Het probleem voor een schrijver is dat als hij even niet aan zijn roman in
wording wil denken, zijn verbeelding toch actief blijft; die kan hij niet
uitzetten. John Irving
De volgende dag zitten we op de
trage trein doorheen de theeplantages naar Ella. De bergen en heuvels bedekt
met groene theebladeren zijn overweldigend. Vaak kijk je ook recht een afgrond
in alsof de trein elk moment kan kantelen en de dieperik in zal tuimelen.
Opeens zijn we omringd door toeristen. Tot nu toe hadden we er nog niet zoveel
tegengekomen. Voor ons zit een Sri Lankaans koppel. De jonge vrouw met lang
gitzwart haar is ongelofelijk mooi. Niet alleen buiten, maar ook binnen hebben
we een aangenaam uitzicht. Op een gegeven moment staat haar man recht met een
rugzak en smijt deze uit het raam. Ik zie een kerel lopen naar de rugzak, maar
ik vrees dat deze in een boog weer onder de wielen is gevlogen. Ik heb de
afloop niet gezien, maar hoop dat ik het verkeerd heb ingeschat. De vrouw lacht
om onze gezichten en zegt For my sister. Ik laat het maar aan haar zus over
om te vertellen dat de buit misschien niet gevangen is.
De grootste bezigheid in Ella
zijn natuurwandelingen. Ik doe natuurlijk niets liever, maar na 5200 trappen op
en af en 9,4 kilometer heuvellandschap zijn de kleinste trapjes mij echter al
fataal. Mijn compagnons zijn niet beter af dan mij dus we passen voor de
wandelingen. In plaats daarvan gaan we pintjes drinken. Dat mag ook wel eens.
Het lokale bier is Lion en valt wel te smaken. We vragen aan de eigenaars van
Dreamcafé of we de volgende dag niet mogen meekoken met hun smakelijke curries.
De vriendelijke gastheer lijkt zelfs blij om ons er bij te hebben.
Dus zo geschiedde. De kok is een
klein mannetje met vliegensvlugge bewegingen. Ik probeer op mijn gsm het recept
in te typen, maar kan bijna niet volgen. Hij hakt met een karateslag een
knoflook in stukken en gooit halve tenen in het gerecht. Voor de Sri Lankaanse
keuken moet je niet alleen van pikant houden, maar eveneens van knoflook, dat
is zeker.
Aangezien er voor ons dus niet al
te veel te doen is in Ella, trekken we voort naar Yissamaharam ofwel kortweg
Yissa. We zitten te wachten aan een tusssenstop in Wellawaya wanneer we
aangesproken worden door een oude Sri Lankaan. Zoals gewoonlijk stelt hij ons
duizend vragen en vertelt ons dat we naar een hotel moeten gaan waar hij
vroeger werkte. De man is zeer vriendelijk, dus we nemen zijn kaartje aan en antwoorden
dat we het zeker eens zullen bekijken. Onderweg op de bus beginnen jonge kerels
eveneens tegen Dieter te praten over hun gasthuis. Ze geven hem een GSM door
die Dieter braaf aanneemt, aangezien ze je toch niet gerust laten tot je het
doet. Hij probeert zelf zo vaag mogelijk te blijven en zeker geen beloftes te
maken. Aangekomen aan het busstation is het opeens chaos. Van alle kanten
proberen ze ons mee te pakken, allemaal naar hetzelfde hotel. Een oudere man
wijst naar zijn bus waar het logo van het hotel opstaat. Het is dit of de
gigantische jeep vol jonge kerels. We gaan maar met de oudere man mee en hebben
hiermee gelukkig de juiste keuze gemaakt. De man vertelt ons dat de kerels
oplichters zijn, die je naar een ander hotel meepakken en wijsmaken dat het hetzelfde
is.
Aangekomen in het hotel moet
Dieter plots overgeven. Ik word nogal overvallen door het gebeuren en sta stom
te staren terwijl hij aan de kant met veel lawaai water uitkotst. Hij kan niet
veel anders doen dan in de bungalow te blijven en te rusten. Terwijl ik en
Hanne onze tickets voor Yala Park gaan boeken (waar Dieter hopelijk kan
meegaan), ontmoeten we twee Nederlandse meisjes. We gaan samen met hen gaan
eten en komen zo te weten dat zij vrijwilligers zijn van Projects Abroad, de
organisatie waarmee ik naar India ben gegaan. Door met hun te praten kwamen we
tot dezelfdeconclusies. Met Project Abroad betaal je veel te veel en doe je te
weinig nuttig werk. Ze vertellen hoe ze een school gingen schilderen, maar dit
ging niet door het slechte weer. Toen het vijf minuten goed weer was werden er
fotos getrokken en vervolgens stuurden ze hen naar het buffet.
