We worden gewekt door de stortregen en de kikkers bij zonsopgand dus tegen 7 uur zitten we weer in de auto op weg naar Townsville. Het is een goeie 4 uur rijden dus we hopen tegen de middag het volgende hotel te bereiken: Seagulls Resort. De route is iets minder saai dan de vorige dagen want we naderen de bergen en dit geeft mooie panoramas. Om half twaalf zijn we al in Townsville en we kunnen nog niet inchecken. We laten de bagage achter in het resort en keren terug naar de stad omdat we in de lonely planet gelezen hebben date er een zoo is waar je Koalas kan vasthouden .mijn droom sinds ik in Australië ben ! De zoo, the Billabong Sanctuary, is maar een zakdoek groot en na een half uurtje hebben we alle krokodillen, koalas, dingos, slangen, emoes en kangoeroes wel gezien. Om twaalf uur worden de krokodillen gevoed, een show met uitleg van een ranger. De krokodillen worden getreiterd tot ze uit het water willen komen voor een stukje vis of een kip onwaarschijnlijk hoe de rangers aan de staart van de krokodillen trekken tot ze toch even goesting hebben om een gevaarlijke uithaal te doen naar het stuk vlees dat hen voorgehouden wordt. Spektakel verzekerd!
Om half twee is het eindelijk zo ver: the Koala Experience: een ranger geeft eerst een half uur uitleg over de levenswijze van de koalas en dan mogen we in een rijtje aanschuiven om een Koala vast te houden en te poseren voor de foto. De koala grijpt zich stevig vast aan mij, wat een schatje ! Toch wel iets minder zacht dan verwacht, het lijkt wel een teddybeer maar dan van het iets minder zachte soort. En hij stinkt wel een beetje naar zure eucalyptus, tja dat is het enige wat een koala eet. Maar mijn droom is in vervulling gegaan een koala knuffelen !
Vandaag een cruise met een catamaranzeilschip in de Whitsunday archipel. Dit is een reeks van eilanden voor het Great Barrier Reef die vanaf Arlie Beach op een uurtje bereikbaar zijn. De cruise vaart langs de vesrchillende eilanden, stopt aan mooie snorkelplaatsen en s middags is er een BBQ voorzien nadat we een uurtje aanmeren op de hagelwitte stranden.
Tof tof tof, denk je .Helemaal niet ! We zitten met een enorme horde toeristen op een gigantisch purperen catamaran, 78 man in totaal, die als een bende op de drank en het eten vliegen (t is een all-in cruise). Daarbij heeft het ook heel de dag geregend en zaten we in de mist dus we hebben niet veel mooie hagelwitte stranden en mooie eilandjes gezien. Gelukkig had men wetsuits voorzien die ons nog een beetje warmte gaven want als je doorweekt in de regen zit, al is het nog 26 graden, dan krijg je het uiteindelijk koud. En binnen was er niet genoeg plaats om iedereen te zetten. s Middags was het even droog dus we hebben onze BBQ dan toch redelijk aangenaam kunnen opeten. In de namiddag hebben Koen en ik dan maar zitten dromen van fleece truien, warme soep en chocomel, en waren we vast van plan om de avond door te brengen onder een deken voor de TV.
Maar nu is het avond en na een warm douchke zijn we alles al vergeten en genieten we van eeen aperitiefje op ons terrasje overdekt, want het regent nog steeds.
Nog twee dagen regen en dan wordt het weer mooi weer, zegt men.
Vandaag 500km te overbruggen dus we vertrekken zeer vroeg: om 6 uur, dan zijn we er al rond de middag. Ons hotelletje, een Best Western, ligt een beetje uit het centrum, maar is weeral een appartementje met alles erop en eraan (wel niet zo trendy ingericht als twee dagen geleden). Het is net iets te laat om nog deel te nemen aan een ½ dags excursie dus we wandelen even rond, kopen wat Australische souvenirs en leggen ons dan aan het zwembad. Het is nog steeds bewolkt en zwoel (vochtig en 30 graden) en dit zal de volgende dagen ook zo blijven.
Vandaag een lange rit op het programma, 400km, dat is gelijk aan 5 uur rijden want de highway is hier een tweebaans weg met kruispunten in ieder dorp. De maximaal toegelaten snelheid ligt tussen de 80 en 100km/u. We vertrekken op tijd en rijden in één trek door (afgezien van enkele stops om wat te eten en te tanken). In de vroege namiddag komen we aan in Rockhampton, een klein provinciestadje. Onze boeking in het hotel blijkt niet in orde te zijn, maar er is plaatst dus we blijven er. We moeten nog even wachten tot het kantoor van Aussietours in Belgie open is om het probleem uit te klaren dus we sturen alvast een mail. Aussietours reageert snel en tegen de volgende ochtend is alles in orde. We moeten het hotel dus niet ter plekke betalen.
Er valt niets te beleven in Rockhampton. We moeten dit maar beschouwen als een tussentop in onze trek naar het Great Barrier Reef. We gaan naar een plaatselijke shopping mall en slenteren er wat rond. s Avonds een steak in de lokale pub en dan vroeg naar bed.
Vandaag staat er niet echt iets op het programma en dit is ook wel eens goed want na al die indrukken van de afgelopen dagen willen we ook eens even stil staan en genieten van wat rust. Als we opstaan regent het weer. Volgens de ranger is het regenseizoen nu wel begonnen dus dat is iets wat we er maar bij moeten nemen. Tussen de regenvlagen door verschijnt de zon af en toe. We moeten de catamaran naar het vasteland pas om 17 uur nemen dus we hebben een hele dag tijd. Helaas moeten we om 10 uur al uit onze kamer en wordt onze bagage al opgehaald voor de boot. We hebben geen zin om nog eens een geleide schooluitstap te doen en omdat het niet echt mooi weer is, lijkt een dagje zwembadliggen ons ook niet echt leuk (vooral omdat er ook veel gillende kinderen aan het zwembad zitten). Dus we boeken onze reservatie om naar de catamaran van 14 uur.
