s Morgens vertrekken we met de bus voor een optionele
excursie naar My Son dat verwoest werd ten tijde van de Vietnamoorlog, maar
tegenwoordig op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat.
Er zijn tijden wanneer 'mooi' een onvoldoende woord is.
Dit is een van die momenten als wij de mystieke dansers van het Champa Rijk
zien. Slanke jonge dames draaien met hun handen en voetjes terwijl een
fluitspeler ongelooflijk lang een hoge noot kan aanhouden. Ze zijn visioenen van een verloren Koninkrijk. Hun
glinsterende kostuums zijn symbolisch voor vergeten mensen, van een tijdperk
dat voorbij is. De gouden uitgedoste meisjes verplaatsen zich met een
gratie en allure die tijdloos is. Zij
nemen poses aan van beelden uit
Hindoetempels. Toch zijn wij hier niet in Indië maar in Vietnam. Dit
land is beter bekend als een thuis voor boeddhisten of communisten. Maar niet
bekend met de buitenwereld, is dat Vietnam ooit het thuis was van een
Koninkrijk van hindoes en moslims. Vele jaren geleden was centraal-Vietnam
bekend als het rijk Champa. De Chams controleerden wat vandaag centraal Vietnam
is, plus de gedeelten van Cambodja en Laos. Na verloop van tijd werden hun
landerijen geleidelijk verloren aan oorlogen met de Vietnamezen en de Khmers, totdat
hun Koninkrijk helemaal verdween. Ze wonen nu alleen in verspreide
gemeenschappen, gewoon weer een van Vietnams vele etnische minderheden.
Het tempelcomplex My Son is van grote waarde en vormt het
erfgoed van een verdwenen beschaving. Het was een keizerlijke stad ten tijde
van het Champa koninkrijk, dat vanaf de tweede eeuw na Christus het zuiden van
Vietnam besloeg. Het tempelcomplex vormde het religieuze en culturele centrum
van het koninkrijk, en werd bestuurd door koning Bhadravarman. Onder zijn
bewind werd gestart met de bouw van de tempels, en tussen de vierde en de
twaalfde eeuw verrezen hier 71 religieuze gebouwen. De tempels moesten de
belangrijkste hindoegoden vereren en dan met name hindoegod Shiva. Na de 15de
eeuw werd het complex verlaten en raakte het in verval. Tegenwoordig staat nog
maar een fractie van de originele tempels van My Son overeind, want ten tijde
van de Vietnamoorlog werd het overwoekerde complex grotendeels vernietigd.
Gelukkig wordt er nu alles aan gedaan om deze bijzondere plek in ere te
herstellen. Harry vertelt enthousiast en laat ons de 20 gebouwen bewonderen die
zijn gemaakt van de iconische rode bakstenen. Hier werd ook meerdere linga
opgegraven, een fallussymbool uit het Hindoegeloof.
Nergens in Azië vind je deze bouwstijl terug. De
bouwwerken zijn grotendeels overwoekerd door planten maar we kunnen ons toch
een voorstelling maken van hoe het er hier vroeger heeft uitgezien. We rijden terug naar Hoi An en gaan lunchen in het
restaurant tegenover het hotel en een voor een komt de hele groep er binnen
vallen. In de namiddag lenen wij een fiets van het hotel en we gaan de hemden
van Jean en mijn rokje halen. We maken er een rustige avond van en ik schrijf
wat aan mijn verslag want ik raak flink achterop.
Kim
An Hotel & Spa
|
461 - 463 Hai Ba Trung Hoi
An Tel: +84 91 992 24 30
|







|