Het weekend is
achter de rug, eindelijk wat tijd gehad om te bekomen van de afgelopen
week, waarin we van de ene officiele instantie naar de andere zijn
gelopen.
Maandag is ons verhaal op het nieuws uitgezonden. De journalist
had het kantoor in Toronto gecontacteerd en met een zekere John Smith
gesproken, wat in het Nederlands neerkomt op Jan Peeters. Hij
beweerde dat alles in orde is in Praag en dat de mensen er gewoon aan
het werk zijn. Een paar dagen later hebben we de stem herkend
(vrij moeilijk want alles wordt hier gedubt) en het bleek Jerzy A.
Leptuch te zijn, de investeerder.
Dinsdag zijn we in de voormiddag naar de Canadese ambassade gegaan,
vergezeld door de journalist die de avond daar voor ons verhaal op de
Tsjechische televisie had gebracht. Er mochten slechts 2 mensen
binnen gaan en daar was ik er één van. Ze hadden ons blijkbaar
verwacht, want de juiste mensen stonden op ons te wachten en ze hadden
een vertaler voorzien.
We werden heel vriendelijk onthaald en de council en zijn medewerkers
namen hun tijd om naar ons te luisteren, maar er is niets dat zij voor
ons kunnen doen, omdat dit eigenlijk een privé kwestie is.
In de namiddag ben ik naar de politie gegaan om mijn verklaring af te
leggen. De wachtzaal zat vol met werknemers van O'Hsin.
Woensdag zijn we naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken gegaan,
waar we eigenlijk werden weggestuurd. Geen medewerking van die
kant dus. Later in de namiddag kregen we nog een afwijzing van
Interpol. We waren door de Criminaal Politie naar hun gestuurd,
maar Interpol zelf zei dat ze niets kunnen doen zolang de politie hun
niet contacteerd.
Donderdag ben ik met een bevriende advocaat gaan spreken en ben ik
sommige collega's gaan inlichten over hoe de zaken stonden. Geen
positief nieuws op die dag.
We hadden een afspraak met de onvriendelijke mensen van het Ministerie
van Arbeid en Sociale Zaken op vrijdag. Zij konden ons vertellen
dat de Tsjechen en de burgers van de EU beschermd zijn door de
wet. Veel collega's waren verkeerd ingelicht door de advocaal van
O'Hsin en waren eigenlijk illegaal aan het werken. Zij hebben nu
dus nog grotere problemen en sommigen hebben het land verlaten.
Gelukkig maar voor korte tijd.
Vandaag ben ik naar de boekhouder gegaan die voor de Canadezen
werkte. We wisten dat daar maar 18 mensen geregistreerd
waren. Ik weet nu dat ik één van hen ben en heb een kopie van
mijn contract gekregen. Misschien komt er ooit een dag dat ik dus
toch nog geld zie.