In de voormiddag huurt Koen een vislijn en wat aas (inktvisjes) en gaan we naar het strand waar ik mij neerleg met een boekje. Af en toe regent het en de zon zien we niet meer maar het is er rustig. Koen heeft al snel beet : een platkopvisje met stevige stekels, lastig om de haak eruit te halen
Na twee uur vissen nog een drankje in de strandbar (want het giet ondertussen) en dan wachten op de boot.
Op de boot merken we allebei dat we toch wel redelijk verbrand zijn, blijkbaar is het bij bewolkt weer ook aangeraden om zonnecreme te gebruiken.
Op het vasteland rijden we 5 minuten naar het volgende hotel: Peppers Pier resort. We hebben een volledig appartement met salon, aparte slaapkamer, keuken, wasmachine en droogkast en badkamer met grote jacuzzi. Super ! Dit hadden we op het eiland moeten hebben want helaas blijven we hier maar één nacht.
Vandaag nemen we deel aan een 4x4 tour op het eiland. We zijn met zoveel dat we een hele touringcar kunnen vullen en het is inderdaad een grote bus, op grote banden. Het wordt een dagje massatoerisme. Een beetje rijden, uitstappen en fotootje nemen, nog wat rijden, eten in een massarestaurant, op commando naar het toilet, enz. Het regent vandaag dus alles lijkt ook minder mooi dan verwacht. Het is nog wel warm dus we malen er niet om dat we nat worden.
In de namiddag rijdt de bus over 75mile beach, een strand waar niks dan jeeps en bussen rijden, net een snelweg. Vele aussies komen hier op vakantie en rijden af en aan met hun 4x4 met vislijnen. Zwemmen mag niet want er is teveel stroming en er kunnen haaien zitten, maar pootje baden, vissen en camperen mag. Overal staan waarschuwingen voor dingos, we mogen geen eten laten slingeren.
Op een gegeven moment landt er een vliegtuigje voor onze bus. Toeval ? Nee, de buschauffeur/gids vraagt of er iemand een tochtje wil maken. Een paar mensen geven zich op en terwijl de bus een paar kilometer verder rijdt op het strand, vliegen zij. De rest van de namiddag zien we niets anders dan bussen en vliegtuigjes op het strand een populaire attractie blijkbaar.
Al bij al is Kingfisher Bay ons niet meegevallen. Na de authenticiteit van the ouback is dit een cliché attractiepark.
's Avonds dineren we in het à la carte restaurant van het resort en dat maakt veel goed want we hebben heel lekker gegeten op een rustig terrasje met zicht op het regenwoud.
Volgens de dame van Hertz moeten we in één stuk doorrijden naar Hervey Bay om de ferry van 16h te halen naar Frasier island. Het is 260km maar de highway zit vrij vol en het verkeer gaat niet echt vlot. Blijkbaar is het hier wel hoogseizoen en gaan vele aussies naar deze streek op vakantie. We rijden langs de sunshine coast maar vanop de highway zien we echt geen zee of strand. Op de radio waarschuwt men constant voor de nakende thunderstorm dus we rijden door om er niet in te zitten. We hopen dat onze ferry, een catamaran, met dit weer uitvaart.
Maar meer dan één stevige bui hebben we niet gezien. Blijkbaar zijn we net ten noorden van het slechte weer gebleven. De catamaran brengt ons naar het eiland in de volle zon en die 45 minuten genieten we vollop. Het is wel warm en vochtig maar vergeleken met the outback kunnen we de 32 graden gemakkelijk verdragen.
Aangekomen in Kingfisher Bay resort wanen wij ons in Centre parks. Een busje brengt ons vanop de pier naar het resort (maar 500m maar dat is teveel om te stappen blijkbaar) terwijl wij via een microfoon uitleg krijgen over de verschillende faciliteiten. Aan de receptie is een welkomstdrankje voorzien terwijl de ranger ongeïnteresseerd zijn uitleg aframmelt. Gelukkig is onze kamer een reuze meevaller: we hebben een terrasje met zicht op een creek (wel muggenzalf gebruiken want het stikt hier van de muggen).
Het diner in de Sandbar geeft ons een Bobbejaanlandgevoel: de seafood platter is een hoop gefiruurde nest met wat potatoe wedges en wat sla .af te halen aan de keuken wanneer je nummer op de display verschijnt .
We bestellen en fles wijn en reppen ons terug naar het terrasje van de kamer. Hier zitten we nu, half tien s avonds, te genieten van het geluid van de kikkertjes aan de creek. En hetis nog warm genoeg om in T-shirt en short te zitten.
Uitslapen aaah .maar om zes uur worden we toch wakker van het gehuil van de dingos en staan we maar op .gewoonte !
We rijden een uurtje naar de Aboriginal community (waar we eigenlijk moesten overnachten) en krijgen daar een uitleg van een blanke die met een aboriginal vrouw getrouwd is. We mogen hem uitvragen over alle aboriginal gewoontes en dat doen we dan ook. We zien dat zijn voorste tand ontbreekt, wat een teken is van de inwijding in de Aboriginal mannengemeenschap. Alles draait om fear, temptation en pain wat wil zeggen dat om man te worden je deze drie dingen moet ondergaan:
- fear: een tijd alleen in de bush overleven, gedurende een paar maanden
- temptation: een rijkelijke maatltijd weerstaan als je pas uit de bush terug bent
- pain: geen kick geven als men je voorste tand uistlaat
Dus een echte abo herken je aan het ontbreken van de voortand !
