Groepsbevorderende spelen Groepsbevorderende spelen kunnen we onderverdelen in kennismakingspelen, indelingsspelen, vertrouwensspelen en samenwerkingsspelen. Groepsbevorderende spelen zijn spelletjes die gespeeld worden om de sfeer in de groep goed te houden, om pesten te voorkomen. Zorgen dat iedereen aanvaard wordt zoals hij is.
1) Kennismakingsspelletjes
- Chinees portret: De groep wordt in 2 gelijke teams verdeeld, die elk aan de andere kant van het lokaal staan. Binnen elk team spreekt men gebaren af om elke speler van het andere team uit te beelden. Bv.: iemand met lang haar wordt uitgebeeld door naar de haren te wijzen, iemand die groot is door in de lucht te wijzen,... Op een bepaald teken gaan de teams op 2 rijen tegenover elkaar staan, iedere speler met drug naar het andere team. De begeleid(st)er kiest (in stilte) uit elk team een speler en zet deze in het midden, met de rug tegen elkaar en het gezicht naar hun eigen team. Er wordt weer een teken gegeven en de andere spelers draaien zich om. Zij moeten door middel van de afgesproken gebaren duidelijk maken wie er achter de rug van hun speler staat. De 2 spelers proberen zo vlug mogelijk elkaars namen te noemen.
- How do you do? Wanneer de muziek begint te spelen, lopen de spelers vlug rond in alle richtingen en proberen alle contact te vermijden. Als de muziek stopt, schudt elke speler de hand van de dichtstbijzijnde persoon en vraagt zoveel mogelijk persoonlijke informatie tot de muziek weer begint (een zestal seconden). Dit proces wordt herhaald. De spelers moeten telkens ieamnd anders groeten. Het spel loopt door tot iedereen elkaar ontmoet heeft.
- Waar of niet waar? Verdeel de spelers in kleine groepjes van 3 of 4. Eén speler stelt zichzelf voor, zegt zijn naam en vertelt dan 3 feiten over zichzelf - 2 zijn waar, 1 moet fout zijn. Bv.: ik verjaar in juni, ik heb een hond, mijn lievelingseten is spaghetti. De andere spelers proberen te raden welke de foute bewering is. Stel zo jezelf beurtelings voor en vul 3 'feiten' in. Je kan dit spel voorbereiden door eerst het spel 'how do you do?' te spelen.
- Handen tasten De deelnemers gaan per 2 zitten, en nemen de tijd om in stilte elkaars handen te verkennen. Bv: harige handen, lange vingers, warme handen, klamme handen,... Na een tijdje wordt 1 persoon uit de hele groep geblinddoekt. De rest gaat in een kring zitten. De geblinddoekte bestast nu één voor één alle handen en probeert de handen van zijn.haar partner te herkennen. Men mag blijven proberen tot men de handen van de partner herkend heeft. Het is wel belangrijk dat je de spelers vooraf vertelt dat het geen gokspelletje is, maar dat ze echt moeten proberen de handen van de ander goed in zich op te nemen. Het spel wordt bovendien in stilte gespeeld zodat de spelers niet herkend worden aan hun stem. Dit spel doet het ook uitstekend als vertrouwensspel bij een groep die elkaar al wat langer kent. Uiteraard zijn variatis mogelijk: kuiten, neuzen, oren, voeten,...
- Uitbeelden De groep wordt in 2 gelijke teams verdeeld, die elk aan de andere kant van het lokaal staan.Binnen elk team spreekt men gebaren af om elke speler van het andere team uit te beelden (bv. iemand met lang haar --> naar haren wijzen, iemand groot --> door in lucht te wijzen,...) Op een bepaald teken gaan de teams op 2 rijen tegenover elkaar staan, iedere speler met de rug naar het andere team. De leid(st)er kiest (in stilte) uit elk tema een speler en zet deze in het midden, met de rug tegen elkaar en het gezicht naar hun eigen team.Er wordt weer een teken gegeven en de andere spelers draaien zich om. Zij moeten door middel van de afgesproken gebaren, duidelijk maken wie er achter de rug van hun speler staat. De 2 spelers proberen zo vlug mogelijk elkaars naam te noemen.
2) Indelingsspelletjes
- Paard & ruiter Je kan je groep vragen zich als paard & ruiter op te stellen. Vriendjes zullen dan waarschijnlijk samen een duo vormen. Als dit gebeurd is zeg je dat de ruiters een groep vormen en de paarden een andere. Zo kan je voorkomen dat goede vrienden telkens samen in een groep zitten.
- Neuzen kleuren Je maakt in een groot stuk karton een gat ter hoogte van de neus. Je leden kunnen er dan één voor één hun neus door steken: ze krijgen dan een kleurtje op hun neus geschilderd. Ze weten zo zelf niet welke kleur ze krijgen en je kan zelf de groepjes vormen.
