Feline Leukemie Virus of leucose (FeLV) (bron: Dierenkliniek Wilhelminapark)
Iedere katteneigenaar die gaat fokken komt het vroeg of laat tegen. Voordat de poes bij de kater mag komen moet er een bloedtest uitgevoerd worden. Er wordt getest op FeLV (leukemie) en FIV (aids). FeLV is een ziekte die niet alleen van belang voor fokkers met raskatten maar ook voor eigenaren van "gewone" huiskatten want helaas komt FeLV bij alle soorten katten voor.
Wat is FeLV voor een ziekte?
FeLV is een virusziekte met een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie (tumoren van de witte bloedcellen) veroorzaken, maar dit is niet de ziekte die het meest optreedt na infectie. Het virus tast namelijk het immuunsysteem van de kat aan (immunosuppressie) waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties.
Het ziektebeeld van FeLV wordt daardoor veroorzaakt door secundaire infecties.
Hoe kan een kat besmet raken met het virus?
Na infectie vermeerdert het virus zich in tonsillen in de keel en verspreidt zich naar het beenmerg, lymfeknopen. Het virus komt in het bloed en vanaf dan is het aan te tonen door middel van een bloedtest. Als de speekselklier wordt geïnfecteerd dan zal de kat virus gaan uitscheiden en vanaf nu is de kat besmettelijk voor andere katten!.
Vooral speeksel bevat dus hoge concentraties virus en dit is ook de voornaamste manier van overdracht van de ene kat op de andere. FelV wordt voornamelijk door langdurig sociaal contact met andere katten overgedragen. Denk bijvoorbeeld aan uit elkaars bakje eten of elkaar wassen, want via speeksel, bloed, urine en ontlasting kan het virus overgebracht worden. Een drachtige poes kan het virus via de placenta overbrengen op haar kittens (en later via de moedermelk). Dit kan leiden tot abortus of geboorteafwijkingen maar er kunnen ook gezonde kittens geboren worden die virusdrager blijven.
FeLV wordt voornamelijk door langdurig sociaal contact overgedragen, maar ook door een bijtwond met vechten. Bij FIV daarentegen geschied de voornaamste overdracht veel meer door een directe bijtwond met vechten en in veel mindere mate door langdurig sociaal contact.
Katten die in een groep samenleven en onderling niet vechten hebben dus ook kans op besmetting als er een kat met FeLV in de groep zit.
Niet alle katten die besmet raken met het virus worden ziek. Gezonde, sterke katten met een goed immuunsysteem kunnen het virus bestrijden en overwinnen. Deze katten scheiden geen virus uit en worden er niet ziek van.
Katten die het virus niet kunnen bestrijden worden ziek. Katten die het virus niet kunnen bestrijden, bijvoorbeeld door een verminderde weerstand, zullen het virus gaan uitscheiden. Zij zijn zelf nog niet ziek maar al wel besmettelijk voor andere katten. Ze worden daarom ook wel "dragers" genoemd. In de loop van enkele maanden tot jaren (3 jaar) zullen zij ziekteverschijnselen gaan vertonen.
ER BESTAAT EEN LEEFTIJDSRESISTENTIE.
Bij jonge kittens zal 70-100% ziek worden. Bij kittens van 8-12 weken oud wordt 30-50% ziek. Bij volwassen katten wordt 10-20% ziek.
Wat zijn de symptomen van een kat met FeLV?
Het meest belangrijke zijn secundaire gevolgen van de infectie door een verminderder afweer, waaronder FIP, toxoplasmose, bacteriële ontstekingen, tandvleesontstekingen, abcessen, huidontstekingen en oogontstekingen (uveitis).
FeLV ziekteverschijnselen.
Tumoren. De meest voorkomende tumor is maligne lymfoom maar ook leukemie, tumoren in lever, nieren, buikvlies of milt kunnen ontstaan. Bloedarmoede doordat het beenmerg niet goed meer functioneert. Vermageren. Benauwdheid. Koorts. Sloomheid. Zwelling van lymfeknopen. Oogontsteking zoals uveitis. Slecht eten. Voortplantingsproblemen bijvoorbeeld abortus, sterfte van pasgeboren kittens, onvruchtbaarheid. Verlammingsverschijnselen.
Het is afhankelijk van waar de tumoren zich bevinden en welke organen aangetast zijn, welke klachten de kat krijgt.
Is FeLV te behandelen?
Helaas is FeLV niet te genezen. De secundaire bacteriële ontstekingen dienen met antibiotica bestreden te worden. Experimenteel wordt gebruik gemaakt van Interferon van Virbac. Dit is een dure behandeling maar het lijkt succes te hebben. Het is echter nog onduidelijk of dit ook DE therapie zal worden voor katten met FeLV.
