Degenen die van geen verbetering willen horen
In de tijd van Adam en
Eva ging de mens ook al zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn zonden uit de
weg. Toen God Adam ondervroeg, gaf deze Eva de schuld, en Eva gaf de slang de
schuld- er werd geen melding gemaakt dat één van hen de schuld op zich nam voor
de overtreding. Herbert Schlossberg schrijft,
ieder heeft iets op de eerste
plaats van zijn waardenschaal staan, en dat iets is de god die hij dient.
Degene die de Tien Geboden niet aanvaard of een broederlijke terechtwijzing als
ze verkeerd zijn hebben zichzelf op de eerste plaats gezet. Schlossberg legt
uit : Humanisten beslissen voor zichzelf wat goed en slecht is, zonder enige
instructie van buitenaf.
De Bijbel laat duidelijk
weten wat God denkt over degenen die de waarheid niet aanvaarden en ontkennen
dat ze zondaars zijn :
1 Johannes 2:4 : Wie zegt dat hij Hem
kent, maar zich niet houdt aan zijn geboden, is een leugenaar; in zo iemand
woont de waarheid niet.
Spreuken 12:1 : Wie het onderricht liefheeft
heeft het inzicht lief; wie een terechtwijzing schuwt is dom.
De Heilige Stefanus had
een preek gegeven over de koppigheid in zonde van een Jeruzalemse gemeente.
Bovendien hadden de Joden doorheen de geschiedenis telkens de gezonden profeten
ter dood gebracht. En Jezus hadden ze op het Kruis genageld.
Handelingen 7: 51-60 : St Stefanus :
Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oor! Altijd maar verzet u zich tegen
de heilige Geest, u net zo goed als uw vaderen. Welke profeet hebben uw vaderen
niet vervolgd? Zij hebben de aankondigers van de rechtvaardige ter dood
gebracht, u hebt Hemzelf verraden en vermoord; u die door tussenkomst van
engelen de wet hebt ontvangen, maar die niet onderhoudt. Toen
ze dit hoorden, waren ze diep gekwetst, en ze knarsetandden van woede tegen
hem. Maar hij stond daar, vol van de heilige Geest, hij richtte zijn blik op de
hemel, zag de heerlijkheid van God, en daar stond Jezus aan Gods rechterhand.
Hij zei: Ik zie de hemelen open en ik zie de Mensenzoon staan aan de
rechterhand van God. Maar ze hielden hun oren dicht, begonnen luid te
schreeuwen, stormden als één man op hem af, sleurden hem de stad uit en
stenigden hem. De getuigen legden hun kleren neer bij een jongeman, die Saulus
heette. Ze stenigden Stefanus, terwijl hij bad: Heer Jezus, ontvang mijn
geest. Hij viel op zijn knieën en riep met luide stem: Heer, reken hun deze
zonde niet aan. Na deze woorden stierf hij.
Toen St Johannes de Doper
predikte eiste de overspelige Herodias dat hij ter dood zou worden gebracht.
Marcus
6:17-29 : Want zelf had Herodes Johannes laten arresteren en
in de gevangenis laten zetten vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer
Filippus, omdat hij haar getrouwd had. Want Johannes had tegen Herodes gezegd:
Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te bezitten. Herodias was
daarom op hem gebeten en wilde hem uit de weg ruimen, maar ze had daartoe niet
de macht. Want Herodes had ontzag voor Johannes, in het besef dat deze een
rechtvaardige en heilige man was, en hij nam hem in bescherming. Als hij naar
hem luisterde, raakte hij steeds in verlegenheid, en toch hoorde hij hem graag.
