In Adelaide hebben we ons op de camping gezet op wandelafstand van het centrum.
Een kleine vijf km wandelen langs een gezellig beekje dat naar het centrum leidt.
En op onze weg naar de stad kwamen we voorbij de stadszoo dus een kijkje gaan nemen.
Nu het geen schoolvakantie meer is dus de ideale timing. Het was een rustige en proper onderhouden dierentuin. Met ruimte voor de dieren maar de stokstaartjes waren het staren waard met hun heen en weer geloop. Ze zaten in de gracht voor de giraffen dus plaats genoeg voor op en af te lopen.
De stad zelf is niet te groot met twee straten waar iets te zien is, één winkelstraat met zijn vele winkels en ook souvenirshops dus toch nog eens binnen springen.
Het is ook een studentenstad waar het hip is om met een pistefiets rond te cruisen.
En hoe kan het anders, er is uiteraard ook een belgisch bier cafe waar we een lekkere kangoeroe pie met een heerlijke karmeliet verorberd hebben. En dan terug langs het beekje terug naar onze kamper.
Flinders Ranges, even terug in de outback waar de vliegjes nog altijd aanwezig zijn.
Daar een wandelingetje gaan doen van zon zes uurtjes en een veertien km lang met een stevige klim naar de top van St Marys Peak. Normaal geeft dit een schoon uitzicht over de vallei maar niet vandaag een koel briesje en wat bewolking liet het niet toe. Maar het was zeker de moeite waard om een dagje af te zien tussen de vele spinnen.
Op onze terugweg werden we nog vergezeld door meelopende struisvogels die helemaal niet schuw waren.
Nog rap naar de beschaving rijden om onze beloning te gaan ontvangen in de plaatselijke eetgelegenheid.MMMMM
En nu drie dagen niets anders dan rijden, rijden en rijden . Van Port Augusta naar Kalgoorie Boulder.
Zon duizendachthonderdzevenzestig km aan honderdentien p/h want rapper mag niet, en word hier ook niet gereden.
De road trains zijn weer massaal van de partij en rijden even rap ook s zondags volle bak doorgaan. Het is hier voor de truckers hemel op aarde, geen afritten, geen opritten of dorpenalleen een roadhouse en voor de rest is er niets maar ook niets wat op leven lijkt te bespeuren. O ja af en toe ne flauwe bocht of ne kamper dat ge moet voorbijsteken. Ge kunt het niet voorstellen om in belgie te vertrekken en helemaal naar het zuiden te rijden zonder een stad te zien of een dorp als ge links of rechts kijkt.
Hier het roadhouse op de Nullarbor Plain een vlakte waar niets groeit en het warm is. De meeste staan op een afstand van honderd km van elkaar maar er is er één dat ze iets verder van mekaar hebben gezet vanwege burenlawaai denken we honderdzesennegentig km om niet op elkaars lip te zitten!
De komende kms zou je deze diertjes kunnen tegenkomen! Alleen maar dode kangoeroes gezien langs de weg.
Nog een foto van het landschap rechts.
Zelfs de lucht is interessant om naar te kijken om eens een ander beeld te hebben.
Hier een lookout van op de Madura Pass de enigste stevige heuvel voor op te rijden.
En nu beginnen we aan het langste stuk rechtdoor in Australië. Maar de stukken er voor en na kunnen ook tellen en het is inderdaad recht! Honderdnegenveertig km en dan next service honderdtweeëntachtig km zonder een pomp of winkel tegen te komen.
Dat is van Antwerpen naar de zee aan één stuk recht zonder iets, zie ge het al voor u.
En dan plots ziet ge een paar fietser rijden goe zot. Mijn nicht en hare man (Ilse en Kris)
hebben een aantal jaren geleden Australië doorkruist met de fiets en hebben dit stuk met de trein gedaan wat ik zeer goed kan begrijpen want het is gekkenwerk om hier als fietser over te rijden warm, eenzaamheid, road trains die niet vertragen geen fietspad of pechstrook, geen schaduw en als ge pech hebt wind op uwe snoeter voor ne lange tijd enz De roadhouses geven trouwens ook geen gratis water aan fietsers omdat het ook voor hen zo schaars is.
