1.      De opgooi :  de ref staat met het gezicht gericht naar de hoofdtribune of de tribune waar zich het meeste publiek bevindt.

2.      De aftrap :  de ref staat aan de overzijde van de officiële tafel en spelersbanken, 1a2 meter op de terreinhelft waar de aftrap genomen word ( met voor het fluitsignaal een snelle controle van tafel en chrono ) .

3.      De intrap :  anticiperen indien mogelijk, dus al gaan staan in de richting waarnaar de bal normaal gespeeld zal worden. Kom snel naderbij om u te vergewissen van een correcte intrap met toepassing van de 5-meter en 4 secondenregel.

Aanpassing :   bij intrap door een verdediger op zijn eigen speelhelft en zonder dat de tegenstrever aandringt moet de ref niet ter plaatse gaan. Bij een intrap nabij het  hoekschoppunt gaat de ref beter achter de bal dus weg van de doellijn staan om zich niet te laten insluiten in de hoek en gemakkelijk een eventuele tegenaanval te kunnen volgen.

4.      De hoekschop :  de ref staat op 1 meter van de bal op de zijlijn en gaat na het trappen van de hoekschop zo staan dat hij de doellijn kan observeren . Ga nooit tussen het hoekschoppunt en het doel staan bij het trappen.

5.      Ontzetten door de doelman : de middellijn moet hierbij niet meer in het oog gehouden worden. De ref plaatst zich normaal 2 a 3 meter voor de middellijn en langs de zijlijn om een zo groot mogelijk gezichtsveld te bekomen maar moet hierbij beroep doen op een goede ‘ feeling ‘ door te voorzien of de doelman de bal dicht ( b.v. alle medespelers staan op eigen helft ) of ver ( afgezonderde ploegmaat op andere helft ) zal gooien . Belangrijk hierbij is tijdig achteruitlopend ( nooit de rug naar de bal draaien ) de juiste positie in te nemen .   

6.      De vrijschop :     

 Nabij het eigen doel of midden het terrein en zonder aandringen van de tegenstrever moet de ref niet op de plaats van de vrijschop blijven hangen maar direct achteruitlopend ( zicht !! ) anticiperen . Men moet alleen tussenkomen als de vrijschop foutief gegeven is ( b.v. de bal lag niet stil , niet op de juiste plaats , meer dan 4 sec. gewacht , 5-meter regel niet toegepast ).

In de zone nabij het doelgebied moet de ref direct na het fluitsignaal en de signalisatie ter plaatse gaan en achteruitlopend naar de plaats voor de muur gaan waarna hij gewoon opzij gaat staan ,zodat hij een perfect zicht heeft op de bal , muur en doellijn , en hij de vrijschop kan laten nemen.  

7.      De 10-metertrap :  de ref plaatst zich halfweg de doellijn en het tien-meterpunt , voldoende opzij om geen enkele speler meer in de rug te hebben en gaat na of de trap correct genomen word ; alle spelers zich achter het tien-meterpunt bevinden , de tegenstrevers zich op 5 meter van de bal bevinden en niet hinderen , terwijl hij ook nog de doelman en de doellijn in het oog houdt.

8.       De strafschop :  zelfde positie als in punt 7 maar aangepast aan de kortere afstand.

Bij het doorgeven van de wedstrijdgegevens via e-kickoff ondervinden de scheidsrechters veel problemen met het ingeven van gele en rode kaarten bij ligawedstrijden. Ui t navraag bij de informaticadienst is gebleken dat het niet mogelijk is om gele en rode kaarten rechtstreeks te boeken onder de ligaclubs. 

Vandaar dat de scheidsrechters vanaf heden hun wedstrijdgegevens van ligawedstrijden niet meer via e-kickoff (extranet) moeten overmaken.  Zij moeten enkel hun gegevens vermelden op wedstrijdblad.  Het wedstrijdblad moet ook niet meer worden meegenomen.

Let op!!! Dit geldt enkel voor LIGAwedstrijden !!!!!!. 

Een heel goede fysische conditie is noodzakelijk om zich gedurende de hele wedstrijd efficiënt te kunnen verplaatsen. Daaraan wensen we nog enkele aanbevelingen toe te voegen :

Om altijd over een zo breed mogelijk gezichtsveld te beschikken,moet de ref zoveel mogelijk achteruitlopen en zich langs de zijlijn verplaatsen.

De ref zorgt ervoor altijd in beweging te zijn,zelfs tijdens spelstilstanden waarbij hij de ideale plaatsing opzoekt

Hij verplaatst zich lopend , niet wandelend of stappend, zelfs als het spel traag evolueert.

De ref blijft niet te lang aan dezelfde zijde van het terrein en let erop het terrein slechts te dwarsen als het mogelijk is de overzijde tijdig te bereiken én zonder de spelers te hinderen.

Hij loopt nooit naar de overzijde tijdens het spel,ook niet achter een spelactie om.

Na het dwarsen voor een intrap moet de ref anticiperend plaatsnemen,dus niet achter de spelfase.

Als de ref merkt dat een een intrap heel snel genomen zal worden en hij dus niet tijdig aan de overzijde kan komen,beperkt hij zich er toe op het terrein te komen om zo gemakkelijker het juiste verloop te kunnen controleren.

Tijdens een spelstilstand is er tijd om uw adem terug te vinden,maar blijf niet ter plaatse en doe al de moeite om uw nieuwe positie in te nemen.

Let erop niet in de nabijheid van de bal te blijven rondhangen indien dit niet nodig is ( geen spelers in de nabijheid of vrijschop ver van het doel van de tegenstrever ).

Profiteer tevens van dit oponthoud om de 5m te laten respecteren en verplicht de tegenstrever achteruit te gaan. Indien u de 5m vraagt moeten de spelers absoluut op 5m staan.

Om een beter zicht te hebben en om zodoende minder kritiek te krijgen vanwege de spelers is het aangeraden dieper mee te gaan zelfs tot op de doellijn.

Bij spelherneming ( intrap ) 

Om de bal een speciale curve mee te geven staan sommige spelers met hun andere voet in het speelveld ( verboden ). Dit geeft dus een foutief gegeven intrap tot gevolg wat bestraft word met het nemen van de intrap door de tegenstrever ( op dezelfde plaats waar de bal buitenging )

Op dat moment is het aangeraden om de plaats van de intrap met de hand te tonen ( aangezien de intrap nu voor de tegenstrever is en deze zeker niet op de plaats van intrap gelet heeft ) .

De ref verplaatst zich altijd zo dat hij ononderbroken de bal ziet en het grootste deel van de spelers en het terrein.

              ACHTERWAARTS  !!!!!!!!!!!!!!

De ref vermijd de rug te draaien naar de plaats waar een overtreding gefloten werd of waar de spelers op een viriele wijze de bal betwisten, en hij zorgt ervoor zo snel mogelijk aanwezig te zijn op de plaats waar een zware fout bestraft wordt

Na het fluiten van de fout neemt de ref zo snel mogelijk de juiste positie in zonder te wachten tot de spelers zich reglementair opstellen.