- Blind kiezen Eén persoon wordt geblinddoekt. De begeleider wijst één voor één alle speler aan en vraagt telkens in welke groep deze speler zit. De geblinddoekte persoon noemt telkens een groep,bv.: "groep één" of "groep twee", maar moet er wel op letten aan elk van de groepen evenveel kinderen toe te wijzen.
- Toevallige overeenkomsten Maak groepjes van kinderen met dezelfde schoenmaat, dezelfde geboortemaand, dezelfde haarkleur, hetzelfde huisnummer, dezelfde kledingstukken, beginletters van voornamen. Je kan ook kleurtjes of getallen uit een zak trekken en dezelfde kleuren of getallen vormen dan één groep.
- Touwtjes ontwarren Neem één stuk koord per 2 deelnemers. Houd al deze koordjes bij het midden vast in je vuist. Alle kinderen trekken nu aan 1 van de uiteinden van een koordje. Laat vervolgens de touwtjes los. De kinderen ontwarren nu de touwtjes zonder het uiteinde los te laten en ontdekken wie hun 'kompaan' is.
- Mama mango Je hebt "sets" van reepjes papier, waarop je "gelukkige families" (in de vorm van soortnamen van fruit) hebt opgeschreven. Het aantal in elke familie hangt af van het aantal deelnemers dat je in de groep wilt. Bv.: voor groepen van 4 kan je 4 reepjes papier maken met: grootmoeder mango, moeder mango, vader mango en baby mango. En zo ook met bananen, sinaasappelen, granaatappels, enzovoort... Er moeten evenveel strookjes papier zijn als het aantal spelers. Elke speler krijgt een strookje papier en loopt rond in het lokaal. Ieder wisselt zo dikwijls mogelijk zijn stukje om.Als je "fruitkom" roept, kijkt iedereen naar zijn stukje papier om te zien tot welke familie men hoort en begint zijn fruitnaam te roepen (bv. "Mango - mango - mango!") tot de hele familie bij elkaar is. De familie zit neer zodra ze volledig is: grootmoeder onderaan, vader op haar schoot, moeder op zijn schoot en baby op haar schoot. Je kan dit spel verschillende keren spelen en dan aankondigen: "Blijf in jullie groepen, we gaan een spel beginnen..." (Voor kleuters kan je dit een beetje aanpassen: gemakkelijkere fruitsoorten nemen, niet op de schoot van elkaar laten zitten,...)
3) Samenwerkingsspelen en vertrouwensspelen
- Reuzenslang Er worden groepen gevormd van ongeveer 4 personen. Iedereen gaat achter elkaar op de buik liggen en pakt de enkels van zijn voorganger vast. Deze slang moet een hindernissenparcours volgen. Opmerking: probeer eerst al eens gewoon vooruit te komen vooraleer je hindernissen invoegt.
- Uitbrekertje Eén persoon wordt aangeduid om uit de kring te breken. De rest van de groep vormt een stevig gesloten kring en probeert de aangeduide persoon in de kring te houden.
- Inbrekertje Hetzelfde spel, maar de aangeduide persoon moet nu in de kring proberen te geraken.
- Wirwar We maken een grote kring en geven elkaar een hand. Iedereen sluit de ogen. Op een bepaald teken loopt iedereen naar het midden en pakt daar 2 vrije handen vast. Nu opent men de ogen en probeert men de knoop te ontwarren. Het kan dat er meerdere kringen ontstaan en dat er knopen ontstaan die niet te ontwarren zijn. (Dit spel is meer geschikt voor het lager onderwijs.)
- Vrije val Een kring wordt gevormd. Eén persoon gaat vrijwillig in het midden staan en sluit de ogen. Een blinddoek is soms spannender. De vrijwilliger laat zich zo stijf als een plank vallen. De hele groep heeft de taak de vrijwilliger op te vangen zodat die niet op de grond valt. (Dit spel is meer geschikt voor het lager onderwijs.)
- Evenwichtskring Alle deelnemers vormen een kring, schouder aan schouder. De spelers gaan afwisselend met het gezicht naar binnen en naar buiten staan. Men neemt stevig de polsen van zijn buren vast. Op een afgsproken teken leunt iedereen naar voren, steeds verder, zonder een stap te verzetten. Houdt de evenwichtscirkel stand? Op een teken kan iedereen weer recht komen en naar de andere kant leunen. Handige tip: voor je de polsen loslaat kan je best terug recht gaan staan.
- Wie ben ik? Iedereen is geblinddoekt en probeert een welbepaalde speler te vinden en al tastend te herkennen. Let wel op dat de ruimte goed afgebakend is en dat niemand ergens tegenaan loopt.
- Koekjesmachine De spelers zetten zich in 2 rijen met de gezichten naar elkaar toe. Door elkaar bij de polsen of armen vast te nemen wordt een platform gevormd. Zorg dat de rij goed aansluit. Een speler gaat nu op het platform liggen en wordt over de armen verder "gehusseld". Help het 'koekje' wel op het platform... en er ook weer af. Let ook op dat er niet te hoog wordt gegooid.
