De
drie werken van cultuur
è Cultuur
socialiseert: ze brengt mensen dichterbij en introduceert hen in de sociale
orde. Ze leert hen gangbare betekenissen. Bv: eetcultuur, slaapcultuur,
zorgcultuur,
à al deze verschillende culturen haken
in op elkaar, schuren, botsen, passen. = communicatie wanneer er gedeeld wordt!
Fundament van cultuur = betekenissen blootleggen, uitlokken, bespreekbaar
maken. We doen permanent aan cultuur. Cultuur is waardeNvol.
è Cultuur
kwalificeert: cultuur vormt mensen, kennis en vaardigheden worden opgedaan,
men leert wat men leuk en lelijk vindt, men leert normen en waarden (=
cultiveren). Cultuur leert mensen om keuzes te maken, om te rangschikken en te
ordenen (=kwalificeren). We stellen ons ook de vraag hoe we bovenstaande moeten
doen. Hoe gaan we gaan kwalificeren en cultiveren? ( =construeren)
è Cultuur
subjectiveert: autonomie staat voorop, een eigen plek verwerven, kritisch
zijn, hiërarchieën omverwerpen en de maat veranderen. Er is altijd een andere
blik op cultuur mogelijk die worden aangereikt door andere culturen. Alles wat
is, kan ook anders zijn. anders blijft altijd alles bij het oude. De regel
doorbreken is de regel (=onmaat in maat).
Gemeten
cultuur, een kleine inventaris (de kwestie van cultuur als zingever)
Opgelet. In cultuur kan er maar
weinig worden gemeten. Tegenwoordig is alles gebaseerd op evidence-based beleid
maar hierdoor verdwijnt de essentie van cultuur. Waarden en normen hoe meet je
dat? Het onmeetbare van cultuur mag men niet vergeten.
è Effecten
op cognitief vlak: Cultuur draagt bij aan zelfreflectieve kennis. Het is een
manier van kennen die je elders niet vindt.
è Effecten
op de gezondheid: deelnemen aan betekenisvolle activiteiten draagt bij aan ons
welzijn, althans aan het gevoel van mensen ervan.
è Welke
ervaringswaarden (excentriek intrinsiek) realiseert cultuur?: het levert ons
ervaringen op die ons doen nadenken en die we gebruiken om onze sociale identiteit
aan de orde te stellen.
è Effecten
op de economie: multiplier-effect = gesubsidieerde cultuur zorgt voor
(in)directe werkgelegenheid. Hoe groot die impact is, is niet duidelijk.
Cultuur als motor voor de heropleving van steden of stadsdelen (werkt maar
pas na 15-20 jaar). De culturele aantrekkelijkheid in een stad om er te
wonen draagt ook bij tot economische groei. Cultuur en creativiteit
hangen nauw samen. Een hoge bevolkingsdichtheid zorgt voor meer creativiteit en
dus wordt de economie van de cultuursector gunstig bevordert.
è Effecten
op het sociale weefsel: wie meer aan cultuur participeert, bouwt meer sociale
relaties op en omgekeerd.
Cultuur,
autonomie en de Vlaamse gemeenschap
Cultuur speelt een onmisbare, gemene
rol in de vernieuwing en dynamisering van gemeenschappenà
door dingen in discussie te stellen, een stem te geven, nieuwe gemeenschappen
te creëren,
è De
gemeenschap en haar politieke dimensie: cultuur is nauwelijks in beeld bij de
politiek, er wordt flink op bezuinigd. Nochtans is er een onmisbare rol tussen
de gemeenschap en cultuur.
è Paradox:
hoe autonome ruimtes en autonome mensen samenhangen met de gemeenschap:
toenemende autonomie van cultuur onder vuur à als
externe factoren (zoals politiek) haar bepalen is ze gedoemd tot mislukken. Er
is ook een toenemende druk op creativiteit à door
de vermanaging van de zorg ligt de autonomie van de mens onder druk (stress,
armoede,
). Autonomie staat niet tegenover de relevantie van kunst à kunst is tegelijk sociaal en autonoom.
è Het
gemeen van de cultuur: individuele vrijheid los van gemeenschapsstructuren
bestaat niet. Gemeenschap is zekerheid, geeft je individuele vrijheid vorm.
Duurzame economie = solide gemeenschap. Cultuur is, samen met onderwijs, het
fundament van een gemeenschap! In een samenleving zonder cultuur is de burger
een consument en niet langer een autonoom wezen.
|