Korneel, een plattelandsjongen, logeert bij zijn neef Max Pichon in de stad Bergen in Wallonië.
Op een avond vraagt zijn tante hem om een brood te halen bij de bakker.
Maar Korneel verdwaalt in die onbekende buurt waar alle straten en gebouwen op elkaar lijken.
Dan ziet hij de eeuwenoude duiventoren, die Max hem de vorige dag toonde.
In de toren achter het dakraam brandt licht.
Korneel gaat binnen om de weg te vragen.
Daar ontmoet hij een meisje van zijn leeftijd met een smekende blik.
Zij is nog veel harder verdwaald en wanhopig.
Samen beleven ze een avontuur ....
Jonas Peers
|