Ook op de Judo les zijn kinderen dol op spelletjes
Drie is te veel.
Alle judoka's liggen op hun buik in de vorm van een cirkel. Eén judoka is de tikker en een andere judoka moet getikt worden.
De judoka die getikt moet worden, kan zich 'bevrijden' door naast een tweetal te gaan liggen. Dit wordt dan een drietal. Drie is te veel, waardoor de judoka aan de andere kant degene is die nu getikt moet worden. Als de tikker de judoka tikt, draaien de rollen om.
Politie en boefje
Je fluistert bij de judoka's in of ze politie of boef zijn, dus dat weten ze niet van elkaar. Dan gaan ze rondkruipen over de mat en proberen elkaar vast te pakken. Als dat gelukt is, verandert degene die onder ligt in hetgeen de bovenste is. Als ze allebei al hetzelfde waren, hebben ze voor niets een grondgevechtje uitgevoerd. De groep die aan het einde het grootste is, heeft gewonnen.
Paard en ruiter.
De judoka's maken tweetallen. De ene judoka zit bokje en is paard. De andere judoka is ruiter en zit op het paard. De ruiters gaan nu proberen andere ruiters van hun paard af te trekken. Zodra ruiters van hun paard zijn afgevallen, zijn ze af. De ruiter die het langste op zijn paard blijft zitten, is de winnaar.
Wie is de koning?
De judoka's worden verdeeld in twee groepen. Elke groep wijst één koning(in) aan. Daarna moeten de judoka's er zien achter te komen wie de koning is bij de andere kant. Maar voor ze aan een judoka mogen vragen of hij/zij de koning is, moeten ze hem in een houdgreep hebben. Als er een judoka in een houdgreep ligt, mag gevraagd worden of hij de koning is. Als je de koning van de tegenpartij als eerste hebt gevonden, heb je gewonnen.
|