- Klimmen in de lucht Alle spelers staan bij elkaar. Eén speler (al dan niet geblinddoekt) zet een stap in de lucht. Een andere speler speelt hierop in en gaat op handen en knieën met zijn rug onder de voet van die ene speler staan. Zo kan die speler van hieruit weer een andere stap in de ruimte zetten, in een willekeurige richting. De anderen moeten ervoor zorgen dat de speler stappen kan blijven zetten.
- Over een touw geraken Een touw wordt op een bepaalde hoogte opgespannen. De gehele groep staat voor het touw. Nu moet de groep aan de overkant van het touw geraken, door elkaar te helpen om op één of andere wijze over het touw te geraken.
- Enveloppenspel Elk groepje krijgt het aantal enveloppen dat er leden in een groep zijn. Het aantal leden duiden we hier voor de gemakkelijkheid aan met de variabele X. Er zitten dus X leden in een groepje. In iedere envelop bevinden zich X kartonnen vierkanten in stukken geknipt. De leden moeten proberen de verschillende stukjes karton zo samen te brengen, dat elke groep X vierkanten van gelijk formaat vormt. dus voor elk lid één vierkant. Er is slechts één oplossing juist, hoewel het tamelijk gemakkelijk is 3 of 4 gelijkwaaridge vierkanten te maken en enkele reststukken over te houden. Spelregels: * niet spreken * geen enkel gebaar maken om aan elkaar te tonen dat men een bepaald stuk wil * niemand mag een stuk karton van een ander aanraken en zeker niet nemen * men mag spontaan één of al zijn stukjes geven aan de andere leden van de groep, of in het midden van de tafel leggen Materiaal: * een X aantal enveloppen per groepje * in iedere omslag: een X aantal vierkanten
- Twee vierkanten maken met een touw Iedere speler is geblinddoekt. Eerst lopen de spelers wat rond. Op een bepaald ogenblik zegt de leid(st)er dat er 2 touwen van verschillende grootte in het lokaal verspreid liggen. De spelers moeten nu hiermee geblinddoekt 2 vierkanten maken.
- Vierkantzitten 4 stoelen worden in een vierkant gezet. 4 personen gaan elk op 1 stoel zitten. Zij moeten op de schoot kunnen liggen van die persoon die achter hen zit. Zitten de leuningen van de stoelen wel goed? Als iedereen neerligt, dan gaat een buitenstaander stoel voor stoel wegnemen, en ongelooflijk maar waar: iedereen blijft in z'n positie.
- Geblinddoekte ketting Eén "ziende" leidt de groep, niemand mag praten. Er is wel non-verbale communicatie toegelaten, zoals knijpen in de handen, het been vasthouden van iemand anders...
Niet competitieve spelen
- Groei - groei Een spannend spel, zonder ongezonde competitie. We beginnen met bv. 1 toverfee, 3 jagers, 4 stropers, 6 konijnen en de anderen zijn worteltjes (de aantallen kan je aanpassen volgens de grootte van je eigen groep). Deze zijn allemaal te herkennen aan hun specifieke geluid. De toverfee loopt rond en roept "tover-tover", de jagers lopen rond en roepen "jaag-jaag", de stropers lopen rond en roepen "stroop-stroop", de konijnen lopen rond en roepen "knaag-knaag". De worteltjes staan ter plaatse en roepen "groei-groei", terwijl ze met hun armen wuiven. Als er een konijn een worteltje tikt dan wordt het worteltje een konijn. Als een stroper een konijn tikt wordt dat konijn een stroper. Als de jager een stroper tikt wordt de stroper een jager. Als de fee een jager tikt dan wordt die de fee en wordt de fee een worteltje. Het spel heeft een hoog ritme omdat haast iedereen achter iemand aanzit en zelf ook wordt achterna gezeten. Het spel eindigt meestal vanzelf als er bv. na een tijdje geen wortels meer zijn. (Voor kleuters kan je minder personages nemen: bv wortel, konijn en fee,... je kan ook een kenmerk aanbrengen in plaats van het te roepen.)
