Dag 29 : Navolging van Christus
Thomas a Kempis Boek 1 : 1
Hoofdstuk 1
Over de navolging van Christus en
de versmading van alle ijdelheden der wereld
1. Wie Mij volgt, zegt de Heer, wandelt niet in de duisternis (1).
Dit zijn woorden van Jezus Christus, waardoor Hij ons aanspoort, Hem in zijn
leven en deugden na te volgen, indien wij waarlijk verlicht willen zijn, en
verlost van alle blindheid des harten.
Dat dus onze voornaamste zorg zij, het leven van Jezus Christus te overwegen.
2. De leer van Christus gaat alle leringen van Heiligen te boven; en wie
zijn geest bezat, zou daarin het verborgen manna vinden.
Maar het gebeurt dat velen, die het Evangelie dikwijls horen, weinig
zielsverlangen ondervinden omdat zij de geest van Christus niet bezitten.
Wilt gij de woorden van Christus ten volle verstaan en er smaak in vinden, dan
moet gij geheel uw leven aan het zijne trachten gelijkvormig te maken.
3. Wat zal het u baten dat gij over de Drievuldigheid diepzinnig kunt
redetwisten, indien u de ootmoedigheid ontbreekt, en gij aldus aan de
Drievuldigheid mishaagt?
Voorwaar, diepzinnige woorden maken de mens niet heilig en rechtvaardig; maar
een deugdzaam leven maakt hem aan God behaaglijk.
Ik heb liever vermorzeling van het hart te gevoelen, dan er de bepaling van de
kennen.
Al kent gij geheel de Schriftuur van buiten, en al kent gij de spreuken der
wijsgeren, wat zou u dit alles baten, zonder de liefde van God en zijn genade?
IJdelheid der ijdelheden, en alles is
ijdelheid (2), behalve God te beminnen, en Hem alleen te
dienen.
Door de verachting der wereld naar het rijk der hemelen streven, daarin bestaat
de verhevenste wijsheid.
4. Het is dus ijdelheid, vergankelijke rijkdommen te zoeken, en
zijn hoop daarin te stellen.
Het is ook ijdelheid, ereambten na te jagen, en tot een hoge staat zich te
verheffen,
Het is ijdelheid, de lusten van het vlees in te volgen, en dit te verlangen,
waarvoor men naderhand streng zal moeten gestraft worden.
Het is ijdelheid een lang leven te wensen, en weinig bezorgd te zijn om wèl te
leven.
Het is ijdelheid, slechts te denken op het tegenwoordig leven, en niet te
voorzien wat nog volgen moet.
Het is ijdelheid, te beminnen, wat zo haastig voorbijgaat, en niet daarheen te
snellen waar een eeuwige blijdschap woont.
5. Maak u dikwijls deze spreuk indachtig: Het oog wordt niet verzadigd van wat het ziet, en het oor niet
bevredigd van wat het hoort (3).
Arbeid dan om uw hart los te rukken van de liefde der zichtbare dingen, en u
tot de onzichtbare te keren; want die hun zinnelijkheid volgen, besmetten hun
geweten, en verliezen de genade van God.
1) Joann. 8:12 2) Eccl.
1:2 3) Eccl. 1:8
Oefening
Om Jezus Christus volmaakt te eren, en om door de eer welke men Hem
bewijst, zich van de plichten van ware christen te kwijten, moet men zich
toeleggen om Hem te kennen, Hem te beminnen en Hem te volgen; dit is volstrekt
noodzakelijk voor alle christenen, die trachten zalig te worden, aangezien zij
alleen door de kennis, door de liefde en door de navolging van Jezus Christus
christenen zijn. De gevaarlijkste van alle ijdelheden is aan de Zaligmaker te
willen behagen door een verheven kennis van zijn Godheid te bezitten, zonder
zich toe te leggen om zijn voorbeeld te volgen, en te leven gelijk Hij geleefd
heeft.
