Gisteren naar de gîte compostelle in Montréal sur Gers. Uitgebaat door, en eigendom van een kranige Duitse die al meer dan 12 lange pelgrimstochten heeft gedaan. Gîte dicht in oktober en hop.
Zij heeft hulp van een pelgrim vrijwilliger. Dat is een ras apart. Hier was het Vincent. Een Bruggeling. Van die klasse apart was hij dus nog aparter. Onderweg werd luc door hem opgebeld of we toch kwamen. Even schrikken.
Zoon van brugse notaris familie. Opgevoed in internaten en colleges in Namur. Dan 37 jaar in het leger, waar hij opklom van de laagste graad naar een veel hogere. Maar van zo'n extravertie en uitbundigheid, Jezus. In 2001 heeft hij zijn vrouw en dochter op een seconde verloren en de zin van het leven. In 2017 is hij op tocht gegaan (hetgeen zijn leven terug op gang heeft gebracht) en is niet meer gestopt. Nu en dan gaat hij nog eens terug naar Brugge.
Het was entertaining van aankomst tot vertrek. Ik vermoed dat hij blij was nog eens landgenoten te ontmoeten. Hij vroeg aan Dominique (pelgrim die we al meermaals hebben ontmoet) Le haut de la carte, nord en dan est, sud et ouest. Eh bien ouest c'est comme on dit en flamand ça va. En dan nu en een goddeverdom ertussen.
Bij het avondmaal is hij erin geslaagd om alle pelgrims het pelgrimslied Ultreia et suseia te laten zingen. En geloof het of niet, maar volgens mij klonk het ook. Of geloofsverblinding. Hij heeft het lied dan ook verklaard en er een persoonlijke uitgebreide exegese aan gegeven. En een duiding van de weg, en uitgebreide uitleg over het materiaal en manieren om de weg goed te kunnen doen.
Dank zij zijn landgenoten, en ook tot zijn geneugten, is de 'sang des pèlerins' (rode wijn) goed gevloeid.
Bij het vertrek heeft hij nog een foto genomen met de belofte ons nu en dan een berichtje te zenden.
Die west-vlamingen toch.