Thuis zat het allemaal niet mee, Na elke ruzie moest ik huilen, tranen stroomde, een tranenzee. Toen kwam ik jou tegen, Ik was buiten aan het huilen in de regen. Je liep naar me toe en sloeg een arm om heen, Je vroeg wat er was, en leefde met me mee. Toen je weer weg ging begon de ellende thuis alweer, Ik besloot naar jou te gaan, daar had ik er geen last van, nooit meer. Je zei dat het beter was als ik bij jou bleef slapen. Ik vond het een prima idee en we gingen verder praten. 'S avonds kuste jij mij op me mond, Ik voelde me gelukkig, en dacht dat liefde misschien toch nog bestond. Het bleef niet bij die ene kus die nacht, Ik was zo blij, hij kwam zo totaal onverwacht. 2 weken samen waren we in de tussentijd. Nu later heb ik heel veel spijt. Toen we een keer aan tafel zaten te eten, zei hij dat hij iets was vergeten. Daar kwam hij met een gouden ring en hij schoof hem om mijn vinger heen. Hij zei dat hij van em hield en me nooit in de steek zou laten, ik dacht ik ben nooit meer alleen. Maar toen je op een avond vroeg of ik de ring en kleding nog terug ging betalen, begon mijn blijdschap flink te dalen, Je kuste me en zei je houd toch van mij, ik kon hem niet laten zitten, door hem was ik nu blij. Dus later deed ik het met al je vrienden, terwijl jij er flink veel geld mee verdiende, maar op een gegeven moment kon ik het niet meer, het deed me zeer. dus ik liep midden in de nacht bij jou weg, toen had jij flinke pech. later kon ik weer bij mijn famili terecht, waar ik vervolgens alles uti heb gelegt. Nu ben jij opgepakt en ik ben blij, maar ik voel me flink verraden en een stuk in mij, is nog altijd vol verdriet, ik wou dat ik dit nooit had meegemaakt, nee ik wou dit niet.