Er kwam een gunstige dag toen Herodes op zijn verjaardag een feestmaal gaf voor
zijn hofhouding, de legerleiding en de hoge heren van Galilea. De dochter van
hem en Herodias kwam binnen en met haar dans deed ze Herodes en zijn gasten een
groot genoegen. De koning zei tegen het meisje: Vraag me wat je maar wilt, ik
zal het je geven. En hij deed er zelfs een eed op: Wat je me ook vraagt, ik
zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk. Ze ging weg en zei
tegen haar moeder: Wat moet ik vragen? Die zei: Het hoofd van Johannes de
Doper. Haastig ging ze recht op de koning af en vroeg: Ik wil dat u mij
terstond op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft. De koning werd
bedroefd, maar vanwege zijn eed en omwille van zijn gasten wilde hij het haar
niet weigeren. Meteen stuurde de koning iemand van zijn lijfwacht en gaf het
bevel om het hoofd van Johannes te brengen. Die ging weg en onthoofdde hem in
de gevangenis. Hij bracht zijn hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje,
en het meisje gaf het aan haar moeder. Toen zijn leerlingen het hoorden, kwamen
ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Versie van Oscar Wilde
Koning Herodes is gaan
lopen met Herodias, de vrouw van zijn broer. Wanneer de profeet Johannes De
Doper het gedrag van Herodes op de korrel neemt, gooit die hem in de
gevangenis. Herodes is bang van de profeet omwille van de schade die hij hem
kan toebrengen, maar hecht tegelijk veel belang aan zijn voorspellingen.
Niemand mag zijn kostbare gevangene zien.
Herodes nieuwe vrouw, (nu koningin) Herodias, heeft een beeldschone dochter:
Salomé. Deze jonge femme fatale is zo verbluffend en ondoorgrondelijk dat alle
mannen vluchten in beschrijvingen van de maan om de toestand te beschrijven
waarin haar nabijheid hen dwingt. Ook al beschrijven ze de maan, de
eigenschappen die ze haar toedichten zijn die van Salomé, de vrouw naar wie ze
tegen hun eigen wil in smachtend verlangen. Elke man die naar haar durft te
kijken, gaat onherroepelijk ten onder.
Zelf verlangt Salomé enkel naar het verbodene. Dat is in dit geval Johannes De
Doper, veilig achter slot en grendel in het paleis van koning Herodes. Met
sprekend gemak windt Salomé een van Herodes soldaten rond haar vinger en
beveelt hem de profeet voor haar te halen. Kijk niet naar haar! roept de een
andere soldaat zijn kompaan toe, Je kijkt te veel naar haar! Hij beseft maar
al te goed dat het kijken hemzelf al fataal is geworden. Wanneer hij kort
nadien zelfmoord pleegt, laat zijn dood een grote plas bloed achter op het
koninklijk terras. Zelfs de maan kleurt rood. Een teken aan de wand voor wat
komen gaat.
Het lijk van de soldaat wordt ontbloot en gebalsemd, waarna acteur Peter
Hendrikx van rol wisselt en koningin Herodias begint te spelen. Enkele momenten
staat een spiernaakte man met lippenstift de echtgenote van Herodes te spelen.
Een verwarrend moment dat misschien een puur praktische ingreep is, maar net zo
goed kan worden gezien als een knipoog naar de seksuele escapades van Oscar
Wilde of een bevestiging van het vermoeden dat het Herodes eerder om Salomé dan
om haar (onvrouwelijke) moeder te doen is.
Wanneer Salomé Johannes te zien krijgt, wordt ze zelf verliefd. Ook zij is een
vrouw van vlees en bloed. De verovering gaat echter een stuk minder vlot dan
gepland. Johannes, asceet en dus eerder van het mystieke type, weigert haar een
blik in de ogen. Salomé trekt heel haar truukendoos open en overstelpt Johannes
met lof, zoals het een mysticus als muziek in de oren klinkt. Ze vereert hem
met superlatieven in een terminologie die rechtstreeks uit het
oud-testamentische Hooglied komt. Johannes geeft geen kik. Hij onthoudt zich
trouwens niet enkel van blikken, blozen of enige intiemere lichamelijke
activiteit. Zijn ascese wordt doorgetrokken tot in zijn taal, die zonder
woorden is.
