Op een dag word er een drieling geboren. Meneer en mevrouw Kriegel weten niet welke naam dat ze hun kinderen gaan geven. Opeens komt er een vreemde dokter binnen die zegt Lien, Sien en Fien. Dat vinden de ouders mooie namen. Maar als de drieling groter wordt beginnen ze alles kapot te maken. Als Fien, Sien en Lien 10 jaar zijn krijgen ze een broertje. Joel. In de wachtzaal komen ze hun oma tegen. Maar die oma is al lang dood. Op school is er een nieuwe juf aangekomen. Niemand kan de drieling in de hand houden maar zij wel. Later ontvoerd ze de drieling en wilt ze doden.
Als je wilt weten hoe het afloopt lees het boek de zusjes Kriegel.
Van Helena
Joris en de geheimzinnige toverdrank van Roald Dahl
De moeder van Joris gaat boodschappen doen, dus is Joris alleen thuis met zijn verschrikkelijke grootmoe. Geen kattekwaad uithalen hoor. Dat is niet slim om tegen een klein jongetje te zeggen. Hij begon meteen al te denken wat hij zou doen. En vergeet grootmoe haar drankje om 11 uur niet te geven zei mama. Joris verveelde zich. Zijn vader werkte op een boerderij kilometers verder op. Joris ging een drankje maken en dat zou hij geven in plaats van dat drankje dat hij moest geven aan grootmoe. Hij ging eerst naar de badkamer hij gooide er van alles in de pan. Dan ging hij naar de keuken en dan ging hij nog naar allerlei plaatsen. Wat zou het resultaat zijn? Als je dat wil weten moet je zeker dit boek zeker lezen.
Ik heb ook 1 gedichtje:
(Maar er is er nog een)
'Dus geef mij een tor en een kakkerlak,
Een springvlo en een donderslak
En een slijmerig wriemelding uit de zee
En de giftige steek van een scarabee
En 't sap van de bes van een jubelplant
En 't gemalen bot van een kangoeroehand
En verder nog alles,wat je maar vindt,
Als het maar stinkt een uur in de wind.
Ik kook het,ik roer het door elkaar,
Nu is mijn toverdrankje klaar.
Een lepelvol, dat is verplicht.
Mondje open (neuzen dicht),
slik maar door, daar gaat ie dan.
Zeg es, grootmoe, wat vind je ervan?
Zal ze knallen of ontploffen?
Schiet ze uit allebei haar sloffen?
Verdampt ze in een ogenblik?
Sissend als een blikje prik?
Wie weet? Ik niet! Maar 't is wel fijn
te weten, dat jij en ik het niet zijn!
Jij, grootmoe, met je heksenpraat,
als je eens wist, wat je te wachten staat!'
van Tjanne
Er is een jongen en die noemt Bram. Hij heeft niet zo'n leuk leven door zijn familie. Zijn mama wil minder elektriciteit verbruiken en dat is moeilijk voor Bram. Gelukkig heeft Bram zijn vriend Theo nog want buiten Theo heeft bram geen vrienden meer. Zijn mama wilt dat Bram meer vrienden maakt. Want Max zijn kleine broer heeft zelfs al meer vrienden dan Bram. Bram heeft ook een opa en die komt logeren. Dat zorgt voor veel problemen. Zoals Bram kan geen TV meer kijken want opa kijkt altijd TV. Op een dag gaat Bram op kamp. Je mag daar geen snoep meebrengen en het eten is er ook niet lekker. Maar iemand had naar zichzelf een pakketje snoep opgestuurd. Bram zat daar toevallig mee in de kamer. Ze mochten mee snoepen van het pakketje. De laatste dag gingen ze buiten kamperen en ineens dacht Bram eraan dat opa een boek aan hem had meegegeven. Daarin stonden allerlei ideetjes om buiten te overleven. Hoe het verder afloopt met de belevenissen van Bram kan je best zelf eens lezen.
Van Ferre Danneels