Gebed
Mijn Jezus! Wat zal het mij baten, de grootheid van uw persoon en de
verhevenheid van uw geheimen te onderzoeken en te kennen, wanneer ik niet alles
aanwend om mij er de verdiensten en de vruchten van toe te voegen, met uw
geboden te onderhouden en uw deugden na te volgen, aangezien ik, om te kunnen
zalig worden, moet weten en doen wat Gij geleerd en gedaan hebt, dat is te
zeggen: mijn godsdienst kennen en uitoefenen? Dit is de genade die ik verzoek,
o mijn Zaligmaker, en welke ik hoop dat Gij mij zult verlenen. Amen.
Dag 30 : Matteüs 27 : 36-44
De kruisiging
[35] Nadat ze hem gekruisigd
hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, [36] en ze bleven daar
zitten om hem te bewaken. [37]
Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: Dit is Jezus, de
koning van de Joden. [38]
Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem,
de ander links.
Men drijft de spot met de gekruisigde
Jezus
[39] De voorbijgangers keken
hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: [40] Jij was toch de man die de tempel
kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red
jezelf dan maar en kom van dat kruis af! [41] Ook de hogepriesters, de
schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: [42] Anderen heeft hij
gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat
hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. [43] Hij heeft zijn
vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste
goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: Ik ben de Zoon van God. [44] Precies zo
beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren.
Navolging van Christus Thomas a
Kempis Boek 2 : 12
Hoofdstuk 12
Over de koninklijke weg van het
heilig Kruis
1. Velen schijnt dit een hard woord: Verloochen uzelf, neem uw kruis op, en volg Jezus (1).
Maar het zal veel harder om te horen zijn dit laatste woord: "Gaat van mij, vervloekten, in het
eeuwig vuur"(2).
Want die nu gaarne het woord omtrent het kruis horen en opvolgen, zullen alsdan
niet moeten vrezen voor het vonnis der eeuwige verwerping.
Dat kruisteken zal in de lucht verschijnen, wanneer de Heer zal komen om te
oordelen.
Dan zullen alle dienaren van het kruis, die zich hier in hun leven aan de
gekruisigde hebben gelijkvormig gemaakt, met groot vertrouwen de rechter
treden.
2. Waarom dan vreest gij nu het kruis op te nemen, waarmee men tot
het eeuwig rijk komt?
In het kruis ligt zaligheid, in het kruis het leven, in het kruis bescherming
tegen de vijanden, in het kruis een vloed van bovenaardse zoetheid, in het
kruis de sterkte van het hart, in het kruis vreugde van geest, in het kruis het
toppunt der deugd, en de volmaakte heiligheid.
Daar is geen behoud voor onze ziel, of geen hoop op het eeuwig leven, dan in
het kruis.
Neem dan het kruis op, en volg Jezus, en gij zult het eeuwig leven ingaan.
Hij is voorop gegaan, dragende zijn kruis, en Hij is voor u aan het kruis gestorven,
opdat gij ook uw kruis zoudt dragen, en volgaarne sterven aan het kruis.
Want indien gij met Hem sterft, zo
zult gij ook met Hem leven; en indien gij zijn deelgenoot zijt in de smarten,
zult gij het ook zijn in de glorie" (3).
3. Zie, alles bestaat dan in het kruis, en in te verstervenis het
al gelegen; en daar is geen andere weg tot het leven en tot de ware inwendige
vrede, dan de weg van het H. Kruis en van de dagelijkse versterving.
Ga heen waar gij wilt, zoek wat gij wilt, en gij zult omhoog geen verhevener
weg, of beneden geen veiliger weg vinden dan de weg van het H. Kruis.
Beschik en regel alles volgens uw wil en goeddunken, en gij zult bevinden dat
gij altoos iets moest lijden, hetzij met zin of tegenzin: en zo zult gij altijd
een kruis vinden.
Want, of gij zult een pijn gevoelen in uw lichaam, of enig geestelijke kwelling
in uw ziel verduren.
4. Somtijds zult gij van God verlaten zijn, dan weder door de
naaste gekweld worden, en wat meer is, dikwijls zult gij uzelf tot last dienen.
En nochtans zult gij door geen enkel red- of troostmiddel verlost of verlicht
kunnen worden, maar gij moet het verdragen zolang het God zal believen.
