Enkele jaren geleden stond mijn buurman aan
de deur. Hij stelde zich voor als Jo en hij kwam zijn kat halen die vanop het
terras van de eerste verdieping van de achterbouw naast onze deur naar beneden
was gesprongen. Hij zag er een vlotte gast uit van in de veertig. Ik kreeg Jo
nog regelmatig aan de deur en zijn kat moest samen met mijn katten door de
kattevangster van t stad meegenomen worden, zijn kat om te laten steriliseren
en mijn 2 katten om te laten castreren. Mijn 2 katten waren jonge straatkatten,
vandaar
Jo was dikwijls niet thuis en daarom zat de
kat veel alleen. Ik kwam hem zo nu en dan tegen in t stad samen met vrienden,
of met een vaste vriend. In de tuin was er altijd wel een blikje bier of een
handdoek te vinden.
Enkele maanden geleden was ik de
achterplaats en de WC aan het schilderen en het raam stond open. Ik kon hem
horen samen met zijn vrienden. Hij was zich aan het afvragen waarom hij anders
was. Zijn vrienden stelden hem gerust dat ze in hetzelfde geval waren en dat
het een manier van leven was zoals een ander.
Een paar weken geleden was me opgevallen
dat zijn kat voortdurend aan het miauwen was. Tot een vrouw een briefje in onze
bus had gestoken : ze was de ex-vriendin van Jo en ze had jarenlang met Jo samengewoond.
Jo hadden ze dood in zijn appartement gevonden. Ze wilde de kat opvangen, maar
moest het eerst nog aan de huisbaas vragen. De kat zit nu bij ons en kan het
maar moeilijk gewoon worden.
Jo kon het waarschijnlijk ook niet gewoon
worden.
|