Ook een paar keer over een landingsbaan gereden van de flying doctors gereden.
Nog eens een ander soort bush zo veel afwisseling.
Ziet ge het vershil? En zoek de tien verschillen van deze foto
(tipje het t-shirt)
Maar na een lange trip die zeker de moeite was en waar we ook weer twee en een half uur tijdsverschil gewonnen hebben zijn we in de beschaving aangekomen. Met onze kiekens en de poes die als gardian angels over ons gewaakt hebben zodat we zeker niet verkeerd zouden rijden .
Voor we aan de Nullarbor Plain begonnen hadden vele mensen ons al gewaarschuwd van het is saai, theres nothing to see and more of the same for three days.
Wel die kennen ons duidelijk niet hé. Wij vonden het geweldig, het absolute niets, de luchten als schilderijen, de stilte (buiten dieje generator heel de nacht), gewoon immens die schoonheid.
Bewijst nog maar eens zeker dat wij niet onder de noemer van wat de meeste mensen normaal vinden vallen ! And we love it !!!
In Kalgoorlie Boulder kunnen we een tour doen in een nog werkende goudmijn. Aangezien de Superpit er vanaf het uitzichtpunt indrukwekkend uitzag wilden we wel eens in de pit gaan om de werkelijke omvang te beseffen. Alle nog werkende mijnen in Australië zijn trouwens zon open putten die uitgegraven worden, geen gevaarlijke ondergrondse gangen dus. Deze put was ca. vijfhonderd meter diep voorlopig.
Het materiaal dat ze daar gebruiken is natuurlijk naar verhouding. Trucks van 8m hoog en lang en ca. veertig ton zwaar rijden af en aan met ladingen rond de 22T. Hiervan zijn er in verhouding 6 afval voor 1 waar het waardevolle spul in zit. Op jaarbasis wordt er 250T afgegraven waarvan 22T goud gewonnen wordt. Ter vergelijking, onze bus was ongeveer even hoog als een wiel van zon mastodont. En het is nog maar eens bewezen, de meeste van deze trucks worden bestuurd door vrouwen omdat zij beter rijden en voor het materiaal zorgen.
Bandjes van 5T per stuk moeten om de 500u vervangen worden en het duurt een uurtje om één band te wisselen. Oude banden zijn dus met hopen aanwezig en worden voor van alles en nog wat gebruikt in de mijn.
De mijn werkt 24u per dag en zeven dagen op zeven. Enkel voor bliksem of hevige regen wordt er gestopt. Het goud wordt ook ter plaatse uit de brokken steen gewonnen. Enorm fascinerend om dit hele proces eens van dichtbij te zien. De kosten zijn enorm maar de opbrengst waarschijnlijk nog veel meer.
Voor Cape Le Grand NP moesten we een kleine omweg maken maar blij dat we dat gedaan hebben want het was gewoon het paradijs op aarde.
Eerst onszelf weer eens even afgebeuld, in de brandende zon Frenchmans Peak beklommen. Vandaar hadden we al een schoon uitzicht op wat zou komen.
Daar ook weer enorm lieve mensen uit WA tegengekomen die spontaan altijd beginnen vertellen over alles wat je zeker moet zien en doen in de volgens hen mooiste staat van Australië. Denk dat ze gelijk gaan hebben. En ons maar overtuigen om daar te komen wonen.
Zeg nu zelf als je de volgende beelden ziet, wie zou hier niet willen wonen ?
Het strand was spierwit en het water kristalhelder. De fotos doen de kleuren zelfs geen recht. Heerlijk dus om even verfrissing te zoeken.