Want God wil, dat gij leert bekoringen verdragen zonder vertroosting; en dat
gij u gans aan Hem onderwerpt, en ootmoediger wordt door het lijden.
Niemand beseft Christus' lijden zo hartelijk, als hij die ook iets geleden
heeft.
Het kruis is dan altoos bereid, en het wacht u overal.
En waar gij ook lopen moogt, gij kunt het niet ontvluchten; want waar gij ook
komt, draagt gij uzelf altijd mede, en gij zult uzelf altijd vinden.
Hef u opwaarts, buig u nederwaarts, keer u buitenwaarts of binnenwaarts, en
overal zult gij uw kruis vinden.
En gij moet overal het geduld oefenen, indien gij de inwendige vrede bezitten
wilt, en de eeuwige kroon verdienen.
5. Indien gij het kruis gewillig draagt, het zal u ook dragen en
het zal u brengen naar het gewenste einddoel, waar het lijden zal ophouden,
maar dat zal niet hier zijn.
Indien gij uw kruis ongewillig draagt, zo makt gij u een last, en gij belaadt u
nog zwaarder; en evenwel moet gij het toch dragen.
Indien gij een kruis afwerpt, zult gij er buiten twijfel een ander vinden, en
misschien nog zwaarder.
6. Meent gij te ontgaan wat nooit één sterveling heeft kunnen
vermijden? Welke Heilige is er in deze wereld vrij geweest van kruis en lijden?
Onze Heer en onze God, Jezus Christus zelf, is nooit een enkel uur zonder
lijdenssmart geweest, zolang Hij geleefd heeft. Gelijk Hij zelf zegt: "Het stond vast dat Christus moest
lijden, en van de dood verrijzen, en alzo tot zijn heerlijkheid ingaan"
(4).
En gij, hoe zoekt gij dus een andere weg dan deze koninklijke weg, de weg van
het H. Kruis.
7. Geheel het leven van Jezus Christus is een gedurig kruis en
lijden geweest; en voor u zoekt gij rust en blijdschap!
Gij dwaalt, zo gij iets anders zoekt dan gekweld te worden en te lijden; want
gans dit sterfelijk leven is vol ellende en overal bezet met kruisen.
En hoe meer iemand, in het geestelijk leven gevorderd is, des te zwaarder kruisen
hij dikwijls vindt; omdat door zijn liefde de druk van zijn verbanning
aangroeit.
8. Nochtans is iemand, door zoveel lijden beproefd, niet van
opbeuren en troost verstoken, omdat hij beseft dat hem met het dragen van zijn
kruis vele vruchten toekomen.
Want daar hij zichzelf gewillig onder het kruis buigt zo wordt alle last van
kwelling, veranderd in vertrouwen op goddelijke troost.
En hoe meer zijn vlees door het lijden afgemat wordt, des te meer wordt zijn
geest versterkt door de inwendige genade.
Ja, somtijds wordt hij zodanig versterkt door de liefde voor lijden en
tegenspoed, uit zucht naar overeenstemming met de gekruisigde Christus, dat hij
zonder pijn of kwellingen niet zou willen zijn: want hij gelooft dat hij God
zoveel te aangenamer is, hoe meer hij voor Hem kan lijden.
Dit is geen werk van mensenkracht, maar van Gods genade, die op de boze mens
zoveel uitwerkt dat hij uit geestelijke vurigheid dat aanneemt en bemint, waar
hij van natuur altijd een afkeer en schrik van heeft.
9. Het is zeker geen mensenwerk, het kruis te dragen, het kruis te
beminnen, het lichaam te kastijden en te brengen onder bedwang, de eer te
vlieden, gaarne versmaadheden te verdragen, zichzelf te minachten en wensen
door anderen misacht te worden, alle tegenspoed en schade te lijden, en geen de
minste voorspoed in de wereld te begeren.
Dus indien gij uzelf beziet, kunt gij door eigen krachten niets van die aard
uitvoeren.
