Voorbereiding op de totale
toewijding (totuus tuus-geheel de uwe)
Inleiding
De gebruikte bronnen zijn : de
Nieuwe Bijbelvertaling, de Navolging van Christus en de Ware Godsvrucht.
1 De Navolging van Christus
werd geschreven door Thomas a Kempis.
Thomas a Kempis Monument
te Zwolle

Thomas a Kempis (eigenlijk Thomas van Kempen of Thomas Hemerken ("hamertje");
Kempen,
ca. 1380 - Zwolle, 25 juli 1472) was een middeleeuwse augustijner kanunnik, kopiist, schrijver
en mysticus. Hij was
lid van de spirituele beweging
van de Moderne Devotie en een
volgeling van Geert Grote en Floris Radewijnsz, de
stichters van de Broeders des
Gemenen Levens.
Hij werd geboren uit eenvoudige ouders in Kempen, nabij Krefeld. In 1395 werd hij naar de school in Deventer gestuurd,
die geleid werd door de Broeders des Gemenen Levens. Hij werd een vaardig
kopiist en kon zo zichzelf onderhouden. Later trad hij toe tot de reguliere
kanunniken in de priorij van de
Sint-Agnietenberg bij Zwolle, waar zijn broer hem reeds was voorgegaan en prior was geworden. Hij werd tot priester gewijd in 1413 en werd subprior in 1429.
Thomas a Kempis behoorde tot de school van mystici die verspreid waren
langs de Rijn van Zwitserland tot Straats-burg, Keulen en in de Nederlanden.
Hij leidde een rustig leven, afgezien van de opschudding rond de weigering van
de paus om Rudolf van
Diepholt te erkennen, die tot bisschop te Utrecht was
verkozen. Hij verdeelde zijn tijd tussen devotie-oefeningen,
schrijven en kopiëren.
Werken
Thomas a Kempis kopieerde de Bijbel
zeker vier keer, waarvan één exemplaar in vijf delen bewaard is gebleven in Darmstadt. Zelf
schreef hij talrijke werken, bijna alle in het Latijn.
Hij kende de Bijbel door en door, en zijn werken staan vol met bijbelcitaten,
vooral uit het Nieuwe Testament. Zijn
werken zijn alle devotioneel van karakter en omvatten traktaten, meditaties,
brieven en preken.
Onder zijn historische traktaten zijn Vita Lidewigis (over het leven van de heilige Liduina van
Schiedam), Vita
Gerardi Magni (Het leven van Geert Grote)
en biografieën van Radewijnsz en negen
andere broeders.
Zijn bekendste en nog altijd beroemde werk is echter De
navolging van Christus, de verzamelnaam voor vier traktaten, waarvan
het oudste dateert uit 1424. Het werk werd in 1471-1472 te Augsburg gedrukt en
honderden keren herdrukt; het was na de Bijbel het meest verbreide boek van de
late middeleeuwen.
Schrijn
Zijn gebeente bevindt zich in de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouwe-Tenhemelopneming
in Zwolle.
2 De Ware Godsvrucht werd geschreven door L-M Grignion de
Montfort.
L-M Grignion de Montfort
Louis-Marie Grignion de Montfort (Montfort-sur-Meu, 31 januari 1673 - Saint-Laurent-sur-Sèvre, 28 april 1716) was een Frans katholiek priester en ordestichter.
