Terwijl ik een chocoladewafel weghap komt het verjaardagsbezoek binnen. Eindelijk vieren we een feestje waar je een feestje hoort te vieren; in een bachelorcrib in Rotterdam. De bachelor is inmiddels geen bachelor meer maar het appartement heeft haar vrijgezellensporen achtergelaten. Er zijn twee grote walk-in-closets gevuld van vloer tot plafond, een bubbelbad en massagedouche, een ruim dakterras, loungebanken in de living en dure champagne in de koelkast.
Om de beurt doen we een dansje en zetelen neer in de lounges, nippend van de champie. Al snel stijgt de temperatuur in ons hoofd en zetten we een raam open. De nog niet benevelde geest van Diaan bemerkt dat er vijf jongens voorbij fietsen. Ik hang al uit naar buiten om ze gedag te roepen, sociaal als ik ben. Voor we goed en wel realiseren wat er gebeurt springen ze van hun fiets en staan ze voor de deur, spontaan als ze zijn. Ze zingen 27 keer hoera voordat we vragen waar hun cadeautje blijft. En terwijl ik heel onschuldig met twee van hen de polonaise begin te schuiven over het balkon trekt de meest onaantrekkelijke variant van het stel zn onderbroek naar omlaag. Het is zijn cadeau voor de jarige Job blijkt, gul als hij is. Latoya kijkt het boeltje eens aan en besluit een joker in te zetten.
Lang vervelen zonder blote jongens doen we niet, want twister ligt al klaar. En terwijl er op special request van Jolanda een Spaanse chanson door de boxen blaast wint Priscilla het eerste potje. En het tweede en derde ook. Dat is wat mij betreft een bijzondere prestatie want Priscilla heeft een doseringsprobleem. Terwijl ik onderuit lig midden op het speelveld vraag ik me af hoe ze haar linkervoet op blauw heeft weten te zetten. Ik betuig mijn respect met een overtuigende clap to the hand! en word direct uitgelachen door de rest. High five valt niet te overtreffen met mijn vocabulaire van het Engelse woord. I blame it on the Moët uit de koelkast van tante Helen.
Jan Smit blèrt over een tuintje in zn hart en ik besluit dat dit het moment is om de party een halt toe te roepen. Kacheltje lam-lendig wandelen we richting het centrum van de stad om nog een ander dansje te wagen en gratig shotjes te vragen. Dat blijkt niet moeilijk als je alle acht een verjaardagshoedje draagt. Contact leggen met de rest van Rotterdam evenmin. Iedereen roept naar de jarige Job en iedereen feliciteert met een Heeeee en een kus. Ik vermoed van wang tot wang, statistisch gezien, zes mexicaanse griepen te hebben opgelopen. Gelukkig is alcohol desinfect tegen eerstegraads besmettingsgevaar.
Als we drie kroegen hebben gehad, de pot weg is en onze hoedjes treurig hangen gaat de helft van ons naar huis. Daisy, Latoya en ik resteren. Heel fout gaan we naar Club Fout. Daar doe ik mijn best Latoya te koppelen aan een vakantievriend en zoent Daisy met haar jeugdliefde, heel fout. Latoya besluit na wat verhelderende watertjes weer op de rosé over te gaan en staat tijdens het bestellen te gabberen aan de bar. Op naaldhakken, heel fout.
Na 2 uur is deze afvalrace op zn hoogtepunt. Ik ben nog over met de jarige en krijg haar niet mee naar huis. Zelfs niet als de lichtbalken aangaan. Zelfs niet als Tim meewandelt. En zelfs niet als ik uit onderhandelingsoverweging voorstel een kipburger voor haar te kopen.
Als we langzaam op huis gaan overdenk ik de avond. Het was (op het in mijn geheugen gegrifte beeld van een naakt boeltje) heel fijn. Latoya trekt halverwege haar naaldhakken uit en loopt verder op blote tenen want haar voeten doen pijn.
|