Tijs,Rik en mam zijn aan zee en maken een fietstocht.
Tijs wil steeds harder fietsen en wil en stuk alleen verder rijden.
Mam twijfelt maar laat hem dan toch vertrekken.
Na een tijdje alleen rijden kijkt Tijs achterom en ziet dat de anderen nog ver achter zijn.
Hij gaat even in het gras liggen en doet zijn ogen toe.
Ineens schrikt hij en vraagt zich af hoelang hij daar al ligt. Zijn mam en Rik al lang weg
Hij fietst in het rond en komt een vreemde oude man tegen die achter hem aan fietst.
Tijs is bang en rijdt zo snel hij kan tot bij een bos waar hij een schuur ziet waar hij zich wil verstoppen.
De oude man vindt Tijs in de schuur en verteld hem dat hij Jos is en dat hij Tijs wil helpen.
Ze gaan verder in de schuur en zien dat er heel veel aapjes zijn en aapjes mogen niet gevangen worden.
Opeens stopt er een auto voor de schuur en er stappen mensen uit.
Deze mensen zijn gevaarlijk en nemen Jos gevangen, Tijs heeft zich kunnen verstoppen maar kan Jos dan toch bevrijden.
Jos en Tijs kunnen naar de politie gaan en zo komen de aapjes terug vrij en Tijs ziet mam en Rik terug.
JONAS PEERS

|