Als grote fan van Palahniuk kocht ik zijn nieuwe boek meteen toen ik het in de winkel zag liggen. Mijn vrouw keek toch even bedenkelijk toen ze de korte inhoud las.
Pornofilmster Cassie Wright wil een wereldrecord vestigen door zich op de filmset achterelkaar door zo veel mogelijk mannen ze hebben er 600 kunnen optrommelen te laten nemen en aan het einde van de film te sterven.
Ik wil gehaat worden voor mijn boeken, beweerde de Amerikaanse cultauteur Chuck Palahniuk (1960) onlangs in een interview. Hij gaat er bijvoorbeeld prat op dat, wanneer hij een lezing geeft, sommige van zijn toehoorders vol walging weglopen of zelfs flauwvallen, omdat hij zoveel ranzige en weerzinwekkende details over geweld of seks in zijn verhalen en romans stopt.
Zijn debuut 'Fight club' (1996) maakte hem op slag beroemd, mede dankzij de uitstekende film van David Fincher. Een ander opmerkelijk feit: zijn vader en diens toenmalige vriendin werden in 1999 vermoord door een vroegere geliefde van de vrouw. Ondertussen heeft Palahniuk een uniek oeuvre van satirische romans uitgebouwd die vaak opvallen door hun gedurfde structuur of vorm en waarin hij geen taboe vermijdt. Dat heeft hem veel verstokte fans opgeleverd en evenveel mensen die hem van wansmaak en vulgariteit beschuldigen.
Er zit veel humor in Snuff, maar halverwege het boek neem de intrige het over. Afwisselend komen vier protagonisten aan het woord, waardoor de constructie van het verhaal overeind blijft en er naar een climax wordt toegewerkt. Dit sappig verhaal lees je in één ruk uit!
Ik ben pas omvergeblazen door een boek van een auteur die me tot op heden onbekend was - C van Tom McCarthy.
Tom McCarthy werd in 1969 geboren en groeide op in Londen. Zijn debuutroman Dat wat overblijft (2009) werd door onder meer The Observer uitgeroepen tot het beste boek van het jaar. Verder schreef hij de roman Men in Space en een non-fictieboek over Kuifje, Tintin and the Secret of Literature. C gold als de favoriet voor de Man Booker Prize 2010. McCarthy woont in Londen.
C vertelt over het spectaculaire leven van Serge Carrefax, een jongen die aan het begin van de twintigste eeuw in Engeland opgroeit. Zijn vader, de directeur van een school voor dove kinderen, experimenteert in zijn vrije tijd met draadloze communicatiemiddelen. Serge groeit op tussen het lawaai en de stilte, samen met zijn briljante maar getroebleerde zus Sophie. Ze hebben een intense relatie, die voortduurt als Serge het ouderlijk huis na een traumatische gebeurtenis verlaat en de wijde wereld in trekt. Een verbluffend verhaal volgt, waarin we getuige zijn van de avonturen van Serge als marconist tijdens de Eerste Wereldoorlog, zijn gevangenschap in een Duits kamp, zijn drugsgebruik tijdens de roaring twenties in Londen en een ijzingwekkende scène in een Egyptische tombe.
C heeft me weten te boeien door zijn dromerige vertelstijl (eigen aan het hoofdpersonage). Het boek is geen hapklare brok, sommige passages heb ik moeten herlezen om ze volledig te vatten. Vooral het atypische middengedeelte over de eerste wereldoorlog kon ik (geen fan van het geschiedkundige genre) bijzonder smaken.