Daarna gaan we naar de aboriginal vrouwen om het dotpainten te leren. We krijgen allemaal een bladwijzer die we zelf mogen decoreren met de aboriginal symbolen. Ondertussen leren we ook hoe je een kangoeroestaart op een houtvuur klaarmaakt smaakt naar ossestaart.
En dan zit onze tour erop terug naar Alice Springs. We duiken nog even in het zwembad van het hotel en in alle enthousiasme verstuik ik mijn teen. Blauwe kleur en een dagje mank lopen...en dat door een stom zwembadtrapje.
We mochten iets langer slapen tot half zes, maar bijna iedereen was om vijf uur al in de weer. Het is toch te warm om goed te slapen. We vertrekken voor een 4 uur durende wandeling door Kings Canyon. De wandeling begint met een stevige klim naar de eerste bergtop die ongeveer 20 minuten duurt. Eenmaal boven hebben we al heel wat water gedronken want de temperatuur is rond de 35 graden. Daarna is de wandeling iets rustiges qua klimwerk en de gids stopt af en toe om wat toelichting te geven over de flora en fauna. Zo komen we palmstruiken tegen die al meer dan 400 jaar oud zijn, en fossielen van ringwormen in de rosten. De canyon is zeer uitgestrekt en regelmatig komen we op fantatische uitzichtpunten waar je in de verste verte niets dan natuur ziet: kloven, dalen, stukken bosjes, uitgestrekte vlakte allemaal met een rode achtergrond want het zand en de gesteenten zijn ijzerhoudend.
Na een paar uur komen we aan bij een Waterhole, een meer dat ontstaat door afwatering van de rotsen als het regent. Vermits het de week voordien stevig geregend heeft, is het meer goed vol. We hebben ons zwemgerief bij dus we springen erin heerlijk ! Een gigantische rotswand steekt over de rand van het meer en onze stemmen weergallen. Voor we weer verder trekken steken we onze T-shirt nog even in het water. Een natte T-shirt is immers een natural airco en geeft koelte af allez, toch de eerste 20 minuten want daarna is alles weer droog. Het laatste stuk van de wandeling is afdalen en gaat snel. We zijn blij dat we terug aan ons busje zijn en ons hoofd weer onder de kraan kunnen houden.
s Middags trekken we verder naar onze laatste kamping. Langs de gewone weg is het 700km maar we nemen een shortcut over een zandweg, dan is het maar 2 uur rijden. De gids raadt ons aan van de gordels vast te gespen want het wordt een bumpy ride. Hij vertelt ons dat we minder schokken als hij 80km/u rijdt dus hij rijdt flink door. Na een uurtje komen we een troep kamelen tegen en we remmen wat af om fotos te nemen. Iets later, als we terug vaart gemaakt hebben, komen we een road train tegen: een truck met drie tankwagens. Zelfs hier op deze zandwegen rijden die ongelooflijk snel. Men vertelt ons dat zon roadtruck 3km nodig heeft om te stoppen. We schudden en schokken verder tot er op een gegeven moment een knal klint: klapband. De gids remt rustig af (we hebben twee banden op de achteras) en we zetten ons aan de kant. We staan in the middle of nowhere en het is zo heet op de vlakte dat we amper kunnen ademen. De mannen halen de handen uit de mouwen om de gids te helpen terwijl ik met enkele andere vrouwen een kleine kilometer terug loop omdat we een kamelengeraamte op de weg hebben zien liggen en we er fotos van gaan nemen. Later horen we van de gids dat het een tourbusje was die tegen de kameel gereden is busje total loss maar geen gewonden. Daarbij vergeleken is een klapband niet echt spectaculair.
Na een half uurtje is de klus al geklaard en kunnen we verder naar het camp. Het wordt een zeer late lunch wat het is al drie uur en we moeten nog een uur rijden. De kampplaats is top, vlak aan een waterhole met een magnifiek uitzicht. Het is in de late namiddag dus we duiken direct in het water terwijl onze gids de BBQ klaarmaakt.
Daarna nemen we afscheid van het grootste deel van de groep want die hebben maar een 3-daags toer geboekt. Met spijt in het hart nemen we afscheid van Volkert en Erika, een koppel in de vijftig die op wereldreis zijn. Jaja het zijn hollanders maar er zijn dus ook aangename hollanders. Dan was er ook Siro, een japanner, een zeer interessante kerel (gevechtspiloot) die aan de tour deelnam om zijn engels wat bij te sturen hij sprak met iedereen dus hij zal zijn engels wel geoefend hebben !
Normaalgezien was onze kampplaats voorzien in een Aboriginal community maar aangezien Aboriginals geen alcohol drinken en het oudejaarsavond is, heeft de gids voor ons geregeld dat we een andere camping hebben toffe kerel die gids !
Om 8 uur zit onze nieuwjaarsdiner er al op: schnitsel met sla. Maar in de bar van de camping is er nog wat op til. De locals (lees buren die ook 1 uur moeten rijden om de dichtsbijzijnde bar te vinden) zijn hier ook allemaal verzameld en zitten rond een podium waar een groepje wat crooners zit te spelen. De sfeer is tam en we moeten moeite doen om niet in slaap te vallen (ja, vroeg opgestaan). Langzaam tellen we de minuten af tot het eindelijk 12 uur is. We zijn nog met een koppel zwitsers en een koppel duistsers en leggen samen voor de fles champagne (blijkbaar als enigen, want de aussies hijsen enkel bier). Om middernacht barst er onverwacht een vuurwerk los, tegen een rotswand vlakbij de bar onvoorstelbaar, het heeft wel een kwartier geduurd. Die Aussies durven dat wel in zon droge omgeving met zoveel brandgevaar.
