Ik ben pas omvergeblazen door een boek van een auteur die me tot op heden onbekend was - C van Tom McCarthy.
Tom McCarthy werd in 1969 geboren en groeide op in Londen. Zijn debuutroman Dat wat overblijft (2009) werd door onder meer The Observer uitgeroepen tot het beste boek van het jaar. Verder schreef hij de roman Men in Space en een non-fictieboek over Kuifje, Tintin and the Secret of Literature. C gold als de favoriet voor de Man Booker Prize 2010. McCarthy woont in Londen.
C vertelt over het spectaculaire leven van Serge Carrefax, een jongen die aan het begin van de twintigste eeuw in Engeland opgroeit. Zijn vader, de directeur van een school voor dove kinderen, experimenteert in zijn vrije tijd met draadloze communicatiemiddelen. Serge groeit op tussen het lawaai en de stilte, samen met zijn briljante maar getroebleerde zus Sophie. Ze hebben een intense relatie, die voortduurt als Serge het ouderlijk huis na een traumatische gebeurtenis verlaat en de wijde wereld in trekt. Een verbluffend verhaal volgt, waarin we getuige zijn van de avonturen van Serge als marconist tijdens de Eerste Wereldoorlog, zijn gevangenschap in een Duits kamp, zijn drugsgebruik tijdens de roaring twenties in Londen en een ijzingwekkende scène in een Egyptische tombe.
C heeft me weten te boeien door zijn dromerige vertelstijl (eigen aan het hoofdpersonage). Het boek is geen hapklare brok, sommige passages heb ik moeten herlezen om ze volledig te vatten. Vooral het atypische middengedeelte over de eerste wereldoorlog kon ik (geen fan van het geschiedkundige genre) bijzonder smaken.