Als de bossen verdwijnen, zullen we goed voor de bomen moeten zorgen.
02-07-2009
Kinderen van de toekomst - VZW Al-Arm
Het klimaat verandert. Ons weerpraatje bij de bakker en de slager kan niet echt de veranderingen weergeven. Buiten het feit dat we steeds vaker zachte winters en meerdere dagen na elkaar piektemperaturen hebben ( 90 km per uur op de autostrade), is het moeilijk in te schatten of het klimaat daadwerkelijk verandert. Temperatuurmetingen overal ter wereld laten wel duidelijk zien dat de aarde aan het opwarmen is.
Beleidsmakers hopen de temperatuurstijging te stabiliseren op + 2 graden. Deze schijnbaar kleine temperatuurstijging zal sowieso voor veel mensen, dieren en planten rampzalige gevolgen hebben. Je kunt het vergelijken met je eigen lichaam. Met 39 graden koorts kun je nog functioneren, maar aangenaam is het niet.Hoe warmer, hoe minder ijs, hoe meer water in zee, hoe minder weerkaatsing door het witte oppervlak van de sneeuw. Hoe warmer, hoe heviger de regens, de stormen, de orkanen. Hoe warmer, hoe extremer de droogtes, hoe kleiner de oogsten, hoe meer miserie, hoe groter de vluchtelingenstroom. De leefbare oppervlakte wordt kleiner en de gemoederen geraken verhit. Niet de zon heeft meer straling, maar de warmte wordt langer door de atmosfeer vastgehouden.
De opwarming houdt direct verband met de toename van de broeikasgassen in de lucht.Sedert miljoenen jaren hebben planten co2 uit de lucht gefilterd en opgeslagen in de grond. In enkele honderden jaren slaagt de mens erin dit broeikasgas terug de lucht in te sturen door het gebruik van steenkool, olie en gas.Meer nog. We slagen erin de huidige longen van de planeet (tropische regenwouden) in rook te laten opgaan. Deze bossen slorpen het broeikasgas co2 op en vormen witte wolken die het zonlicht terugkaatsen. Jaarlijks verdwijnen er 13 miljoen voetbalvelden bomen en worden er maar 2,8 miljoen voetbalvelden bomen aangeplant. Het landschap dat in de plaats komt van deze bossen, mist de afkoelingsmechanismen van een tropisch bos en wordt warmer.
WAT KUNNEN WE DOEN? In Ghana, West-Afrika, heeft de vzw Al-Arm een afspraak met Ghanese boeren. We geven een premie per boom die ze rond hun velden laten groeien. Elk jaar gaan we ter plaatse kijken of die bomen effectief groeien en keren we een premie uit. Op die manier proberen we de ongecontroleerde branden in te perken die steeds meer voorkomen door de stijgende temperaturen. De premie bedraagt maximaal 2 euro per boom al naar gelang de moeilijkheidsgraad om die boom te laten groeien. Ter vergelijking: In Ghana bedraagt het minimumloon 1 euro 80 per dag. Wie zou zich daarvoor moe maken. Je wordt er eerder moedeloos van. Maar om mensen te motiveren en te stimuleren, is niet alleen de grootte van het bedrag belangrijk, maar ook de regelmaat van de inkomsten. In Ghana zijn de regens onregelmatig geworden door het verdwijnen van de regenwouden. Een ramp voor de boeren (60% van de bevolking) en de mensen in de steden die de gestegen voedselprijzen van het geïmporteerde voedsel moeilijk kunnen slikken.
