bent een
zeer mooie jongen, maar extra aandacht voor je borst hier zo, zou je nog mooier
maken. Misschien moet je ook een beetje letten op je houding, want je hebt toch
een redelijk gebogen rug
-
Ja! Die rug is zo gegroeid en dat komt door
mijn houding op het werk, dus daar kan ik niets aan doen snauwt hij me toe.
-
Neen, dat bedoel ik niet. Ik bedoel dat als
iets kan krom groeien, het ook recht kan groeien. Je let gewoon even op je
houding en dan loopt het vanzelf toch?
-
Als je een gespierd vriendje wil, dan had je
mij niet moeten nemen. Er zijn gespierde genoeg in LOpéra te vinden! Daarbij,
jij legt je tandenborstel zo maar naast je washand. Dat is echt niet
hygiënisch.
-
Ok, Calder, ik zeg al niets meer. Maar als jij
morgen de badkamer wil schoonmaken, dan hou ik je echt niet tegen hoor.
-
Dacht jij nu werkelijk dat ik uren reis om
jouw huis te komen schoonmaken? Dat zet je maar best uit je hoofd! Kom en nu de
badkamer uit! Ik moet douchen. Hij duwt me buiten, doet de deur dicht en
draait het slot over.
-
Calder, ik heb niet graag dat je de deur van
de badkamer sluit. Badkamers zijn plaatsen waar de meeste ongelukjes gebeuren
en daar wil ik, gelijk binnen kunnen mocht er iets voorvallen. Ik zal niet in
de badkamer komen wanneer het niet gewenst is en klop altijd op voorhand. Zo
ben ik opgevoed.
-
Neen, badkamer gaat op slot! klinkt het
vastbesloten en kordaat.
Dat lijkt me duidelijk genoeg. Amai, zeg!
Wanneer de deur van de badkamer wordt
ontgrendeld ben ik al vertrokken naar het land waar we de schaduwen ontmoeten.
Calder komt binnen en schurkt zich tegen me aan, sluit me in zijn armen en
geeft me zacht een kus.
Ik word wakker en trek een oog open. Calder
ligt mij minzaam aan te staren. Hij ziet er zo fris uit en plots misschien
omdat ik nu ook wakker ben ontspringt er iets guitigs in zijn blik. Ja, dat
wordt ochtendgymnastiek. Ik geef hem een kus:
-
Neen! Ik moet eerst mijn tanden poetsen en als
we niet gewassen zijn, dan voel ik me niet op mijn gemak.
-
Vooruit dan! We gaan ons eerst verfrissen! Jij
eerst in de badkamer, daarna ik?
-
Prima!
-
Goed, dan kan ik eerst nog een sigaretje roken
beneden en daarna fris ik me ook op.
Calder en ik doen waar we goed in zijn en geven
elkaar een hevige ochtendgymnastiek. Ik moet me haasten want ik word verwacht
bij mijn ouders op zaterdagnamiddag.
-
Tot vanavond snoep, en amuseer je straks met madame de Beauvois en Miu!
-
Komt goed!
Op weg
naar mijn ouders biept mijn gsm een berichtje.
-
Jouw
babys zijn hevig en zo moet ik naar madame de Beauvois? Dikke zoen en tot
straks.
Madame de Beauvois, Calder en Miu komen tijdens hun zomerse rit met
de cabrio bij mijn ouders langs. Ze drinken iets en vertellen wat over hun
avonturen. Madame de Beauvois, die een mooie breedgerande
zomerhoed draagt, verzekert mij dat ze zich met
Calder nog geen ogenblik heeft verveeld, behalve
Ze kan haar zin niet afmaken of Calder, die het
gesprek niet gevolgd kon hebben zegt:
-
Jean-Baptiste, ik heb de badkamer
schoongemaakt vanmiddag in een tijd van wel veertig minuten. Ik had van mijn
leven nog nooit zon vuil water gezien!
-
Madame de
Beauvois valt in: Nooit zo geen vuil water gezien Calder? Try me! Kom maar eens mijn badkamer onder handen nemen. Ze
schaterlacht. Vanaf nu wil ik niets meer horen over die badkamer! Heel Brugge
weet het ondertussen.
-
Ja, maar t is echt! Ik heb nog nooit gaat
Calder verder.
-
Ik val in en zeg: Wat hebben jullie dan gedaan
deze middag? Hebben jullie iets bezocht?
-
We zijn naar de wijndegustatie geweest Legt
madame de Beauvois uit en Calder
bevestigt. Samen vertellen ze mij over hun avonturen en dat het fijn was met de
cabrio.
Het badkamerverhaal was van de baan. Oef
-
Jean-Baptiste, vertel me nu eens. Wie is
Adelmo? Hij is toch meer dan de bewaker van enkele Heiligdommen hier in je
huis? Ik wil het weten.
-
Goed, we hebben heel de zondag tijd. Maar ik
zal je eerst een ander verhaal vertellen.
-
Prima, drinken we iets ondertussen?
-
Ja, is goed, ik zal een flesje wijn open
trekken.
Mr. V. - vanaf 15 september in boekvorm te verkrijgen
Een relatie tussen twee jongens Jean-Baptiste
en Calder. Hun relatie wordt op de proef gesteld door intriges en spelletjes
van binnen en buiten. Jean-Baptiste komt uit een keurig milieu en heeft twee
overleden partners. De een overleden in een ongeluk, de andere vermoord. Calder
komt uit een armoedig milieu en wil hogerop. De overleden partners
overschaduwen de relatie en maakt het er niet gemakkelijk op. Hoe verwerkt Jean-Baptiste
deze overlijdens en hoe gaat Calder om met het feit dat hij in de schaduw van
deze overleden partners staat.
Terwijl deze hartstochtelijke
liefdesrelatie uit elkaar wordt gerukt loopt het onderzoek naar de moord op
volle toeren. In het toeval ziet Jean-Baptiste signalen, die de moord op zijn
vriend helpen oplossen. Calder vlucht weg van Jean-Baptiste zijn problemen maar
zit er plots middenin.
Naast een gezonde dosis
maatschappijvisie ook een zwijm van het decadente milieu. Het verhaal van een
liefde dat in een kafkaiaanse situatie wordt gedrongen en dat enkel verliezers
kent.
Ruben Cottenjé, geboren te Brugge op 30 juni 1976.
Leerkracht Nederlands, Geschiedenis en Plastische Opvoeding.