We beginnen onze dag met het vertrouwde ontbijt en
trekken dan met de bus naar een van de grootste bezienswaardigheden van Ha Noi.
Aan de rand van het Bach Thao Park bezoeken wij het Ho Chi Minh mausoleum. Het
gebouw prijkt midden in een groot plein, het Ba Dinh Plein. In 1973 werd dit ruim 21m hoge mausoleum
gebouwd op de plaats waar Ho Chi Minh voorheen de onafhankelijkheidsverklaring
voorlas aan het volk. Ondanks het verzoek om gecremeerd te worden, werd Ho Chi
Minh gebalsemd en opgebaard in dit mausoleum en daardoor kunnen bezoekers nog
altijd zijn gebalsemde lichaam bezoeken en bewonderen. Ook wij schuiven aan in
een rij waar we mooi achter elkaar moeten gaan staan. Wij moeten alle tassen achterlaten en alles
wordt dan nog eens gecontroleerd. De camera’s moeten samen in een rode tas en
die krijgen we pas terug na het bezoek aan het mausoleum zelf. Volgens de
guards zijn we een beetje te luidruchtig voor Ho Chi Minh en moeten wij ons wat
beter gedragen; mondje dicht en handen niet op de rug. De man ligt er maar
bleekjes bij en wordt constant bewaakt door jonge dienstplichtigen.
Daarna lopen we met de hele
groep naar het paleis en het huis, waar HO CHI MINH vele jaren heeft
doorgebracht, zijn boeken geschreven en gewerkt heeft. Harry gaat helemaal op
in zijn verhaal. Oompje Ho wilde niet leven in het paleis naast zijn
rustige huis. Hij vond rust bij de karpervijver in zijn paalwoning met 2 kamers
op de eerste verdieping en beneden was de ontvangstruimte voor de gasten en de
drie telefoons die hij tijdens alle onderhandelingen gebruikte.
De ‘één-pilaar pagode’ uit de
11e eeuw is ook een bezienswaardigheid met de heilige boom
erachter. Ho Chi Minh bracht een stekje van deze heilige boom mee uit India en
stekte die hier. Het is een prachtboom geworden, waaronder de boeddha zit en er
staan veel wierookstokjes en kaarsen bij ter verering. De boom staat achter de
een-pilaar-pagode en het museum van Ho Chi Minh. Het museum is prachtig gebouwd
in de vorm van een lotus. Er staat ook een boom waarvan de wortels naar boven
kruipen alsof het allemaal kleine Boeddhabeeldjes zijn. Heel bizar.
Harry zorgt voor wat mango en
ananas als versnapering en daarna gaan we met zijn allen naar de Tempel van de
Literatuur, het oudste bouwwerk van Hanoi.
Het werd opgericht in de 11e eeuw ter ere van de filosoof Confucius en deed
zeven eeuwen dienst als opleidingsinstituut voor toekomstige mandarijnen. Het
complex bestaat uit vijf binnenplaatsen, die elk gescheiden zijn door muren en
sierlijke poorten. Op een van de binnenplaatsen staan grote beelden van schildpadden met sten
tafels op hun rug met daarop de namen van de eersten die daar afgestudeerd
zijn. De Tempel van de Literatuur staat afgebeeld op de
achterkant van het bankbiljet van 100.000 Vietnamese Dong.
Nu zouden we naar het
vrouwenmuseum gaan maar dat feest gaan niet door omwille van het Tet (nieuwjaar)
en nu gaan we naar een Nationaal Kunst Museum en daarna trekken we met zijn allen naar LITTLE HANOI, een
Vietnamees restaurant. Van alles en nog wat, vis, vlees, groente, alle smaakjes
worden ons voorgezet. Jean geniet van het Hanoi-bier. Terug buiten blijven de cyclo’s en scooters
voorbijrazen. Het leven speelt zich af op straat. Op elke stoep zijn vrouwtjes druk in
de weer met grote potten en pannen, omringt door mensen op kleine plastic
krukjes die Pho – een
noodle soep – uit een kom slurpen. Je neus vult zich met uitlaatgassen en
opeens lijken die mondkapjes helemaal niet zo’n gek idee. Af en toe komt er een
geur voorbij die moeilijk te beschrijven is. Volgens mij is het gedroogde vis,
niet heel erg aangenaam. Wij lopen op straat want de stoep is dus vol etende
mensen of wordt gebruikt als parkeerplaats voor brommers. Mijn god wat een hoop
brommers. Ze rijden als gekken en toeteren erop los. Er lopen ouderen rond met manden aan een stok
(een soort juk) gevuld met eten, groente en fruit. Alles gebeurt er op straat,
smalle winkeltjes met daarachter hele diepe huizen van wel 50 m. De
voorkant is dan maar 3 m breed, maar zij moeten alleen maar belasting betalen
voor de breedte van hun huis, niet de diepte. Achter de winkels woont dan de
hele familie. De straatnaamborden zijn verschrikkelijk moeilijk te ontcijferen.
De elektriciteitskasten zijn gewoon aan een boom gespijkerd en alle draden
lopen dwars over de straat naar de huizen toe.
We trekken naar het het Hoan
Kiem Meer (het meer van het teruggegeven zwaard); Harry vertelt een legende die
klinkt als een Vietnamese versie van Koning Arthur en het zwaard Excalibur. Het
verhaal vertelt hoe koning Le Thai To in het bezit kwam van een magisch zwaard,
dat hij gebruikte tijdens zijn 10 jaar durende strijd tegen de Chinese
Ming-keizers. Nadat hij zijn land had bevrijd, voer hij naar het midden van het
meer om het zwaard terug te geven aan de Heilige Schildpad, die het wapen uit
zijn hand griste en ermee onder het water verdween. Zo is het Ho Hoan Kiem aan
zijn naam gekomen. Op een eilandje in het meer staat de kleine 18-eeuwse Thap
Rua (Schildpadtoren). Volgens de verhalen leeft er nog steeds een grote
schildpad in het meer en op bepaalde dagen van het jaar –meestal met de
kentering van de seizoenen- zien mensen het dier uit het water komen.
Rond 16u krijgen we een voorstelling in het Waterpoppentheater.
De poppenspelers maken gebruik van de dramatische muziek, die door een
traditioneel orkest wordt gespeeld, en van bijzondere effecten, zoals rook,
vuur en water spuwende drakenpoppen. Na afloop wordt het bamboegordijn
opgetrokken en zien we spelers tot hun middel in het water staan. De hele
eerste rij wordt door ons ingenomen en het geheel maakt weinig indruk op ons
behalve natuurlijk het vuur en de rook. Op de terugweg naar ons hotel komen we
nog langs de St. Joseph’s kathedraal
Na ons wat opgefrist te hebben
trekken we terug richting meer om een restaurant te vinden dat er wat
bacterie-proof uitziet en waar we met 8 kunnen zitten. Het wordt een dolle
boel; restaurant in, restaurant uit tot we ergens op een eerste verdiep
belanden en dan wordt het pas leuk: 8 slimme mensen krijgen aan d at Vietnameesje maar niet uitgelegd wat ze
willen eten, er worden natuurlijk verkeerde zaken aangedragen en de rekening is
natuurlijk ook mis. Moet er wordt gelachen dat het een lust is. Als we daarna
nog een koffie willen drinken gaat de ene na de andere zaak voor onze neus
dicht en zelfs in het hotel vangen wij bot. Koffie hebben wij niet meer
gedronken maar gelachen hebben wij eens te meer.
La
Dolce Vita
|
53 Hang Bo Street Hanoi Tel: +84 43 9233757
|















|