De vzw Al-Arm denkt dat bomen de oplossing tot vele problemen bieden. Bomen beschermen de bodem en de waterreserves en kunnen nu ook dankzij jullie inspanningen een stukje stabiel inkomen opleveren. In Ghana proberen wij de daad bij het woord te voegen en onze persoonlijke bijdrage te leveren in de strijd om een leefbare omgeving. Als het klimaat ergens ver weg verandert, heeft dat ook gevolgen bij ons. Neerslagpatronen veranderen wereldwijd. Of kan een oude weerspreuk toch nog waarheid bevatten: Als het regent in Ghana dan druppelt het in België. Als oorlogen worden uitgevochten ver van ons bed, dan druppelt het terroristische aanslagen bij ons. Hoe kleiner we de bewoonbare oppervlakte van de planeet laten worden, hoe groter de kans op
Als grote aanstokers van de opwarming van de aarde en de bijhorende gevolgen, zou het nog beter zijn als we massaal stoppen met het verbruiken van energie. Hoe langer we wachten, hoe erger de gevolgen zullen zijn voor onze kinderen. Ondertussen moeten we proberen de gevolgen van de reeds aan de hang zijnde klimaatsverandering te verzachten door massaal bomen aan te planten in de tropische gebieden van de planeet.
Een kleine bijdrage maakt een wereld van verschil voor de Ghanese boer en de rest van de wereld.
Laat ons beginnen met een korte schets van het landstelsel in Ghana. Alle grond behoort er toe aan families clans, zo u wil - die een zitje hebben in de dorpsraad. Zij, de clanoudsten, stellen een chef aan. Bij onenigheid wordt de regionale chef erbij betrokken en moet indien nodig de koning beslissen. Alhoewel Ghana uit verschillende koninkrijken bestaat, is het staatskundig een republiek. Ieder familielid kan rechten laten gelden over de grond als de oudsten hiermee akkoord gaan. Meestal zijn de landbouwers familieleden die geen geld hebben om te ontsnappen aan het harde en onzekere boerenleven. Een andere mogelijkheid is dat het om landslaven gaat. Dat zijn economische of ecologische vluchtelingen uit door de droogte getroffen gebieden.
Sinds 1997 ben ik 2 tot 3 maanden per jaar in Ghana actief. Ook buurland Togo heb ik driemaal bezocht. Daar heb ik het project APAF (Association pour la Promotion de l' Agro-Foresterie) bestudeerd. Zij promoten duurzame landbouw. Terug in België hebben we de vzw Al-Arm opgericht om actie te ondernemen. Gedurende de daaropvolgende jaren heeft de vzw Al-Arm in Ghana enkele initiatieven genomen met wisselend succes.
In het jaar 1999 heeft de vzw Al-Arm het beheer van één van de laatste stukjes oorspronkelijke begroeiing op zich genomen. Daarvoor hadden we de toestemming van de chef van de Kokofu Asamang regio, beter gekend als de lake Butsumptwi- regio uit toeristische brochures. Het gaat hier om een zogenaamd "heilig" bos, dat al meer dan 400 jaar onaangeroerd was gebleven ter nagedachtenis van de gesneuvelden uit de oorlog om het meer. Dit monument is echter in de laatste 100 jaar in oppervlakte verschrompeld tot een zakdoek groot. Om het bos hebben de mensen uit het nabijgelegen dorp Esaase zo'n 2000 boompjes geplant. De kostprijs van de aangekochte boompjes en werkuren bedroeg 1000 euro. Na een jaar stierf de chef echter, en bleek zijn opvolger een stuk minder gemotiveerd om mee te werken. Hij eiste dat we de werking van onze vzw aan hem toevertrouwden. We hebben dan maar dit project stopgezet. Zoals eerder gezegd willen wij enkel werken met landbouwers die leven in het gebied rond het bos, zodat zij ook écht de begunstigden zijn van onze inspanningen.