Salomé, die het gewoon is
om haar zin te krijgen van de mannelijke soort, kan Johannes afwijzing niet
verkroppen. Koning Herodes is treurig. Zijn huwelijk met Herodias heeft hem nog
niet dichter bij zijn ultieme verlangen, Salomé, kunnen brengen. Herodes vraagt
Salomé om voor hem te dansen. In ruil mag ze vragen wat ze maar wil. Salomé
stemt toe, maar eist in ruil het hoofd van Johannes. Herodias kijkt goedkeurend
toe. Herodes is erin geluisd.
Toen Jezus predikte waren
de Farizeeërs vol haat. Een voorbeeld hiervan is het verhaal van Lucas
4:16-30 : Jezus predikte in de synagoge van Nazaret :
Zo kwam Hij in Nazaret,
waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de
synagoge. Hij stond op om voor te lezen, en kreeg een boekrol van de profeet
Jesaja aangereikt. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven staat:
De Geest van de Heer rust op mij;
daartoe heeft Hij mij gezalfd.
Om aan armen de goede boodschap te brengen
heeft Hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen
en aan blinden het licht in hun ogen,
om verdrukten in vrijheid te laten gaan,
en een jaar af te kondigen dat de Heer welgevallig is.
Daarna rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten.
De ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. Toen begon Hij hen toe
te spreken: Vandaag is het schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling
gegaan. Ze betuigden Hem allemaal hun bijval en verbaasden zich over de
woorden van genade die uit zijn mond vloeiden en zeiden: Dat is toch de zoon
van Jozef? Hij zei tegen hen: U zult Mij ongetwijfeld het spreekwoord
voorhouden: Dokter, genees jezelf! Doe ook hier in je vaderstad wat, naar wij
hoorden, met Kafarnaüm is gebeurd. Hij vervolgde: Ik verzeker u, geen profeet
is zijn vaderstad welgevallig. Om u de waarheid te zeggen, er waren veel
weduwen in Israël ten dage van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden
lang gesloten bleef, zodat er een zware hongersnood kwam over het hele land.
Toch werd Elia naar niemand van die vrouwen gestuurd, maar wel naar een weduwe
in Sarepta bij Sidon. En er waren veel melaatsen in Israël ten tijde van de
profeet Elisa; toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.
Toen ze dit hoorden werd de hele synagoge ziedend van woede; ze sprongen op,
sleurden Hem de stad uit en dreven Hem tot aan de rand van de berg waarop hun
stad was gebouwd, om Hem in de afgrond te duwen. Maar midden tussen hen door
ging Hij zijns weegs.
En in de tweede brief aan
de Tessalonicenzen vers 8 -12 staat duidelijk vermeld wat er gebeurt met
degenen die geen liefde voor de waarheid betonen :
2
Tessal. 2:8-12 : Dan zal de wetteloze zich
openbaren; en de Heer Jezus zal hem doden met de adem van zijn mond en hem
machteloos maken door de schittering van zijn komst. De komst van de wetteloze
zal steunen op de kracht van de satan, en vergezeld gaan van allerlei
machtsvertoon, van misleidende tekenen en wonderen, en van alle mogelijke
misdadige verleiding, bestemd voor hen die verloren gaan, omdat zij zich hebben
afgesloten voor de liefde tot de waarheid, die hen had kunnen redden. En daarom
zendt God hun een kracht die hen verleidt om geloof te hechten aan de leugen,
opdat allen veroordeeld worden die geen geloof hebben geschonken aan de
waarheid, maar hebben gekozen voor de ongerechtigheid.
Scott Peck schrijft :
Alle mentaal gezonde personen onderwerpen zich
in meer of mindere mate aan de eisen van hun eigen geweten. Maar dit is niet
het geval voor de kwaadwilligen. In het conflict tussen hun schuldgevoel en hun
wil, is het hun schuldgevoel dat het moet bekopen ten gunste van hun eigen wil.
