Na enkele weken zwoegen en zweten, waren we toe aan een weekje vakantie. Deze vakantie lieten we niet zomaar voorbijgaan, we grepen deze kans met beide handen om een tripje te ondernemen naar het Noorden om het noorderlicht te zien. Jessie had deze week haar ouders op bezoek, zij kon helaas niet meegaan, maar had toch een hele fijne tijd met haar mamie en haar papie.
De trip naar het Noorden was al van in het begin gepland en het was dan ook een trip waar we allemaal heel erg naar uitkeken. Om in het Noorden te komen, moesten we maar liefst 27 uur op de trein zitten en dan nog 3 uur op de boot. Na deze lange tocht hadden we onze bestemming Lofoten Islands eindelijk bereikt. De expeditie kon beginnen.
Onderweg leek het alsof we naar niemandsland reisden, de boottocht leek ons mee te nemen naar het einde van de wereld en als we aankwamen op de Lofoten, was niets minder waar. Alles was bedekt met sneeuw, er was slechts 1 straat die over het hele eiland liep en die we moesten nemen om naar het dorp waarin we logeerden te komen. Het dorp A [Ou] is werkelijk even groot als zijn naam lang is. Ik denk dat er welgeteld 20 huisjes stonden, waarvan 1/4 toeristenhuisjes waren... Maar er was wifi! Hoera, we waren niet helemaal verloren. Ondanks te weinige faciliteiten, was het toch een prachtig eiland, overal bergen en natuur en het was er zo rustig. Onze 'vakantiehuisjes' waren paalwoningen, die vroeger behoorde tot vissers en ze lagen dus meteen aan de kust. Het uitzicht was prachtig, zo zou ik wel alle dagen willen wakker worden. Ondanks het feit dat de vissers hier al wegwaren, toch leefde de visvangst hier nog erg, er was zelfs een museum over en overal waar we kwamen hingen 20 jaar oude vissen te drogen. Je kan je wel voorstellen dat dat toch wel wat geuroverlast meebracht, maar we waren op de prachtige Lofoten en wat rotte vis zou onze vakantie niet verbrotten!
We hebben voornamelijk gewandeld, op zoek naar een prachtig plekje om het Noorderlicht te kunnen zien. We wandelden naar de eerst volgende stad, die lag op 9 kilometer van A. Het was een dorpje in een dal tussen prachtige bergen. Daar zouden we het licht wel kunnen zien, dus we wachtte de hele avond, maar niets was minder waar, we keerden terug, bevroren van de kou. Iedereen was best wel teleurgesteld, we hadden het licht nog niet gezien en de volgende dag moesten we al naar huis. Maar dan, het wonder, wat een toeval, er doken lichtstralen op boven onze prachtige visserswoningen. Iedereen was erg blij en we bouwden een spontaan feestje. De volgende dag, vertrokken we moe, maar tevreden terug naar huis. Het was een geweldige reis!