Louis-Marie was de zoon van Jean-Baptiste Grignion en Jeanne Robert. Hij
was het oudste overlevende kind uit een groot gezin. Op
zijn twaalfde jaar ging hij naar de Jezuïetenschool
te Rennes. Hier werd hij beïnvloed
door Abbé Julien Bellier, die hem het enthousiasme voor missioneringsarbeid
bijbracht, en enkele andere priesters die hem enthousiast maakten voor de
Mariadevotie. In 1693 ging hij te voet naar Parijs
om theologie te gaan studeren op het seminarie van Saint-Sulpice. Naar men
beweert, zou hij onderweg zijn reisgeld aan de armen hebben gegeven en zijn
kleren met die van bedelaars hebben verwisseld. Ook zou hij een eed gezworen
hebben om voortaan slechts van aalmoezen te leven. Eerst volgde hij colleges
aan de Sorbonne, en hij leidde een arm bestaan, nog aangevuld met penitenties,
zodat hij ziek werd. In 1695 begon hij eindelijk op
klein-Saint-Sulpice, een seminarie speciaal voor arme studenten ingericht. In 1700 werd hij tot priester werd
gewijd. Vrij snel daarna werd hij pastoor van de Saint-Clément parochie te Nantes. Hij wilde echter prediken
onder de armen. Op verzoek van Madame de
Montespan kwam hij naar Poitiers
om er aalmoezenier te worden in het Hôpital Général, wat geen ziekenhuis was
maar een plaats waar arme bedelaars gevangen werden gezet. Hij kreeg
waarschijnlijk ruzie met de leiding en vertrok in 1703 naar Parijs. Het jaar daarop
kwam hij in een team van aalmoezeniers te werken in het Hôpital de la
Salpêtrière, het door Vincentius a Paulo
opgezette ziekenhuis, maar werd na enkele weken al ontslagen vanwege een ons
onbekende reden. Ook zijn meeste vroegere vrienden verstootten hem, vermoedelijk
vanwege zijn tamelijk extreme toewijding en zijn oproep aan de meer gematigden
om hem op deze weg te volgen. Hij leefde een jaar in een vervallen onderkomen
in Parijs, zonder duidelijke bestemming en zonder vrienden. Toen kreeg hij de
boodschap vanuit Poitiers om terug te komen, en hij werd directeur van het
Hôpital Général. Hij ontmoette Marie-Louise Trichet, die ook in
het hospitaal kwam werken. Bij haar voegde zich Catherine Brunet, en dit
tweetal vormde de eerste aanzet tot de congregatie van de Dochters van Wijsheid. De
hervormingen die hij voorstond, maakten echter dat zowel de bisschop als
Marie-Louise Trichet hem verzochten zijn post te verlaten. Toen begon hij
missioneringsarbeid in de omgeving van Poitiers, en velen werden aangetrokken
door de levendige rituelen en processies, en het ritueel van de vernieuwing van de doopbeloften, dat
hij invoerde. Dit alles leidde er toe dat het hem in 1706 werd verboden om nog langer
in het bisdom Poitiers te preken.
Werk
in Bretagne en de Vendée
Toen ging hij naar Paus Clemens XI
in Rome, waarvan hij de opdracht kreeg om missioneringsarbeid in Frankrijk te
doen, waarop hij naar de Mont-Saint-Michel vertrok.
Hij voegde zich bij het team van pater Jean Leuduger te Dinan, dat in Bretagne
missioneringsarbeid deed. Na enkele maanden echter vertrok hij, samen met twee lekenbroeders, uit dit
team. In 1708 vertrok hij naar het bisdom Nantes, waar hij succesvolle
missioneringsarbeid verrichtte en bekend werd. Hij wenste ook materiële
aandenkens aan zijn missioneringsarbeid op te richten, zoals missiekruisen. In
Pontchâteau, werd met duizenden mensen een reusachtige Calvarieberg gebouwd. Op
de avond voordat de bisschop deze zou inzegenen kwam het bevel van de koning om
de Calvarieberg te slopen, waarop de bisschop van de inzegening afzag. Enkele
dagen later werd het Louis-Marie verboden om nog langer in het bisdom Nantes te
preken. Hij werd echter uitgenodigd door de bisschop van La Rochelle
en in 1711 trok hij daarheen. Hij
preekte in La Rochelle en Luçon, in de Vendée.
Hier werkte hij tot zijn dood en schreef ook nog enkele werken over
Mariadevotie, en enkele hymnen. Ook schreef hij de regels voor het op te
richten Gezelschap van Maria (Compagnie
de Marie) op, beter bekend als Montfortanen,
en voor de Dochters van Wijsheid. Af en toe trok hij zich terug op een rustige
plaats. Hij bestreed in de Vendée de zogeheten ketterij, zoals Calvinisme en Jansenisme, en men
beweert dat het aan zijn ijver te danken was dat de Vendée vrij van ketters zou zijn gebleven.
Hij kon weinig leden voor zijn Compagnie de Marie werven, op het eind van zijn
leven had hij twee priesters en een aantal lekenbroeders om zich heen
verzameld. Hoewel hij gesteund werd door de bisschop van La Rochelle had hij
ook vele vijanden en er werd zelfs een aanslag op zijn leven gepleegd. Hij
startte onderwijs voor armen en riep ook Trichet en Brunet naar La Rochelle,
waarop de congregatie van Dochters der Wijsheid een feit werd. De mannelijke
volgelingen trokken, na Louis-Marie's dood in 1716,
naar Saint-Pompain en vormden
de kern van de latere Montfortanen. Vele jaren later splitsten zich daar de Broeders van
Sint-Gabriël van af.