Dr. Peck schrijft verder nog :
Een overheersende karakteristiek voor de
kwaadwilligen is hoe dan ook het verhullen van het kwaad. In hun harten
beschouwen ze zichzelf boven alle verwijt, en zodoende halen ze fel uit naar
degenen die hun verwijten maken. Ze offeren anderen op om hun imago van
perfectie hoog te houden.
Volgens Frederick Von
Gagern:
Tegenwoordig is de opstandige
geest van de AntiChrist overal verspreid. Deze opstandige geest is gekenmerkt
door een brutale arrogantie om de mens als een autonoom wezen te doen
aanvaarden. Deze zienswijze is even verleidelijk als besmettelijk.
Lucifers non serviam
(Ik wil niet dienen) haalt de mens weg van zijn ondergeschiktheid aan God en zo
verloochent hij zijn oorsprong en vernietigt hij zijn bescherming. In zijn
staat van zelfverheerlijking weigert hij zijn zwakheid in te zien. Vervuld van trots en verwaandheid, zet hij
een masker op van : Ik ben een respectabele persoon. Het is
eigenaardig dat iemand
van wie iedereen kan zien dat hij echt hulp nodig heeft, toch rotsvast
overtuigd is dat hij goed bezig is en niet moet veranderen.
De banvloek
Dietrich von Hildebrand
werd door Paus Pius XII Kerkleraar van de 20ste eeuw genoemd. Hij zei : Men
kan geen vrede teweeg brengen ten koste van de waarheid, en zeker niet ten
koste van de goddelijke waarheid. Dit zou zonde zijn tegenover God.
De
Heilige Paulus zegt zijn broeders niet in het gezelschap van ontuchtigen te
vertoeven in de eerste brief aan de Korintiërs :
1
Korintiërs 6-13 : Uw zelfvoldaanheid staat u niet
fraai. U weet toch dat een beetje zuurdesem genoeg is om het hele deeg zuur te
maken? Doe de oude zuurdesem weg, om vers deeg te worden. U moet zijn als
ongezuurde broden, want ook ons paaslam is geslacht: Christus. Wij moeten ons
feest vieren, niet met de oude zuurdesem, de zuurdesem van slechtheid en
boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid. In mijn brief schreef ik al dat u niet moest
omgaan met mensen die zich aan ontucht overgeven. Natuurlijk bedoelde ik niet
alle ontuchtigen ter wereld, of uitbuiters, oplichters en afgodendienaren in
het algemeen. Dan zou u de wereld moeten verlaten. Nee, wat ik bedoel is dat u
niet moet omgaan met elke zogenaamde christen die erop los leeft of hebzuchtig
is, of met een afgodendienaar, lasteraar, dronkaard of oplichter. Met zo iemand
moet u zelfs niet eten. Ik heb toch niet te oordelen over de buitenstaanders? U
oordeelt zelf immers ook alleen over mensen uit uw eigen kring. Over de anderen
zal God wel oordelen.
Bovendien zegt de Heilige
Paulus de ketter links te laten liggen na een tweede waarschuwing :
Titus 3:11 : Iemand die tweedracht zaait, moet u afwijzen na hem eens en
nogmaals gewaarschuwd te hebben, in de overtuiging dat zo iemand op de
verkeerde weg is en met zijn zonde zichzelf veroordeelt.
De Heilige Johannes zegt
geen ketters te groeten.
2 Johannes 7-11 : Want veel bedriegers
zijn naar de wereld uitgegaan; zij loochenen dat Jezus Christus mens is
geworden. Dat is het kenmerk van de bedrieger en de antichrist. Neem u in acht,
anders zult u, in plaats van het volle loon te ontvangen, de vruchten van onze
arbeid verliezen. Iedereen die te ver wil gaan en niet bij de leer van Christus
blijft, heeft God niet. Wie bij die leer blijft, heeft zowel de Vader als de
Zoon. Als iemand bij u komt en deze leer niet brengt, ontvang hem dan niet in
uw huis en heet hem niet welkom. Want wie hem welkom heet, deelt in zijn
slechte daden.