We waren van plan om na ons glaasje champagne te gaan slapen maar het orkestje begint de ene hit na de andere te spelen en de locals staan allemaal op de dansvloer. We hebben dan nog maar een uurtje meegedanst.
We staan op om 4 uur en het is nog donker. Binnen een uurtje vertrekt onze 4x4 truck en we moeten na een licht ontbijtje het kamp nog opbreken want we slapen volgende nacht in een ander kamp. Iedereen helpt solidair mee met de afwas en het inladen van alle bakken met keukengerief. Gelukkig moeten we geen tenten afbrkene want die blijven staan.
Het is ongeveer 40 minuten rijden en bijna iedreeen valt terug in slaap. De zonsopgang is prachtig. Iedereen is stil en het creëert een magische sfeer. Je ziet de zon zelfs bewegen als ze boven de horizon uitkomt.
Daarna rijden we verder naar de Olgas. Dit is ook een rotsmassa in de vlakte met dezelfde oranje kleur maar in vergelijking mer Uluru rock is dit geen monoliet maar een reeks rotsen. We maken ons klaar voor een wandeling van enkele uren en met de hitte van gisteren in gedachten zijn we extra voorbereidt met massas water. Het is nu nog maar 7 uur s morgens maar we zitten al dik in de 30 graden. Ik vind de Olgas mooier dan Uluru rock, misschien wel omdat er hier bijna geen andere toeristen rondlopen. Het eerste stuk van de wandeling gaat zeer rustig omdat de gids regelmatig stopt en ons wat uitleg geeft over de natuur en de leefwijze van de Aboriginals. Als we aan de top zijn, krijgen we een stukje cake van de gids hij denkt ook aan alles. Daarna kunnen we kiezen of we dezelfde weg terug gaan of verder wandelen langs de andere kant (de kant zonder schaduw). We voelen ons nog fit dus we kiezen voor de langere en zonnige weg. Als we terug aan de truck aankomen is het half tien en al verschroeiend heet. Aan de parking staat een bord dat alle wandelwegen vanaf 11 uur gesloten worden wegens de hitte. Even ons hoofd onder de kraan van de truck steken voor de verkoeling en dan kunnen we verder rijden naar het volgende kamp, Kings Canyon Camp, voor een late lunch. Onderweg moeten we nog even stoppen om hout te sprokkelen want vanavond gaan we zelf ons vuur maken om te koken.
In het camp is er een zwembad dus even plonsen en uitrusten is welkom. Nadat iedreeen geïnstalleerd is in de tenten, steken we het vuur aan en kunnen aan het avondeten beginnen: hot pots. Dit zijn gietijzeren potten die in de as van het vuur gezet worden. We maken twee potten met kippebillen in chili en in wijn, één pot met groenten en één pot met deeg. Wonderwel komt er na een tweetal uurtjes een lekker tijm- en lookbrood uit !
De mannen hebben onderweg gezamelijk een voorraad bier gekocht en rond het vuur wordt het een heel gezellige avond. Het is nog steeds 30 graden maar dat is voor ons nu ondertussen een aangename temperatuur. Er zijn ook geen muggen want daarvoor is het te droog, alleen wel lastige vliegen die in je neus en oren kruipen op zoek naar wat vocht. We hebben verschillende sprays en antimug spul geprobeerd maar niets helpt dan met je hand wegslaan.
Vroeg opstaan wordt een gewoonte want ook vandaag worden we opgepikt om 6 uur door de 4x4 wagen voor de 4-daagse safari tour. Na een paar stops bij verschillende hotels in Alice Springs zijn we met een groepje van 24 en rijden we de 400km naar Uluru (Ayers Rock). Ieder uur wordt er even gestopt bij de zeldzame highway stations. We zien dan wegwijzers staan waarop vermeld wordt dat het volgende huis (en tankstation) op 261km staat. De groep bestaat uit hollanders, duitsers, zwitsers en één japanner. Iedereen is nog wat timide en kijkt afwachtend toe maar dat zal snem veranderen.
s Middags komen we aan in ons eerste overnachtingsplaats, een vast tentenkamp met 2-persooonstenten waarin veldbedjes met matrassen staan. Het sanitair blok is prima in orde buiten wat motten, spinnen en hier en daar een hagedis. Na de lunch een heerlijk assortiment van salades maken we ons klaar voor de eerste uitstap: Uluru rock (Ayers rock). Het is snikheet en de gids raadt ons aan genoeg water mee te nemen (1,5 liter per uur is noodzakelijk). De 4x4 truck heeft ook een waterreservoir van 200liter en verschillende koelboxen met ijswater mee een absolute must want het is tegen de 40 graden in de schaduw.
Eerst bezoeken we het aboriginal centre aan de voet van de rots. Daarna starten we aan de wandeling rons de rots die zowat drie uur zal duren. Het is dan 3 uur in de namiddag en zowat het heetste van de dag. De gids zal de truck op tussenstops plaatsen (ongeveer ieder uur) zodat de opgevers naar de koelte van de airco in de truck kunnen. Het eerste stuk van de wandeling is op aboriginal heilige grond dus we mogen geen fotos nemen das wel een tegenvaller want de rots is fenomenaal. Na 1 uur is ons water al op ik kon niet geloven dat ik 1.5 liter water kon drinken op zon korte tijd. Bijtanken aan de tussenstop, maar we geven niet op. Ondertussen og wat sunblock bijsmeren want de zon brandt onverbiddelijk.