Katten die daadwerkelijk ziek zijn zullen helaas overlijden. (50% is overleden binnen 1 jaar, 90% binnen 3 jaar). Hoelang de kat nog kan leven met zijn ziekte is afhankelijk van de symptomen en zijn weerstand. De kat dient in ieder geval apart gehouden te worden van andere katten in verband met het besmetten van andere katten. Dit betekent dat de kat ook niet naar buiten mag, omdat hij dan andere katten kan besmetten.
Hoe is FeLV te voorkomen?
De enige manier om FeLV te voorkomen is om de kat binnen te houden en niet in contact te laten komen met andere katten. Als u een FeLV vrije cattery heeft neem dan alleen nieuwe katten in huis die uit een veilige omgeving komen waar regelmatig getest wordt op FeLV.
Er is een vaccinatie beschikbaar tegen FeLV maar deze is zeker niet 100% betrouwbaar. Ook een gevaccineerde kat kan de ziekte nog krijgen. Alleen in risicogebieden, of als bekend is dat er buiten een met FeLV besmette kat rondloopt, adviseren we u om uw kat te laten vaccineren tegen FeLV.
Het bestrijden van FeLV berust vooral op het opsporen van dragers die ongemerkt andere katten besmetten. Dit dient vooral in grote groepen katten regelmatig gedaan te worden, bijvoorbeeld cattery's, multicat households of een dierenasiel. Zeker voordat een poes ter dekking aangeboden wordt moet er een bewijs zijn dat allebei de katten de ziekte niet bij zich dragen. Vraag hier ook naar als u kat gaat dekken of laat dekken!
Feline Imunodeficientie Virus (FIV) of ook wel Kattenaids (bron: Dierenkliniek Wilhelminapark)
Iedere katteneigenaar die gaat fokken komt het vroeg of laat tegen. Voordat de poes bij de kater mag komen moet er een bloedtest uitgevoerd worden. Er wordt getest op FIV (aids) en FeLV (leukemie). FIV is een ziekte die niet alleen van belang voor fokkers met raskatten maar ook voor eigenaren van "gewone" huiskatten want helaas komt FIV bij alle soorten katten voor. In onderstaande tekst beschrijven we wat FIV inhoudt, de besmetting, de diagnose, de behandeling en hoe het te voorkomen.
Wat is FIV voor een ziekte?
FIV wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. FIV wordt daarom ook wel kattenaids genoemd. FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens.
Hoe kan een kat besmet raken met het FIV-virus?
Het virus wordt overgebracht via bloedcontact. Vooral via vecht- en bijtworden worden katten geïnfecteerd. Omdat katers veel vaker vechten is het percentage geïnfecteerde katers tweemaal zo groot als geïnfecteerde poezen. De ziekte komt het meest voor onder normale huiskatten die naar buiten gaan. Katten die binnenshuis leven in een groep waar de rangorde bepaald is zullen elkaar niet snel besmetten doordat ze niet veel vechten met elkaar.
Ook bij dekkingen wordt er vaak gebeten (nekbeet) waardoor een poes geïnfecteerd kan worden door de kater. Een drachtige poes kan het ook via de placenta en later via de moedermelk overbrengen op haar kittens.
Bij FIV geschiedt de voornaamste overdracht veel meer door een directe bijtwond met vechten en in veel mindere mate door langdurig sociaal contact. FeLV wordt daarentegen voornamelijk door langdurig sociaal contact overgedragen en in een veel mindere mate door een bijtwond met vechten.
Wat zijn de symptomen van FIV?
Het ziekteverloop is vergelijkbaar met HIV. Het virus tast het immuunsysteem (immunosuppressie) van de kat aan waardoor deze gevoelig wordt voor allerlei infecties.
Na infectie met het FIV virus zijn er een aantal stadia:
1. Acute stadium. Dit stadium kan zonder ziekteverschijnselen optreden. Soms wordt alleen wat koorts waargenomen. 2. Asymptomatische fase. In deze fase vertoont de kat geen ziekteverschijnselen. Deze periode kan een aantal jaren duren, soms zelfs langer dan 5 jaar. De kat kan wel andere katten besmetten. 3. Fase met vage, algemene symptomen zoals terugkerende koorts, oogontstekingen (uveitis) verminderde eetlust en vermageren. 4. AIDS gerelateerd stadium. Dit is het stadium waarin het de eigenaar opvalt dat de kat niet in orde is. Veel voorkomende ziekteverschijnselen zijn: tandvleesontstekingen, oogontstekingen, vermageren, lymfeknoopzwelling, benauwdheid, diarree. Deze symptomen worden over een periode van enkele maanden steeds erger. 5. AIDS. Uiteindelijk zal een deel van de katten een stadium bereiken vergelijkbaar met AIDS bij de mens. De kat vermagert, krijgt chronische ziekteproblemen en allerlei secundaire infecties die hij niet kan overwinnen bijvoorbeeld longontsteking. Neurologische verschijnselen (zenuwafwijkingen) worden nogal eens waargenomen bij katten met AIDS.