- Piu - piu Het piu-piu-spel is een inlevingsspel. De spelers beelden zich in dat ze kuikentjes zijn. Lieve, zachte, donzige kuikentjes. Al die kuikentjes zijn verdrietig want ze zijn allemaal hun moeder kwijt. Voor het spel begint worden alle spelers geblinddoekt. Ze zitten verspreid over de ruimte. Dan komt de spelbegeleid(st)er rond met tikjes. Alle spelers krijgen 1 tikje op hun schouder, behalve 1 speler, die krijgt er 2. Deze speler krijgt tijdens het spel de rol van moederkip toebedeeld. Alle andere spelers zijn kuikentjes. Van zodra een speler voelt dat hij of zij 2 tikjes heeft gekregen mag die zijn blinddoek afnemen. Deze speler zet zich ergens in de ruimte, om het even waar. Op die plaats bevindt zich dan het nest. Tijdens het spel mag de moederkip zich niet verplaatsen, ze blijft op haar nest zitten. Al de andere spelers, de kuikens, blijven geblinddoekt. Zij moeten op de tast (kruipen of lopen, afhankelijk van de staat van het lokaal) hun moeder gaan zoeken. Wanneer ze een ander wezen aanraken dan weten ze natuurlijk neit of dit een kuiken of hun moeder is. In dat geval vragen ze "piu-piu?" Als dat andere wezen antwoordt met "piu-piu!" dan weten ze dat het ook een kuiken betreft. Als dat andere wezen niet antwoordt, dan weten ze dat ze de moederkip gevonden hebben want de moederkip krijgt de opdracht om niet te antwoorden op de "piu-piu" vragen. Vanaf dat moment mag het kuiken de blinddoek afnemen en zich bij het nest voegen. Het kan dan geamuseerd toekijken hoe de andere kuikens (het worden er steeds minder) verder zoeken. Spelregels: * Tijdens het spel: muisstil, enige wat je mag horen is '"piu-piu" * Belang: kuikens die moederkip gevonden hebben muisstil blijven, om het nest niet te verraden. Krijs dus niet: "Joepie, ik heb ze gevonden!" * Alle spelers spelen het spel eerlijk. Ze blijven geblinddoekt tot ze het nest gevonden hebben * Spel is afgelopen als alle kuikens de moeder teruggevonden hebben
SPELEN ROND PESTEN
- Citroen-citroen In een kring staan allemaal stoelen. Iedere speler die op een stil zit, zoekt voor zichzelf een grappige spotnaam. Eén persoon staat in het midden. Wanneer deze 2 spotnamen roept, moeten de spelers met deze spotnamen van stoel verwisselen. De roeper zal dan proberen op een stoel die vrij komt te gaan zitten. Wanneer de roeper: "citroen-citroen" roept, verwisselt iedereen van plaats. (Voor kleuters kunnen beter de gewonen namen gebruikt worden.)
- Pest-pictionary Dit spelletje kan gebruikt worden als basis om een gesprek te beginnen. Het spel verloopt zoals gewone pictionary maar de tekeningen hebben telkens te maken met pesten.
- Spel aanpassen aan de situatie (pester - gepeste) Bv.: kind wordt gepest door ander kind omdat het te dik is, niet sportief is, altijd verliest bij een spelletje,... De leiding besluit paard en ruiter te spelen. De kinderen staan per 2. De "ruiters" moeten proberen elkaar van hun "paard" te duwen. Niemand wil echter bij het "dikke kind" staan. Maar... de leiding zet de pestkop samen met de gepeste. De pestkop is ruiter en de gepeste is paard. Omdat het gepeste kind nogal struis is, winnen zij echter elke keer van alle anderen. Al gauw wil iedereen bij het gepeste kind staan.
- Stimulatietoneel/rollenspel 1) Individueel brieven/getuigenissen laten lezen, dan de groep in 3 verdelen en de kinderen spelen een aantal situaties na. Enkele voorbeelden: * Bert, een stille jongen, weet hoegenaamd niets af van het feit dat men hem zit op te wachten als hij na de activiteit naar huis gaat. Jan, Melanie en Bart wachten Bert op om hem te pesten. Bert kan ze niet ontvluchten en Jan, Melanie en Bart halen gemene streken uit tot Bert begint te huilen. * In de snoepwinkel staan Lies en Franky te kiezen. Plots stappen Luc, Bert en Gert de winkel binnen. Deze plagen het tweetal. Ze stoppen onder andere snoepgoed in de zakken van Lies en Franky. Aan de kassa gekomen merkt de verkoopster dat er iets niet pluis is. Hoe dit verder afloopt zoek je zelf uit. ... --> Er na de rollenspelen evalueren!
2) Een spel dat de kinderen goed kennen wordt gespeeld zoals het altijd gespeeld wordt. Maar na een tijdje wordt het spel stilgelegd. Er worden opdrachten gegeven voor een rollenspel i.v.m. pesten: * Er worden duidelijke afspraken gemaakt * Er worden 2 & 3 pesters aangeduid en 1 gepeste (geen zwakker kind) Het spel wordt hervat. De pesters beginnen het slachtoffer te pesten, de leid(st)er gaat hier niet op in. Laat de situatie echter niet uit de hand lopen! Na een poosje wordt het spel opnieuw stilgelegd en wordt er geëvalueerd. Het spel wordt hernomen en de verschillende reacties van de andere kinderen worden uitgeprobeerd. Ook deze reacties worden achteraf geëvalueerd.
- Poppenkast Je kan vertrekken van een poppenspel om in een groep kinderen "gevoelige" of moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. Dit kan vooral interessant zijn als sommige kinderen zich wat geremd voelen om in een groep hun mening te zeggen. Zij kunnen zich immers 'verschuilen' achter hun pop. Een echte poppenkast heb je hier zelfs niet echt voor nodig. Een groot doek (gordijn) waarboven de poppen uitsteken kan volstaan.