Maar indien gij op de Heer vertrouwt, zo zal u uit de hemel sterkte gegeven
worden, en de wereld en het vlees zullen u onderworpen zijn.
Zelfs zult gij de helse vijand niet vrezen, als gij gewapend zijt met een vast
geloof, en getekend met het kruis van Christus.
10. Bereid u dan, als goed en trouw dienaar van Christus, om het
kruis van uw Heer, die uit liefde voor u gestorven is, mannelijk te dragen.
Bereid u om veel tegenspoed en ongemakken in dit ellendig leven te lijden: want
zó zal uw lot zijn waar gij ook verblijven moogt; en zó zult gij 't in
werkelijkheid bevinden, in welke plaats gij u ook verbergt.
Het moet zo zijn: en er is geen hulpmiddel voor zovele kwellingen, dan dat gij
u daarin getroost.
Drink met blijdschap de kelk des Heren, indien gij Zijn vriend wilt zijn, en
met Hem deel hebben in zijn rijk.
Beveel de vertroostingen aan God; laat Hem daarmede doen gelijk het Hem
belieft.
Maar gij, zet er u toe om kwellingen te lijden, en houd ze voor grote
vertroostingen; want de pijnen en het
lijden van deze tijd zijn niet te vergelijken bij de toekomende glorie
(5), al zoudt gij ze alle kunnen lijden.
11. Als gij zover gekomen zult zijn, dat u het lijden om Christus'
wil zoet en smakelijk is, reken dan dat het u welgaat, want gij hebt een
paradijs gevonden op aarde.
Zolang het leven u zwaar valt, en gij het zoekt te ontgaan, zolang zult gij het
kwaad hebben, en beduchtheid voor leed zal u overal volgen.
12. Indien gij u toelegt op wat gij zijn moet, namelijk om te
lijden en te sterven, zo zal het met u welhaast beter gaan, en gij zult rust
vinden.
Al waart gij met Petrus opgetogen tot de derde hemel, nog zijt gij niet
beveiligd voor alles wat tegenstaat: Ik
zal hem tonen, zegt Jezus, hoeveel
hij om mijn naam moet lijden (6).
Daar blijft u niets over dan te lijden, indien gij Jezus wilt beminnen en voor
altoos dienen.
13. Och, of gij waardig waart voor de naam van Jezus iets te
lijden! Wat grote heerlijkheid zou u te wachten zijn, wat vreugde voor alle
Heiligen Gods en hoeveel stichting ook voor uw naaste!
Want alle mensen prijzen de lijdzaamheid, alhoewel er weinigen zijn, die iets
willen lijden.
Met recht zoudt gij gaarne iets voor Christus moeten lijden, aangezien er
zovelen zijn, die wat ergers lijden voor de wereld.
14. Houd voor zeker, dat uw leven een gedurig afsterven moet zijn;
en dat hoe meer de mens zichzelf afsterft, hoe meer hij voor God begint te
leven.
Niemand is bekwaam het hemelse te begrijpen, tenzij hij zich ootmoedig
onderwerpe om leed te verdragen voor Christus.
Daar is niets aangenamer aan God, en niets is voor u heilzamer in deze wereld,
dan blijmoedig te lijden voor Jezus Christus.
En indien gij te kiezen hadt, zoudt gij eerder moeten wensen tegenspoed te
lijden voor Christus, dan met vele vertroostingen te worden verkwikt: want zo
zoudt gij aan Christus en aan alle Heiligen meer gelijkvormig zijn.
Want onze verdiensten en onze vooruitgang in onze roeping bestaan niet in vele
zoetigheden en vertroostingen: maar eerder in grote zwarigheden en harde
kwellingen te verdragen.
15. Ware er iets beter, iets voordeliger geweest voor de zaligheid
van de mens dan het lijden, Christus zou het zeker door woorden en werken
getoond hebben.
Maar nu vermaant Hij openlijk zijn Leerlingen en al die Hem volgen willen, om
het kruis te dragen, en zegt:
Indien iemand na Mij wil komen, hij verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en
volge Mij"(7).