Ik zou nooit mijn tijd bij
Projects Abroad India willen terug nemen. Het was een ongelofelijke ervaring,
ik heb prachtige mensen ontmoet en ik ben enorm veranderd als persoon. Maar het
was gewoon pokkeduur, terwijl je veel nuttiger werk kan doen. Het is iets dat je voor jezelf doet en niet
voor een ander. Je doet ervaring op en leert een cultuur op een interessante
manier kennen, maar enkel jij wordt er beter van.Ik ben dan ook al druk bezig
een nieuw project te zoeken. Ik zou graag voor mijn volgende reis naar Peru.
Bij mijn zoektocht naar vrijwilligerswerk stootte ik op volgende site : http://www.weeshuisperu.nl/vrijwilligerswerk/kosten/.
Voor dit project met weeskinderen
hoef je niets te betalen. Het is enkel de bedoeling dat je een inzamelingsactie
houdt waarbij je minstens 250 euro bijeen krijgt en met deze som beslist wat er
gebeurt! Persoonlijk vind ik dit een fantastisch initiatief. Je kan dus kiezen
of je een uitstap doet met de kinderen, speelgoed koopt of bijvoorbeeld
bijdraagt aan de opbouw van de nieuwe school. Uiteraard betaal je zelf je
vliegtuigticket en kost en inwoon. Ze kunnen wel een gastgezin voor je regelen
tegen 200 euro per maand en eten daar
moet je zelf maar wat zien uit te komen. Of dit allemaal zo goed is als het
klinkt zal ik je hopelijk volgend jaar kunnen vertellen.
Another world is on
its way. Its possible. On quiet days. I can hear it
breathing somewhere in a bar in Arugam Bay
Na drie uur slapen worden we
kapot en kouwelijk wakker. Al onze kleren zijn doornat door waterrafting en de
natte terugtocht van Adams peak. Het is ook veel te kou om ons te douchen, dus
slaan we dat maar over. We rijden voort met de taxi naar Horton Plains waar we
de volgende dag de schoonheid van Worlds End gaan verkennen. Een prachtig
natuurgebied beschermd door Unesco.
We slapen in een sober
familiehuis waar we vragen of ze onze kleren kunnen wassen en drogen. Ik vraag
vijf keer of ze zeker zijn dat ze wel een droger hebben. Vijf keer wordt dit
bevestigd. We zijn verplicht om een warme pull te kopen, want het is heel kou.
Daarna eten we masala dosa in een lokaal restaurantje, pikant maar lekker.
Wanneer we ons willen douchen, merken we dat de elektrische draden gevaarlijk
uitsteken uit de sproeier De zwarte rand laat zien dat er al eerder een
kortsluiting is geweest. Ik zou niets liever dan een warme douche nemen, maar
mijn leven heb ik er toch niet voor over dus ik pas maar. In het familiehuis
krijgen we onze kleren doornat terug met de melding dat ze geen droger
hebben Zucht
Om vijf uur de volgende ochtend
staan we op met stramme benen om de 9,4 kilometer van Worlds End. Ik moet mijn
trainingsbroek lenen aan Hanne aangezien zij enkel nog maar een rok heeft en ik
doe zelf mijn jeans aan. Uiteraard zijn onze kleren nog altijd nat, aangezien
de temperaturen niet heel hoog zijn. We rijden naar het natuurreservaat en
beginnen onze wandeling rond zes uur. Het zonnetje begint te schijnen en we
krijgen zelfs warm. Tussen de bossen is een stuk met watervallen verstopt waar
we naar beneden moeten klauteren met behulp van de bomen. Vervolgens komen we
in een groot heuvellandschap terecht waar je kilometers ver kan kijken. De
frisse lucht is fantastisch. We pauzeren eventjes op een brug om onze koeken op
te eten. Al de bakkerijtjes verkopen een soort koek gevuld met confituur
afgetopt met suiker, heerlijk. We zetten onze wandeling voort en komen aan bij
Worlds End. Het is adembenemend. We proberen zo dicht mogelijk bij de rand te
gaan zitten, maar het zicht naar beneden is nogal angstaanjagend. Wanneer we
voort stappen begint de mist op te komen. Toegekomen aan ons familiehuis begint het
zelfs te regenen dus we hebben geluk gehad. De wandeling door Worlds End ging
beter dan verwacht ondanks onze stramme benen.
Wanneer ik echter uit de bus probeer te stappen val ik bijna om. Ik moet
denken aan een aflevering van How I met your mother waar Barney makkelijk een
marathon loopt, vervolgens de metro pakt en niet meer kan rechtstaan van zijn
plaats. Ik begrijp zijn situatie compleet. We zoeken een hotel met droger en
een warm bed waar we kunnen uitrusten en eindelijk droge kleren krijgen.