Hoeveel participatie verdraagt de kunst?
Kunsten ontwikkelen zich steeds
nadrukkelijker in relatie tot de context. Denk maar aan de woordenschat die
gepaard gaat met het zich op de werking van kunst. Bv: sociaal-artistieke
projecten, educatie, wijkwerking,
Vrij zwevende kunst
Paradigma over de plaats van de
kunst:
è Autonome
kunst
è Autonome
natie
è Autonoom
individu
Termen zoals individualisme en
individu wijzen op de splitsing tussen persoonlijke beleving en algemene
ideeën. à centrale categorie van de moderne
tijd! à
sociale vrijzwevendheid: ontwikkelt zich los van een wereldbeeld, met een
hoge mate van zelfreflexief, autonoom functioneren van de kunst begin de 20ste
eeuw.
We zijn de knoop!
Door het globaliseringsproces neemt
die automatie af en functioneren we meer in een netwerk. Individuen zijn
knooppunten geworden. Meer en meer ontstaat een netwerksamenleving en zijn individuen twee-zieners geworden. We
zijn de knoop. De tegenstellingen van de moderne tijd hebben hun beste tijd
gehad.
On-maat
Door de ver-warring en de ver-netwerking krijgt de kunst van de moderne
tijd een flinke deuk en lijkt dit het einde. Kunst moet echter zijn kwaliteit
van on-maat behouden à de maat van cultuur steeds
opnieuw bevragen en uitdagen. On-maat moeten we echter ruimer zien. Het gaat
over het zoeken van een nieuwe
verhouding tussen kunst en samenleving: cruciale zit hem in het verschil te
zien tussen individuele kunstenaar en de artistieke instelling. Participatie
wijst op een bredere trend om anders om te gaan met publiek en hen meer te
betrekken als actieve partners bij creatie- en betekenisproductie. Men moet
erkennen dat er meerdere kunstgeschiedenissen (kunnen) bestaat en dat die van
de 21ste eeuw lang niet de enige is! Pleidooi voor een grotere
openheid en belangstelling voor de samenwerking van kunstenaars en de ontwikkelingen binnen kunst (Tilroe).
Dit samen met de groeiende culturele en etnische diversiteit in de steden
dwingen culturele en artistieke projecten tot herpositionering. Deze evolutie heeft een impact op de
kunstenbeleving.
Kunst als openbare ruimte
Uitdaging: verhouding tussen kunst en de openbare ruimte moet worden herschikt
om de vormgeving van fysieke verhoudingen te kunnen vertalen in de kunst à Kunst als openbare ruimte. Hier kunnen we denken aan het
creatieve proces die in de belangstelling staat, niet het eindproduct. Dit
samen met het idee van de lichting (Safrankski) waarbij mensen neerzitten en
nadenken over de huidige situatie maakt de hele cirkel rond.
Inter-esse als
belanghebbende betrokkenheid = participatie
Betrokkenheid
op allerlei verschillende vlakken zoals politiek, economie, sociaal,
projecten moeten steeds opzoek naar de onzichtbare steden in de stad, men
moet breed blijven!
Dragan werkt dit praktisch uit:
creativiteit en kritische doorlichting op alle niveaus met het besef dat
vernieuwing noodzakelijk kan zijn. het publieke karakter staat hierbij
centraal! Eigen mediatisering is noodzakelijk door de steeds verminderde
persaandacht. Permanent leren voor een breed doelpubliek dat is participatie.
Cultuur is de speelruimte
Hier geven we immers vorm aan onze
identiteit, geschiedenis, verhalen, gevoeligheden, enz. Kunst is niet
militariserend, het is socialiserend. Ze wordt niet gemaakt voor publiek maar
met het publiek! Ze schept als het ware een publiek. Kunst creëert ademruimte
en speling en het is van groot belang om deze mentale en fysieke ademruimtes te
blijven creëren want te vaak vallen bepaalde groepen uit de boot en wordt
cultuur bepaald door de witte meerderheid. à Creëren van nieuwe plekken die in
staat zijn om artistieke en culturele uitdrukking te geven aan de nieuwe
stedelijke werkelijkheid en diens nog onontdekt potentieel. Op die manier is
kunst een radicaal onaf sociaal proces van zelfdefinitie en transformatie.
|