Na alles dus doorlezen en onderzocht te hebben, laten wij tot deze slotsom
komen: Dat wij door vele kwellingen
heen in het rijk Gods moeten binnengaan (8).
(1) Luk. 9:23 (2) Matt. 25:41 (3) Rom. 6
(4) Luc. 24:46 (5) Rom. 8:18 (6) Hand. 9:16
(7) Luc. 9:23 (8) Hand. 14:24
Oefening
Is het mogelijk dat men de wonderbare voordelen van het kruis en de grootste
verdienste der beproevingen, die de schrijver hier aanhaalt, leze, gelove en
doordringe, zonder opgewekt te worden om gaarne te lijden, om zijn kwellingen
uit de hand en uit het hart van Jezus Christus te ontvangen, en zich te
onderwerpen om te lijden alles wat Hij wil en zoveel Hij het wil, aangezien
veel lijden en wèl lijden een volstrekt noodzakelijk middel is om zalig te worden,
en dat dit het gevoeligste en krachtigste uitwerksel van de goedheid Gods
jegens ons is, welke ons de tijdelijke kwellingen overzendt om ons van de
eeuwige te bevrijden! Het zichtbaar kenteken van een voorbeschikte dragen,
bestaat volgens de H. Paulus, in gelijkvormig aan Jezus Christus te zijn, dat
is te zeggen, aan een verootmoedigde, vervolgde en lijdende God; het is zich
Gods glorierijk leven waardig maken met deel te nemen in zijn leven van lijden;
het is de pijn, die men voor zijn zonden schuldig is te lijden, uitwissen door
een volmaakte akte van boetvaardigheid; het is het Hart van Jezus Christus
winnen, de Liefde van Jezus Christus verdienen, het is Jezus' werken en onszelf
bestraffen; het is Jezus eren door onze vernietiging en zijn welbehagen boven
de voldoening stellen. Is dit alles niet bekwaam om een christen in zijn
kwellingen te troosten, en om hem aan te moedigen om wèl te lijden? Zeg dan in
het lijden, en om deemoedig te lijden: "De hel, die ik verdiend heb, is
schrikkelijker dan al wat ik lijden kan: mijn Zaligmaker heeft veel meer
geleden dan ik; en de hemel is voorzeker wel waard wat ik lijd".
Gebed
Doordring mijn hart van deze gevoelens, o mijn Zaligmaker, wanneer Gij mij
kwellingen overzendt, en maak dat zij mij in al mijn verdrukkingen
ondersteunen; want, helaas! Gij weet, o mijn Jezus, hoe grotelijks men uit de
natuur het kruis haat en vlucht, ofschoon men overtuigd is dat Gij ons door het
kruis hebt verlost, en dat wij onze zaligheid niet kunnen bewerken noch in het
Paradijs kunnen komen, dan langs de Calvarieberg. Geef mij die verduldigheid,
die kracht en die kloekmoedigheid, welke Gij aan uw Martelaren verleent; en
aangezien ik U geen grotere erkentenis en liefde kan betonen dan met voor U te
lijden, of mij waardiger kan maken om uw genade en uw glorie te verdienen dan
met uw kruis te dragen, gelief mij dan in mijn neerslachtigheid te ondersteunen
door de begeerte van U te behagen, en door de hoop van een eeuwig gelukkig
leven. Amen.
Dag 31 : Navolging van Christus
Thomas a Kempis Boek 4 : 2
Hoofdstuk 2
De grote goedheid en liefde van God
wordt de mens in het Sacrament
bewezen
De
gelovige : Heer, vertrouwend op uw goedheid en grote barmhartigheid, kom ik bij
U als een zieke bij de arts, als een hongerige en dorstige bij de bron van het
leven, als een arme bij de Koning van de hemel; als de dienaar bij zijn Heer,
als het schepsel bij de Schepper, als de troosteloze bij zijn goede
Vertrooster.
Maar
hoe bestaat het dat Gij tot mij komt?
Wie
ben ik dat Gij uzelf aan mij geeft?
Hoe
durft een zondig mens voor U te verschijnen en hoe kunt Gij het over U
verkrijgen naar een zondig mens toe te komen?