Aan de tweede stop moet ik opgeven want ik vrees dat mijn huid verschroeit (ik loop al met Koens sjaal over mijn armen). Dan maar afkoelen en met het hoofd even onder de kraan gaan staan, binnen de paar minuten is alles weer droog. Een paar die-hards gaan door voor de volledige toer maar één hollandse moet het erna bekopen: hitteslag met als gevolg dat ze geen water meer kan binnenhouden.
Daarna nog even een tussenstp op een look-out point waar je de mooiste fotos van de rots kan nemen (de australische voorzienigheid zorgt voor een mooi platform zodat niet ierdereen de bush plat trapt). En dan naar de plek voor de alom bekende zonsondergang. Daar aangekomen krioelt het van de toeringcars en toeristen, hoofdzakelijk chinezen. Iedere organistie heeft er een tafeltje staan met snacks en champagne zo ook voor ons voorzien. Allemaal op een rij kijken we naar de kleuren van de rots die per minuut roder en roder wordt. Overal hoor je het klikken van fototoestellen en ieder koppel vraagt aan iemand in de buurt om een foto van hen te trekken. Dit is de eerste keer dat we in Australie geconfronteerd worden met massa toerisme.
Rond 9 uur zijn we terug in het kamp. Onze gids die ook een voortreffelijke kok blijkt te zijn, maakt een heerlijke BBQ klaar. Veel te veel vlees de helft blijft over maar geen nood, dat krijgen we morgen wel als lunch.
Vroeg naar bed want morgen staat de zonsopgang aan Uluru rock op de agenda en helaas komt de zon rond deze tijd van het jaar al om half zes op
We hebben fantastisch goed geslapen op de trein en Koen is weer helemaal genezen, gelukkig. We worden samen met de zon wakker, dat is ongeveer rond half zeven. Na een licht ontbijtje in de restauratiewagen zetten we ons terug in ons coupétje voor het raam om het landschap te bewonderen: droge woestenij, maar toch steeds fascinerend...ik blijf uren kijken en zie af en toe een koeielijk naast de sporen liggen...een domme koe die dacht het tegen een trein van n 700m op te nemen. Af en toe komt er door de intercom een boodschap als we de grens met Northern Territory overschrijden of als er een rivieer (welliswaar droog) overgestoken wordt. De trein gaat zelfs trager rijden om de toeristen de kans te geven foto's te nemen. Na 23 uur treinen komen we aan in Alice Springs, het stadje is veel kleiner dan gedacht. Een busje brengt ons van het station tot aan het hotel, gelukkig maar want het is 36 graden...in de schaduw. Na een douchke vertrekken we terug de stad in...maar weeral zijn alle winkels dicht...derde kerstdag is hier nog steeds een vakantiedag. De Royal Flying Doctor Services Centre is wel open en na een donatie van 7 UAD (4.2) krijgen we een filmpje en een rondleiding. We keren vroeg terug naar huis voor nog een zwemke in het hotelzwembad en na een assortiment van 'local game' (kangoeroe, kameel, emu en barramundi vis) kruipen we vroeg in bed want morgen komt men ons oppikken voor een 4 daagse safari in de bush rond Uluru (Ayers rock).
We gaan dus even 4 dagen geen update meer geven want we verwachten geen internet connectie in het bushland. Dus voor jullie allemaal alvast een prettig oudejaar en een goed begin voor 2010. Feest ze !!! Voor wie wil meeleven met onze tijd; het uurverschil is hier 8,5 uur... vroeger dan jullie he (ja, in Australie zijn de tijdzones in half uurtjes ingedeeld).
We hebben fantastisch goed geslapen op de trein en Koen is weer helemaal genezen, gelukkig. We worden samen met de zon wakker, dat is ongeveer rond half zeven. Na een licht ontbijtje in de restauratiewagen zetten we ons terug in ons coupétje voor het raam om het landschap te bewonderen: droge woestenij, maar toch steeds fascinerend...ik blijf uren kijken en zie af en toe een koeielijk naast de sporen liggen...een domme koe die dacht het tegen een trein van n 700m op te nemen. Af en toe komt er door de intercom een boodschap als we de grens met Northern Territory overschrijden of als er een rivieer (welliswaar droog) overgestoken wordt. De trein gaat zelfs trager rijden om de toeristen de kans te geven foto's te nemen. Na 23 uur treinen komen we aan in Alice Springs, het stadje is veel kleiner dan gedacht. Een busje brengt ons van het station tot aan het hotel, gelukkig maar want het is 36 graden...in de schaduw. Na een douchke vertrekken we terug de stad in...maar weeral zijn alle winkels dicht...derde kerstdag is hier nog steeds een vakantiedag. De Royal Flying Doctor Services Centre is wel open en na een donatie van 7 UAD (4.2) krijgen we een filmpje en een rondleiding. We keren vroeg terug naar huis voor nog een zwemke in het hotelzwembad en na een assortiment van 'local game' (kangoeroe, kameel, emu en barramundi vis) kruipen we vroeg in bed want morgen komt men ons oppikken voor een 4 daagse safari in de bush rond Uluru (Ayers rock).
We gaan dus even 4 dagen geen update meer geven want we verwachten geen internet connectie in het bushland. Dus voor jullie allemaal alvast een prettig oudejaar en een goed begin voor 2010. Feest ze !!! Voor wie wil meeleven met onze tijd; het uurverschil is hier 8,5 uur... vroeger dan jullie he (ja, in Australie zijn de tijdzones in half uurtjes ingedeeld).