Louis-Marie Grignion de Montfort werd in 1888 zalig en in
1947 door Paus Pius XII heilig
verklaard. Zijn feestdag valt op 28 april.
Thema : de wereldse geest 12 dagen
Deze 12 dagen zijn een voorbereiding op het echte werk, nl. de totale
toewijding aan Jezus Christus door de heilige Maagd Maria. De onbevlekte Maagd
die Jezus Christus aan de wereld heeft geschonken, zodat wij gered zouden
kunnen worden van de zonde. Sinds de zondeval van Adam en Eva werd een wig
gedreven tussen de mens en God. Door Jezus offer is de mens in staat gesteld
de brug over de afgrond te nemen om in Gods armen te vallen. Hier wordt een
methode aangereikt om de brug op te gaan tot bij God. Het is gratis. Het is een
geschenk. Maar het is ook een werken aan zichzelf. X-stralen die onze zondige
natuur blootleggen. Een toegeven van gedaan kwaad. Zonden. Zonder gezuiverd te zijn van zondig gedrag
en zondige denkwijzen geraken we de brug niet op. Onze instelling moet
veranderen. Als we voor God, die Liefde en Leven is, kiezen moeten we onze
nietigheid en zondigheid erkennen. Dus: werk aan de winkel.
Akte van berouw :
Mijn Heer en mijn God, het spijt mij dat ik gezondigd heb voor U,
Allerhoogste Majesteit. Ik misprijs al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw
straffen heb verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen. U die oneindig volmaakt
en alle liefde waardig bent. Ik maak het vast voornemen, mijn leven te beteren
en de gelegenheden tot zonde te mijden. In dit berouw wil ik leven en sterven.
Gebed van eerherstel :
Mijn God, ik geloof in U, ik hoop op U, ik bemin U, ik aanbid U. Voor al
diegenen die niet in U geloven, niet op U hopen, U niet beminnen, U niet
aanbidden bied ik U mijn eerherstel aan.
Dag 1 : Matteüs 5 : 1-19
Bergrede
[1] Toen hij de
mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen
om zich heen. [2]
Hij nam het woord en onderrichtte hen:
[3] Gelukkig wie nederig van hart zijn,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
[4] Gelukkig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
[5] Gelukkig de zachtmoedigen,
want zij zullen het land bezitten.
[6] Gelukkig wie hongeren en dorsten naar
gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
[7] Gelukkig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
[8] Gelukkig wie zuiver van hart zijn,
want zij zullen God zien.
[9] Gelukkig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
[10] Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid
vervolgd worden,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
[11] Gelukkig zijn jullie
wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten.
[12] Verheug je en
juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden
ze vóór jullie de profeten.
Zout van de aarde
[13] Jullie zijn het zout van
de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout
gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
Licht van de wereld
[14] Jullie zijn het licht in
de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. [15] Men steekt ook
geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet
hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. [16] Zo moet jullie
licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen
aan jullie Vader in de hemel.
Vervulling van de Wet
[17] Denk niet dat ik gekomen
ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te
schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. [18] Ik verzeker jullie: zolang de
hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht,
totdat alles gebeurd zal zijn. [19]
Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen
leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk
van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het
koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan.
Dag 2 : Matteüs 5 : 48, 6: 1-15
[48] Wees dus volmaakt, zoals
jullie hemelse Vader volmaakt is.
De Vader ziet in het verborgene
[1] Let op dat
jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om
door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. [2] Dus wanneer je
aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de
synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie:
zij hebben hun loon al ontvangen. [3] Maar als je aalmoezen geeft,
laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. [4] Zo blijft je aalmoes in het
verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
[5] En wanneer
jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op
elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie:
zij hebben hun loon al ontvangen. [6] Maar als jullie bidden, trek je
dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene
is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Hoe te bidden : het Onze Vader
[7] Bij het bidden moeten
jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door
hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. [8] Doe hen niet na! Jullie Vader
weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.
[9] Bid daarom als volgt: Onze Vader in de
hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
[10] laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
[11] Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
[12] Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
[13] En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
[14] Want als jullie anderen
hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. [15] Maar als je
anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.
Dag 3 : Matteüs 7 : 1-14
Oordeel niet!