- Kunstwerk Samen een kunstwerk maken dat eraan herinnert dat deze groep PESTVRIJ is. * Met recyclagemateriaal wordt een constructie gemaakt waar duidelijk "plagers" inzitten (zoals een deur die gebarricadeerd is maar wel een mat met "welkom" voor de deur). Bv. een jeugdgroep gooide al het oude materiaal dat hen deed denken aan slechte herinneringen (strafwerk, ezelsoren, proces verbaal, lekke fietsband,...) op een brandstapel en organiseerde een kampvuur. * Met lijm en kleefband worden alle voorwerpen met een slechte herinnering aan elkaar gekleefd. Het kan in één kleur geschilderd worden of met plaatser overgoten worden zodat het een echt kunstwerk wordt. Dit werk kan een vaste plaats krijgen zodat er steeds aan herinnerd wordt.
- Werken rond gevoelens Kinderen beschikken over een groot vel papier, verschillende kleuren verf en dikke penselen. De begeleider schetst situaties waarin de kinderen ervaren wat 'pesten' en 'gepest worden' betekent. Bij elke situatie staan de kinderen even stil bij de gevoelens die opgeroepen worden. Daarna kiezen ze de kleur die het best overeenkomt met dat gevoel en zetten dit op papier, groot of klein, dik of dun, afhankelijk van het gevoel.
- Meneer Ivo en meneer Tono De kinderen krijgen de tekening van meneer Ivo in vooraanzicht te zien. Ze beschrijven hoe hij er uit ziet: zijn kledij, zijn gezicht, zijn baard, gelaatstuitdrukking, enz... Dan mogen ze raden wat hij in zijn hand achter zijn rug verborgen houdt. Men vraagt elk kind zijn antwoord te motiveren. Eventueel kan iedereen zijn antwoord tekenen of opschrijven. Blijf hier niet te lang bij stilstaan. Het is vooral de vergelijking tussen de twee mannen die de eigenlijke vooroordelen aantoont. De vraagt: "Wat verbergt hij achter zijn rug?", wordt best pas gesteld na de vergelijking tussen de heer Tono en de heer Ivo. Voor de oplossing gegeven wordt, bekijken de kinderen ook meneer Tono in vooraanzicht. Opnieuw beschrijven de kinderen zijn kledij, zijn baard, zijn gelaatstuidrukking, hoed,... en raden ze wat de heer Tono achter zijn rug verbergt. Ook hier geven de kinderen voor elk geraden voorwerp een verklaring. Dit wordt ook opgeschreven of getekend. Nu krijgen de kinderen beide mannen gelijktijdig langs achter te zien. Na de eerste verassing bespreek je uitvoering het pro en contra van deze raadseloplossing.
- Verborgen vriendje Maak evenveel briefjes als er kinderen zijn. Op elk briefje schrijf je een naam uit de groep. Deze briefjes worden in een doos gestopt. Ieder kind mag een naam trekken maar mag aan niemand vertellen wiens naam het is. Als een kind zijn eigen naam trekt, legt iedereen zijn briefje opnieuw in de doos en wordt er opnieuw getrokken. De naam die men getrokken heeft, blijft een dag of een week lang een groot geheim. Voor die jongen/meisje gaat men die week extra vriendelijk zijn, men gaat hem/haar extra helpen of verwennen met anonieme "verassingen". Je mag je vriendje niet rechtstreeks benaderen, je mag wel 'boodschappers' gebruiken. Niemand mag echter namen verklappen! Het is niet de bedoeling cadeautjes te kopen; de kinderen moeten zelf hun creativiteit laten werken. (Bij kleuters kan je dit toepassen met symbooltjes in plaatst van namen.)
- Secret mission Je kan met de kinderen een soort 'contractje' maken waarin ze beloven op te treden tegen pestgedrag. Dit kan bv in de vorm van een 'geheime opdracht' of een 'levenscontract'.
- Affichecampagne Er worden verschillende slogans opgegeven bv: pesten... ik doe er niet aan mee!,..." Met deze slogans maken de kinderen affiches. Die worden in en rond de lokalen opgehangen. Nadat de affiches zijn voorgesteld in de andere leeftijdsgroepen wordt er samen een pestvrije milkshake gemaakt en wordt er gedronken op een pestvrije toekomst. Eventueel kan je stickers laten ontwerpen die dan in de groep verdeeld en/of verkocht worden. Met de opbrengst kan je dan een groepsbevorderende activiteit doen.
- Telefonisch interview Laat de kinderen bellen naar de kindertelefoon. De kinderen stellen vragen: waarom belt men, wat zijn verschillende pest-manieren,... Daarna wordt er een rollenspel gespeeld. enkele kinderen zijn mensen van de kindertelefoon, enkele andere kinderen spelen dat ze op een of andere manier gepest worden en vragen raad. Daarna wordt in de groep gekeken of de antwoorden die de 'telefonisten' gaven, goed waren. Er kan op die manier een gesprekje gevoerd worden over wat je moet doen als je gepest wordt en over gevolgen van pesten. (Dit spel is meer geschikt voor lager onderwijs.)