De vzw Al-Arm heeft totnogtoe nooit geld ingezameld. Wel heeft de vzw een tijdlang oude fietsen opgehaald in België. We deden dat onder het motto "Heeft u een afgedankte fiets in huis? U wilt er iets nuttigs meedoen en uw fiets een tweede leven bezorgen, dan kunnen wij u helpen en u ons." De fietsen waren bedoeld als betalingsmiddel voor de landbouwers die de boompjes lieten groeien. De lokale munt was op dat ogenblik onderhevig aan een superinflatie (+ 65%), terwijl een fiets zijn waarde behoudt is. Tweedehands fietsen zijn trouwens niet begerenswaardig voor de rijkere Ghanees, kwestie van bepaalde mensen op afstand te houden. Vooral zij die pretenderen dat het project niet kan slagen zonder hun medewerking en zich bijgevolg altijd maar inmengen, met alle kwalijke gevolgen voor onze werking van dien. Het project is voortijdig afgeblazen, maar de fietsen hebben hun weg gevonden. Er is een fietsenherstelplaats opgestart (zie foto) en de fietsen kregen een tweede leven in de slecht bereikbare dorpen van de arbeiders op de ananasplantages. Door de lage prijs gingen ze als zoete broodjes van de hand, en slaagden we erin onze kosten in Ghana te recupereren. De verzendingskosten waren voor rekening van de voorzitter.
Een Ghanese vriend raadde ons aan een lapje grond te kopen, zodat we onze eigen bomen konden planten en laten groeien. Met zijn hulp kregen we zo'n vier hectare landbouwgrond in ons bezit, diep in de brousse, op vijf kilometer van de weg. Vanaf toen ging het relatief snel. In 2004 plantten we negenhonderd bomen. Na drie jaar wieden, waarbij we de boompjes ontzagen die vanzelf regenereerden, hebben we een mooi resultaat bereikt (zie fotos). Onze grootste zorg is het afbranden van de velden rondom op het einde van het droogseizoen. Bij de eerste tekens van regen maken de landbouwers hun grond klaar om te planten. Wanneer alles kurkdroog staat, kan het vuur gemakkelijk overslaan. Bomen laten groeien ligt niet voor de hand in Afrika, ook niet in Ghana. De landbouwers begrijpen de noodzaak maar hebben weinig keuze. De armoede verplicht hen op kortere termijn te denken. Wij willen op dat vlak perspectieven openen. Nu pikken enkel onze buren een graantje mee door voor ons te wieden. En ook dat is een eindig verhaal. Over enkele jaren zal het bladerdak de groei van het struikgewas blokkeren en moet er automatisch minder gewied worden. Dus moeten we de buren van de buren, en ook nog eens hun buren als dat even kan, overtuigen om ook bomen te laten groeien. Dat heeft het voordeel dat ze omzichtiger te werk zullen gaan bij het branden van hun velden. Nu is het niet de bedoeling om landbouwgrond om te vormen tot bos. We beperken ons tot de rand van de percelen, die we met bomen omzomen. Om de drie meter planten we een teakboom. We hebben teak gekozen omdat het hout na vijfentwintig jaar een aardige cent opbrengt (pensioen). Met als bijkomend voordeel dat men ze halfverwege die periode kan uitdunnen om te verkopen als electriciteitspalen.
De globalisering houdt grote gevaren in voor de ongesubsidieerde landbouwers in de derde wereld. Het rijke noorden zweert, naast de ondersteuning voor de eigen boeren, namelijk ook bij subsidies om hun voedseloverschotten aan goedkope prijzen te dumpen in landen waar de landbouwers aan hun lot worden overgelaten.
Al te vaak kunnen ze niet concurreren met het ingevoerde voedsel. De gevolgen voor de sociale cohesie zijn enorm. De jeugd ontvlucht massaal het platteland, en in de steden vormen zich legers van werklozen.
Een landbouwer in Ghana het kan ook een landbouwster zijn - omzoomt een veld met bomen. Hij verzorgt ze vijfentwintig jaar en kan dan eindelijk oogsten wat hij gezaaid heeft. Geef toe, dat klinkt goed. Maar de realiteit is het niet. Zeker niet in de Afrikaanse context, waar geldgebrek vloekt met geduld en planning op langere termijn? Daarom helpt vzw Al-Arm mensen die bomen laten groeien. De boer plant z'n bomen, verzorgt ze en krijgt loon naar werken. Een jaarlijkse premie per boom bezorgt hem een stukje bestaanszekerheid die iedereen nodig heeft.
