Een weekdag, vroege namiddag, de tram zit halfvol. Hij stapt op, één halteplaats verder dan ik, dus ik kan al zijn bewegingen volgen van op de zitbank vlakbij de toegangsdeur aan de zijde van de opstapplaats. Hij blijft staan, de rug tegen het raam recht tegenover de toegangsdeur, en begint onmiddellijk naar zijn schoenen te staren. Werktuiglijk neemt zijn rechterhand de boekentas van de linkerhand over.
Tenzij hij bewust heeft gekozen voor shirtreklame is het duidelijk dat hij werknemer is van De Lijn. Zijn blauwe parkavest vertoont bijbehorende passanten aan beide zijden waarop twee lijntjes geborduurd zijn. Ik weet nog steeds niet wat dat zegt over zijn functie. Bij het leger zou hij korporaal zijn, maar voor zover ik weet bestaat een korporaal-trambestuurder niet. Ik ben wél zeker dat hij geen controleur is. Met zekerheid beweer ik dat die héél wat méér lijntjes hebben en daarbovenop een andere blik en houding. Die staren niet naar hun schoenen. Vanaf het ogenblik dat die de tram bestijgen kijken ze onmiddellijk zowel links als rechts, als het ware de inhoud van de tram afscannend, met een getrainde blik die je ook bemerkt bij hongerige jachtluipaarden.
De man staat ietwat zielig te wiegen, onbewust de zacht schommelende bewegingen van het Hermelein-tramvoertuig volgend. Je kunt er bijna op wedden dat hij de nog resterende dagen tot aan het pensioen aan het tellen is. Of dat hij kort voor het vertrek thuis slecht nieuws heeft gekregen. Een familielid overleden? Zijn kleinzoon ziek? Een op het eerste zicht onbetaalbare belastingsbrief? Hoe dan ook, zijn gedachten zijn niet prettig. Aan alles wat hij uitstraalt zie je dat hij moe is, fundamenteel moe. Hij heeft de blik van een gedemotiveerde ambtenaar. Hij sloft als het ware zonder te bewegen. Gekromde rug. Zijn lederen boekentas is een last. Gek genoeg blijft hij die vasthouden in de rechterhand, hij zet ze niet op de grond. Dat versterkt het gevoelen dat de man effectief tram- of busbestuurder is: vermoedelijk zit er wisselgeld in de boekentas.
Eén halteplaats verder en via dezelfde toegangsdeur stapt een oude dame op, stram in de benen, onzeker in haar handelingen. In de rechterhand draagt ze een steunstok, een tramkaart in de andere hand. Haar handtas laat ze bengelend balanceren over de linkerpols. Daar de onthaasting nog niet is doorgedrongen tot de uurroosters van De Lijn vertrekt de dienstdoende trambestuurder zoals het blijkbaar hoort: step on the gas, full power for all engins. Het gevolg laat zich raden: de oude dame doet een nutteloze poging zich nog vast te grijpen aan één van de vertikale palen, maakt ter wille van een wet die met zekerheid wordt onderwezen aan studenten fysica een zijdelinge beweging richting achterzijde tram en is duidelijk op weg de meest recente supersave van een getalenteerde doelman in fast replay op de tram te reconstrueren.
Weze daar niet onze man! Met een ongeziene snelheid en reactievermogen laat hij - als het ware in één beweging en vechtend tegen de bruuske versnelling - zijn boekentas vallen, haakt zichzelf met de linkerhand vast aan een vertikale paal, omarmt met de vrijgekomen rechterarm nog bijna teder de oude dame en begeleidt haar onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde zitbank. De oude dame kijkt hem zittend aan met een uitdrukking die afbouwende paniek en ongeloof combineert.
Daarop neemt de man zwijgend de tramkaart uit haar handen, stapt ermee naar het valideringstoestel, valideert de kaart en geeft ze met een kordaat Astenblief madammeke terug aan de oude dame. Met bevende stem mompelt ze Dank U wel menier. Een simpel Altijd tot uw dienst madammeke vormt het sluitstuk van de conversatie tussen de twee.
De man keert naar zijn oorspronkelijke plaats en neemt zijn boekentas terug in de rechterhand. Zijn blik kruist de mijne. Ik knik hem toe, de lippen iets naar voren geprononceerd om hem mijn waardering te tonen, en steek een duim op. Tip-Top.
Twee halteplaatsen verder stapt de man af nadat zijn linkerhand de boekentas terug had overgenomen van de rechterhand. Het is een andere man die afstapt. Na het voorval had hij niet meer naar zijn schoenen gekeken. Hij keek integendeel voldaan voor zich uit, naar een denkbeeldig punt in de verte ondanks het beperkte zicht in de metrokoker. Hij had onmiskenbaar een taak volbracht. Een dubbele taak zelfs: niet alleen de oude dame was gered maar tevens het imago van "De Lijn".
Vroeger werd een trambestuur "wattman" genoemd, duidelijk een benaming ontleent aan de elektriciteitseenheid watt. In dit geval had het evenwel ook kunnen staan voor Wat een man !.
03-06-2005, 00:00 geschreven door eMBee 
|