Is FIV te behandelen?
Kattenaids is helaas niet te genezen. De therapie bestaat uit het onderdrukken van de secundaire infecties met antibiotica. Specifieke antivirale therapie met Interferon van virbac is mogelijk maar niet 100% werkzaam. Het is daarbij een dure behandeling en wordt daarom in de praktijk nog niet veel toegepast.
Er is momenteel in Nederland nog geen vaccin beschikbaar tegen FIV.
Het is erg belangrijk dat katten waarbij FIV is gediagnosticeerd geen andere katten besmetten. Dit betekent dat ze alleen gehuisvest moeten worden en dat ze ook niet meer naar buiten mogen. Dit ter bescherming van andere katten!
Hoe is FIV te voorkomen?
Het risico op infecties met FIV is het kleinst bij katten die binnen worden gehouden. Katten die in een groep leven, goed met elkaar overweg kunnen en dus niet veel vechten lopen de minste kans.
Katten die in grotere groepen worden gehouden, bijvoorbeeld in catteries of dierenasiels/pensions dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Positieve dieren dienen geïsoleerd te worden van negatieve katten.
Wordt een nieuwe kat geïntroduceerd in een bestaande groep dan is het verstandig deze kat eerst te testen alvorens hij in de groep mag. De kat zal dan eerst 4 weken in quarantaine (apart gehouden van de rest) moeten en daarna kan bloedonderzoek plaatsvinden.
En zeker als u uw kat laat dekken is het van zeer groot belang dat u de negatieve test van de andere kat onder ogen krijgt, let hierbij ook op dat de test niet ouder dan ½ á 1 jaar is.
Wat is de toekomst voor een kat met aids?
Door de lange periode (gemiddeld 5 jaar) die zit tussen besmetting met het virus en het ontwikkelen van ziekteverschijnselen hebben katten met FIV een betere prognose dan katten met FeLV. Zij kunnen meestal nog een aantal jaren een goed leven hebben alvorens zij te ziek worden. Helaas zal ook een kat met aids uiteindelijk overlijden aan de complicaties van de ziekte.
De Maine Coon vind zijn oorsprong in Amerika. Er zijn veel verhalen over de oorsprong van dit ras. Een populair broodjeaapverhaal is dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een lynx en een wasbeer. In werkelijkheid is de Maine Coon een ontzettend leuk kattenras wat prima als huis te houden is.
Geschiedenis De Maine Coon komt als prototype van de huiskat al eeuwen voor in New England; Maine en omliggende staten aan de noordoostkust van de Verenigde Staten. De Maine Coon stamt af van een aantal langharige katten en katten die het gen droegen. Lang geleden zijn ze naar Amerika meegenomen door kolonisten uit Europa. In de winter was het vaak erg koud, en hadden de langharige katten een groot voordeel met hun vacht.
Uiterlijk ♦ De kop: Hun kop heeft hoge jukbeenderen, en hebben vaak een wat brede forse kin. ♦ Ogen: Groot, ovaal en staan enigzinds schuin. ♦ Oren: Grote oren. De oren zijn ver uit elkaar geplaatst en ze lopen puntig toe. Deze "lynxpluimpjes" zijn erg gewenst. ♦ Het Lichaam: Een van de grootste kattenrassen die we kennen, vooral de katers zijn vaak groot en gespierd, met een brede borst. De poten zijn vaak wat korter, hebben zware botten en grote ronde voeten die tevens vaak haarpluimpjes tussen de tenen hebben. ♦ De staart: Lang, die teruggelegd over de rug minimaal tot aan de nek moet reiken. ♦ Vacht: Een dichte, dikke, langharige vacht, en dragen vaak een kraag. De structuur van de vacht hangt af van de kleur. In de zomer is de vacht vaak een heel stuk korter dan in de winter, de staart daarintegen blijft altijd volbehaard. ♦ Kleur van de vacht: De Maine Coon komt alleen voor in natuurlijke kleuren, zwart, creme, blauw, bruin, rood en cremeblauw, soms natuurlijk met witte tabbytekening, of een witte ondervacht.
Karakter Maine Coons zijn aardige, lieve en goedgehumeurde huisdieren. Normaal gesproken gaan ze goed om met andere huisdieren en als de kennismaking als kitten al heeft plaatsgevonden, zal het met honden ook prima samen gaan. Naar kinderen en mensen toe is de Maine Coon zeer vriendelijk. Meestal worden ze graag geknuffeld en geaaid, en worden graag zo nu en dan geborsteld.
De verzorging De langharige vacht van de Maine Coon is zelfreinigend en blijft meestal met af en toe eens een borstelbeurt in prima conditie. Borstel vooral niet te hard, hiermee kan de vacht beschadigd worden. In de lente en zomer gaat de vacht in de rui. De pluimstaart blijft altijd volbehaard.