|
Een Ghanees vertelt: "We vereerden onze voorouders. We ontmoetten hen onder eeuwenoude bomen, waar vele generaties passeerden. De woudreuzen werden brandstof voor de economische machine en we werden meegesleurd in de vaart der volkeren. We verloren onze waardigheid met geweld en werden geketend met de westerse (geld)waarden als moraal.
De ongelijke voordelen van het nieuwe systeem stemmen ons bitter en onze roep om hulp aan onze geloofsgenoten leveren ons nieuwe kerken op waar we om hulp kunnen bidden. Velen leggen zich neer bij hun lot. Hun koninkrijk is niet van deze aarde, hun voorouders wie waren dat alweer. Zij wachten van arren moede. Sommigen slagen erin de bevoorrechte gebieden te bereiken.
Als we bezorgd zijn om een religieuze radicalisering in de wereld, die ook uit dit citaat springt, moeten we ook naar onszelf kijken. De steile opmars van de islam in Ghana vindt grotendeels z'n voedingsbodem in de ontgoocheling in het westerse modelbeeld. Westerlingen beseffen niet altijd hoe radicaal en desastreus ons economisch rentmeesterschap van de planeet is voor het merendeel van de wereldbevolking.
|