Koen voelt zich al wat beter, enkel nog wat koorts en hoofdpijn . Met de nodige aspirientjes kan hij zich oppeppen. Gelukkig is het vandaag een redelijk rustige dag want we nemen de trein naar Alice Springs: The Ghan, een orient express-alike treinreis. We zijn veel te vroeg aan de incheck maar dan hebben we tenminste geen stress. Onze bagage is net iets te zwaar, de mijne 20,4kg en die van Koen 26kg. Dus we moeten 6kg overladen in een geruite zak die ons gratis ter beschikking gesteld wordt. Achteraf gezien zijn we zeker niet de enigen.
De trein staat al op het perron, een super lange grijs metalen slang met een rode locomotief. Zoals iedereen poseren we even voor een fotootje aan het logo. Een uurtje later krioelt het van de mensen op het perron ja met 23 wagons én twee auto wagons kan je wat vervoeren.
We stappen in en zijn een beetje teleurgesteld een oud treinstel met een beetje muffe geur en we hebben pech want geen volledig raampje aan onze zitplaats. Aan de andere kant van het gangpad zit een Australisch oma die iedere gedachte met mij wil delen dat belooft !
We proberen nog van plaats te wisselen met haar dochter die verder achetaarn zit maar die heeft ook gezien dat we geen raampje hebben, dus dat lukt niet.
Nadat we vertrokken zijn, roept men om dat er nog slaapcabines vrij zijn voor een promo-prijsje van 300 AUD (180). Aangezien we niet goed zitten en Koen ook al niet te best is, besluiten we van ons dit maar te gunnen. En wat een goeie keuze ! Nu zitten we hier in ons treinkajuitje, minimaal in oppervlakte maar lekker knus, te genieten van het landschap. Het zicht varieert van grazende schapen op weilanden, dorre struikbosjes met af en toe wat koeien, tot weids uitgestrekte vlaktes van rood zand met hier en daar wat plukjes laag stekelgras. Soms kan je zo ver kijken over een uitgestrekte vlakte zonder een boom of huis te zien.
In het begin zag je heel af en toe nog wel een huis mat dat is nu ook al wat uurtjes geleden. En af en toe kruist de highway de spoorlijn en komen we een roadtruck tegen: een vrachtwagen met drie of vier aanhangwagens. Ik heb ook een struisvogel gespot en Koen heeft een aboriginal gezien die vanop een heuvel naar de trein zwaaide. We rijden juist door een desolate vlakte bij zonsondergang en het kleurenpalet is fenomenaal.
Vanochtend vroeg opgestaan want we hebben een tripje van 5 uur voor de boeg en we willen nog wat van Adelaide zien. De reis is eentonig, enkel weilanden met duizenden schapen en af en toe een boerderij. De highway, te vergelijken met de route nationale in Frankrijk, is redelijk verlaten. Af en toe moeten we afremmen voor een konijntje, een vogeltje en ook één keer een vos. Die zal zich af en toe wel eens tegoed doen aan een schapenkoteletje.
Na een uurtje bereiken we terug de kust en stoppen we in Kingston, een stadje bekend om zijn Crayfish (kreeft). Maar het is nog maar 9 uur s morgens dus nog niet de moment om te lunchen. Dan maar weer verder naar Adelaide.
Kort na de middag zijn we in Adelaide en brengen onze auto terug binnen bij Hertz op de luchthaven. Met de bus keren we terug naar de stad om de highlights te gaan verkennen. Maar helaas is alles weeral gesloten. De market place, één van de bekendste toeristische attracties, is wegens boxing day (2de kertsdag) gesloten, evenals alle winkels en de meeste restaurants. We trekken dan maar naar het noorden van de stad en maken een lange wandeling in de parken langs de rivier, afgewisseld met de obligate stop om iets te drinken want het loopt weer tegen de 30 graden.
s Nachts wordt Koen ziek, de pasta van de lunch had blijkbaar iets meer dan alleen tomatensaus hij heeft zowaar koorts (dat weten we omdat Koen ook alles meeneemt, zelfs een koortsthermometer) .
Gisteren hebben we zeer lekker gegeten in Kookaburra restaurant, zoals in de Lonely Planet booek vermeld was de Duckling risotto overheerlijk. Als hoofdgerecht hebben we kangoeroe genomen...dat moesten we toch eens proberen...ook heerlijk. Onze dag in The Grampians is een beetje anders uitgedraaid dan verwacht. We zouden gaan paardrijden. Eerst moesten we een uur rijden om aan de manege te geraken die in the middle of nowhere lag. We arriveerden om half tien, een half uur voor het geplande vertrekuur, maar er was nemand te zien...ook geen paarden. Dus dat werd niks (misschien gesloten omwille van Kerstmis). Dan maar verder gereden naar wat grotten met aboriginal muurschilderingen en in de namiddag naar de plaatselijke zoo. Uiteindelijk hebben we toch een toffe dag gehad. Kerstavond, we hebben voor alle zekerheid gereserveerd in het restaurant van het hotel. We komen in het restaurant aan om half acht maar werden erop gewezen dat we pas om acht uur gereserveerd hadden. Dus wij braafjes terug naar onze kamer...we snapten het niet want het restaurant zat maar half vol. Maar halverwege onze terugweg heeft de garçon ons teruggehaald met duizend excuses...'t was precies zijn eerste dag. Omdat het kerstavond is hebben we eens zot gedaan en oesters als voorgerecht genomen, gevolgd door weer een kangoeroetje omdat ik het zo lekker vond. Koen nam een traag gegaard stukje varkensvlees maar dat was een tegenvaller: soepvlees.