Hoe gaat dat praktisch in zijn werk? We hebben ervoor gekozen om de families niet rechtstreeks aan te spreken. Ieder familielid denkt namelijk recht te hebben op het land en de families zijn groot. Velen lijden aan chronisch geldgebrek en terwijl de oudsten het geld innen, zullen zij het werk zo goedkoop mogelijk laten uitvoeren door hun familieleden. Dat komt de motivering en het resultaat niet ten goede. Daarbij komt nog dat een haast onvermijdelijk afgunst in de familie de hele idee om zeep zou helpen. Daarom opteren we voor de rechtstreekse aanpak. We geven de subsidies aan de landbouwers zelf. Zij planten de bomen en verzorgen ze, zonder ruchtbaarheid te geven aan de zaak. Toegegeven, dat veroordeelt ons tot een zekere kleinschaligheid. Maar we verkiezen het om niet met jaloerse familieleden geconfronteerd te worden, en de mensen die het werk uitvoeren een betere vergoeding te geven. Bovendien is op deze manier de kostprijs lager.
Een Ghanees vertelt: "We vereerden onze voorouders. We ontmoetten hen onder eeuwenoude bomen, waar vele generaties passeerden. De woudreuzen werden brandstof voor de economische machine en we werden meegesleurd in de vaart der volkeren. We verloren onze waardigheid met geweld en werden geketend met de westerse (geld)waarden als moraal.
De ongelijke voordelen van het nieuwe systeem stemmen ons bitter en onze roep om hulp aan onze geloofsgenoten leveren ons nieuwe kerken op waar we om hulp kunnen bidden. Velen leggen zich neer bij hun lot. Hun koninkrijk is niet van deze aarde, hun voorouders wie waren dat alweer. Zij wachten van arren moede. Sommigen slagen erin de bevoorrechte gebieden te bereiken.
Als we bezorgd zijn om een religieuze radicalisering in de wereld, die ook uit dit citaat springt, moeten we ook naar onszelf kijken. De steile opmars van de islam in Ghana vindt grotendeels z'n voedingsbodem in de ontgoocheling in het westerse modelbeeld. Westerlingen beseffen niet altijd hoe radicaal en desastreus ons economisch rentmeesterschap van de planeet is voor het merendeel van de wereldbevolking.
De braakligmethode van de Ghanese landbouwers is niet langer houdbaar. De bevolkingsexplosie, een gevolg van de lagere moeder- en kindersterfte, heeft de druk op het land namelijk fel opgedreven. Er is geen tijd meer om het land te laten overwoekeren met planten en bomen. Al na enkele jaren wordt het struikgewas immers gewied en afgebrand om landbouwareaal vrij te maken. De onmisbare compostering wordt in de kiem gesmoord, en er gaat een belangrijke stabiliserende factor verloren voor de omgeving. Jonge boompjes krijgen niet meer de tijd om te groeien en bestand te raken tegen het onvermijdelijke vuur dat de droogte oproept. Nu bestaat dat vrijgemaakte landbouwareaal ook niet uit de meest vruchtbare grond. Dierlijke mest is er niet aanwezig en experimenten met chemische meststoffen blijven onder de verwachtingen. En dan ontstaat een vicieuze cirkel: het land brengt niet genoeg op en de boer sprokkelt brandhout om zijn inkomen op peil te houden. Zo gaat het van kwaad naar erger. De bodem verarmt en de mensen met haar.
5 juli 2009: rommelmarkt Leisele
Twee eigentijdse planetaire fundi's verkopen hun overbodig geworden prullaria ten voordele van de VZW Al-arm.
Per aankoop krijgt u gratis een gloednieuw pamflet.
Kom dat zien.