- Werken rond een lied of een gedicht De kinderen beluisteren een lied of een gedicht. Ze krijgen de tekst ook op papier zodat ze de inhoud kunnen mee volgen. Bij kleuters kan men de inhoud bespreken zo weten ze ook waarover het gaat.
- Gedichten en verhalen Enkele gedichtjes rond dit onderwerp tegen de muur zetten aan tot nadenken. Misschien kunnen de kinderen voor het slot van de namiddag of de opening van de activiteiten rond dit onderwerp iets in elkaar steken. Op weekend of op kamp kan je ook een degelijk kinderboek over dit onderwerp gebruiken.
- Postenspel * Groepsverdeling: ingedeeld in evenveel groepjes als er posten zijn. Er wordt daarbij voor gezorgd dat de kliekjes wat uiteen gehaald worden en niet al de "grootste bekken" in één groepje zitten, Je kan bv. een leuk indelingsspelletje spelen. * Organisatie: op het terrein worden 5 posten gemaakt. De groepjes moeten van de ene naar de andere post trekken en daar telkens een opdracht uitvoeren. * Opdrachten: samenwerkingsspel, rollenspel, derde variant, slogans en posters maken, groepsbevorderende spel, een 'rap' maken over pesten * Nabespreking: inspelen op wat ze zelf zeggen over het spel, over hun ervaringen met pesten,...
- Verwerking en slotfeestje Activiteitennamiddag afronden met een creatieve en speelse verwerking, en dit op zo'n manier dat er een resultaat zichtbaar blijft in je groep. Verdeel de kinderen in kleine groepjes van 4 à 6. Ze werken elk een opdrachtje uit en presenteren het resultaat ervan op het einde van de namiddag (laatste halfuur). Enkele vb: * toneel * slagzinnen * ...
- Informatieve spelen Je kan deze verkrijgen bij het Centrum Informatieve Spelen: Naamsesteenweg 164, 3001 Leuven, tel.: 016/222517, fax: 015/295099
Je kan nog meer spelletjes vinden op: - www.spelinfo.be - www.jeugdwerknet.be/spelen - www.scoutsengidsenvlaanderen.be/veldwerk/spel/ - www.chiro.be/artikel.php?id=814 - www.padvinder.net/spelletjes.htm - www.jengaalst.be/sportenspel/filter.asp - www.scouting.nl/static/algemeen/speltips/spel.html - www.google.be --> kan je ook interessante spelletjes vinden
- DAVIS JOHN A., The Ant bully, film Lucas Nickle is een speelse jongen en laat met zijn waterpistool een mierenhoop onderlopen. Als straf krijgt hij nu zelf ook de lengte van een insect en moet hij ook zware arbeid verrichten. Hoewel hij dit moet doen, probeert hij tegelijkertijd uit te dokteren hoe hij weer een normale jongen wordt.
- DE JONG, M., Bluebird, film, donderdag 25 februari 2005. Bluebird gaat over Merel, een meisje van twaalf. We volgen haar op de huid en zien wat er gebeurt als ze zomaar, van de ene op de andere dag, gepest wordt. Merel zwijgt over het pesten - tegen haar ouders, en ook tegen Kasper, haar gehandicapte broertje met wie ze een hechte band heeft en veel tijd doorbrengt. Het pesten geeft haar leven een harde duw in de verkeerde richting, maar Merel blijft balanceren, net op het randje...
- VAN BALTHAZAR, N., BenX, film, 26 september 2007.
De film is gebaseerd op Balthazars eigen boek 'Niets was alles wat hij zei', dat gebaseerd is op een waargebeurd verhaal. In Gent pleegde een jongen (Tim) zelfmoord door van het Gravensteen te springen, omdat hij op school gepest werd. Het pesten in combinatie met het Syndroom van Asperger, een vorm van autisme zou deze jongen tot waanzin gedreven hebben, bleek uit de afscheidsbrief die Tim schreef aan zijn moeder. Balthazar kent de moeder van deze jongen persoonlijk. Zijn filmdebuut is ter nagedachtenis en een eerbetoon aan hem.
De film wil de kijker duidelijk maken welke de gevolgen kunnen zijn van pesten en iedereen aansporen de school leefbaarder te maken.
Bij alle films staat hieronder de links om een stukje van de film te bekijken.
- ELIAS B./BOSSCHAERT G., Zand erover, Clavis, Hasselt, 2004.
- VANSPAUWEN P./SCHUURMANS H., Als ik niet op school ben, Clavis, Hasselt, 2003.
- SCHUURMANS H., Mieke wil niet meer naar school, Clavis, 2004.
Verhalenbundel:
- DEPONDT L./VERCRUYSSE T., Een vuurspuwend monster(tje), Bakermat, Mechelen, 1999.
Lager
6-7- jarigen:
- BROERE R., Altijd moeten ze mij hebben. - VRIENS J., Ga jij maar op de gang.
- DE BOER C., Ga weg, Rik.
- BEENTJES M., Ik en mijn monster.
- VERROEN D., Kleine Klaas en de grote vis.
- KROMHOUT R., De wraak van Ellie en Nellie.