Gij
kent uw dienaar, Gij weet dat hij niets goeds in zich heeft op grond waarvan
Gij dit voor hem zoudt doen.
Ik
beken dus mijn minderwaardigheid, ik erken uw goedheid, ik loof uw liefde en ik
dank U om uw al te grote genegenheid.
De Ware godsvrucht L-M
Grignion de Montfort : 243-254
Praktijk : het feest van
25 maart
243 Een bijwondere devotie moeten
wij hebben voor het groot geheim van de Menswording van het Woord dat op 25
maart wordt gevierd. De heilige Geest heeft deze devotie immers om de volgende
redenen ingegeven :
1 om de onuitsprekelijke
afhankelijkheid te eren en na te volgen, die God de Zoon ten opzichte van Maria
heeft willen beleven, tot glorie van God Zijn Vader en tot ons heil. Want juist
in dit geheim, waarin Jezus Christus gevangene en slaaf was in de schoot van de
van God vervulde Maria en geheel en al op haar was aangewezen, komt deze
afhankelijkheid bijzonder tot uitdrukking.
2 Om God te danken voor de
weergaloze genadegaven die Hij Maria geschonken heeft, vooral door haar tot
Zijn allerwaardigste Moeder te kiezen, wat juist in dit mysterie gebeurde.
Dit zijn de twee voornaamste
doelstellingen van de slavernij van Jezus Christus in Maria.
244 Mag ik uw aandacht erop
vestigen dat ik slaaf van Jezus in Maria gebruik, in plaats van slaaf van
Maria. Tronson, algemeen overste van het Saint-Sulpiceseminarie gaf dit als
raad aan een geestelijke die hem over deze kwestie raadpleegde. Hij fundeerde
zijn advies als volgt :
1 245 Men kan beter spreken van de slavernij van
Jezus in Maria, en zich slaaf van Jezus noemen, liever dan slaaf van Maria. Men
noemt deze devotie naar het doel ervan: Jezus Christus, en niet naar de weg,
het middel om dat doel te bereiken: Maria.
2 246
In deze devotie viert en eert men voornamelijk het
mysterie van de Menswording. In dit geheim zien wij Jezus slechts in Maria,
mens geworden in haar schoot. Vandaar dat het beter is te spreken van de
slavernij van Jezus in Maria, van Jezus verblijvend en heersend in Maria, zoals
het mooie gebed :
Tot
Jezus, levend in Maria
O Jezus, levend in Maria, kom en
leef in ons,
in Uw geest van heiligheid, in de volheid van
Uw gaven, in de volmaaktheid van Uw wegen,
in de waarheid van Uw deugden, in de
gemeenschap van Uw goddelijke geheimen.
Heers in ons over alle vijandelijke machten,
de duivel, de wereld en het vlees, in de
kracht van Uw Geest en voor de glorie
van Uw Vader. Amen.
3 247 Deze zegswijze duidt ook
het best de innige vereniging aan die er tussen Jezus en Maria bestaat. Zij
zijn zo innig verenigd, dat de een geheel opgaat in de ander: Jezus is helemaal
in Maria, en Maria helemaal in Jezus. Zij leeft niet meer, maar Jezus alleen
leeft geheel in haar. Wij kunnen de Heer dus Jezus van Maria noemen, en de
heilige Maagd: Maria van Jezus.
248 Jezus leefde en heerste in Maria. Dit was de Menswording van het
Woord. Het basismysterie van Jezus Christus hieromtrent betrof dat Hij met
instemming van Maria en in haar schoot, alle uitverkorenen heeft gekozen.
Daarom wordt de schoot van Maria door de heiligen zaal van Gods geheimen
genoemd. In dit mysterie heeft Hij reeds alle volgende mysteries van zijn leven
bewerkt door het feit dat Hij ze toen al aanvaardde. Jezus heeft bij zijn
intrede in de wereld gezegd: Zie, ik kom om uw wil te doen. (Heb 10,5-7). Dit
mysterie is dus de samenvatting van alle mysteries, want het bevat de wil ertoe
en de genade ervan.
|