Tijdens onze laatste avond op het plateau van de ezels hoorden we achter ons in het bos diep gebrom en gesnuif, toen ik Fahra uitliet, voor haar avondplasje, zag ik ook enkele kampvuren tussen de bomen, waarschijnlijk bedoeinen met dromedarissen die, volgens Leo gehoord had, vanuit de Sahara naar de markt in Essaouira trokken. De volgende morgen werd ons vermoeden bevestigd toen er een dromedaris door het raam kwam kijken wat we aan het eten waren.
De dromedarissen trokken, samen met hun herders, rustig tussen de campers door. Zoiets maak je natuurlijk niet mee als je op een ommuurde en bewaakte camping staat.
Na het eten trokken we terug noordwaarts naar Sidi Kaouki en Essaouira. Onderweg zagen we hoe goed sommige Marokkaanse wagens zijn afgesteld.
Zoals overal langs de kust staan kinderen te zwaaien en te bedelen voor snoep. Het is spijtig dat de vroegere camperaars, hoofdzakelijk Fransen, de kinderen dit hebben gewoon gemaakt, door snoep uit het raampje te werpen in het voorbijrijden. Nu is dit op vele plaatsen een ware plaag geworden.
In Sidi Kaouki zien we dat de lente op komst is, de landschildpadden zijn wakker geworden.
Van hieruit gaan we naar Essaouira waar Magda wil gaan shoppen en zodoende ons budget wil plunderen.