- DUBELAAR, T., Liegbeest
- VANDER HEYDENG., Pas maar op of ik eet je op. - MINNE B., Reus Hak wil Miet in de pan. - MURPHY J., Te groot voor een noe-noe. - VAN REEN T., Eigen schuld, dikke bult.
8-9-10- jarigen
- POLAK E., De folterkamer.
- DE BEL M., Hippo.
- DAVID P., Juffrouw verdorie.
- DE DONCKER W., Mijn neefjes zijn wolven.
- KIRKEGAARD O.L., Pudding tarzan.
- VAN HOOFT M., De tasjesdief.
- VAN HOOFT M., Treiterkoppen.
- LEGUIJT, G., Vechten tegen pesten.
- DE DONCKER, W., Tsjilp, zegt de vis.
- DIEKMAN, M., Padu is gek.
- VRIENS, J., Een stelletje mooie vrienden.
- VISSINGA H., Benen in de kast. - VAN EMMERIK Y., Daniël. - VEREECKEN K., Morgen word ik heks. - TÖRNOQVIST R., Drie is te veel. - DONNELLY, E., Wie rood is moet slim zijn.
11-12- jarigen
- LINDERS J., De derde kans.
- VRIENS J., En groeten van groep acht.
- VERREYDT D., Later wil ik stuntman worden.
- DIDELEZ G., Het pestactieplan.
- OLDENHAVE M., Donna Lisa.
- VELEMA, G., Pestkoppen.
- HARTMAN, E., Oorlog zonder vrienden.
- ROEP, N., Marlis stinkt naar...
- VAN ROOSMALEN, C., Zwaaien naar de maandag.
- CHRISTIAANSE, N., Nieuwe vrienden.
- CREMERS, P., Mickey Magnus.
- JACKSON, L., Mafkezen.
- ENCKELS, L., Ben ik dom?
- BEUKENKAMP, G., Al het water van de zee.
- VRIENS, J., Het achtste groepie tegen het soepie - FRIEDRICH J., FC Appelflap. - BOS C., Eigen schuld. - MOEYAERT B., Mansoor, of hoe we Stina bijna dood kregen. - POLAK E., Alles mag. - STARK U., Een klap voor je kop. - VAN ASSEN, K., De gemaskerde wreker. - LEEUW, R., Oog om oog. - DE ZANGER, J., Hadden we maar iets van gezegd! - DE ZANGER, J., De knikker.
Informatieve boeken
- VAN DUGTEREN T., Pesten wat vind jij?, Lannoo, Tielt, 2006, 72 bladzijden.
- VAN HEST, J., Kinderen pesten kinderen, 1993, 48 bladzijden.
- VEREYKEN, P., Pesten op school, 1993.
- BOS, B., Snap je dan niet dat het pijn doet?, 1985.
In de media kan je ook vaak artikels of reportages over pesten zien. Veel mensen worden gepest en gaan er kapot van. Via de media (TV, krant of radio) probeert men dit tegen te gaan. Men wil de mensen confronteren met het probleem. Men wil de mensen met hun neus op de feiten drukken. Hieronder kan je enkele artikels vinden over pestgedrag. Dit zijn nog maar enkele artikels van de honderden die je kan vinden.
Bronvermelding:
- VANDERSTRAETEN S./DANNEEL K., " Pesten in de klas? Op overlevingskamp.", internet, Het Laatste Nieuws, 2009-10-03/04, (http://www.
1) STOP MET PESTEN! (Muziek+tekst: Hilde Frateur, januari 2006)
Ze zeggen dat ik dom ben en ik weet niet waarom ik leerde zo hard, ik deed al wat ik kon Ze zeggen dat ik lelijk ben, onnozel, ambetant Wie van ons allemaal vindt zoiets plezant? Wie van ons allemaal vindt zoiets plezant?... Hey!
Stop met pei, stop met pei, stop met pesten, pesten, pesten Trek je stou, trek je stou, strek je stoute woorden in Blaas op die ballon, zo groot als de zon Dan stap je rond de wereld hand in hand! Dan stap je rond de wereld hand in hand!
Ze zeggen dat ik anders ben en ik weet niet waarom Ik doe zoals de anderen en doe zelfs niet zo stom Ik spreek een andere taal, ik kom van een ver land Wie van ons allemaal vindt zoiets plezant? Wie van ons allemaal vindt zoiets plezant?
Ze zeggen dat ik gek ben, onnozel en ook stom Ik blaas net als hen, gewoon op een ballon Als ze prikken met hun naalden, dan ploft hij als een bom Wie van ons allemaal vindt zoiets plezant? Wie van ons allemaal vindt zoiets plezant?
het liedje is te vinden op de website: http://kieskleurtegenpesten.be, daar kan je de tekst met akkoorden vinden of het als mp3 downloaden.