[1] Oordeel niet,
opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. [2] Want op grond van het oordeel
dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet,
zal jou de maat genomen worden. [3]
Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je
de balk in je eigen oog niet opmerkt? [4] Hoe kun je tegen hen zeggen:
Laat mij de splinter uit je oog verwijderen, zolang je nog een balk in je
eigen oog hebt? [5]
Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp
genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.
Heilige zaken
[6] Geef wat heilig is niet
aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met
hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren.
Verhoord gebed
[7] Vraag en er zal
je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden
opengedaan. [8]
Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal
worden opengedaan. [9]
Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen
zou geven? [10]
Of een slang, als het om een vis vraagt? [11] Als jullie dus, ook al zijn
jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie
Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.
Gouden regel
[12] Behandel
anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het
hart van de Wet en de Profeten.
Twee wegen
[13] Ga door de
nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime
poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. [14] Nauw is de
poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die
te vinden.
Dag 4 en 5 : Navolging van Christus
Thomas a Kempis boek 3 : 40
Boek 3, Hoofdstuk 40
De mens heeft niets goeds uit
zichzelf en mag zich nergens over beroemen
1. DE ZIEL. -
Heer, wat is de mens dat Gij hem
gedachtig zijt? Of de zoon van de mens, dat Gij hem bezoekt? (1)
Waar heeft de mens verdiend dat Gij hem uw genade geeft?
Wat mag ik mij beklagen, Heer, als Gij mij verlaat ; of wat kan ik er met reden
tegen inbrengen, als Gij niet doet wat ik verzoek?
Dit mag ik voorwaar denken en zeggen : Heer, ik ben niets, ik vermag niets, ik
heb niets goeds uit mijzelf ; maar ik bezwijk in alle dingen, en ik zink altijd
naar het niet.
En indien ik door U niet geholpen, en inwendig versterkt word, zo zal ik zeer
lauw en krachteloos worden.
2. Maar Gij, o Heer!
Blijft altijd dezelfde, en blijft in eeuwigheid (2) ; altijd goed,
altijd rechtvaardig, altijd heilig ; Gij doet alle dingen wèl, heilig en
rechtvaardig, en beschikt alles in uw wijsheid.
Maar ik, meer genegen om achteruit dan om voorwaarts te gaan, ik blijf niet
duurzaam in dezelfde staat : want
allerlei wisselingen gaan over mijn hoofd (3).
Nochtans gaat het haast beter met mij, als het U belieft mij uw helpende hand
toe te reiken : want Gij alleen kunt mij zonder mensenhulp bijstand verlenen,
en zó versterken, dat mijn gelaat niet
telkens van uitdrukking verandere (4), maar dat mijn hart alleen tot U
keert en in U rust.
3. Daarom, indien ik alle menselijke troost wel kon verwerpen,
hetzij om de godsvrucht te bekomen, hetzij ter oorzake van de noodzakelijkheid,
die mij praamt U te zoeken (want geen mens ter wereld kan mij troosten), dan
zou ik met reden uw genade mogen verwachten, en mij verblijden over de gave van
een nieuwe vertroosting.
4. Ik dank U, o Heer! Die de oorsprong zijt van alles, zo dikwerf
mij iets goeds overkomt.
Maar ik, ik ben voor uw ogen ijdelheid en nietigheid, een ongestadig en krank
mens.
Waarop dan kan ik mij beroemen, of waarom zoek ik geacht te worden?
Om mijn niet? Dit is het toppunt der ijdelheid.
Voorwaar, ijdele glorie is een verschrikkelijke pest en de grootste aller
ijdelheden ; want zij trekt ons af van de ware glorie, en berooft ons van de
hemelse genade.
Want als de mens in zichzelf behagen heeft, zo mishaagt hij U ; en als hij de
lof der mensen zoekt, verbeurt hij de ware deugd.
5. Maar het is ware glorie en heilige blijdschap in U en niet in
zichzelf zijn roem te stellen ; zich in uw Naam, en niet in eigen deugd te
verblijden, en geen vermaak te hebben in enig schepsel dan om U.
Uw naam zij geloofd en niet de mijne ; uw werk zij geprezen en niet het mijne ;
uw heilige Naam zij gezegend, en niets van de lof der mensen worde mij
toegeschreven.
Gij zijt mijn glorie, Gij zijt de verheuging van mijn hart.
In U zal ik roemen en onophoudelijk mij verblijden ; maar voor mij zij geen andere roem dan in mijn krankheden
(5).
|