Drie
factoren voor een kritische invulling van participatie:
1. - De hedendaagse toename van sociale
ongelijkheid.
2. - Economische ongelijkheid
3. - Culturele stagnatie à
geen of onvoldoende antwoord op sociale ongelijkheid als verklarende factor
voor het gebrek aan cultuurparticipatie. Wordt vaak aanzien als dit aanbod staat
ons niet aan. Kunst is weggelegd voor welgestelden want de leefwerelden die er
worden aangereikt zijn niet hun leefwerelden.
Ongelijke
cultuurparticipatie heeft 2 participatie dilemma's
-
In
hoeverre kan/mag een persoon worden ingewijd in een cultuur zonder dat zijn
vrijheid wordt aangetast à bv: vrijheid in afwijken van de goede
smaak.
-
In
welke mate het gerechtvaardigd is om de voorkeuren van mensen te verwerpen.
Kunnen we verandering brengen in deze voorkeursstructuur bij de betrokkenen indien ze zelf zouden mogen kiezen wanneer de alternatieven bekend waren?
è Gedwongen tussen de autonome burger en
ideale samenleving die gedragen wordt door een gedeelde cultuur à
debat tussen cultuuridealisme en cultuurrelativisme.
Positieve
vrijheid
Cultuur gaat niet langer over het overdragen van
voorkeur, maar wel om het scheppen van sociale condities waarin eenieder de
mogelijkheid krijgt om zelf een voorkeur te ontwikkelen of zelf te bepalen of
men al dan niet deelneemt aan bepaalde culturele activiteiten = positieve
vrijheid. Mensen moeten beschikken over de capaciteiten om keuzes te maken. Als sociaal werker moeten we de
mogelijkheden van deze mensen vergroten zodat ze een divers cultuurpalet leren
kennen en op die manier keuzes leren maken.
Oordelende
openbaarheid
Oordelend
vermogen wordt gevormd door oordelende openbaarheid maar dit is verdwenen.
Communicatief handelen kan dit opnieuw installeren. Het handelen van een
gemeenschap met redelijke argumenten om tot een consensus te komen. Manier om
het systeem te verbinden met de leefwereld. Dit handelen is gericht op
wederzijds begrip, een machtsvrije dialoog (bewust zijn voor verandering).
Middel om kritisch te gaan reflecteren over grenssituaties en over te gaan tot
verandering. Is mijn situatie nu noodlot of niet? De vraag blijft of dit wel
kan want macht is immers een onderdeel van de samenleving en kan die discussie
van ongelijke cultuurparticipatie hier dan los van gezien worden? Herverdeling
van macht à democratie, empowerment en macht zijn
het proces tot zeggenschap en macht. Maar er is weerstand voor een verandering
in structuren.
Discussie
ongelijke cultuurparticipatie
Waarom wordt de discussie voor ongelijkheid in
cultuurparticipatie enkel voor kansengroepen gevoerd? Het cultuuraanbod is te
eenzijdig. Het vertrekt en het eindigt bij de middengroep. De cultuurproductie
is altijd deels getekend door de culturele achtergrond en leefwereld van het
personeel. Brede lagen van de bevolking komen niet in beeld.
Voorwaarden
participatiestrategieën
Ten 1ste moet het de positieve vrijheid
bevorderen. Ten 2de is het een breder plaatje en nooit volkomen. Ten
3de gebeurt het altijd in een context en ten 4de moet
worden geïnvesteerd in de culturele habitus met klemtoon op kinder- en
jeugdjaren (thuis en op school)
è Het beleid voorziet het
voorwaardenscheppend kader
è De participant ontwikkelt zijn
vermogens en verlegt diens grenzen
Participatiemethoden
Ø Kunstinteractie als methode:
kansengroepen gaan actief participeren aan het creëren van artistieke
symbolen. Ze zijn voornamelijk de producenten en niet enkel de consumenten.
Ø Lokale trajecten als afstemming:
ontwikkelen van een gedeelde visie en aansluitende praktijken op lokaal niveau.
Verschillende lokale initiatieven gaan samenwerken aan een gedeeld beleid. Op
deze manier wordt integraal en transversaal werken mogelijk. De erkenning van
culturele gelijkwaardigheid staat hierbij centraal.
Ø Transversaal handelen als vernieuwing:
datgene als thema nemen wat net tussen de mazen het net valt en op die manier
een wijk en zijn burgers betrekken.
è Gemeenschappelijke noemer: vitale
coalities
|