En om het park weer buiten te rijden ga je gewoon over het strand. 22km cruisen met aan de ene kant de zee en de ander de duinen. Waar anders heb je die gelegenheid ?
Dan weer een serieus omweggetje maken om Wave Rock te gaan bezoeken. Terug de outback in, de afstanden zijn hier echt enorm en den diesel intussen superduur . Met nen dubbele naftbak dieje bijna dagelijks gevuld moet worden tikt dat door natuurlijk.
Natuurfenomeen, Wave Rock. Effe moeten wachten voor alle Japannertjes in surfpositie eraf waren voor we een foto konden nemen.
Als je wat vliegen trotseerde kon je ook nog Hippos Yawn bewonderen. Gelukkig hadden we de Moose bij om de vliegen aan te trekken .
In Albany kan je een oud whale station bezoeken. Dit is waar vroeger de boten binnenkwamenmet de walvissen die ze gevangen hadden. Ze werden dan ter plaatse gevild en verwerkt tot voornamelijk olie die rijkelijk opbracht. Door een crisis in de jaren zeventig en de protesten tegen de walvisjacht moest het station uiteindelijk sluiten. En nu wordt het dus toeristisch uitgebuit als enige overblijvende Whale World.
Flipper op sterk water.
Sperm Whale, één van de laatste gevangen exemplaren hier.
Achter den hoek waren er nog wat exemplaren.
Hier gebeurde de actie, de walvissen werden binnengesleept en opengesneden. Vuil, stinkend en glibberig jobke.
Rond Pemberton zijn er verschillende Fire Trees te beklimmen. Deze werden vroeger gebruikt om bosbranden te detecteren. Het zijn karribomen die dus zeer hoog worden waardoor de brandweermannen over grote terreinen alles in t oog konden houden.
Hoogste boom was 75m.
Tweede hoogste 61m.
Ladder van ijzeren staven vakkundig ingeboord om naar boven te klimmen. Geen controle, geen beveiliging, gewoon eraan beginnen met verstand op nul. Spreekt voor zich wie van ons twee in zn eentje naar boven gegaan is .
Na 25m, eerste tussenstation.
Eagles nest view vanaf 75m hoogte. Geen bosbrand te zien.
Even een doodlopende straat van 150km enkel inrijden om nog eens wat dolfijnen te zien.
Ge moet al goed zot zijn om hier te komen en een hele dag te rijden in de bush met een paar roadhouses als enigste afwisseling.
Maar eens daar is het rijden zeker de moeite waard geweest. Ge moet wel de vliegjes erbij nemen want met een luchtvochtigheid van zon 91,9% en 29°C om 7.30 uur s morgens zijn ze in hun sas om menig toerist te plagen.
Eerst even een briefing op een gedisciplineerde rij om alles in goede banen te leiden. Er wordt alleen gekeken en niet aangeraakt. Om 8.00u s morgens was heel het resort van de partij voor de dolfijnfeeding.
En ja ze zijn er en komen dichtbij want ze zijn zelf ook ongeduldig om visjes te krijgen waar ze geen moeite voor moeten doen, maar niet genoeg om de dag door te komen dus zelf moeten ze ook gaan vissen om hun zestig vissen per dag te eten.
Hier komen de visjes.
De banana move.
Er worden altijd maar 5 dezelfde dolfijnen gevoederd ook al zijn ze met meer.
Hallo ik ben klein en zij zijn groot en krijgen alle aandacht en dat is niet eerlijk.
Op het zelfde schiereiland als waar Monkey Mia is, ligt ook Shell Beach. Een parelwit strand waar allemaal schelpen aanspoelen en je dus niet over zand wandelt maar over witte schelpjes. Een klein stuk van het strand wordt ontgonnen voor de kipvoederindustrie.
De rest is allemaal voor de toeristen om van te genieten !