De opvatting dat
mensenliefde enkel aangenaam moet zijn zonder op tijden krachtig en
standvastig te zijn, duidt op een onwetendheid van de natuur van de gevallen
mens.
In de woorden van Robert
Bork : Het idee dat mensen van zichzelf uit rationele en morele schepsels
zijn, die geen sterke beperkingen van buitenaf nodig hebben, is door ervaring
onjuist gebleken.
In het geval van eigenzinnige
ketters en zondaars, die niet willen gehoorzamen aan Jezus Christus en Zijn
Kerk, worden door de Kerk strenger aangemaand, ze worden geëxcommuniceerd.
De banvloek sluit degene die ketterijen
verkondigd uit van de Kerkgemeenschap, als hij niet afziet van zijn dwalingen. Daarom
is het juist voor die reden een gebaar van barmhartigheid van alle gelovigen.
Een gebaar dat ervoor zorgt dat een gevaarlijke dwaling die mensen infecteert
wordt gestopt. Door degene die de dwaling verkondigt te isoleren, beschermen we
de lichamelijke en geestelijke gezondheid van anderen. We zorgen eigenlijk zelf
voor die banvloek en we behoeden hun geestelijke gezondheid.
Oordeel niet wordt uit de
context gerukt
Jezus woorden oordeel
niet worden dikwijls uit de context gerukt en de volgende verzen gewoon
weggelaten. Scott Peck schrijft hierover:
De zin Oordeel niet, zodat je niet
geoordeeld wordt wordt gewoonlijk uit de context gerukt. Christus heeft ons
niet verboden om een oordeel te vellen in de zin van een noodzaak. Hij vervolgde
in de volgende vier verzen dat we eerst onszelf onder de loupe moeten nemen
vooraleer we anderen aanpakkenniet dat we nooit iets mogen zeggen. Jij
hypocriet, zei Hij, haal eerst de boom uit je eigen oog; dan zal je duidelijk
zien om de splinter in iemands oog te halen. (Mt. 7:5) Er zit een potentieel
gevaar voor het kwade in moraliteit. En Hij wilde dit vermijden door ons erop
te wijzen dat we eerst onzelf moeten zuiveren van zonde voordat we aan een
ander beginnen.
Dietrich von Hildebrand legt
uit dat de geest van Christelijke vrede ons oproept om te vechten voor het
Koninkrijk van God:
met de woorden van Onze Heer in
herinnering, Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard (Matt.
10:34), zouden we Christusstrijders moeten zijn. De heilige Kerk op aarde wordt
ecclesia militaris genoemd ofwel de militante Kerk. We kunnen niet
terzelfdertijd hongeren en dorsten naar gerechtigheid- een basishouding eigen
aan een Christen- en in vrede leven met kwaadwilligen en zaaiers van onrecht.
Bisschop
Fabian Bruskewitz sprak op 10 april 1999 aan het Instituut van Religieus Leven waarschuwende
woorden tot de gelovigen om voorzichtig te zijn met woorden als
voorzichtigheid en zorgvuldigheid. Ze mogen niet als excuus gebruikt
worden voor laksheid en lafhartigheid, die ons beletten om de waarheid met
anderen te delen.
OLVrouw van de Rozen,
Hulp aan Moeders verzekert ons dat we niet oordelen of veroordelen wanneer we
handelen in barmhartigheid tot onze naaste en met het oog op hun echte goed:
"... wanneer
een priester je vertelt dat je je mond moet houden omdat je een andere persoon
veroordeelt, en dat je je naast moet liefhebben en daarom geen oordeel mag
vellen, BEN JE GEEN OORDEEL AAN HET VELLEN. Als iemand op de verkeerde weg is
en je vertelt hem uit barmhartigheid dat hij zonde begat en dat hij zijn ziel
verliest en zo naar het Vagevuur gaat, of naar de Hel, DAN IS DAT GEEN OORDEEL
VELLEN. Je helpt dan je naaste uit liefde. Wat is
liefde anders?" - OLVrouw, 18 juni 1982
|