In een lijst met boeken die je in 2011 zeker moest gelezen hebben, stond De Naamlozen van Joshua Ferris. Ik dacht eerst dat het hier een debuut betrof, maar dat bleek niet waar. Desalniettemin heb ik dit boek met plezier verslonden.
Tim Farnsworth is vennoot in een prestigieus advocatenkantoor, heeft een mooie vrouw, een eigenzinnige maar lieve dochter en een kast van een huis in een buitenwijk van New York. Maar dan gaat het mis. Op een dag staat hij op en loopt hij de deur uit. En hij blijft lopen. De Naamlozen begint wanneer Tim wakker wordt in de taxi die hem naar huis heeft gebracht. Een paar uur daarvoor is hij zijn kantoor uitgelopen, de straat op, de vrieskou in, langs een eindeloze stoet van voetgangers. De loopaanval eindigt als hij totaal uitgeput neervalt. Zoals de vorige keren. Dokters aller landen hebben zich al over Tim gebogen. Noem een behandeling en hij heeft ze ondergaan. Er zijn periodes geweest dat hij vastgeketend werd aan zijn bed. Psychiaters schrijven zijn ziekte toe aan een fysieke stoornis, terwijl de neurologen het op iets van psychische aard houden. Zelf beweert hij dat het lichamelijk is. Als de drang komt opzetten, is er niks aan te doen.
Joshua Ferris (1974) debuteerde in 2006 met de roman Zo kwamen we aan het eind. Ferris studeerde Engels en filosofie aan de universiteit van Iowa, werkte een aantal jaren in de reclamewereld, en behaalde daarna een Master of Fine Arts aan de UC Irvine. De Naamlozen is zijn tweede roman. Hij schreef ook enkele kortverhalen die na het succes van dit boek erg in trek zijn.
De naamlozen gaat niet alleen over een gekke ziekte van het hoofdpersonage, maar ook over de impact hiervan op zijn gezin. Joshua Ferris hanteert een zuivere en duidelijke schrijfstijl en is er in geslaagd om de spanning de hele roman lang hoog te houden. Ik heb alvast erg genoten van dit boek en zal de auteur zeker blijven volgen. Een ontdekking !
Andrew Kaufman - Al mijn vrienden zijn Superhelden (2009)
Geïntrigeerd door de titel van dit kortverhaal, besloot ik het te lezen. Het eerste wat opvalt, is dat je de titel heel letterlijk moet nemen.
Tom woont in Toronto. Hij is getrouwd met De Perfectioniste, een vrouw die erin slaagt alles perfect te maken. Al haar vrienden, en dus ook zijn vrienden, zijn superhelden. Op hun huwelijksfeest wordt ze gehypnotiseerd door haar ex-vriend Hypno. Vanaf dan is Tom voor haar onzichtbaar. De Perfectioniste besluit te vertrekken uit Toronto om in Vancouver opnieuw te beginnen. Tom gaat haar achterna. Zal de liefde van Tom het halen van de hypnotiserende gaven van Hypno?
Andrew Kaufman is schrijver en filmmaker in Toronto. Op basis van Al mijn Vrienden zijn Superhelden wordt in Canada een televisieserie gemaakt.
Dit kleine boekje (120 p.) wist me echt te charmeren. Het begin is wat rommelig, maar naarmate je verder leest, raak je gewend aan de korte zinnen en ingevoegde passages over verschillende superhelden. Hun superkrachten zijn eigenlijk de uitvergroting van een belangrijk kenmerk van hun persoonlijkheid (een sociale fobie, een menselijk tekort, ...). Het verhaal is daardoor heel herkenbaar en toch apart.
Als grote fan van Palahniuk kocht ik zijn nieuwe boek meteen toen ik het in de winkel zag liggen. Mijn vrouw keek toch even bedenkelijk toen ze de korte inhoud las.
Pornofilmster Cassie Wright wil een wereldrecord vestigen door zich op de filmset achterelkaar door zo veel mogelijk mannen ze hebben er 600 kunnen optrommelen te laten nemen en aan het einde van de film te sterven.
Ik wil gehaat worden voor mijn boeken, beweerde de Amerikaanse cultauteur Chuck Palahniuk (1960) onlangs in een interview. Hij gaat er bijvoorbeeld prat op dat, wanneer hij een lezing geeft, sommige van zijn toehoorders vol walging weglopen of zelfs flauwvallen, omdat hij zoveel ranzige en weerzinwekkende details over geweld of seks in zijn verhalen en romans stopt.
Zijn debuut 'Fight club' (1996) maakte hem op slag beroemd, mede dankzij de uitstekende film van David Fincher. Een ander opmerkelijk feit: zijn vader en diens toenmalige vriendin werden in 1999 vermoord door een vroegere geliefde van de vrouw. Ondertussen heeft Palahniuk een uniek oeuvre van satirische romans uitgebouwd die vaak opvallen door hun gedurfde structuur of vorm en waarin hij geen taboe vermijdt. Dat heeft hem veel verstokte fans opgeleverd en evenveel mensen die hem van wansmaak en vulgariteit beschuldigen.
Er zit veel humor in Snuff, maar halverwege het boek neem de intrige het over. Afwisselend komen vier protagonisten aan het woord, waardoor de constructie van het verhaal overeind blijft en er naar een climax wordt toegewerkt. Dit sappig verhaal lees je in één ruk uit!
Ik ben pas omvergeblazen door een boek van een auteur die me tot op heden onbekend was - C van Tom McCarthy.
Tom McCarthy werd in 1969 geboren en groeide op in Londen. Zijn debuutroman Dat wat overblijft (2009) werd door onder meer The Observer uitgeroepen tot het beste boek van het jaar. Verder schreef hij de roman Men in Space en een non-fictieboek over Kuifje, Tintin and the Secret of Literature. C gold als de favoriet voor de Man Booker Prize 2010. McCarthy woont in Londen.
C vertelt over het spectaculaire leven van Serge Carrefax, een jongen die aan het begin van de twintigste eeuw in Engeland opgroeit. Zijn vader, de directeur van een school voor dove kinderen, experimenteert in zijn vrije tijd met draadloze communicatiemiddelen. Serge groeit op tussen het lawaai en de stilte, samen met zijn briljante maar getroebleerde zus Sophie. Ze hebben een intense relatie, die voortduurt als Serge het ouderlijk huis na een traumatische gebeurtenis verlaat en de wijde wereld in trekt. Een verbluffend verhaal volgt, waarin we getuige zijn van de avonturen van Serge als marconist tijdens de Eerste Wereldoorlog, zijn gevangenschap in een Duits kamp, zijn drugsgebruik tijdens de roaring twenties in Londen en een ijzingwekkende scène in een Egyptische tombe.
C heeft me weten te boeien door zijn dromerige vertelstijl (eigen aan het hoofdpersonage). Het boek is geen hapklare brok, sommige passages heb ik moeten herlezen om ze volledig te vatten. Vooral het atypische middengedeelte over de eerste wereldoorlog kon ik (geen fan van het geschiedkundige genre) bijzonder smaken.