Deze week mochten we een weekje meelopen in een Noorse kleuterklas, 'Barnehage', zoals ze dat hier noemen. We liepen elk in een school mee in de buurt van Stavanger. We hadden al kennis gemaakt met onze mentor op de universiteit, dus dat maakte het al wat minder spannend .
Toen we op onze school aankwamen mochten we meteen onze schoenen uitdoen en onze pantoffels aantrekken. Dat gaf een heel huiselijke sfeer. Het eerst wat ons opviel was het aantal volwassenen per groep. In Noorwegen bestaat 1 klasgroep meestal uit 10 tot 15 kinderen. Bij de oudste kleuters is er meestal 1 volwassene per 5 kinderen. Bij de jongste kleuters is dit 1 volwassene per 3 kinderen. Hiervan is minstens 1 opgeleid als leerkracht.
De kleuterklas in onze beide scholen was volgens ons heel leeg. Er waren weinig hoekjes om zelstandig te spelen in de klas. Toch was de voornaamste activiteit vrij spel. De kinderen mochten met duplo spelen, kleuren, met poppen spelen, met auto's spelen,... . Ook de thema's werden veel minder uitgewerkt dan in België. De klassikale activiteiten waren voornamelijk liedjes zingen en verhalen vertellen. In het begin konden we ons niet zo goed vinden in deze werking. We vonden het nogal saai voor de kinderen om elke dag dezelfde zelfstandige activiteiten te krijgen. Maar achteraf stelden we ons wel de vraag of het altijd noodzakelijk is om zoveel met de kinderen te doen. Misschien is het ook wel goed dat de kinderen meer vrijheid krijgen en dat de leerkrachten meer tijd hebben om met de kinderen mee te spelen.
Waar we wel heel enthousiast over zijn is het middagmaal. De leerkrachten eten samen aan één grote tafel met hun kinderen mee. Dit vergroot volgens mij sterk het samenhorigheidsgevoel in de klasgroep. Na het middagmaal trekken de kinderen hun buitenpak aan en spelen ze 2uur buiten. De kinderen mogen spelen in het zand, klimmen op rotsen, in bomen, fietsen, schommelen. Toen we dit voor de eerste keer zagen dachten we dat er ongelooflijk veel ongelukken gingen gebeuren in die 2uren, maar verassend genoeg zijn de kinderen voldoende motorisch ontwikkeld om op alles te klimmen en klauteren waar ze maar willen. Bovendien zeiden onze mentoren dat kinderen nergens opklimmen als ze er niet klaar voor zijn.
Een heel andere werking dan in België dus. Het was een heel leerrijke week boordevol dingen die we meenemen in onze latere carrière!