Vrijdag 12 juni vertrek ik alleen op avontuur voor drie weken Laos. Ik kijk er ontzettend naar uit ook al zal ik mijn liefje, familie en vriendjes missen... Rond 3 juni komt mijn meisje toe in Cambodja waar ik me nu al op verheug om samen onze reis te kunnen beginnen. Na Cambodja en Vietnam vliegen we de 31ste juli naar Bali om er te surfen en uit te rusten... De 25ste augustus landen we in Brussel dus... dat is nog even hé!
18-07-2009
Siem Reap, Phnom Penh, Kep, Rabbit Island, Kampot, Saigon,...
De eerste 'echte' dag met Sarah vertrokken we al heel vroeg in de ochtend naar de tempels van Angkor Wat, een van de zeven wereldwonderen. En daar reden we dan op ons Aziatisch fietske helemaal enthousiast over wat komen zou. Zelfs 's morgensvroeg was het al stikheet. De hoofdtempel Ankor Wat was inderdaad een juweeltje. Toen we na ons bezoek aan de tempel terug aan onze fietsen kwamen, was het een kleine hel om de bedelende kinderen van ons af te schudden... zelfs de allerkleinsten waren al verwoede verkopers van armbandjes, sjaals, frisdrank,... ! Alle tempels van de kleine ronde waren knap en telkens heel apart... toch ging mijn hartje uit naar eentje in het bijzonder: Ta Prohm ondat deze helemaal vergroeid was met de jungle. De tweede dag lieten we ons per tuktuk naar Angkor Wat brengen om er bij zonsopgang te ontbijten. Na dit rustige ontbijt - rustig is hier heel uitzonderlijk door de opdringerige verkopers - bezochten we twee heel speciale tempels: de knap bewaarde Banteay Srei die 30 km verder lag en na een uur onderhandelen met onze chauffeur reden we dan toch nog eens 30 km verder naar de verste (en voor mij ook knapste) tempel, de Beng Mealea waar we werkelijk over de stenen moesten kruipen en klimmen, we over en onder de door wortels gegrepen muren moesten om er de tempel te ontcijferen. Na deze knappe rit in de tuktuk over voornamelijk ongeasfalteerde wegen en door kleine strohutten dorpjes waren we blij dat we ons bedje in mochten. De laatste dag in Siem Reap hebben we nog twee knappe tempels bezocht in de ochtend (Banteay Samre en Preah Khan) en nadien hebben we ons naar het grote meer Tonle Sap laten brengen waar we de floating villages (drijvende dorpen) konden zien. Zelfs het kippenhok dreef op een apart vlot mee! De kinderen krabten toch wel veel op hun hoofd en zagen er heel armoedzalig uit dus echt heel opgezet met hun aanrakingen waren we niet echt...
In Phnom Penh bezochten we de killing fields waar duizenden mensen het hoofd werden ingeslagen door de Khmer Rouge... heel ingrijpend. Er was een stupa van schedels als aandenken opgericht en je kon er ook nog de vele massagraven zien. Ook de tot gevangenis omgevormde school, de S21 was geen lachertje. De beelden en foto's alsook de gevangenis op zich spraken boekdelen! De manieren van folteren en ondervragen waren zo gruwelijk dat zelfs Hitlers methoden menselijk leken! Na deze gruwel hebben we The Grand Palace bezocht waar de Zilveren Pagode schitterde en de troon heel sierlijk was. Echt van deze pracht en praal genieten als je weet dat er zoveel armoede in een land heerst, is toch niet gemakkelijk...
Na deze hele cultuurgevulde dagen namen we de bus naar het zuiden van Cambodja om even tot rust te komen. In het charmante dorpje Kep met z'n vele vernielde villa's vanuit de Franse koloniale tijd hebben we tot nu toe de knapste zonsondergang gezien. Vanuit Kep namen we een bootje naar Rabbit Island om eventjes helemaal ZEN te worden... allee totdat het bootje eerder als de Titanic aanvoelde (voor Sarah). Het eiland was heel exotisch en toch ook heel Aziatisch: koeien en kippen verwacht je nu toch niet op een strand, toch? De laatste dag wandelden we door de jungle naar de bunker bovenop de heuvel van het eilandje, een overblijfsel van de Khmer Rouge van waar ze de Vietnamese vliegtuigen beschoten. Doordat het de avond voordien geregend had, lag het pad er heel slipperig bij en zijn we met de regelmaat van de klok onderuit gegaan... we kwamen dan ook als twee echte schatjes terug in het dorpje aan...
Om Cambodja af te sluiten brachten we nog een bezoek aan een laatste stadje, Kampot. Hier hadden we echt dikke pech met het weer en stonden de straten compleet blank! We wandelden er in de gietende stortregen over straten die op rivieren leken, tot boven onze knieen in het water! Het was echt een zicht: auto's, fietsers, motorrijders, alles bleef gewoon z'n gangetje gaan en niemand die er slechtgezind van werd... moet kunnen!