2) EN IK (Kinderen voor Kinderen 2)
De ene mens heeft oren van een halve meter breed en de tweede die heeft sproeten bij de vleet en ik, en ik, en ik ik ben te dik
mijn ene broer heeft benen in de vorm van een O en mijn andere broer zijn schouders hangen zo
en ik, en ik, en ik ik ben te dik
mijn opa die heeft haren op z'n borst niet meer normaal maar mijn vader was met twintig jaar al kaal
en ik, en ik, en ik ik ben zo rood, ik ben zo rood ik zou wel willen dat de kapper me eens overspoot
en ik en ik en ik ik ben zo klein, ik ben zo klein ik zou allemachtig graag een beetje groter zijn
en ik, en ik, en ik ik ben te dik
mijn nichtje dat heeft puistjes niet te tellen zeg, hoeveel en mijn neefje dat kijkt ongelooflijk scheel
en ik, en ik, en ik ik ben zo lang, ik ben zo lang ik voel me langer dan de allerlangste brandweerslang
en ik, en ik, en ik i ben zo klein, ik ben zo klein ik zou zo allemachtig graag een beetje groter zijn en ik, en ik, en ik, ik ben te dik
de mensen zitten eigenlijk fantastisch in mekaar maar tevreden zijn ze nooit, dat is wel raar
en ik, en ik, en ik ik ben te dik
ik ben zo mager als een lat zo bang in bad om te verdwijnen door het afvoergat
en ik, en ik, en ik ik ben zo lang, ik ben zo lang ik voel me langer dan de allerlangste brandweerslang
en ik, en ik, en ik ik ben zo klein, ik ben zo klein ik zou zo allemachtig graag een beetje groter zijn
en ik, en ik, en ik ik ben te dik
vuurtoren spillebeen onderdeur lange lijs pompoen
je moet er maar om lachen d'r is toch niks aan te doen
3) ANDERS (uit het album Scouts en Gidsen stellen voor: Nog twee keer slapen)
Anders, slechts weinig mensen willen het zijn. En toch is iedereen anders. Voor wie het er soms moeilijk mee heeft...
Ik ben dikker dan de rest "Dikzak" roepen ze me na Het is toch helemaal niet fout Dat ik zo nu en dan van snoepen hou
Iedereen is anders Iedereen heeft wat Iedereen heeft hier of daar wat meer of minder Iedereen is anders Iedereen heeft wat Iedereen is net als ik net even anders
Achmed loopt soms met me mee Hem roepen ze de vreemdste dingen na En samen stil zijn van verdriet Al toont de één het de ander niet
Lekker rond is ook voordelig En ik ben m'n eigen warme winterjas En ik mag altijd op de bank bij turnen En snel... Da's voor een ander Maar als ik overeind kom en ik brul Dan hoor je't in alle landen Zelfs daar waar Achmed vandaan komt En waar hij gratis op reis mag En zo lekker bruin van terug komt Gelukkig ben ik ook net even anders
4) BACK IN THE PLAYGROUNDS BLUES (Tekst: Adrian Mitchell. Muziek: Dirk Eggermont)
Op internet of in de bibliotheek kan je een heleboel aantal gedichten over pesten vinden. Gedichten die kinderen zelf geschreven hebben, door volwassenen geschreven of door dichters geschreven. Wij hebben er willekeurig een aantal uitgekozen die we zelf mooi en aangrijpend vinden.
Deze gedichten zijn geschreven door kinderen zelf. Een Pestkopje, Er was eens een verschrikkelijk pestkopje, Van alles maakte hij een mopje Zelfs deed hij zijn klasgenoten verdriet, Dat wist hij helemaal niet. Hij kon alleen maar pesten, Daarin was hij de beste! Hij deed iedereen pijn, Maar in zijn hartje was hij oh, zo klein Op de speelplaats stond hij steeds alleen, Want iedereen vond hem gemeen Eigenlijk wil hij het pesten laten, Want wat telt zijn echte maten. Lennert Maes, Leuven
Pesten. Pesten, pesten, pesten, Is het dan nooit gedaan? Pesten, pesten, pesten, Wat hebben ze eraan? Al die stomme pesters Zij vinden zich zo cool Al dat stomme pesten Wat heeft het voor doel? Zij die worden gepest, Laten soms een traan Zij die anderen pesten, Wens ik naar de maan; Een wereld zonder pesten, Zal dat ooit bestaan? Als we er samen aan gaan werken, Krijgen we het wel gedaan! Brecht Mombaerts, Zoutleeuw
(zonder titel) Aan pesten doe ik vaak mee Met een leger tegen één Kwetsende kanonnen struikelen over mijn lippen Wie stopt dit gevecht? Anaelle Delhaye, Beselare
(zonder titel) Ik ben een koe zonder melk Een kameel zonder bulten Een vis zonder vinnen Een kind zonder vrienden Want ik ben donker als de nacht als de duisternis. Emiel Maelfait, Bellegem
Gepest zijn Een gloeiende vuurbol van spuwende woorden Vlammen slaan uit zijn verschrikkelijke muil Donkere dagen ik ben beschadigd en breek in twee. Bjorn Depinois, Beselare
Deze gedichten zijn door bekende dichters geschreven of door volwassenen.