Kerstdag Al vroeg op pad om de 250km naar Coonawarra te rijden. Onderweg is het landschap saai, weilanden met een paar bomen...en de dorpen zijn ook niks bijzonders. Gelukkig hebben we een interessant programma op de radio: kerstliederen...we kunnen er maar niet aan wennen dat het een warme kerst is. Net voor Coonanwarra stoppen we bij een paar grotten (world heritage site) maar helaas gesloten op kerstdag. In het hotel, Chardonnay lodge, worden we vriendelijk ontvangen en meteen aangeraden om aan te schuiven aan de lunch (in de omgeving is er niks anders om te eten). Ik stap met Koen de eetzaal binnen, completely underdressed in onze short en T-shirt, terwijl de lokale bevolking daar helemaal opgetut zit aan de 'traditionele kerstlunch'. Oeps dat hadden we niet verwacht: een hele diner ! Een dik uur later en meer dan rond gegeten (het was lekker) stappen we terug in de auto om de buurt te verkennen. De streek is gekend voor de vele wijngaarden en de attractie is 'wijnproeven'. Helaas helaas is alles op kerstdag gesloten...Australian regulations zegt men. Dus er is niks anders te doen dan twee uur later maar weer aan tafel te schuiven voor het diner (de kok wou dat we vroeg kwamen). Honger ? nee eigenlijk nog niet... De baas van het hotel heeft ons daar een lange uitleg gegeven over zijn wijngaarden. Tja, veel toeristen zijn er blijkbaar niet rond deze tijd...samen met twee duitse families waren wij de enigen in het hotel.
Eindelijk nog eens in de 'bewoonde wereld' waar internet beschikbaar is dus hier het vervolg:
Melbourne
Weeral eens vroeg opgestaan, om half vijf, want het busje komt ons oppikken om vijf uur om ons naar de luchthaven te brengen. De Indische chauffeur is een karikatuur op zich en we lachen ons rot met zijn engels. Onze vlucht is om 8 uur dus we hebben tijd zat op de luchthaven. Als we in het vliegtuig zitten, blijkt dat er een defect controlepaneel is waardoor we niet kunnen opstijgen. Gelukkig is er nog een ander toestel beschikbaar dus we verliezen maar een half uur met overstappen.
Melbourne is een aangename stad, veel rustiger dan Sydney maar toch met dezelfde allures. Aan de rand van de stad ligt een grote overdekte markt. In plaats van weer eens op restaurant te gaan, beslissen we van een brood, kaas en kangoeroeworst te kopen ook lekker. In de namiddag lopen we door de vele parken en langs het stadium van de Australian open. We kunnen wat fotos trekken van een match op één van de kleinere speelpleinen en diezelfde avond zien we deze spelers op TV !
s Avonds op goed geluk een restaurant uitgekozen aan de rivier .lekker gegeten zeg !
MELBOURNE - Apollo bay
s Morgens bij het ontbijt in een barreke zien we op het Australisch nieuws beelden van de luchthaven van Zaventem wat een pak sneeuw zeg. Het is blijkbaar wereldnieuws. We pikken onze auto op en gaan op weg links houden ! We rijden langs de Great Ocean road, een idyllische route langs mooie stranden en baaien. We stoppen regelmatig voor wat fotos. Als we s avonds aan het hotel aankomen, kunnen we onze ogen niet geloven: wat een krot ! Het was een hotel wat we zelf gekozen hadden, in plaats van Aussietours, maar dit was helemaal niet wat we zouden uitkiezen. Het is een backpacker met gemeenschappelijk faciliteiten, nou ja, het huis zakte bijna in mekaar en was helemaal niet goed onderhouden. Ineens vind Koen, in een folder van het dorp, het hotel dat wij op internet hadden gezien. Wart blijkt : het door ons gekozen hotel heet Apollo Bay Backpackers Lodge en wat Aussietours voor ons gereserveerd heeft is Apollo Bay Backpackers. Eén woord verschil maar wij zijn gezien. Enfin, de lakens waren schoon dus we hebben al bij al niet slecht geslapen.
Apollo Bay - Port Fairy
Wederom vroeg vertrokken, om 7 uur, tja er was niets leuks aan de backpacker om er langer te blijven. Maar zo vroeg op de weg heeft ook zijn voordelen: we zien een kangoeroe en verschillende koalas schattig ! We stoppen aan Cape Otway en lopen door een stuk rainforest met varens en super hoge bomen.
Verder op onze route stoppen we nog aan prachtige baaien met enorme rotsformaties. Eén van de stops is de 12 Apostelen: een reeks zuilen die aan de rotskust in zee uisteken maar waarvan er nog maar 7 overblijven. Het stikt er van de chinese toeristen en de lucht hangt vol helikopters dus we zijn rap weer weg. Seen that, done that.
Buiten deze drukke bezienswaardigheid valt het zeer goed mee qua toeristen. We hebben zeker niet het gevoel dat het hoogseizoen is. Wel komen we steeds dezelfde groep hollanders tegen (ze zijn toch overal !) die blijkbaar dezelfde route als wij doen.
En dan ons hotel, Oscars Waterfront, het ander uiterste dan gisteren: een mooi vicotriaans huis met zicht op het water en de zeilboten .sjiek !
23 december : Port Fairy Halls Gap
Vanochtend mochten we genieten van een schitterend ontbijt. Oscars Waterfont hotel heeft een prachtige veranda met zicht op de jachthaven. De Oscars Bruschetta, een dikke volkorentoast met pesto, zongedroogde tomaten, rucolla en crispy proscuito was heerlijk. De in kaneel gestoofde peertjes hebben we laten staan niet goed voor de kilos.
