De analyse van de culturele
functie bij 2 organisaties of projecten.
Voorbeeld
1: Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen (museum)
--> Bezocht op 13/03/2016
Het Koninklijk Belgisch
Instituut voor natuurwetenschappen of anders gezegd, het natuurmuseum, heeft
mijn nieuwsgierigheid op verschillende vlakken weten te raken . Niet alleen
maakt het museum gebruik van visuele
middelen die zo levendig zijn zodat de bezoeker in de mogelijk wordt
gesteld mee te stappen in het verhaal, het maakt ook gebruik van DOE-opdrachten die zijn publiek
interactief laat meedenken en meedoen. Omdat men deze vorm van participatie aan
cultuur zo uitnodigend en laagdrempelig maakt zorgt men voor een kans op
verhoogde deelname ervan. Ik zou ook wel stellen dat men tracht cultuur
kwaliteitsvol in te vullen. Voor een toegangsticket betaal je als volwassene
9,50 (extra voorstelling inbegrepen). Kinderen betalen 7 en iedere eerste
woensdag van de maand is de inkom gratis voor iedereen. Op deze manier kunnen
ook de meest kwetsbare groepen genieten van een beetje kunst en cultuur.
Het museum bestaat uit 4
verdiepingen met telkens een ander thema. Daarnaast is er telkens een extra voorstelling
voorzien die de bezoeker telkens weet te verassen. Dit keer was het de
WOW-voorstelling die het voornamelijk heeft over het leven van dieren in het
wild. Het natuurmuseum is een museum dat heel vaak door scholen wordt bezocht
en dus speelt het extra in op de interesses van jonge kinderen. Maar ook
volwassenen worden geboeid door het
schouwspel van levensechte visuele middelen in combinatie met geluid en
gevoel. Het museum probeert duidelijk zoveel mogelijk in te spelen op de zintuigen van zijn bezoeker. Daarnaast
heb ik ook opgemerkt dat men professionelen
inzet die op een speelse manier de toer in het museum gaan doen met groepen
van kinderen. Men gaat dus al van kinds
af aan cultuur gaan inleiden op een leuke en interactieve manier. Men leert
iets bij, men is geboeid. En dit is juist de sleutel tot verdere participatie aan cultuur. We hebben het hier over de
excentrieke, en nog belangrijker, de intrinsieke waarden en effecten van
cultuur.

Het natuurmuseum benadert
cultuur vooral met een enge (smalle)
focus. Dit vooral omdat het zich richt tot het bereiken van individuele effecten. Men wil
zoveel mogelijk bezoekers inleiden in de cultuur en/of iets bijbrengen (kennis,
ervaring) en laten ervaren op individueel niveau. Iedere bezoeker ervaart zijn
of haar bezoek aan het museum dan ook op zijn eigen manier. Dit museum benadert
dus cultuur met een enge focus en met instrumentele effecten als gevolg. Wat de intrinsieke effecten betreft gaat
het hier meer over het kunnen meestappen in een verhaal wat men nu niet meer
voor mogelijk acht. Het kunnen denken over een onderwerp die de dag van vandaag
geen realiteit meer is (cfr dinotijdperk, oermens), fantasie aanspreken, mensen
een ervaring laten opdoen die iets bijbrengt en teweegbrengt. Ik heb alvast zin
in meer cultuur!
Cultuur wordt in dit
museum vooral gebruikt als product.
In het museum zien we vooral erfgoed en
dit zowel materieel als immaterieel. Wat materieel erfgoed betreft gaat het
hier vooral over goed bewaarde zaken uit het verleden, vondsten,
Wat
immaterieel erfgoed betreft gaat het vooral over de daar aangebonden kennis,
verhalen en gewoontes.
Het is wel duidelijk dat
hier vooral aan cultuurbewaring
wordt gedaan. Oude kennis wordt gepresenteerd en overgedragen aan volgende
generaties. Voor mezelf kan ik wel zeggen dat ik dit op een dynamische manier
heb beleefd. Dit komt omdat men leuke, interactieve opdrachten in bepaalde
themas heeft gebruikt. Via deze opdrachten herinner ik me ook veel sneller
welke boodschap erachter zat. We kunnen ook spreken over cultuurbeleving. Het natuurmuseum zet echt in op cultuurinleiding
vanaf een jonge leeftijd. Op die manier krijgen kinderen de kans op een eerste
kennismaking in cultuur. Die eerste cultuurbeleving blijft hopelijk wel hangen
dankzij de leuke, spontane manier waarop het aangeboden wordt. Kinderen worden
begeleidt en ondersteunt in hun (meestal eerste) tocht door het museum waardoor
ze echt de kans krijgen om op eigen tempo cultuur te leren kennen. Ik zag
bijvoorbeeld dat elke groep begeleide kinderen om de zoveel tijd een kring
vormden rond een voorwerp en daar vragen mochten over stellen. Het was leuk om
te zien hoe nieuwsgierig deze kinderen waren en hoe elk van hen een eigen visie
heeft op wat ze voor hen zien. Op deze manier brengt het museum echt iets bij
denk ik! Volwassenen waren iets meer op zichzelf gewezen en een gids bij
volwassenen zag ik niet aan het werk. Ik weet wel dat dit eveneens mogelijk is. Of er aan cultuurspreiding wordt gedaan, vind ik een moeilijke vraag. Een
museum vergelijk ik graag met een openbare bibliotheek. Kennis wordt er
dagelijks uitgewisseld maar in de plaats van het te lezen, ervaart men het op
een volledig andere manier. In die zin wordt er dan wel aan cultuurspreiding
gedaan volgens mij. Zaken uit het verleden en het heden worden verspreid en zo
ook doorgegeven.
We kunnen hieruit
besluiten dat de sociale interventie strategie van het natuurmuseum vooral die
van de cultuurconsumptie is. Dit
omdat de beleving en overdracht van cultuur vooral gebeurd op individueel
niveau. Het doel van het museum is dat hun publiek deelnemers worden die op hun
beurt een inleiding krijgen in de cultuur (vooral kinderen) of mee participeren
aan cultuur. Men tracht hun deelnemers zo goed mogelijk te betrekken in hetgeen
ze willen brengen door gebruik te maken van leuke opdrachten (luisteren,
voelen, educatieve spelen,
). Men gaat hun deelnemers begeleiden en
ondersteunen in het bijbrengen en begrijpen van deze vorm in cultuur met al
zijn gewoontes en materiële en immateriële in zowel het verleden als in het
heden.


|