Bye bye Cambodja, goodmorning Vietnam! Na vele negatieve verhalen over Vietnam gehoord te hebben, was ons eerste gevoel toch heel positief! Saigon dat nu Ho Chi Minh stad heet, voelde heel goed aan. We zijn er gaan shoppen, hebben er de Cu Chi tunnels bezocht(waar de Vietcong zich in verstopte), hebben er met verbaasdheid gekeken naar de hoeveelheid brommerkes in de straten... niet normaal hoe die zich al toeterend overal doorheen rijden!
Na de met regen beladen tweedaagse in de Mekongdelta namen we de bus naar Nha Trang. We hadden een slaapbus geboekt en je kan het al raden zeker? We kregen een vreselijke zitbus voor onze 10 uur durende busreis, nadat we dus al heel lang in de bus hadden gezeten van de tweedaagse!! Och ja... het mooie weer hier in Nha Trang en de massage van een uurtje geleden doen de vreselijke nacht snel vergeten.
Na de betoverende trekking in het noorden van Laos nam ik de bus terug naar Luang Prabang waar ik eindelijk op tijd wist op te staan om er om 5u30 de monniken op hun bedelronde te bekijken. Ik had een beetje rijst gekocht om ook deel te kunnen nemen aan het schouwspel. Terwijl ik geknield, elke passerende monnik vlijtig een handvol rijst gaf, nam Benoit mooie foto's... te gek toch? In de namiddag namen we met een bende gekke en altijd lachende Japanners een tuktuk naar de grote en mooie waterval waar we zalig gezwommen hebben in het frisse water. Op een gegeven moment had ik zelfs een beetje kou! En dat was echt eens heel even een heerlijk gevoel. De waterval was prachtig van kleur: turquoise water dat over geelbruine rotsen stroomde met hier en daar prachtige groene bomen en planten. De volgende dagen reisde ik via Vientiane naar het zuiden van Laos waar ik in Pakse afscheid nam van mijn twee reisgenoten die toch wel lieve vrienden geworden waren. Op mijn eentje nam ik de veerboot naar de andere kant van de Mekong waar Champassak lag, een heel rustig dorpje waar vooral de natuur in alle eenvoud te bewonderen was. Zoals verwacht was ik ook nu weer niet lang alleen en samen met John de Londenaar fietste ik naar de oude Angkoriaanse tempel Wat Phou. Tijdens de 8 km lange fietstocht over niet-geasfalteerde weg met gaten, was het een sport op zich om overeind te blijven. De kinderen in dit dorp waren ontzettend schattig en uiterst vriendelijk... ik werd er helemaal op en top vrolijk van!
Enkele dagen later reisde ik naar de 4000 eilanden in het zuiden, meer bepaald naar Don Det. Onmiddellijk toen ik er toekwam, ontmoette ik Jose en Fabia waarmee ik in Champassak 2 avonden voordien fijn gezeverd had. Jose (een hele lieve Spanjaard van Barcelona) en ik huurden er een fiets en verkenden zowel Don Det als het eiland Don Khone... onwijselijk mooi hier! De reisvelden, de watervallen (niet hoog maar breed en een ontzettend debiet aan water, ze noemen het ook de Niagara van Zuid-Oost Azie), de eilandjes,... ja... gewoon onbeschrijfelijk! Kon ik toch maar schilderen... ik zou er uren kunnen doorbrengen. Gelukkig heb ik mijn camera bij de hand en kan ik toch mijn eigen beeldjes vastleggen. Het eten, de mensen, de natuur, alles is er in harmonie... een waar paradijs!
En dan begon het aftellen om mijn meisje weer te zien! Jose nam afscheid van Fabia die een andere route gepland had en daar begonnen we samen aan het avontuur naar Cambodja. Het zou een rit van anderhalve dag zijn naar Siem Reap met een overnachting in Champong Cham. Alles ging goed... totdat we niet in Champong Cham werden afgezet maar in Phnom Penh (2 uur langer in de bus). Onderweg hadden we het al ongeveer in de gaten... hij vertelde ons als smoes dat het in Phnom Penh goedkoper was om te slapen! 's Ochtends zouden ze ons om 8u komen halen en hij zei dat het maar 4 uurtjes rijden was naar Siem Reap. Om 8u 's morgens geen kat te zien natuurlijk en niemand herkende ons ticket... we waren verplicht om een nieuw ticket te kopen en kregen ook te horen dat het een rit van nog maar eens 6 uren bus was. Door heel deze afzetterij kwam ik, op van de zenuwen een beetje te laat aan op de luchthaven waar mijn meisje als een klein ukje op de stoep zat te wachten...
Eenmaal in ons guesthouse aangekomen hebben we een dikke pint gedronken en lekker gegeten... welkom Cambodja!