Met een beetje tegenzin zijn we om tien uur vetrokken richting The Grampians. De route was minder dan 200km dus we hebben de kleinere baantjes genomen. In het tweede dorpje zijn we gestopt bij een tankstation, t is te zeggen, de plaatselijke garagist die ook een pomp had. Precies het décor van een jaren 60 film, de 4 Onslow-typetjes met vettig haar die in de zetel hangen te niksen, de pater familias die de kassa beheert en de dochter (overjaars en overweighted) die erbij geroepen wordt omdat we met de mastercard willen betalen. Het was nog met zon machientje dat het relief van de kaart indrukt op papiertjes met carbon ertussen. Ik wou een foto trekken maar durfde niet het zou nochtans een schoon kiekje geweest zijn.
Verder door stoppen we bij de lokale kruidenier voor koekjes en water. Ook al zon antieke bedoening met twee zusters achter de kassa. In het binnenland gaat de tijd duidelijk wat trager.
We rijden verder nog 100km op kleine baantjes door glooiende weilanden met hier en daar een boerderij en koeien. We kunnen net zo goed in Yorkshire zijn, alleen de temperatuur is anders, 10 uur en al boven de 30°.
In de verte doemen de eerste bergen op van The Grampians. Tegen de middag komen we aan bij het hotel, een typische kitscherige Best Western. We gaan meteen door naar het tourist office om te kijken wat er te beleven valt. De vriendelijke tourist officer raadt ons een korte wandeling aan, gezien de hitte (tegen de 40°): een mini-tourtje van 2.5km naar een waterval. Na wat vettige fish & chips (het restaurant aanbod is hier beperkt) gaan we op stap. Maar het is zo verschrikkkelijk warm dat we de waterval nooit bereikt hebben. De wandelroute was bergop over zandsteen die de hitte van de zon nog eens dubbel terugkaatste. Niet te harden. Op de terugweg dan maar even afkoelen in één van de rockpools (rivierpoeltjes in de rotsen).
In de vroege vooravond is de temperatuur gezakt tot een draaglijke 30° dus we gaan toch nog maar een toertje doen naar de Mc Kenzie waterfalls, één van de vele watervallen hier in de buurt.
Vanochtend zijn we om 8 uur opgepikt door het luxe 4x4 busje voor een dagtrip naar de Blue Mountains. Onze gids en chauffeur, Carter, heeft ons tijdens de 1 uur durende rit de geschiedenis van Australie verteld, geïllustreerd met Australische en oud-engelse volksliederen. We hadden onze stevige wandelschoenen aangetrokken, maar dit was niet nodig. Het busje stopte aan elke mooie plek zodat we zonder veel in spanning toch de mooiste kiekjes konden nemen. En het was prachtig weer, een staalblauwe hemel en niet te warm (28 graden). De Blue mountains zijn zo uitgestrekt dat je 600km kan rijden om er rond te gaan. Er lopen maar twee wegen door heel het gebied omdat het door de canyons en eucalyptus bossen zeer ondoordringbaar is. De bosbranden van de afgelopen jaren hebben wel wat schade toegebracht, maar de flora en fauna recupereert er redelijk snel.
En we hebben daar de eerste kangoeroes gezien met een kleintje in de buidel. Bij de morning-tea (toch nog een sterk engelse invloed) kwamen de kakatoes de koekjes pikken.
s Middags hebben we BBQ gegeten in een zeer mooie lodge. De gids had wat zaadjes bij om de papegaaien te lokken die zonder schrik uit ons hand kwamen eten.
Op de terugweg kregen we een lesje Australisch patriotisme (de gids was eigenlijk geschiedenis leraar) en hebben we in het busje naar drie versies van het Australisch nationaal volkslied geluisterd. Na iedere strofe werd de muziek even stopgezet om de tekst wat nader te verklaren hilarisch.
En als laatste moesten we nog even uitstappen aan het Olympisch dorp in Sydney. Wat dit met de natuurtoer in de Blue mountains te maken heeft is ons even ontgaan, maar het was toch mooi om eens gezien te hebben.
s Avonds zijn we nog even het Belgian Beer Café binnengestapt om ons terug een beetje thuis te voelen de Stella en de Duvel hebben gesmaakt.
Vandaag volledig uitgeregend jaja lees goed ook in Australië regent het wel eens. De weersverwachtingen voorspelden 23° maar dat is het niet geworden koud hoor. We zijn dus maar op pad gegaan met ons regenfrakske aan voor nog een toer door de stad, deze keer naar de wijken Paddinton, Kings Cross en Potts Point. Vreemd genoeg zijn wij de enigen in de stad met een regenjas aan. Iedereen loopt hier in zomertenue met een paraplu.
Na een goed uur moeten we even halt houden want we zijn al doornat een warme koffie is welkom. Dit is wel 20graden verschil met de verschroeiende hitte van gisteren.
In de namiddag zijn we naar de fish market gegaan. Nu hebben we eens kunnen zien wat we gisteren eigenlijk gegeten hebben: Barramundi en John Dary fish.
Het is nu in de vroege vooravond en de werkende Australiër heeft net als in Engeland de gewoonte om na het werk iets te gaan drinken (tot ze erbij neervallen). Komt er nog eens bij dat het dé dag is van de bedrijfsfeestjes en iedereen loopt hier verkleed rond niet te tellen hoeveel cowboys, indianen, Pocahontas-girls en Kerstmannen we al gezien hebben, de ene al wat smaakvoller dan de andere.
Vanavond gaan we eten in Rockpool, één van de beste restaurants in Sydney. We zijn benieuwd !