De naam wijze uiltjes verwijst naar mijn klasthema . Alles staat in het thema van uiltjes : het takenbord , de pictogrammen van het hoekenbord , de verjaardagskalender , de klasdeur , de naamkaartjes van de kinderen . De kinderen in mijn klas zitten steeds in groepjes van 4 . Het groepje dat het flinkst geweest gedurende die dag verdient de trofee van 'onze wijze uiltjes van vandaag' . Zij mogen de volgende dag als eerste naar buiten gaan bij de pauzes , mogen als eerste hun kaft nemen , als eerste hun boekentas in orde maken , ... .
In onze school werken we de laatste jaren in onderbouw met hoekenwerk. De kinderen krijgen 's morgens instructie van taal en rekenen en uitleg over de ander hoeken die moeten afgewerkt worden. Op het digitale bord worden de hoeken met een pictogram voorgesteld en daaronder staat de pagina of materialen die ze nodig hebben. De kinderen zijn in groepjes van vier verdeeld en werken gedurende 20 minuten aan een opdracht. Als ik 24 kinderen in de klas heb dan maak ik dus 6 groepen van 4 kinderen en zorg dat ik 7 hoekjes heb om door te schuiven. Het lege hoekje is dan mijn zorghoekje. Hier laat ik kinderen die extra leesmomentjes nodig hebben of iets extra moeten inoefenen bij mij komen. De andere momentjes zit ik bij de taal of rekenhoek om verlengde instructie te geven aan de kinderen die het nodig hebben. Zo speel ik kort op de bal en zie ik direct wie waar probleempjes ondervind en ik de dag nadien in het zorghoekje even moet bijwerken. Het vraagt wel wat puzzelwerk qua organisatie maar je het brengt zoveel meer op dan gewoon klassikaal lesgeven .
Op de foto zien jullie een voorbeeld van een hoekenbord :
Omdat niet elk kind even snel werkt heb ik een vervolgbox samengesteld waaruit de kinderen een taak , opdracht mogen nemen als ze hun taakje uit het hoekje al klaar hebben en het nog geen tijd is om door te schuiven. Deze vervolgopdrachten gaan over taal , rekenen en muvo. De opdrachten zitten in een mapje , het kind mag er een opdracht uit kiezen en neemt uit de box het werkblaadje of materiaal dat hij nodig heeft om deze opdracht uit te voeren. Als de opdracht klaar is stopt hij/zij deze in zijn werkmap van vervolgopdrachten en vult dit in op het overzichtje vooraan in de kaft. Op vrijdag haal ik de kaften op en kijk ik de werkjes die de kinderen die week gemaakt hebben na zodat ik ook een beeld heb van wie welke opdrachten gemaakt heeft , wie er niet toe komt aan vervolgopdrachten en wie er misschien wel uitdaging nodig heeft.