Coral Bay, plaatsje van twee campings en vijf winkels maar toch druk bezocht omdat het Ningalo Reef hier tot aan het strand komt. Dat is wat anders dan het Great Barrier Reef waar je verplicht bent van met touroperators naartoe te varen.
Wij deden het voor de verandering eens anders. Quad gehuurd om wat in de duinen rond te sjeezen naar een stukje ongerept reef.
Hier komen ook de schildpadden het zeegras eten en hun eieren leggen. Toch een stuk of vijf serieuze exemplaren kunnen spotten.
Verder nog boven een schoon stukje reef gesnorkeld. Veel visjes, kleurig koraal, zeeslangen en komkommers gezien. De zee was echter nogal woelig dus na een half uurtje hadden we genoeg zoutwaterborrels binnen.
Weer een paar honderd kilometertjes gereden en ze beginnen te wegen. Niet alleen aan de pomp maar ook mentaal begint het door te tikken. West Australië is de grootste staat en alles ligt ontzettend ver uit elkaar. Het meeste hebben we intussen ook wel gezien dus we hebben besloten niet meer rond te rijden voor nog een waterval, kloof, kangoeroe of dolfijn extra.
We bollen rustig aan uit met als verste punt Exmouth waar we nu zitten en dan gaan we stilaan terug naar beneden om nog 2 weekjes rust te nemen rond Perth / Fremantle.
Op het bordje een lijstje wat ge moet doen in de warme omstandigheden op deze toch wel warme zomerdag 48°C.
De vliegjes zijn ook massaal van de partij en die verpesten het eigenlijk toch wel een klein beetje. En daarbovenop zitten er ook nog bijtende vliegjes die het op je kuiten gemunt hebben.
De canyon leek een schone wandeltocht maar de warmte is niet te doen zelfs de korte trip naar de lookouts is geen lachertje.
Eventjes poseren op het los steentje niet bewegen.
Fremantle Prison staat midden in de huidige stad. De gevangenis is gebouwd door de eerste gevangenen die in 1850 uit Groot-Brittanië gedeporteerd waren. Grootste deel van het materiaal kwam van de schepen die ze ontmantelden. Deze instelling staat er dus al effe en heeft nog effectief tot 1991 dienst gedaan als gevangenis.
Typische gevangenis gang.
Het comfort in de 19de eeuw, cel voor jezelf van 1.2 x 2.1m.
20ste eeuw, cellen moesten groter dus twee cellen werden één cel maar je moest er wel met twee in slapen. Geen grote verbetering dus .
Geen toilet of stromend water in de cellen. Behoefte te doen in een emmertje. Er werd verzocht grote behoeftes niet s nachts te doen. s Morgens emmertje uitkappen op de koer en in het vak zetten om uit te wassen en te drogen. En dan eindelijk de verlossing van een echt toilet overdag te gebruiken op de recreatiekoer. Dat bij temperaturen van tussen de dertig en veertig graden gaf een aangenaam geurtje voor de acht uren die je per dag op de koer mag doorbrengen.
Anno 1991 is dit amper voor te stellen. De discussie blijft echter of ze dit verdienen of het onmenselijk was. Onze geweldige gids Tristan wist dit op een leuke manier en met veel humor aan te brengen.
Binnenplein vanuit de uitkijktoren.
Beveiliging was eigenlijk lachwekkend voor een high security prison midden in een stad.
We volgden een extra the great escape tour om alle ontsnappingsverhalen te horen.
De bewakers kregen maar vijf kogels en als ze die afschoten moesten ze ze zelf betalen. Er zijn dus over de jaren redelijk wat ontsnappingspogingen geweest, de ene al spectaculairder of grappiger dan de andere. Het ziet er nochtans afschrikwekkend uit.
In totaal zijn er van 1852 tot en met 1964 toen de doodstraf werd afgeschaft 44 executies uitgevoerd in deze gevangenis, allemaal met de strop.
Zeer fascinerende rondleidingen met geanimeerde gidsen, een absolute aanrader.